ECLI:NL:RBNNE:2019:3615
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak poging zware mishandeling; veroordeling voor mishandeling echtgenoot en zus
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 augustus 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling van zijn echtgenote en mishandeling van zijn zus. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot zware mishandeling, omdat niet kon worden vastgesteld dat er sprake was van een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank oordeelde dat de beschikbare informatie over de omstandigheden van de handelingen van de verdachte onvoldoende was om deze kans te onderbouwen. De verklaringen van de slachtoffers, die elkaar ondersteunden, waren niet voldoende om de poging tot zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de mishandeling van zijn echtgenote en zus. De rechtbank baseerde deze beslissing op de verklaringen van de slachtoffers en de medische rapporten die de letsels bevestigden. De verdachte had zijn echtgenote met beide handen bij haar keel vastgepakt en haar gezicht in het bed geduwd, en had zijn zus meerdere malen geslagen en geduwd. De rechtbank heeft de ernst van de mishandelingen benadrukt, vooral gezien het feit dat deze plaatsvonden in de veilige omgeving van hun woning en in het bijzijn van de minderjarige dochter van de verdachte.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met bijzondere voorwaarden, waaronder behandeling voor zijn alcoholverslaving. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, de impact op de slachtoffers en de noodzaak van behandeling om herhaling te voorkomen. De verdachte heeft geen eerdere justitiële documentatie en heeft aangegeven gemotiveerd te zijn voor behandeling.