ECLI:NL:RBNNE:2019:3826
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Uitspraak over de toekenning van een persoonsgebonden budget voor beschermd wonen en de motivering door de gemeente
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 3 september 2019, staat de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) voor beschermd wonen centraal. Eiseres, die in een kantelwoning verblijft, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeente Emmen, waarin haar een pgb werd toegekend dat onvoldoende was om de benodigde zorg te bekostigen. De gemeente had een tarief van 75% gehanteerd, terwijl eiseres stelde dat zij een pgb van 100% nodig had om de zorg van de door haar gekozen zorgaanbieder, [zorgonderneming], te kunnen betalen.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende had gemotiveerd dat eiseres met het toegekende pgb de benodigde zorg daadwerkelijk kon inkopen. De rechtbank benadrukte dat de gemeente verplicht is om maatwerk te leveren en dat het pgb toereikend moet zijn om de zorg te kunnen bekostigen. De rechtbank stelde vast dat eiseres met het aan haar toegekende pgb niet de zorg kon inkopen die zij nodig had, en dat de gemeente niet had aangetoond dat er alternatieve zorgaanbieders waren die aan haar zorgbehoeften konden voldoen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit van de gemeente en herstelde het primaire besluit door het pgb vast te stellen op € 150,-- per etmaal voor de periode van 15 december 2017 tot en met 27 juni 2018. De gemeente werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 2.560,-- werden vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door gemeenten bij de toekenning van pgb's en de noodzaak om maatwerk te leveren aan cliënten.