2.2.Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard, omdat de grondslag van de afwijzing van de gevraagde maatwerkvoorziening is gewijzigd. Volgens verweerder heeft eiseres in het verleden gestarte behandelingstrajecten niet afgemaakt. Echter, van eiseres mag worden verwacht om te doen wat in haar vermogen ligt om haar herstel te bevorderen (bijv. het ondergaan van behandelingen). Van belang is dat aan eiseres twee maatwerkvoorzieningen (begeleiding en dagbesteding) zijn verleend, die zijn bedoeld om eiseres te helpen bij de problemen die zij ervaart met betrekking tot haar zelfredzaamheid en participatie. Daarnaast stelt verweerder zich op het standpunt dat een hulphond niet de goedkoopst compenserende oplossing is. De opleidingskosten bedragen bij Bultersmekke € 18.000,-, terwijl de begeleiding van eiseres thuis bij de training van een assistentiehond achttien maanden duurt. Dat betekent dat de kosten € 1.000,- per maand bedragen. De levensduur van een assistentiehond zal circa tien jaar zijn. Dit betekent dat het hier gaat om een maatwerkvoorziening die ongeveer tien jaar zal duren. Dit, terwijl eiseres nog behandeling moet ondergaan en er niks zinnigs kan worden gezegd over de behoefte aan begeleiding over een termijn van bijvoorbeeld twee of zeven jaar. Daar komt bij dat de werking van een assistentiehond met betrekking tot de begeleiding van mensen met psychische problemen niet wetenschappelijk is bewezen. Er kan volgens verweerder niet gefundeerd worden gezegd, dat er adequate hulp wordt verstrekt als de opleidingskosten voor de begeleiding van de training van hond tot hulphond zouden worden vergoed. De gevraagde compensatie voor de aanschaf van de hond zelf is aan de aanvraag ontvallen.
3. Eiseres voert - kort samengevat - aan dat verweerder haar aanvraag ten onrechte heeft afgewezen. Volgens eiseres is het bestreden besluit niet zorgvuldig voorbereid en ontbeert het een draagkrachtige gemotiveerde integrale beoordeling van de hulpvraag. Zij beroept zich in deze zaak op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 12 september 2018 (ECLI:NL:CRVB:2018:2785) in een soortgelijke zaak. Eiseres heeft daarbij gewezen op het rapport Evaluatie pilotonderzoek Buddyhond voor (oud)geüniformeerden met PTSS van KNGF Geleidehonden van december 2017. Hierin wordt een onverdeeld positief beeld geschetst over de positieve uitwerking van opgeleide assistentiehonden op de situatie van mensen met PTSS in het kader van hun zelfredzaamheid en participatie. Eiseres is ook ge-diagnosticeerd met PTSS. Voor wat betreft het FASD geldt dat zij als gevolg daarvan haar hele leven tenminste gevoelig zal blijven voor de door haar ervaren structurele problematiek. Eiseres verwacht een positief effect van het beschikken over een opgeleide assistentiehond. Dit vormt een noodzakelijke aanvulling op haar huidige maatschappelijke ondersteuning. Er blijven dagelijks vergaande problemen of beperkingen over (het zich op een goede manier verhouden tot mensen), die niet kunnen worden ondervangen met nog meer begeleiding. Een assistentiehond is constant beschikbaar op lastige momenten. Een assistentiehond leert tijdens de opleiding om bij eiseres aan te voelen wanneer inspanning voor haar teveel dreigt te worden en haar daarop te wijzen. Dit zal leiden tot een situatie waarin eiseres minder over-prikkeld raakt en meer activiteiten kan ondernemen. De (voor)geschiedenis van haar proble-matiek en de aard ervan wijzen er niet op dat de begeleidingsbehoefte binnen afzienbare tijd zal verdwijnen of aanzienlijk zal verminderen. Ten aanzien van het gestelde gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing van de werking van een hulphond miskent verweerder dat ook bij andere vormen van ondersteuning nooit op voorhand meer dan een redelijke inschat-ting kan worden gemaakt van de vraag of een voorziening inderdaad zal helpen. Er zijn bij de beoogde aanbieder Bultersmekke goede resultaten geboekt met dit soort assistentiehonden. Kortom, aan eiseres is geen passende en toereikende maatwerkvoorziening geboden. 4. Verweerder stelt zich in het verweerschrift op het standpunt dat er geen aanleiding
bestaat voor wijziging van het bestreden besluit. Aan eiseres is reeds eerder maatschappelijke ondersteuning (begeleiding en dagbesteding) verleend teneinde haar in staat te stellen op een aanvaardbaar niveau zelfredzaam te zijn en te participeren. Het opleidingstraject voor een assistentiehond duurt achttien maanden en kan niet - anders dan de twee andere maatwerk-voorzieningen - na een jaar worden geëvalueerd. Veel van de (angst)klachten van eiseres zijn goed behandelbaar. Verwacht wordt dat zij daarmee beter leert om te gaan door behandeling en begeleiding. Maar bij niemand en zeker niet bij eiseres, die nog jong is en nog niet uit-behandeld, is een uitspraak te doen over de benodigde tijd voor permanente begeleiding door een assistentiehond. Nu de noodzaak voor begeleiding door een assistentiehond niet is vast-gesteld, is de aanvraag voor de opleidingskosten van de assistentiehond terecht afgewezen.
5. In vervolg op de eerste zitting heeft verweerder de hulpvraag en de zorgbehoefte van eiseres aangaande het opleidingstraject en het gebruik van een assistentiehond en de daarmee te dienen doelen nader onderzocht. De bevindingen zijn weergegeven in een (nieuw) plan betreffende de ondersteuningsbehoefte van eiseres, van 13 februari 2019, waarin staat vermeld dat eiseres nogal fors in haar energie is beperkt, waardoor de reeds verstrekte ondersteuning (begeleiding en dagbesteding) niet ten volle kan worden benut. Daarnaast is zij vanwege vermoeidheid niet in staat geweest om haar (gewone) hond nog langer uit te laten. Een langdurig (leer)traject en deelname aan een intensief trainingsprogramma voor een hulphond, zoals Bultersmekke aanbiedt, vergt een stevige investering. Het wordt daarom voor eiseres niet als een passende ondersteuning gezien. Bovendien is de werking van een hulphond niet medisch-wetenschappelijk bewezen. Niet is komen vast te staan dat een assistentiehond een adequate en toegevoegde waarde heeft in het wegnemen van beperkingen in de zelfredzaam-heid en participatie van eiseres.
6. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling.