Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 maart 2017,
- het proces-verbaal van comparitie van 5 juli 2017,
- de akte van NAM van 11 april 2018,
- de akte van [eiser] van 26 april 2018,
- het proces-verbaal van voortzetting van comparitie van 26 april 2018,
- de akte uitlating van [eiser] , tevens wijziging van eis, van 25 juli 2018 met 12 producties,
- de antwoordakte van NAM van 17 oktober 2018,
- de akte uitlating producties tevens antwoordakte van [eiser] van 2 april 2019 met zeven producties,
- het pleidooi van 17 april 2019,
- de overige in het geding gebrachte bescheiden.
2.De feiten
9 Aardbevingen / trillingen
3.Het geschil
4.De beoordeling
voor het deel van Groningenveld waar regelmatig aardbevingen worden gevoeld en schade wordt geleden, gesproken kan worden van een situatie waarin door NAM een ernstige inbreuk wordt gemaakt op een fundamenteel persoonlijkheidsrecht, welke inbreuk ook zonder dat sprake is van geestelijk letsel, bij degenen die daardoor persoonlijk gevoelens van angst, zorg en psychisch onbehagen ervaren, leidt tot aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 b BW."
In hoeverre dit in individuele gevallen een vergoeding voor immateriële schade rechtvaardigt, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, zoals de frequentie en zwaarte van de aardbevingen waarmee een eiser wordt geconfronteerd, de periode waarin dat het geval is (geweest), de ernst van de schade aan zijn of haar woning en de afhandeling daarvan en de (gezondheids)klachten waartoe de aardbevingen concreet leiden.".
Vraag 9(a). Kan schade door aardbevingen als gevolg van gaswinning leiden tot aantasting in de persoon van de bewoners en dus aanspraak geven op immateriële schadevergoeding? Zo ja: (b) welke eisen gelden dan voor het bewijs van die aantasting?".
Vraag 9a(andere aantasting in de persoon ex art. 6:106(1)(b) BW?)