Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht hetgeen onder 1, onder 2B, onder 3B en onder 4A is ten laste gelegd wettig en overtuigend bewezen en past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige/aangever van 16 december 2016, opgenomen op pagina 2471 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 03 DRN 12022 van 16 mei 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik had een meningsverschil met [medeverdachte 2] , de president van het chapter Groningen en [naam 4] , de vice president van het chapter. Het geschil ging over het feit dat ik naar het chapter Wolfpack van [naam 5] over wilde stappen. [medeverdachte 2] wilde niet dat ik over zou stappen naar Wolfpack. Hij voelde zich verraden. Hij zei tegen mij dat hij naar de captain toe zou gaan en hem alles zou vertellen.
Dit was in januari 2016 (uit onderzoek van de politie is gebleken dat de clubavond op 9 februari 2016 heeft plaatsgevonden) op een clubavond van een chapter in een plaatsje vlakbij Zwolle. Daar worden clubavonden gegeven bij of in een pizzeria. Toen [medeverdachte 2] naar de captain, [medeverdachte 1] , was gegaan, werd ik even later aangesproken door een nomad. Ik ken hem als [verdachte] ; dit is een Turkse man. Ik heb zijn foto al aangewezen. Hij wilde buiten met me praten. Ik ben met hem meegelopen. [verdachte] begon tegen mij te schreeuwen dat ik buiten mijn boekje was gegaan. Ik zag dat [medeverdachte 1] aan kwam lopen. [medeverdachte 1] gaf me direct een vuistslag op mijn linker kaak. Hierdoor raakten mijn tanden beschadigd. Vervolgens kreeg ik nog een vuistslag, aan de linker kant van mijn lichaam, op mijn ribben. Ik voelde een enorme pijn. Later bleek dat er drie ribben gebroken waren. Ik ben voor het letsel naar het ziekenhuis geweest, het UMCG in Groningen. Daar bleek dat ik drie gebroken ribben had. Na de mishandeling door [medeverdachte 1] werd ik aangesproken door [medeverdachte 2] . Hij zei mij dat [medeverdachte 1] had besloten dat ik € 5000,-- boete moest betalen. Ik moest dit binnen zeven dagen betalen anders zouden er sancties volgen. Ik heb toen binnen een week € 1500,-- in een enveloppe gedaan en ben naar [medeverdachte 1] zijn huis gegaan, in Klazinaveen. Ik was daarvoor naar [medeverdachte 2] gegaan en heb gezegd dat ik niet meer geld had. Ik had zelf € 500,-- en ik had € 1000,-- van mijn vader geleend. Meer had ik niet. [medeverdachte 2] gaf mij toen de opdracht het resterende geld aan hem te betalen en dat ik de enveloppe met € 1500,-- naar [medeverdachte 1] zijn huis moest brengen. [medeverdachte 1] heeft toen de enveloppe van mij in ontvangst genomen. Ik kreeg van [medeverdachte 1] toen € 50,-- voor de moeite dat ik de enveloppe had gebracht. Omdat ik nog € 3500,-- aan [medeverdachte 2] moest betalen, wist ik me geen raad. Op een gegeven moment verschenen [verdachte] , [medeverdachte 2] en iemand van de security uit Emmen bij mij aan de woning. Ik geloof dat de security [medeverdachte 3] heet. Hij is een grote blanke man. [verdachte] vroeg of ik al geld had. Ik zei dat ik maar € 250,-- had. Ik had niet meer. [verdachte] was alleen aan het woord. Kennelijk kreeg hij ook een aandeel van de boete die ik moest betalen. Ik was toen ook behoorlijk bang. Een nomad staat niet zomaar aan de deur. Een van mijn kinderen was ook thuis. Ik wilde geen problemen of wilde niet in elkaar getrapt worden in mijn eigen woning. Gelukkig werd met de € 250,-- genoegen genomen op dat moment. Ik had dus nog een restschuld van € 3250,--. Ik heb een paar weken later nog een keer € 1000,- betaald aan [medeverdachte 2] . Ik heb toen gezegd dat ik niet meer geld op kon brengen. [medeverdachte 2] heeft mij toen het restant kwijt gescholden. Ik begreep wel dat ik daar misschien nog wel wat meer over zou horen. Dit alles heeft zich afgespeeld in januari/februari 2016.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van nader verhoor van 4 januari 2017, opgenomen op pagina 2483 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
De plaats waar het is voorgevallen is het plaatsje Oldebroek, [straatnaam] . Hier zit een pizzeria; aan de achterzijde heb je een kroeg met parkeerplaatsen. Op die locatie houdt het chapter Zwolle af en toe de clubavond. Op die parkeerplaats ben ik toen mishandeld door captain [medeverdachte 1] . Ik had onder andere gebroken ribben en beschadigde kiezen en tanden. Ik weet dat [naam 4] , [medeverdachte 2] , [verdachte] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] en [naam 8] getuigen zijn geweest van de mishandeling. Ik denk dat [verdachte] ook een gedeelte van de aan mij opgelegde boete van € 5000,00 heeft gekregen. Ik denk dit omdat [verdachte] bij mij thuis geld op kwam halen. Ik heb toen een bedrag van € 250,00 betaald. Het is normaal dat een nomad geld haalt.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen Opname Vertrouwelijke Communicatie (OVC) d.d. 1 juni 2016, opgenomen op 20 mei 2016 in een personenauto, merk Volkswagen, type Passat TDI, voorzien van het kenteken [kenteken] , opgenomen op pagina 2565 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
Tijd: 11:26 uur
Inhoud: [medeverdachte 3] (B) en [verdachte] starten de auto en spreken over waar ze heen moeten.
[medeverdachte 3] Waar gaan we eerst heen, Smilde?
[verdachte] Ik wil eerst even een horloge halen bij eh .. ah doen we terugweg .. toe maar ..
[medeverdachte 3] Smilde, [naam 9] ?
[verdachte] Nee we gaan eerst [naam 10] ophalen.
[medeverdachte 3] [naam 10] ophalen!
[verdachte] [naam 10] is de searg ... (ovs), die belde vanmorgen, die wacht op ons.
[medeverdachte 3] ok
[verdachte] We laten hun hun werk doen ......... ik wil erbij zijn, ik wil zien dat het werk gebeurd namelijk ... .
[medeverdachte 3] Ok, wie halen we .... (ovs) hesjes weg
[verdachte] Allemaal. ....... alle vier ........ oh nee ik heb ..... dinges heb ik al
[medeverdachte 3] [naam 11] ?
[verdachte] [naam 11] ... maar ik moet [naam 11] toch spreken.
[medeverdachte 3] [naam 11] ?
[verdachte] Ik krijg nog geld van hem.
Tijd: 12:33 uur
Inhoud: Auto staat stil; [medeverdachte 3] in auto ... [verdachte] en [naam 12] (naam wordt door [verdachte] genoemd) stappen in de auto. [medeverdachte 3] vraagt waar ze heen gaan. [naam 12] zegt Beijum.
[verdachte] gaan eerst [naam 10] ophalen.
[naam 12] zegt hoe ze moeten rijden.
Tijd: 12:55 uur
Inhoud: Mannen stappen in de auto ..
[medeverdachte 3] vraagt waar ze heen gaan.
[naam 12] zegt naar [medeverdachte 2] in Stedum.
Nog een vierde man in de auto met duidelijk Surinaams/ Antilliaans accent.
Tijd: 13:20 uur
[medeverdachte 3] vraagt waar ze eerst heen gaan ..
[naam 12] zegt [naam 9] , maar [verdachte] zegt eerst [slachtoffer 1] ..
[slachtoffer 1] heeft Bad Standing
[naam 12] : ja die moet 100 euro betalen.
[verdachte] : 2 1/2 onvstb
Wou wel dat hij nu betaalt want we moeten ook nog tanken en eten ..
[naam 12] Ik denk dat je bij [slachtoffer 1] nu niks haalt hoor
[verdachte] nee
Minimaal 1 keer in de week, anders moet de treasure
[naam 12] anders doe maar 3 tientjes in de week ofzo ..
[verdachte] ja maar die jongen verkoopt weed en weet ik veel
[naam 10] en [naam 12] zeggen dat die jongen helemaal niks verkoopt, dat is allemaal overgenomen ja.
[verdachte] oh oke
[naam 12] hij heeft helemaal niks meer denk ik. Maar we kunnen het altijd proberen.
[verdachte] oke
[naam 12] had ik het gisteren met de pres ook over
[verdachte] ja maar die vent heeft ook al 10 kilo gehad .. onvstb
[naam 10] je snapt wel die klappen hoeft ie niet meer te krijgen hoor ..
[verdachte] nee die krijgt ie ook niet
....
[naam 10] dat is met die [slachtoffer 1] ook snap je, ik heb tegen ... onvstb laatst gezegd, we moeten bij hem uit de buurt blijven, dat is het beste.
[verdachte] niet te ver gaan, ja we gaan nu rustig met hem praten.
[naam 10] anders gaat ie naar de politie.
[medeverdachte 3] denk je?
[naam 10] ik denk het wel.
Ik zeg niet dat hij het doet.
[medeverdachte 3] hij is een angsthaas he?
[naam 10] maar mijn gevoel, weet je, als hij in het nauw gedreven wordt, hij het wel doet hoor.
[verdachte] maar dat gaan we niet doen; ik ga even rustig met hem praten.
Tijd: 13:40 uur
Inhoud: auto rijdt; 4 man in auto.
Praten door elkaar ..
Op 0.50 gaat 2x portier open en dicht. [medeverdachte 3] zegt dat hij de auto even draait.
[medeverdachte 3] hij heeft de kop aardig dik
[naam 12] ja
Portier gaat weer open. [naam 10] zegt dat hij een gevoelsmens is en dat dit echt kut voor hem is.
Maar hij blijft wel lachen ..
[medeverdachte 3] : heeft ook een beetje schaduwen op zijn oogjes.
Maar hij, zo'n jongen is toch ook niet dom man, die weet toch wel hoe het in elkaar zit.
[naam 12] blijkbaar niet
Sommige jongens die zijn niet zo, maar die willen te graag weet je wel
[naam 10] : heb je die man zijn kop gezien ... ohhh
Onvstb
[naam 10] dat is zeven jaar straf joh he, zo opgeblazen is ie.
[verdachte] ook weer in de auto, vraagt over een vest.
[naam 10] zegt dat ze die hebben.
[verdachte] moet je kijken de hele familie staat binnen.
Praten door elkaar
[verdachte] deze man heeft al zo vaak klappen gehad is de derde keer dat hij in elkaar gestampt is.
Tijd: 14:00 uur
Inhoud: auto rijdt; 4 man in auto.
Veel door elkaar gepraat.
Op 1.30 stopt de auto; portier open en dicht.
In de auto ( [naam 10] , [medeverdachte 3] en [verdachte] ) wordt gezegd dat ze in totaal de hes van [naam 4] , [naam 9] en Jeff moeten hebben en die van [slachtoffer 1] wordt nu naar Groningen gebracht.
[verdachte] was dat gister ... (onvstb) vond het bijna zielig ..
[medeverdachte 3] die [slachtoffer 1]
[verdachte] ja ik hou er niet van
[naam 10] ja ik vond het ook kloten.
Tijd: 15:02 uur
Inhoud: auto rijdt; 4 man in auto.
[naam 10] vraagt of ze de colours van [slachtoffer 1] zelf mogen houden.
[verdachte] zegt dat hij het vest wel mee neemt, (…).
Tijd: 15:51 uur
Inhoud: auto rijdt; 4 man in auto.
[verdachte] [naam 10] zeg tegen die [naam 13] , als hij binnen 10 dagen tijd 1500 euro op hoest,
[naam 10] [naam 13] ?
[verdachte] oh nee [slachtoffer 1] .
[naam 10] ja?
[verdachte] dan is het klaar.
[naam 12] binnen hoe lang?
[verdachte] binnen 10 dagen tijd.
[naam 12] dat gaat niet door.
[verdachte] nou goed, dat kan je voorstellen, is een voorstel.
[naam 10] is goed.
[verdachte] ja dan zijn we van dat gezeik af.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van [medeverdachte 3] , afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris in deze rechtbank op 18 december 2018, inhoudend:
U vraagt mij welke functie de heer [verdachte] bekleedde bij de MC No Surrender. Hij was nomad. U vraagt mij wie hesjes ophalen als iemand geen lid meer van de club is. De sergeant of de nomad. U vraagt of ik de heer ( [slachtoffer 1] ) [slachtoffer 1] ken. Ja. Hij was volgens mij prospect bij Groningen. Ik heb hem wel eens ontmoet bij het clubhuis in Emmen. Ik ben wel eens bij de woning van de heer [slachtoffer 1] geweest.
U houdt mij voor pagina 2473 van het dossier, 6e alinea, als verklaring van [slachtoffer 1] :
[Op een gegeven moment verscheen [verdachte] , [medeverdachte 2] en iemand van de security uit Emmen bij mij aan de woning. Ik geloof dat de security [medeverdachte 3] heet. Hij is een grote blanke man. [verdachte] vroeg ik of al geld had. Ik zei dat ik maar € 250,00 had. Ik had niet meer. [verdachte] was alleen aan het woord. Kennelijk kreeg hij ook een aandeel van de boete die ik moest betalen. Ik was toen ook behoorlijk bang. Een nomad staat niet zomaar aan de deur. Een van mijn kinderen was ook thuis. Ik wilde geen problemen of wilde niet in elkaar getrapt worden in mijn eigen woning. Gelukkig werd met de € 250,- genoegen genomen op dat moment.]
Dit is gebeurd. Ik was daar ook bij die woning. Ik ben niet bij het gesprek zelf geweest. Ik zat in de auto. Volgens mij moesten wij bij [slachtoffer 1] een hesje ophalen.
U vraagt mij met wie ik in de auto zat toen ik naar de woning van [slachtoffer 1] ging. Met [verdachte] , maar verder weet ik het niet meer.
U vraagt mij van wie wij het hesje moesten gaan ophalen bij [slachtoffer 1] . Dat kwam vanuit het bestuur, het kader. U vraagt mij wie de beslissing dat we het hesje moesten gaan ophalen, meedeelde. Die beslissing hoorden wij via de nomad [verdachte] .
5. De door [verdachte] ter terechtzitting van 20 augustus 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Voorzitter: Was u op 9 februari 2016 in Oldebroek aanwezig?
[verdachte] : In die tijd was ik nomad. Hij (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) had een probleem. Ik riep hem naar buiten en sprak hem aan op zijn gedrag. Ik heb hem wel hard aangesproken: godverdomme eikel. Ik heb hem op zijn kloten gegeven. Dat klopt.
Voorzitter: Wat bedoelt u daarmee?
[verdachte] : Aangesproken van: hé eikel wat doe je nou man? Ben je gekke dingen aan het doen? Wat is er aan de hand?
Voorzitter: Bent u op 20 mei 2016 bij [slachtoffer 1] aan de deur geweest?
[verdachte] : Ik dacht dat ik achterstallig contributiegeld op moest halen. Het ging om € 250,-. Mij is aangegeven: er is problematiek en [slachtoffer 1] is bang. Ik ging erheen als nomad om te zorgen dat het niet zou escaleren. Ik had twee sergeants of arms bij mij. Ik heb [slachtoffer 1] gerustgesteld en ik ben daar met € 250,- weggegaan.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs van het onder 1 ( [slachtoffer 1] ) ten laste gelegde
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [verdachte] het ten laste gelegde, de afpersing van [slachtoffer 1] , heeft gepleegd. De rechtbank gaat daarbij uit van de verklaring van [slachtoffer 1] dat hij op 9 februari 2016 (in Oldebroek) en op 20 mei 2016 (bij zijn woning in Groningen) door verdachte is bedreigd met geweld en dat hij onder druk van die bedreigingen en de intimiderende houding van verdachte geld (€ 250,--) aan verdachte heeft afgegeven. De verklaring van [slachtoffer 1] wordt ondersteund door het proces-verbaal van bevindingen Opname Vertrouwelijke Communicatie (OVC) met de opname van 20 mei 2016, waaruit blijkt dat verdachte samen met anderen (onder wie [medeverdachte 3] ) onderweg is om bij 4 (ex-)leden van No Surrender, onder wie [slachtoffer 1] , hesjes en/of geld op te halen, en de verklaring van [medeverdachte 3] dat hij met verdachte [verdachte] bij [slachtoffer 1] een hesje moest ophalen. Uit voornoemd OVC gesprek blijkt ook dat [slachtoffer 1] op dat moment al meermalen klappen had gehad. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in zijn functie van nomad samen met twee sergeants of arms op 20 mei 2016 bij [slachtoffer 1] aan de deur is geweest om achterstallige contributie te innen en dat hij met € 250,- is weggegaan.
Ten aanzien van het onder 2B ten laste gelegde:
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever van 27 maart 2017, opgenomen op pagina 2390 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Bij aanvang van het verhoor deelden wij aan de aangever het volgende mee: wij zijn hier in
verband met een aangifte van diefstal mobiele telefoon die u hebt gedaan op 1 februari 2015.
Wij hebben hier een aantal vragen over. We praten met u over uw aangifte omdat wij denken dat dit te maken heeft met de motorclub No Surrender.
V: Wat kunt u nog meer vertellen over de diefstal van uw telefoon op 31 januari 2015?
A: Ik had een conflict met iemand en ik kreeg de keuze of mijn telefoon inleveren of anders..
V: Wat bedoelt u met anders?
A: Nee, dat ga ik verder niet vertellen.
O: In uw aangifte gaf u aan dat de telefoon in een café was gestolen.
V: Hoe zit dat nu precies?
A: Het was ook een café, namelijk het clubhuis van de MC No Surrender. lk kwam daar vaak, gewoon gezellig. Ik was geen lid. [naam 14] was een van mijn beste vrienden. Met [naam 14] kreeg ik uiteindelijk een conflict, al weet ik nog steeds niet waarom ik niet meer welkom was.
O: Wij hebben een langdurig onderzoek gedaan naar de motorclub No Surrender en daarbij zijn gesprekken opgenomen in het clubhuis. Ik wil je daar een aantal fragmenten uit voorlezen.
V: [naam 14] vraagt aan [verdachte] of alles ingeleverd is. [verdachte] zegt dan dat er nog 4 in zaten en dat hij iets kleins voor zichzelf heeft gehouden en een telefoon. Wat bedoelde hij met die 4 en een klein dingetje?
A: Over die 4 kan ik niets zeggen omdat ik mezelf dan in de problemen breng. Met dat kleine dingetje bedoelt hij een verlovingsring die hij van mij heeft afgepakt. Dat was een gouden ring met een diamantje. Het was een damesring, maat 14.
V: Begrijpen we het goed dat [verdachte] jou de telefoon en de ring heeft afgepakt?
A: Ja, met goedkeuring van [naam 14] en ik weet zeker dat [medeverdachte 1] daar de opdracht voor heeft gegeven.
V: Heeft [verdachte] ook geweld tegen jou gebruikt?
A: Nee, hij probeerde het wel, maar hij heeft mij alleen maar geschampt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van [slachtoffer 2] , afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris in deze rechtbank op 19 maart 2019, inhoudend:
Op vragen van de officier van justitie (mr. Von Bartheld) antwoord ik als volgt.
U vraagt mij te vertellen hoe het gegaan is vanaf het moment dat ik [verdachte] zag. Ik kwam aanrijden. [verdachte] begon tegen mij te praten. Ik heb alles ingeleverd. Toen wilde [verdachte] mij slaan. Dit mislukte. Hij schampte mij half half op mijn arm.
Op vragen van de officier van justitie (mr. Homans) antwoord ik als volgt.
U vraagt mij wat de reden was waarom ik naar het clubhuis ging. [verdachte] belde mij. Ik trof twee personen op straat, [verdachte] en iemand anders van de club. Hij droeg ook een hesje. Ik weet niet meer wat [verdachte] zei. Hij kwam met allerlei beschuldigingen. Ik moest mijn telefoon en ring inleveren.
3. Een tapgesprek opgenomen op 29 januari 2015 te 19:13:43 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] (gebelde), opgenomen op pagina 2446 van voornoemd dossier, inhoudend:
[verdachte] ) zegt dat hij straks even met [slachtoffer 2] wat uit moet praten.
[slachtoffer 2] zegt: met mij?
[verdachte] zegt dat [slachtoffer 2] aan [naam 14] gevraagd had om die hero (fon),weet hij veel, [naam 14] heeft mij net iets uitgelegd en dat moet ik even met je bespreken. Heb je straks tijd?
[slachtoffer 2] ja
[verdachte] uurtje of acht?
[slachtoffer 2] waar dan?
[verdachte] ja kom maar gewoon even bij de club, voor of achter kom ik wel even met je praten ja?
[slachtoffer 2] ja is goed
[verdachte] neem een beetje handel mee ja
[slachtoffer 2] jooh
4. Een in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA opgenomen (sms)bericht, verzonden op 29 januari 2015 te 19:16:52 uur, van telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] naar telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] , opgenomen op pagina 2447 van voornoemd dossier, inhoudend:
Ben zo rond 21.00 uur wel bij het hek club ok ...... voor bij de straat... .. kunne we ff in de auto babbelen ..... ok?
5. Een in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA opgenomen (sms)bericht, verzonden op 29 januari 2015 te 20:14:03 uur, van telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] naar telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] , opgenomen op pagina 2448 van voornoemd dossier, inhoudend:
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen Opname Vertrouwelijke Communicatie (OVC) d.d. 1 juni 2017, opgenomen als bijlage 7 van de op 18 juli 2019 (zie onder 2.) door de officier van justitie verstrekte aanvullende stukken bij voornoemd dossier, inhoudend als weergave van een opname op 29 januari 2015:
In de verwerkte gesprekken wordt met [naam 14] en met [verdachte] bedoeld.
Tijd: 22:13:12 uur
[naam 14] ingeleverd?
[verdachte] Wat?
[naam 14] Ingeleverd?
[verdachte] Ja er zaten er vier in, eentje die heb ik aan Hans gegeven, die moest ie (of ik) nog betalen, dus er zitten er nog drie in.
[naam 14] Ja.
[verdachte] En een klein dingetje die hou ik voor mijzelf.
[naam 14] En de telefoon?
[verdachte] Ja die heb ik ook bij me.
[naam 14] Die gooien we in de dinges.
NN2: …(ntv) niks waard in de kachel.
[naam 14] (met stemverheffing) in de kachel, die is besmet.
[verdachte] Oke cap.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 28 november 2018, 11:20 uur, behorend bij het proces-verbaal aanvullend verhoor [verdachte] van 3 december 2018, opgenomen als bijlage bij voornoemd dossier, inhoudend:
O: [slachtoffer 2] heeft tegenover ons verklaard dat zijn telefoon en zijn verlovingsring van hem afgepakt zouden zijn in het (voormalige) clubgebouw van No Surrender Emmen en dat hij er met een Bad Standing uitgegaan is. Dit zou gebeurd zijn in januari 2015.
V: Wat wil jij ons daar over vertellen?
[verdachte] De dag voordat het gebeurde heb ik contact gehad met [slachtoffer 2] . Ik heb hem gevraagd om langs te komen op de club en of hij handel mee wilde nemen. Vervolgens hoorde ik dat [slachtoffer 2] niet meer welkom was op de club. Dit was omdat hij dealde aan minderjarigen. Ik heb met hem afgesproken bij de poort. Hij had 4 pakketjes bij zich en een temazepam pilletje. Ik vertelde hem dat hij niet meer welkom was.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs van het onder 2B ( [slachtoffer 2] ) ten laste gelegde
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [verdachte] het ten laste gelegde, de afpersing van [slachtoffer 2] , heeft gepleegd. De rechtbank gaat daarbij uit van de verklaring van [slachtoffer 2] dat hij op 29 januari 2015 voor het clubhuis van No Surrender te Emmen door verdachte is bedreigd met geweld en dat hij onder druk van die bedreiging en door de intimiderende houding van verdachte en het andere lid van de motorclub een telefoon en een ring aan verdachte heeft afgegeven. De verklaring van [slachtoffer 2] wordt ondersteund door het tapgesprek en de sms-berichten tussen verdachte en [slachtoffer 2] , waaruit blijkt dat [slachtoffer 2] op 29 januari 2015 op verzoek van verdachte naar het clubhuis kwam, door de Opname Vertrouwelijke Communicatie (OVC) van 29 januari 2015 inhoudende een gesprek tussen [naam 14] en verdachte over een dingetje en een telefoon die besmet is, en door de verklaring van verdachte dat hij die dag een afspraak had met [slachtoffer 2] en dat hij hem verteld heeft dat hij niet meer welkom was op de club.
De verklaringen van verdachte, tegenover de verbalisanten dat [slachtoffer 2] zijn telefoon boos op de grond heeft gegooid en ter terechtzitting dat [slachtoffer 2] zijn telefoon vrijwillig heeft afgegeven en dat geen sprake was van een ring(etje) maar van een dingetje en dat dit dingetje een pilletje (temazepam) betrof, acht de rechtbank gelet op al het voorgaande niet geloofwaardig.
Ten aanzien van het onder 3B ten laste gelegde:
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 11 mei 2014, opgenomen op pagina 1972 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik ben hier aan het politiebureau te Winschoten verschenen omdat ik donderdag 8 mei
2014 ben bedreigd en afgeperst.
V: Wanneer kwam je bij de club?
A: Begin dit jaar. Ik heb maar 2 maanden contributie betaald. Normaal is de contributie 150
euro per maand. Ik heb maar 2 tientjes betaald.
V: Wanneer kreeg je een bad standing?
A: Dat zijn ongeschreven regels. Ik heb hem officieel donderdag gekregen. Ik zou eerst een
"good standing" krijgen. De pres bepaalt dat. Daar heeft niemand iets over te zeggen. De
"serg" voert dit uit. Ik ging hier tegenin. Ik kan niet iets doen waar ik niet achter sta.
V: Hoe is het gegaan toen je eruit stapte?
A: Ik heb telefonisch tegen [getuige 1] gezegd dat ik er doorheen zat. [getuige 1] heeft telefonisch contact gehad met [naam 15] . Elke keer als ik mijn vestje in wilde leveren werd het anders. Ik moest het eerst aan de nomad geven. Die valt direct onder de captain. Je spreekt ze niet met de naam aan. Je spreekt ze met nomad aan. Toen moest ik maar naar Emmen komen. Donderdag 8 mei 2014 moest ik in Emmen zijn. Een vriend van mij is meegereden. Van hem wil ik de naam niet noemen, want hij heeft niks met het motorwereldje te maken. Hij had de auto op de hoek neergezet. Ik heb gezegd dat als ik om 21:00 uur niet terug was er iets niet in de haak was. Ik had bewust mijn telefoon niet meegenomen. Die moet je van tevoren ook ergens neerleggen. Ik kwam aan om 20:00 uur. Ik werd bij de poort opgewacht. Ik werd door de pres [getuige 1] opgewacht bij de poort in Emmen. Ik moest meelopen naar de memberroom. Er was die avond een clubavond. Er waren 20 of 30 leden.
Ik kwam de memberroom binnen. Ik werd door 2 gasten geschopt en geslagen. Van hen ken ik de namen niet. Niet in het gezicht, maar op mijn lijf. Het doet alleen zeer. Je ziet er niks van. Ik kende die 2 gasten wel van gezicht. Het gaat om 2 donkere jongens, volgens mij van chapter Zwolle. De ene leek een Molukker. De ander Turks of Marokkaans. Ik moest aan een tafel zitten. [getuige 1] zat tegenover mij en [medeverdachte 1] naast mij. Ik kreeg een paar stompen van [medeverdachte 1] op de linker kant van mijn gezicht en mijn linker zij en borst. Ik kreeg iets op mijn achterhoofd gedrukt van 1 van die donkere jongens die ik niet ken. Ik vermoed dat dit een wapen was. Zo voelde het aan. Ik heb het dit niet gezien. Ik kreeg een bad standing van [medeverdachte 1] en moest direct 5000 euro betalen. Ik zei dat ik dat niet had. Ze hebben mijn horloge afgepakt. Eén van die 2 gasten die ik niet ken deed dit. Ze hebben hem eraf getrokken. [medeverdachte 1] zei dat ik woensdag 14 mei 2014 om 19:00 uur bij de Mc Donalds 5000,- euro moest betalen. [medeverdachte 1] zei dat iedereen van mij af moest blijven en ze moesten me van het terrein af begeleiden. Ik was heel blij dat ik van het terrein af mocht. Die 2 gasten die ik niet ken hebben me begeleid. De Molukker die ik niet ken heeft ook nog gezegd dat dit mijn ergste nachtmerrie werd als ik niet betaalde. Hij zei iets in de trant van dat ik eraan ging als ik woensdag niet betaal.
V: Wat denk je dat er gaat gebeuren als je niet betaalt?
A: Ik weet wel zeker dat dit niet met een paar klappen goed komt. Ik vrees nu voor mijn
leven en dat van mijn gezin. Anders zou ik hier nu niet zitten. Ik denk wel dat er wapens
aanwezig zijn in de club. Ik zie heel erg tegen woensdag aan. Wat gaat er komen.
V: Waarom doe je geen aangifte?
A: Omdat ze duidelijk hebben gezegd dat ik geen aangifte mocht doen. Dat is me heel
duidelijk opgedragen. Ik doe geen aangifte omdat ik bang ben voor de gevolgen. Als ik in mijn eentje was geweest was het anders geweest. Ik heb een gezin.
V: Zijn er wel mensen bij jou thuis geweest?
A: ja "Blauwe [naam 16] '' en de road captain [naam 17] .
V: [naam 15] zei dat je je telefoon had weggegooid.
A: Ja, dat klopt. Ze hebben toen [naam 15] gebeld. [getuige 1] heeft het nummer van [naam 16] gekregen.
A: Ik heb met niemand meer contact gehad. Als je een bad standing hebt gehad mag je met niemand meer contact hebben. Zij ook niet met mij. Degenen die contact met mij zoeken voor de poen mag natuurlijk wel. Ik leg nu een verklaring af omdat ik niet anders kan. Er gaan ongelukken gebeuren als ik niks doe.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 13 mei 2014, opgenomen op pagina 1981 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op maandag, 12 mei 2014, omstreeks 17.45 uur, bevond ik mij aan de [straatnaam] te Glimmen. Aldaar is woonachtig [slachtoffer 3] .
Verbalisant was op maandag 12 mei 2014 aanwezig om met [slachtoffer 3] te spreken of een
aangifte in de rede lag. [slachtoffer 3] wilde om vele redenen geen aangifte doen en was van plan om samen met zijn partner 's avonds geld bijeen te sprokkelen om te proberen de boete van
€ 5000,- te kunnen voldoen.
Op dinsdag 13 mei 2014 omstreeks 09.35 uur belde verbalisant met getuige [slachtoffer 3]
voornoemd. Hij deelde mij toen mede dat hij geen geld had gevonden en niet van plan was om te gaan betalen en maar af zou wachten wat er zou gaan gebeuren.
Op dinsdag 13 mei 2014, omstreeeks 10.40 uur werd ik gebeld door de partner van [slachtoffer 3]
voornoemd, genaamd [naam 15] . Zij was zojuist gebeld door een manspersoon die zich voorstelde als (fonetisch) [naam 19] . Door de man werd gevraagd of er ook betaald ging worden. [naam 15] heeft daarop geantwoord: waarom de man haar belde; dat ze geen geld hebben om te betalen; dat ze het vreemd vindt dat men haar belde; motorclubs komen toch niet aan vrouwen en kinderen. De man bedankte haar en verbrak de verbinding.
[naam 15] vertelde erg bang te zijn en zo snel mogelijk te vertrekken met vriend [slachtoffer 3] en kinderen naar elders.
Op dinsdag 13 mei 2014, omstreeks 12.40 uur werd ik wederom gebeld door [naam 15]
. Zij deelde mij telefonisch mede dat zij een voice-mail bericht had ontvangen van de president van de club No Surrender, genaamd [getuige 1] .
In dat bericht vraagt [getuige 1] of [naam 15] kan zorgen dat [getuige 1] contact krijgt met [slachtoffer 3] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 10 mei 2014, opgenomen op pagina 1984 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 15]:
Halverwege februari 2014 is [slachtoffer 3] in contact gekomen met [getuige 1] , de pres van
Assen van No Surrender. Hij is via via er ingerold.
[slachtoffer 3] wilde de dag na de begrafenis van [naam 18] zijn colors inleveren, Hij zag het niet zitten om dit bij [getuige 1] te doen. Dit omdat hij bang was wat er achterweg zou komen. Hij heeft zijn spullen bij iemand anders van het kader ingeleverd. Dit mocht achteraf niet.
V: Wanneer was dit?
[verdachte] In het weekend van 12 en 13 april 2014 heeft hij zijn spullen ingeleverd bij iemand van het kader. Op het hesje van [slachtoffer 3] stond "No surrender, trailertrash", het embleem "sergeant at arms" en een soort vlaggetje. Hij heeft na dat weekend tegen [getuige 1] gezegd dat hij niet meer bereikbaar was en dat hij zijn telefoon had stuk gegooid. Na het weekend kreeg ik telefoon van [getuige 1] . Ik was bang en vroeg hoe hij aan mijn nummer kwam. Toen zei hij via [naam 16] .
[getuige 1] wilde weten hoe het met [slachtoffer 3] ging. [getuige 1] viel erover dat het vestje van [slachtoffer 3] en andere spullen ingeleverd moesten worden bij [medeverdachte 1] , de Captain. [getuige 1] zei dat als [slachtoffer 3] zijn spullen had ingeleverd, het afgelopen zou zijn. [slachtoffer 3] zou eerst zijn spullen in Hoogeveen afleveren. Later moest hij zijn spullen inleveren in Assen. Later werd het
Emmen. Vorig weekend trof [slachtoffer 3] [getuige 1] in een restaurant in de Rolderstraat. [getuige 1] zei dat het klaar was als [slachtoffer 3] zijn spullen in Emmen inleverde bij het kader daar, bij [medeverdachte 1] . De afspraak werd gemaakt op donderdag 8 mei 2014 om 21:00 uur op het clubhuis in Emmen. [slachtoffer 3] is daar heen gegaan met [naam 22], een maatje van hem. [naam 22] had al gezegd dat hij niet moest gaan. [naam 22] zit niet bij de club. [slachtoffer 3] had de auto een eindje verderop geparkeerd. [naam 22] zat op [slachtoffer 3] te wachten in de auto.
[slachtoffer 3] ging naar het clubhuis. [getuige 1] stond hem op te wachten. [naam 17] was er. [slachtoffer 3] moest een kantoor in. Daar zaten ze te wachten. [getuige 1] zat op de stoel en heeft niks gezegd. In het kantoor waren [medeverdachte 1] , [getuige 1] en 2 andere leden. Eén van die 2 was een Turk of een Marokkaan van No Surrender Zwolle. Deze man int het geld in Meppel.
[slachtoffer 3] heeft toen 3 klappen van [medeverdachte 1] in het gezicht gekregen. Hij heeft ook een stomp in zijn ribben gekregen van die Turk of Marokkaan.
[medeverdachte 1] heeft toen een pistool op het hoofd gezet van [slachtoffer 3] . We werden toen als gezin erbij betrokken. [slachtoffer 3] moest zorgen voor 5000,- euro anders werden er maatregelen getroffen. Die 5000,- moest hij woensdag 14 mei 2014 om 19:00 uur inleveren bij de MC Donalds in Meppel. Dit moest in Meppel omdat die jongens uit de club van No Surrender Zwolle komen. Dat zullen die 2 geweest zijn die er donderdag ook bij waren. Er mocht geen aangifte worden gedaan bij de politie, anders was hij verder van huis. Ze hebben zijn horloge van hem afgenomen. [slachtoffer 3] heeft gezegd dat hij voor die 5000,- euro zou zorgen. Toen mocht hij weg.
Vanmorgen heb ik gezegd dat ik direct de politie zou bellen. Die 5000,- euro moest [slachtoffer 3] betalen voor een bad standing.
We hebben niks geregeld met betrekking tot het geld. [naam 16] is bij ons thuis geweest, dus kent ook ons adres. [slachtoffer 3] gaat van het ergste uit en denkt dat we een hoop gedonder krijgen na woensdagavond. [slachtoffer 3] is bang voor die Turk of Marokkaan. Hij was heel bedreven in het opvolgen van orders.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 23 januari 2018, opgenomen op pagina 2079 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Het enige dat ik kan verklaren is dat ik inderdaad in de memberroom in Emmen ben geweest. Ik heb daar een gesprek gehad. Ik heb gezien dat daar een paar tikken werden uitgedeeld. Uiteindelijk is [slachtoffer 3] daar weer weggegaan. Ik was daarbij, [medeverdachte 1] was daarbij en volgens mij was [verdachte] daar. Ik heb [slachtoffer 3] naar de memberroom gebracht.
In de memberroom hebben [slachtoffer 3] en ik en [medeverdachte 1] een gesprek gehad. [slachtoffer 3] had zijn hesje met colors wel aan. Dat hesje moest uit. Volgens mij heeft [verdachte] [slachtoffer 3] zijn jasje uitgetrokken in het bijzijn van mij en [medeverdachte 1] . Er is wel een worsteling geweest tussen [slachtoffer 3] en [verdachte] .
Die boete van € 5.000,- waar [slachtoffer 3] het over heeft moet dan opgelegd zijn door [medeverdachte 1] of [verdachte] . De captain of een nomad legt de boetes op binnen de MC No Surrender. [medeverdachte 1] heeft als functie captain en [verdachte] is nomad binnen de MC No Surrender Noord Nederland.
Het voorgehouden telefoongesprek van 14 mei 2014, 11:59:56 uur is een gesprek tussen [verdachte] en mij.
Ik heb ook het voorgehouden telefoongesprek van 17 mei 2014, 13:27:45 uur gevoerd met [verdachte] . Ik heb wel gezegd dat ik een paar keer langs [slachtoffer 3] ben geweest, maar ik ben daar niet langs geweest. Bij ons in chapter Assen doen de sergeant of de security dat. Volgens mij is [naam 20] langs geweest.
Ook heb ik het voorgehouden telefoongesprek van 7 juni 2014, 17:04:35 uur gevoerd met [verdachte] . Ik heb wel gezegd dat ik langs het huis van [slachtoffer 3] geweest ben. Maar bij mij weten is dit [naam 20] geweest. Uiteindelijk wist ik wel dat [slachtoffer 3] € 5000,- boete was opgelegd voor de bad standing door [medeverdachte 1] of [verdachte] .
5. Een tapgesprek opgenomen op 16-04-2014 te 12:32:55 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [getuige 1] (gebelde), opgenomen op pagina 2331 van voornoemd dossier, inhoudend:
Gesprek gaat erover dat [slachtoffer 3] zijn jasje persoonlijk moet inleveren bij de nomad, donderdagavond op de clubavond. [getuige 1] kan zeggen dat het van de generaal komt en van [medeverdachte 1] .
[getuige 1] kijkt of hij hem te pakken kan krijgen, zijn vrouw zegt dat hij opgenomen is zegt [getuige 1] . Het mag gerust een week duren, maar dat jasje gaat hij zelf inleveren, als grote kerel, bij ons, bij de nomad en voor de rest niks, zegt [medeverdachte 1] . Komt goed zegt [getuige 1] .
6. Een tapgesprek opgenomen op 05-05-2014 te 22:13:25 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [getuige 1] (gebelde), opgenomen op pagina 2332 van voornoemd dossier, inhoudend:
[medeverdachte 1] vraagt of NN mannog wat van [slachtoffer 3] gehoord heeft. NN man zegt, ja donderdag.
7. Een tapgesprek opgenomen op 09-05-2014 te 17:28:53 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] (gebelde), opgenomen op pagina 2333 en 2334-2335 van voornoemd dossier, inhoudend:
[verdachte] Nog een ander klein vraagje … Klopt het dat jij zei dat hh … Wat ik woensdag moet halen een roodje voor hem (fon) is
[medeverdachte 1] Ja! Ja, correct …
[verdachte] En toch wil de cap even met jou bespreken dat 1500 teveel is voor onze vriend …
[medeverdachte 1] Nee, nee, nee
[verdachte] Dat kun je beter even reserve houden … Zeg ook maar dat ik een roodje heb gehad.
[medeverdachte 1] Nee, is goed … altijd goed, kijk maar wat jij doet.
[verdachte] Is goed … ok.
[medeverdachte 1] He, enne … Doe die baldadige jongens uit Groningen even de groeten.
[verdachte] Ja ik zal ze even bellen en ze de groeten van je doen.
8. Een tapgesprek opgenomen op 13-05-2014 te 12:33:20 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [getuige 1] (beller) en [naam 15] (gebelde), opgenomen op pagina 2336 van voornoemd dossier, inhoudend:
[getuige 1] spreekt de voicemail in van [naam 15] .
Dag [naam 15] met [getuige 1] spreek je ehm kun je mij nog even terug bellen op dit nummer of eventueel mobiel? Ehh of even app-en ehhm ik moet [slachtoffer 3] nog even hebben. Ik kan hem niet te pakken krijgen. Dus eh ik hoop dat je wat voor mij kan betekenen, laat het mij even weten, dank je wel doedoe.
9. Een tapgesprek opgenomen op 14-05-2014 te 11:59:56 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [getuige 1] (S) (gebelde), opgenomen op pagina 2344 van voornoemd dossier, inhoudend:
[verdachte] Cap had mij iets voorgesteld
[getuige 1] Nee
[verdachte] Het ging jou aan, alleen ja, dat hoor je van hem zelf wel
[getuige 1] Ja nee ik heb daar verder niets over gehoord
[verdachte] (ntv) dat hoor je zelf wel
[getuige 1] Ja komt wel goed, ik hoor het zelf wel morgen dan ... of eh donderdag
[verdachte] Broer je mag (ntv) komen als je wil, als je tijd hebt
[getuige 1] He?
[verdachte] Je mag wel mee naar Meppel toekomen als je dat wil?
[getuige 1] Wanneer?
[verdachte] Vanavond ............. We hebben om 7 uur die afspraak.
[getuige 1] ehhhhh ............. Nee ik moet werken vanavond joh. Dus ... dat wordt hem niet en ik heb mijn dochtertje nou en mijn vrouw zit in de crisisopvang, dus ik ben effe niet zo mobiel, dat heb ik al tegen Cap gezegd .... Maar eh we hebben het er donderdag wel ff over. Komt wel goed.
10. Een tapgesprek opgenomen op 14-05-2014 te 18:16:18 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] (gebelde), opgenomen op pagina 2346 van voornoemd dossier, inhoudend:
[verdachte] Kaptain, eehhh….moet ik als er iets is [advocaat 1] bellen of die andere? Want als ik een advocaat nodig heb…
[medeverdachte 1] [advocaat 2] .
[verdachte] [advocaat 2] . Oke, ik ga nu naar…. ntv…. en dan hoor je nog wel, ja?
[medeverdachte 1] [advocaat 2] .
11. Een tapgesprek opgenomen op 14-05-2014 te 21:24:47 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] (gebelde), opgenomen op pagina 2350 van voornoemd dossier, inhoudend:
[verdachte] Captain, [slachtoffer 3] kwam niet opdagen op zijn afspraak.
[medeverdachte 1] Nee, dat weet ik. Dat weet ik. Dat wist ik, ja
[verdachte] Oke. Thuis is hij niet.
[medeverdachte 1] No show. No go.
[verdachte] Dus thuis is hij niet.
[medeverdachte 1] Wat zeg je?
[verdachte] Thuis is hij ook niet meer. Alles afgesloten. In Assen.
[medeverdachte 1] Hoe bedoel je, afgesloten.
[verdachte] Het huis is hermetisch dicht gemaakt. Al sinds gisteren. Dus er is niemand meer aanwezig daar.
[medeverdachte 1] Hij moet gewoon zijn colors inleveren man, meer niet.
[verdachte] Eeeehh ... we kunnen hem niet vinden
[medeverdachte 1] Hij moet gewoon zijn patch inleveren, meer niet. Klaar.
[verdachte] Dat klopt inderdaad, maar we kunnen hem niet vinden. Ik snap het ook niet, waarom hij ...
[medeverdachte 1] We horen het nog wel, ja?
[verdachte] We vinden hem wel, ja. Is goed, Cap.
12. Een tapgesprek opgenomen op 17-05-2014 te 13:27:45 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] (beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [getuige 1] (S) (gebelde), opgenomen op pagina 2357 van voornoemd dossier, inhoudend:
[verdachte] Heb je nog iets gehoord over de ruzie met [slachtoffer 3] (fon)
[getuige 1] Nee, ik ben al een paar keer langs gereden, maar alles is dicht en niemand thuis en eeehh ... Ach ... het komt wel goed. Ik vergeet hem niet.
[verdachte] Hebben we straks wel even over. Tot straks.
13. Een tapgesprek opgenomen op 07-06-2014 te 17:04:35 uur in het onderzoek 03DRN12022-AKEPA, tussen telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte](beller) en telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [getuige 1] (gebelde), opgenomen op pagina 2361 van voornoemd dossier, inhoudend:
[getuige 1] : [getuige 1] (onverstaanbaar)
[verdachte] [getuige 1] , goedenavond.
[getuige 1] : he …
[verdachte] (onverstaanbaar) die sergeant [slachtoffer 3] , die kunnen we niet vinden, ik heb nu van [medeverdachte 1] een beetje een veer in mijn reet gekregen (onverstaanbaar) jij moet die 5000 euro ophalen.
[getuige 1] : Ja.
[verdachte] (onverstaanbaar)
[getuige 1] : Maar ik eh …
Ze praten door elkaar.
[getuige 1] : Maar wat eh … ik weet ook niet waar hij is … van de week zei ik nog tegen jou ... ben ik langs zijn huis geweest … en was alles gewoon dicht … of tenminste leeg! Er stonden wel spullen in maar verder niks.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 28 november 2018, 10:20 uur, behorend bij het proces-verbaal aanvullend verhoor [verdachte] van 3 december 2018, als bijlage toegevoegd aan voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verdachte] :
In reactie op het hiervoor onder 11. weergegeven tapgesprek tussen verdachte en H. [medeverdachte 1] :
A: Duidelijker als wat daar staat kan niet omschreven worden wat er is gebeurd. Ik ben daar heen gegaan in opdracht van wie dan ook om de spullen op te halen. Dit hebben de kaderleden besloten. Dit gaat dus over de spullen. Als deze ingeleverd zouden worden was het klaar.
V: Dus jij bent in Meppel geweest bij de McDonalds en daar gaat dit gesprek over om de spullen op te halen?
A: Juist.
In reactie op het hiervoor onder 13. weergegeven tapgesprek tussen verdachte en [getuige 1] :
A: Ik kan me dit gesprek met [getuige 1] niet herinneren.
A: Ik ben de enige die op het schuiladres van [slachtoffer 3] is geweest waar hij de spullen aan mij afgegeven heeft.
V: Heb jij die spullen in opdracht opgehaald?
A: Op een gegeven moment heeft [slachtoffer 3] contact met mij opgenomen. Hij wilde er af zijn. Ik heb er geen opdracht voor gekregen toen. De opdracht lag er nog. Deze opdracht is gegeven door de kaderleden.
Ik was niet bij de bad standing, ik heb alleen de opdracht gekregen om de spullen op te halen.
V: Hoe lang is dat geleden?
A: Ik denk dat ik daar geweest ben een week na de afspraak in Meppel. Ik denk dat [getuige 1] de boete heeft opgelegd. Hij is als president verantwoordelijk voor zijn chapter. Als [medeverdachte 1] besluit dat iemand de club uit moet is de president verantwoordelijk.
A: Ik weet zeker dat [slachtoffer 3] na die tijd nooit meer is lastig gevallen.
V: Hoe weet je dat?
A: Hij had zijn spullen ingeleverd. Klaar. Dat was de afspraak met [medeverdachte 1] .
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs van het onder 3B ( [slachtoffer 3] ) ten laste gelegde
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [verdachte] het ten laste gelegde, de poging tot afpersing van [slachtoffer 3] , heeft gepleegd.
De rechtbank gaat daarbij uit van de verklaring van [slachtoffer 3] dat hij op 8 mei 2014 in de memberroom van het clubhuis van No Surrender in Emmen een ‘bad standing’ heeft gekregen, dat hij daarbij is mishandeld en bedreigd en dat hem daarbij een boete van
€ 5000,- is opgelegd. Uit voornoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte opdracht had van [medeverdachte 1] om die boete te innen op 14 mei 2014 bij de McDonalds in Meppel. [slachtoffer 3] is daar niet komen opdagen. Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat verdachte en anderen in de daaropvolgende periode een aantal keren bij de woning van [slachtoffer 3] zijn langs geweest.
De verklaring van [slachtoffer 3] wordt ondersteund door de hiervoor weergegeven tapgesprekken in het onderzoek AKEPA tussen [medeverdachte 1] en [getuige 1] , verdachte en [medeverdachte 1] , en verdachte en [getuige 1] , waaruit blijkt dat [slachtoffer 3] zijn hesje in moest leveren, dat hij € 5000,- moest betalen en dat men naar hem op zoek was. Uit de verklaring van [getuige 1] blijkt dat [slachtoffer 3] met een ‘bad standing’ uit de club is gezet, dat hij daarbij klappen heeft gehad en dat aan hem een boete was opgelegd van € 5000,-. De verklaring van [slachtoffer 3] wordt voorts ondersteund door de verklaring van verdachte dat hij op het schuiladres waar [slachtoffer 3] met zijn gezin was ondergedoken een hesje en andere clubkleding heeft opgehaald.
De verklaring ter terechtzitting van verdachte dat hij geen weet had van een ‘bad standing’ van [slachtoffer 3] op 8 mei 2014 en dat hij pas op 14 mei 2014 wist van een boete wordt weersproken door het tapgesprek van 9 mei 2014 tussen verdachte en [medeverdachte 1] en acht de rechtbank dan ook niet geloofwaardig.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen onder 3A is ten laste gelegd.
Ten aanzien van het onder 4A ten laste gelegde:
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 1 mei 2014, opgenomen op pagina 1784 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik ben 21 april 2014 met bad standing uit de motorclub No Surrender in Heerenveen
gezet. Toen ik eruit ben gezet was ik in Emmen. Ik was op dat moment in bijzijn van de vice-president en een prospect. Ik ben vervolgens door één van de jongens uit Emmen thuis afgezet in Franeker. Ze hebben toen al mijn spullen afgenomen waaronder mijn computer, telefoon, papieren van de motor, horloge, sieraden e.d. Eigenlijk alles van enige waarde is van mij afgepakt.
De sleutel van de huurauto zat in mijn hesje. In Emmen hebben ze mijn hesje afgepakt met daarin de autosleutel. Daarnaast heb ik een aantal klappen gekregen. Door deze klappen heb ik nu een aantal gekneusde ribben. Daarnaast heb ik last van mijn nier. Ik heb anderhalve nier en ik heb een goede klap gekregen aan de zijde van mijn halve nier.
Mijn hesje is afgepakt door de security van de president. Ik ben, nadat mijn hesje afgepakt was, de poort uitgegooid. Ik ben door de security thuisgebracht en die heeft toen al mijn persoonlijke eigendommen afgepakt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2014, opgenomen op pagina 1797 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
[slachtoffer 4] verklaarde ons als volgt:
Hij verklaarde geen aangifte te willen doen van hetgeen hem is overkomen omdat hij bang is voor zijn veiligheid. Hij wilde wel aanvullend verklaren over zijn bad standing omdat hij van mening is dat het een onterechte bad standing is. Men heeft hem geslagen en zijn waardevolle goederen zijn afgepakt. Tevens is hem een "boete" opgelegd door de MC No Surrender.
Op maandag 21 april 2014 werd [slachtoffer 4] gebeld door de vice president van de motorclub No Surrender in Leeuwarden. [slachtoffer 4] was lid en bekleedde de functie van security bij de No Surrender in Heerenveen. Hem werd verteld dat ze voor een borrel naar het clubhuis in Emmen moesten gaan en dat dit was in opdracht van de captain [medeverdachte 1] . Omdat hij geen rijbewijs heeft moest hij ( [slachtoffer 4] ) mee om de vice te brengen. Een derde persoon, een prospect uit Leeuwarden ging ook mee. De vice is genaamd [getuige 2] en de prospect is [naam 21] genaamd. Onderweg spraken ze over de reden van het bezoek en [slachtoffer 4] voelde nattigheid. Recent was een aantal clubleden met bad standing uit de club gezet en zowel de naam van [slachtoffer 4] als die van [getuige 2] waren genoemd in relatie tot problemen binnen de MC No Surrender.
Aangekomen in Emmen moest [slachtoffer 4] buiten het clubhuis wachten. [getuige 2] ging naar binnen, in de memberroom van het clubhuis van No Surrender chapter Emmen en sprak daar met [medeverdachte 1] en een man genaamd [verdachte] . Deze [verdachte] vervult de rol van security voor [medeverdachte 1] . Na ongeveer een half uur tot 45 minuten werd [slachtoffer 4] geroepen door [verdachte] . [slachtoffer 4] moest mee lopen naar de memberroom in het clubhuis. Hij moest zijn beide gsm toestellen op een tafel leggen voor de ingang van de memberroom. Voor binnenkomst in de memberroom werd [slachtoffer 4] gefouilleerd door [verdachte] .
Toen [slachtoffer 4] de memberroom in kwam waren daar aanwezig [medeverdachte 1] en [getuige 2] . Ook [verdachte] kwam mee naar binnen. Hierop vroeg [medeverdachte 1] hem hoe het was gegaan in Meppel.
Vervolgens werd [slachtoffer 4] vastgegrepen door [verdachte] en werd zijn No Surrender hesje van hem afgetrokken door [verdachte] . Hierop werd [slachtoffer 4] hard geslagen door [medeverdachte 1] in zijn ribben. Door deze klap ging [slachtoffer 4] onderuit. Toen hij weer opstond kreeg [slachtoffer 4] een klap op zijn lichaam van [verdachte] . Vervolgens kreeg [slachtoffer 4] nog een paar klappen van zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] . Ook is hij van achter geschopt, vermoedelijk door [medeverdachte 1] . Tijdens deze mishandeling riep [medeverdachte 1] : "Hoe kon je dat doen, met een hesje naar een politiebureau." Ook is aan [slachtoffer 4] verteld dat hij die avond 1000 euro boete moest betalen. [slachtoffer 4] heeft geantwoord dat hij dit geld niet had en vervolgens is gezegd dat hij dit deze week moest betalen. Hierop is [slachtoffer 4] meegenomen door [verdachte] en buiten het clubhuis gezet. Korte tijd later kwam [verdachte] achter hem aan. Hij vertelde dat hij [slachtoffer 4] vertrouwde en hem thuis zou brengen. [verdachte] heeft vervolgens hem naar huis gebracht in Franeker. De genoemde gehuurde Peugeot 106 bleef achter in Emmen. De autosleutels van deze Peugeot zaten in zijn afgepakte vest. Ook [getuige 2] en [naam 21] bleven achter in Emmen.
In zijn woning in Franeker werden waardevolle goederen van hem afgenomen door [verdachte] .
[slachtoffer 4] nam aan dat dit was in plaats van de genoemde boete. [verdachte] heeft zonder zijn toestemming een printer, een computer, een dvd speler, een horloge, een tweetal gsm toestellen en een motorfiets met papieren meegenomen. Sinds dit is gebeurd is [slachtoffer 4] gevlucht uit zijn woning. Hij heeft nog via facebook contact gehad met [getuige 2] en deze stelde dat [slachtoffer 4] 100 euro in de maand moet gaan betalen omdat hij bad standing
van de motorclub heeft. Er is hierbij geen termijn genoemd. Naast bovengenoemde goederen zijn de twee gsm toestellen die hij op tafel moest leggen ook achter gebleven in Emmen.
1. van de gsm toestellen is van de tafel gevallen en bleek stuk.
[slachtoffer 4] heeft door de mishandeling gekneusde ribben opgelopen maar heeft geen arts
hierover geraadpleegd.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van [getuige 2] , afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris in deze rechtbank op 18 februari 2019, inhoudend:
[verdachte] ken ik. Hij was security van Emmen toen ik bij de club zat. U vraagt mij bij wie je clubspullen moet inleveren. Die spullen lever je in bij de security of bij de sergeant. U vraagt wie bepaalt of iemand de club uit mag of moet. Dat bepalen de captains. Ik kwam wel in het clubhuis in Emmen. Het zal in 2014 zijn geweest dat ik [slachtoffer 4] voor het laatst heb gesproken. [slachtoffer 4] is op een gegeven moment uit de club gezet door [medeverdachte 1] . Ik weet dat het [medeverdachte 1] was omdat ik er die avond bij was, samen met [naam 21] . [slachtoffer 4] zijn vest is ingenomen. [slachtoffer 4] is naar huis gebracht, volgens mij door [verdachte] . Ik weet niet waarom hij thuis gebracht werd terwijl hij zelf met de auto was. U vraagt mij of ik contact heb gehad met [slachtoffer 4] over te betalen geld. Ik heb hem 1 keer via messenger bericht dat hij geld moest betalen vanwege de bad standing. Mij werd gevraagd om [slachtoffer 4] een bericht te sturen, ik weet niet meer door wie.
U vraagt mij of het meenemen van privé eigendommen onderdeel uitmaakt van een bad standing. Ik heb dit zelf nooit gezien, maar hier werd door andere clubleden wel over gesproken.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 mei 2018, behorend bij het proces-verbaal aanvullend dossier [verdachte] van 13 juni 2018, als bijlage gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend:
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij op 21 april 2014 met bad standing uit de motorclub
(MC) No Surrender is gezet. Van vorenstaande is onder zaaknummer 3.02 een dossier
opgemaakt. In aanvulling op dit dossier heb ik het navolgende onderzoek ingesteld.
Tapgesprek sessienummer 13065, d.d. 25-07-2014.
Dit betreft een telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en een man genaamd [naam 2] .
Samenvatting:
[naam 2] belt en krijgt [medeverdachte 1] aan de lijn. [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 1] , [naam 14] en [naam 2] morgen even wat kunnen afspreken om wat bij te kletsen zegt [medeverdachte 1] . Er is wat ruis op de lijn zegt [medeverdachte 1] er zijn mensen die jou uitspelen of mij uitspelen. Het is goed om te weten wie wat, aldus [medeverdachte 1] .
Vervolgens woordelijk:
[verdachte] he die [slachtoffer 4] is die er bij jullie uit
[medeverdachte 1] ja, ja, ja, ja, ja
[verdachte] ja, had ik al gehoord, zit nou ergens in Rotterdam zit ie geloof ik.
[medeverdachte 1] BS…. .ja, weg....
Onderzoek identiteit [naam 2] :
Gebleken is dat de [naam 2] met wie [medeverdachte 1] hier spreekt, [naam 2] is, lid van OMG Hells Angels Noord Nederland/Harlingen.
Onderzoek identiteit [slachtoffer 4] :
Uit het onderzoek met betrekking tot de bad standing van [slachtoffer 4] in het clubhuis van No Surrender te Emmen is gebleken dat [slachtoffer 4] zijn woning in Franeker, Friesland, heeft verlaten en dat hij is ondergedoken bij zijn moeder in Nieuwerkerk aan den IJssel, nabij Rotterdam. Daar heeft hij op 26 juni 2014 een verklaring afgelegd bij de politie.
In het onderzoek Akepa is vastgesteld dat diverse mensen slachtoffer zijn geworden van een bad standing, uitgevoerd door leden van No Surrender Noord Nederland. Geen ander slachtoffer had de voor- of roepnaam [slachtoffer 4] gedurende de onderzoeksperiode in 2014.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 16 mei 2018 (proces-verbaalnummer 917), behorend bij het aanvullend proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot zaak 3.2 [slachtoffer 4] van 22 mei 2018, inhoudend als verklaring van verbalisanten:
Op 16 mei 2018 omstreeks 11:40 uur spraken wij met [getuige 3] , wonende [straatnaam] te Franeker. Op 9 mei 2014 heeft hij een melding gedaan bij de politie betreffende zijn buurman [slachtoffer 4] .
Op de vraag of [getuige 3] ons nog meer kon vertellen over de melding die hij destijds had gedaan zei hij dat hij [slachtoffer 4] kende als buurman en hem af en toe wel eens sprak.
De laatste keer dat hij [slachtoffer 4] sprak was ongeveer 3 weken voordat hij de melding bij de politie deed. Hij sprak [slachtoffer 4] toen bij het Leeuwarderend en [slachtoffer 4] vertelde hem dat hij ruzie had gehad. Het zou een ruzie zijn geweest tussen of met motorploegen.
[getuige 3] vertelde ons dat [slachtoffer 4] er triest uit zag en [slachtoffer 4] had [getuige 3] verteld dat hij dacht aan zelfmoord. [getuige 3] vertelde dat hij kon zien dat [slachtoffer 4] verwondingen had. Nadat wij verbalisanten vroegen hoe hij kon zien dat [slachtoffer 4] verwondingen had zei [getuige 3] dat [slachtoffer 4] in de periode voor het laatste gesprek blauwe ogen had.
Nadat [getuige 3] [slachtoffer 4] gesproken had zag [getuige 3] dat de gordijnen van de woning van [slachtoffer 4] 3 weken dicht zaten. Hierop heeft hij de politie gebeld.
6. De door verdachte ter zitting van 20 augustus 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
U houdt mij de verklaring voor die [slachtoffer 4] bij de politie heeft afgelegd over wat er is gebeurd op het clubhuis in Emmen op 21 april 2014.
Het klopt dat er een gesprek heeft plaatsgehad in de memberroom van het clubhuis. De aanleiding van het gesprek was dat [getuige 2] zou worden aangesproken over het feit dat hij misbruik maakte van [slachtoffer 4] door hem steeds als chauffeur te gebruiken. Dit gesprek heeft plaatsgevonden, eerst met [getuige 2] en daarna met [slachtoffer 4] .
[slachtoffer 4] is vervolgens om een andere reden uit de club gezet. Hij was kennelijk op een politiebureau was geweest met zijn No Surrender hesje aan.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs van het onder 4A ( [slachtoffer 4] ) ten laste gelegde
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [verdachte] het ten laste gelegde, diefstal met geweld en bedreiging met geweld gepleegd tegen [slachtoffer 4] , heeft gepleegd.
De rechtbank gaat daarbij uit van de verklaring van [slachtoffer 4] dat hij op 21 april 2014 in het clubhuis van No Surrender te Emmen van [medeverdachte 1] en verdachte, en in aanwezigheid van [getuige 2] , een ‘bad standing’ heeft gehad, dat hij daarbij is mishandeld door [medeverdachte 1] en verdachte, dat verdachte zijn No Surrender hesje van hem heeft afgetrokken, dat hem werd medegedeeld dat hij die avond € 1000,- boete moest betalen, en dat hij vervolgens door verdachte naar huis (in Franeker) is gebracht. In de woning in Franeker heeft verdachte waardevolle goederen van hem afgenomen. De rechtbank acht deze verklaring geloofwaardig nu deze wordt ondersteund door de verklaring van [getuige 2] dat hij aanwezig was bij de ‘bad standing’ van [slachtoffer 4] , dat hij heeft gezien dat het vest van [slachtoffer 4] die avond is ingenomen, dat [slachtoffer 4] vervolgens naar huis is gebracht, volgens hem door verdachte, en dat hij [slachtoffer 4] via Messenger een bericht heeft gestuurd dat hij geld moest betalen vanwege de ‘bad standing’. De verklaring van [slachtoffer 4] wordt verder ondersteund door het tapgesprek dat plaatsvond op 25 juli 2014 tussen [medeverdachte 1] en [naam 2] over de ‘BS’ van een [slachtoffer 4] die ‘ergens in Rotterdam zit’, en het proces-verbaal van bevindingen waarin gerelateerd wordt dat [slachtoffer 4] na de ‘bad standing’ zijn woning heeft verlaten en is ondergedoken in Nieuwerkerk aan den IJssel, nabij Rotterdam.
Hoewel voornoemde bewijsmiddelen niet specifiek zien op het door verdachte wegnemen van de goederen van [slachtoffer 4] kunnen zij wel dienen tot bewijs van het overige en weerspreken zij de verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer 4] niet naar huis heeft gebracht.
Door het overlijden van [slachtoffer 4] heeft de verdediging het ondervragingsrecht niet ten volle kunnen effectueren: zij heeft [slachtoffer 4] niet kunnen horen als getuige. Naar het oordeel van de rechtbank is het hiervoor opgenomen steunbewijs evenwel voldoende om de elementen van de bewezenverklaring die door verdachte worden betwist (dat hij [slachtoffer 4] niet naar huis heeft gebracht) te weerleggen, en die de door [slachtoffer 4] gegeven verklaring in voldoende mate ondersteunen.
Gelet op al het voorgaande falen de verweren van de verdediging.