ECLI:NL:RBNNE:2019:4570
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om geen rekening te houden met inkomen vader bij vaststelling aanvullende beurs
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres verzocht om bij de vaststelling van haar aanvullende beurs geen rekening te houden met het inkomen van haar vader, omdat zij stelde dat er sprake was van een ernstig en structureel conflict tussen hen. Het primaire besluit van de minister, waarin dit verzoek werd afgewezen, werd door eiseres bestreden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat niet was aangetoond dat er sprake was van een zodanig ernstig conflict dat loskoppeling van het ouderlijk inkomen gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de Wsf 2000 en het Besluit studiefinanciering 2000 vereisen dat er sprake is van een langdurig ernstig verstoorde verhouding tussen ouder en studerende om in aanmerking te komen voor een aanvullende beurs zonder rekening te houden met het ouderlijk inkomen. Eiseres had weliswaar een verklaring van een psycholoog over de problematische relatie met haar vader, maar de rechtbank oordeelde dat deze niet voldeed aan de vereisten voor loskoppeling. De rechtbank concludeerde dat de problemen tussen eiseres en haar vader niet zodanig ernstig waren dat de inkomensgegevens van de vader buiten beschouwing konden worden gelaten.
De rechtbank heeft de afwijzing van het verzoek door de minister bevestigd en het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.