ECLI:NL:RBNNE:2019:2445

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 juni 2019
Publicatiedatum
5 juni 2019
Zaaknummer
C/19/124145 / HA RK 18-45
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod en ontbinding van de informele vereniging No Surrender Motorcycle Club wegens strijd met de openbare orde

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 juni 2019 uitspraak gedaan over het verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) om de informele vereniging No Surrender Motorcycle Club, ook wel bekend als No Surrender, te verbieden en te ontbinden. De rechtbank oordeelt dat No Surrender in strijd handelt met de openbare orde. De vereniging wordt gekarakteriseerd als een informele vereniging met een strikte hiërarchie en een cultuur die het plegen van strafbare feiten stimuleert. De rechtbank stelt vast dat een groot aantal leden van No Surrender betrokken is bij ernstige strafbare feiten, waaronder intimidatie, geweld, afpersing en drugshandel. De rechtbank concludeert dat de gedragingen van de leden van No Surrender niet alleen maatschappelijk ongewenst zijn, maar ook een directe bedreiging vormen voor de openbare orde en de rechten en vrijheden van anderen. De rechtbank verbiedt en ontbindt de vereniging met onmiddellijke ingang, en benoemt een vereffenaar voor de liquidatie van het vermogen van de vereniging. De beschikking wordt niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, in lijn met de wetsgeschiedenis van artikel 2:20 BW, dat terughoudendheid voorschrijft bij het verbieden en ontbinden van een vereniging.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rekestnummer: C/19/124145 / HA RK 18-45
Beschikking van 7 juni 2019
op het verzoek van
het
OPENBAAR MINISTERIE,
domicilie kiezend bij het Landelijk Parket te Rotterdam,
verzoeker,
hierna te noemen: het OM,
gemachtigden: mr. M. Tiebosch, mr. A. Reah, mr. T.A.M. van de Ven, officieren van justitie,
tegen

1.de informele vereniging NO SURRENDER (MOTORCYCLE CLUB),

(ook wel naar buiten tredend als
'No Surrender', 'No Surrender MC', 'Black and White Nation' en 'Black and Silver Nation')
zonder bekende vestigingsplaats,
verweerster,
hierna te noemen: No Surrender,
advocaat mr. M.A.W. Nillesen te 's-Hertogenbosch,
2. de vereniging
NS MC,
statutair gevestigd te Emmen,
verweerster,
hierna te noemen: NS MC,
niet verschenen,
3. de brotherhoods
Sempre Omerta, Silent Death, Jokers, Los Soldados, Wolverinnes, Guerreros, Frisian Guardians, Tres Craneos, Dominators, Garoede, KHK,
verweerders,
hierna te noemen: de brotherhoods,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 4 september 2018 met bijlagen 1 en 2, ingekomen ter griffie op
  • het e-mailbericht van 19 oktober 2018 van No Surrender waarin zij de rechtbank onder meer meedeelt dat het verweerschrift niet eerder dan vijf dagen voor de nog te plannen zitting zal worden ingediend;
  • de brief van de rechtbank van 9 november 2018 waarin de rechtbank No Surrender uitstel heeft verleend voor het indienen van het verweerschrift;
  • het verweerschrift van 21 februari 2019, ingekomen ter griffie op 22 februari 2019;
No Surrender;
- de brief van de rechtbank van 6 maart 2019 waarin het verzoek om aanhouding is afgewezen en de beslissing op het verzoek om getuigen te horen is aangehouden;
- de aanvullende producties van het OM, ingediend 15 maart 2019, bestaande uit bijlage 3, audiovisueel materiaal en een aanvulling op bijlage 3;
- de brief van de rechtbank van 19 maart 2019 met daarin een zittingsagenda;
het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 22 maart 2019;
- de e-mail van 26 maart 2019 van No Surrender met daarin de verklaring die [naam 1] op 19 maart 2019 heeft afgelegd op het kabinet van de rechter-commissaris in strafzaken;
- de reactie van 1 april 2019 van het OM op de verklaring van [naam 1] .
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op vandaag.

2.Het verzoek en het verweer

2.1.
Het OM verzoekt de rechtbank (verkort weergegeven) om No Surrender, waarvan volgens het OM onderdeel uitmaken NS MC, en de hiervoor genoemde brotherhoods, verboden te verklaren en te ontbinden met benoeming van een vereffenaar, en te bepalen dat een eventueel batig saldo na vereffening zal worden uitgekeerd aan de Staat, althans - subsidiair - voor zover de rechtbank oordeelt dat NS MC geen onderdeel uitmaakt van No Surrender, NS MC ook (zelfstandig) verboden te verklaren en te ontbinden, met benoeming van een vereffenaar, en te bepalen dat een eventueel batig saldo na vereffening zal worden uitgekeerd aan de Staat.
2.2.
Ter onderbouwing van zijn verzoek stelt het OM zich - samengevat - op het standpunt dat het beleid en de cultuur van No Surrender erop gericht zijn om zich te distantiëren van de (Nederlandse) democratische rechtsorde wat leidt tot structureel gewelddadig en maatschappelijk ontwrichtend handelen. (Bestuurs-)leden van de club maken zich volgens het OM niet alleen structureel schuldig aan drugshandel, wapenbezit, afpersing en intimidatie, maar binnen de club wordt een subcultuur onderhouden die het plegen van geweld en strafbare feiten door leden uitdrukkelijk stimuleert en faciliteert. Het plegen van strafbare feiten wordt bij No Surrender door middel van de clubstructuur en cultuur afgeschermd van politie en justitie. De werkzaamheid van No Surrender is om die reden in strijd met de openbare orde. Het OM is van mening dat de informele vereniging
No Surrender één geheel vormt met de eronder vallende chapters, brotherhoods, leden en de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid NS MC. Een verbodenverklaring en ontbinding van de informele vereniging raakt daarom - volgens het OM - al haar onderdelen zoals hiervoor genoemd.
2.3.
No Surrender heeft verweer gevoerd en concludeert tot afwijzing van het verzoek en subsidiair tot het niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de beslissing, met veroordeling van het OM in de proceskosten. Zij refereert zich aan het oordeel van de rechtbank wat het verzoek ten aanzien van NS MC betreft.
2.4.
No Surrender stelt zich - samengevat - op het standpunt dat het OM niet heeft aangetoond dat No Surrender een werkzaamheid heeft in strijd met de openbare orde. Volgens No Surrender functioneren de chapters zelfstandig en bepalen zij samen het overkoepelende geheel. De buitensporigheden die door de losse chapters zouden zijn begaan, werken niet door in de waardering van de werkzaamheid van de informele vereniging No Surrender. Individueel gedrag van leden of gedrag van bepaalde chapters en brotherhoods straalt niet af op de overkoepelende organisatie. Het aantal 'foute' chapters bepaalt of uiteindelijk ook de hoofdstructuur een werkzaamheid heeft in strijd met de openbare orde. Nu het OM niet in kaart heeft gebracht uit welke chapters No Surrender bestaat en welke handelingen van die specifieke chapters in strijd zijn met de openbare orde, kan niet gezegd worden dat de in het verzoekschrift gebundelde incidenten exemplarisch zijn voor de hoofdstructuur. Om aan te tonen dat de door het OM aangedragen voorbeelden geen betrekking hebben op alle chapters, wil No Surrender enkele prominente leden van losse chapters en brotherhoods horen. No Surrender maakt geen bezwaar tegen het verbieden van de formele vereniging NS MC.
2.5.
Namens NS MC, de chapters en de brotherhoods heeft zich niemand gesteld en is (dus) geen (zelfstandig) verweer gevoerd.
2.6.
Op de stellingen van partijen wordt - voor zover van belang - onder de beoordeling nader ingegaan.
3. De beoordeling
Inleidende overwegingen
3.1.
No Surrender is een internationale motorclub, opgericht in 2013 door [naam 1] (hierna ook: [naam 1] ). In de eerste jaren na oprichting bekleedde [naam 1] binnen No Surrender de functie van 'generaal' en stond hij aan het hoofd van No Surrender. In april 2015 heeft hij de club verlaten om vervolgens in juni 2015 weer toe te treden tot de club. Medio februari 2016 heeft [naam 1] zijn functie als generaal binnen No Surrender definitief neergelegd. Op
7 september 2016 heeft [naam 2] (hierna ook: [naam 2] ) via zijn [facebookpagina] bekend gemaakt dat hij, [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] als 'captains world' de koers zullen bepalen voor No Surrender. Op 26 september 2016 hebben zij, met uitzondering van [naam 5] , de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid NS MC opgericht. NS MC heeft als statutaire vestiging het adres van het No Surrender chapter Emmen.
No Surrender wordt tevens ondersteund door een aantal brotherhoods. Op de onderlinge verhoudingen zal hierna worden ingegaan. In juli 2018 heeft [naam 2] No Surrender verlaten, vanwege het feit dat hij in voorarrest zat.
3.2.
No Surrender telt op dit moment meer dan 900 leden. In Nederland heeft
No Surrender ongeveer 30 chapters. Daarnaast zijn er nog chapters zowel binnen als buiten Europa. Een chapter bestaat uit kaderleden (het chapterbestuur) en leden. Binnen een chapter vormen de kaderleden met de rang of functie van 'president', 'vice-president', 'consigliere', 'secretary', 'treasurer', 'sergeant-at-arms' en 'road captain' het (dagelijks) bestuur. De leden bestaan uit full-members, daarnaast zijn er prospects en hangarounds.
Het juridisch kader
3.3.
De rechtbank stelt bij haar beoordeling het volgende voorop. De vrijheid van vereniging is een grondrecht dat gewaarborgd is in artikel 8 van de Grondwet en in artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM); het is een fundamenteel recht in een democratische rechtstaat. Artikel 11 EVRM laat in lid 2 toe dat de (nationale) wet van een verdragsluitende staat de vrijheid van vereniging beperkt, maar binnen zekere, strikte grenzen. Zo’n beperking moet in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, voor de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Het grondrecht van vereniging is dus niet absoluut: het kan bij wet worden beperkt, indien dit noodzakelijk is om in een democratische samenleving onder meer de openbare orde te beschermen. De bevoegdheid het grondrecht van vrijheid van vereniging en vergadering te beperken ligt daardoor bij de wetgever. Deze kan bepalen of en in welke gevallen en omstandigheden dit grondrecht wordt begrensd. Een dergelijke wettelijke beperking betreft artikel 2:20 BW.
3.4.
Artikel 2:20 BW draagt de rechter op een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, op verzoek van het OM verboden te verklaren en te ontbinden. Het begrip ‘openbare orde’ is daarbij niet scherp omlijnd, maar de wetgever heeft in het kader van de parlementaire behandeling van het huidige artikel 2:20 BW duidelijk gemaakt dat van werkzaamheid in strijd met de openbare orde niet snel sprake zal zijn: verbodenverklaring (en een daarop volgende ontbinding) dient met grote terughoudendheid plaats te vinden. Het is niet zo dat de vrijheid van vereniging beknot kan worden als louter sprake is van uit maatschappelijk oogpunt ongewenst gedrag. De toenmalige Minister van Justitie overwoog: “Slechts handelingen die inbreuk maken op de algemeen aanvaarde grondvesten van ons rechtsstelsel, kunnen het verbod van een vereniging (…) rechtvaardigen” (zie TK17 476, 1984-1985, nrs 5-7, MvA, paragraaf 8). In diezelfde Memorie van Antwoord heeft de minister voorbeelden genoemd die gemeen hebben dat sprake is van een aantasting van de als wezenlijk ervaren beginselen van ons rechtsstelsel die, indien op grote schaal toegepast, ontwrichtend zou kunnen zijn voor de samenleving. In zijn beschikking van 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:948 ( Martijn ), heeft de Hoge Raad die terughoudendheid onderstreept. Bij de beoordeling van het verzoek van het OM in deze zaak is dat dus het referentiekader van de rechtbank.
3.5.
De rechtbank zal tegen deze achtergrond achtereenvolgens de volgende aspecten bespreken:
1. de informele vereniging;
2. de bewijslast;
3. strijd met de openbare orde;
4. de werkzaamheid.
ad 1. De informele vereniging3.6. Een informele vereniging in de zin van artikel 2:26 j° 2:30 BW kan ontstaan als een organisatorisch verband van personen (leden) als eenheid naar buiten optreedt. Aanknopingspunten voor de beoordeling of hiervan sprake is, zijn de aanwezigheid van een ledenbestand, regelmatige bijeenkomsten van leden gericht op enige continuïteit, en deelname als eenheid aan het rechtsverkeer. Daarnaast zijn aanwijzingen te vinden in de aanwezigheid van een bestuur en andere organen, het voeren van een eigen administratie, het betalen van contributie door de leden en het gelden van interne regels voor de leden.
Een deelorganisatie kan tot een hoofdorganisatie worden gerekend wanneer de deelorganisatie gezien moet worden als een entiteit die binnen de hoofdorganisatie functioneert, in plaats van onafhankelijk daarvan.
3.7.
Vast staat dat No Surrender geen vereniging in formele zin is. De rechtbank stelt ook vast dat No Surrender niet betwist dat zij (als overkoepelende vereniging) als een informele vereniging moet worden aangemerkt. Uit wat volgt uit de overwegingen hierna over de organisatiestructuur (r.o. 3.29 e.v.), blijkt dat inderdaad sprake is van een informele vereniging.
ad 2. De bewijslast
3.8.
Het OM is in dit verzoek de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door hem gestelde feiten. Voor zover het OM zich beroept op onherroepelijke strafrechtelijke veroordelingen (op tegenspraak) leveren deze dwingend bewijs op van de daarin vastgestelde strafrechtelijke gedragingen, ook tegenover derden, behoudens tegenbewijs (artikel 161 Rv j° artikel 284 Rv). Op andere strafrechtelijke veroordelingen of feiten waarop het OM zich beroept, is het 'gewone' bewijsrecht van artikel 284 in samenhang met de artikelen 149 e.v. Rv van toepassing. Dit houdt in dat gestelde feiten die niet (voldoende) gemotiveerd zijn weersproken, in beginsel als vaststaand moeten worden beschouwd en dat de bewijslast van de wel betwiste feiten op het OM rust.
3.9.
Het OM stelt dat (bestuurs-)leden van No Surrender betrokken zijn bij het plegen van strafbare feiten. Het OM heeft zijn verzoek met een groot aantal documenten van onder meer strafrechtelijke onderzoeken, getuigenverklaringen en getapte (telefoon-)gesprekken over (gestelde) gedragingen van (oud-)leden van No Surrender onderbouwd. Deze informatie is in het verzoekschrift voor een deel (met verwijzingen in de voetnoten naar de bijlagen) voren gebracht. Het feitenoverzicht in bijlage 1 bevat zo'n 700 pagina's met honderden mutaties c.q. incidenten die zijn verwerkt door de politie. Bijlage 2 bevat 114 pagina's en bijlage 3 bevat 90 pagina's. De rechtbank realiseert zich dat gelet op de omvang van het aantal (strafrechtelijke) onderzoeken dat het OM noemt, van No Surrender in redelijkheid niet verlangd kan worden dat zij alle genoemde gedragingen van een gemotiveerde betwisting voorziet. Wel mag van No Surrender worden verwacht dat zij bij haar verweer de in het verzoekschrift besproken voorbeelden en de stelling van het OM dat de aangehaalde voorbeelden exemplarisch zijn voor de hele vereniging en haar onderdelen, voldoende gemotiveerd betwist.
3.10.
De rechtbank stelt allereerst vast dat niemand is verschenen namens de chapters. Weliswaar is het verzoekschrift niet gericht tegen de afzonderlijke chapters, echter zij zijn aan te merken als belanghebbende in de zin van artikel 271 Rv en hadden als zodanig in de procedure kunnen verschijnen. Dat is niet gebeurd, zodat hetgeen het OM heeft gesteld omtrent de werking van de chapters, niet weersproken is door één of meer afzonderlijke chapters. De rechtbank stelt voorts vast dat No Surrender de in het verzoek besproken feiten niet of nauwelijks (gemotiveerd) heeft weersproken. No Surrender erkent dat een aantal in het verzoekschrift opgesomde punten wel in strijd zijn geweest met de wet, maar voert aan dat die punten niet de werkzaamheid van het overkoepelende No Surrender bepalen. Of dergelijke feiten aan No Surrender zijn toe te rekenen, zal de rechtbank hierna onder het kopje 'werkzaamheid' beoordelen. Nu No Surrender zich niet concreet heeft verweerd tegen de aangevoerde feiten, zal de rechtbank die gedragingen als vaststaand beschouwen.
3.11.
No Surrender heeft ervoor gekozen in algemene zin op te komen tegen de waardering van het bewijs. Zij voert aan, dat aan het feitenmateriaal niet de waarde kan worden gehecht die het OM eraan toegekend wil zien en dat de rechtbank niet zonder meer kan varen op het door het OM geproduceerde feitenmateriaal. In dat verband voert zij aan dat sommige incidenten niet als feit kunnen worden gepresenteerd omdat deze zich nog in het stadium van dagvaarding bevinden of omdat de zaken geëindigd zijn in een vrijspraak of sepot. Ook wijst zij erop dat de ene keer een incident wel aan No Surrender wordt gelieerd maar een andere keer niet en dat soms niet eens een locatie wordt vermeld en ook geen koppeling aan een chapter of brotherhood heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn sommige van de aannames van verbalisanten gebaseerd op vermoedens en gaat een aantal mutaties over incidenten waarbij leden van No Surrender zelf slachtoffer zijn geworden. Verder kiest het OM volgens No Surrender soms passages uit het feitenmateriaal die in zijn straatje passen ("cherry picking"). No Surrender concludeert dat dit iets doet met de waardering van het bewijs.
3.12.
De rechtbank is van oordeel dat dit verweer No Surrender niet kan baten. Het feit dat een deel van de in de informatie genoemde incidenten in sepot of vrijspraak is geëindigd of nog voor de strafrechter moet komen, betekent niet dat deze informatie in deze civiele procedure geen rol kan spelen (zie ECLI:NL:GHLEE:2007:BB9782, r.o 23). Deze feiten kunnen wel meewegen wanneer met voldoende mate van zekerheid kan worden aangenomen dat de gestelde feiten zich inderdaad hebben voorgedaan. De rechtbank heeft daarvan in het feitenmateriaal een substantieel aantal voorbeelden gevonden. Zo is het meermaals voorgekomen dat een zaak met sepot of vrijspraak is geëindigd omdat de getuigen uit angst voor represailles geen aangifte wilden doen of geen verdere verklaringen wilden afleggen. In een aantal mutaties zijn gedeeltes van getuigenverklaringen of processen-verbaal opgenomen of zijn feiten die zich hebben voorgedaan, beschreven.
No Surrender heeft de zakelijke inhoud van de desbetreffende processen-verbaal als zodanig niet betwist. Dat verbalisanten de ene keer wel en de andere keer niet een verband met
No Surrender melden, maakt het feitenmateriaal op zichzelf niet onbetrouwbaar en laat onverlet dat leden van No Surrender betrokken zijn bij een groot aantal verboden en grotendeels ook ernstig verwijtbare, strafbare gedragingen (waarvan een selectie hierna wordt aangehaald). No Surrender stelt ook dat het OM in een door No Surrender aangehaalde situatie (over het zijn van 1%-MC) aan 'cherry picking' zou doen. Wat daarvan ook zij, het verweer van No Surrender weegt niet op tegen de zeer grote hoeveelheid materiaal die is overgelegd en waarin voldoende duidelijke en concrete aanwijzingen zijn te vinden voor strafbare gedragingen gepleegd door leden van No Surrender.
3.13.
De conclusie is dan ook dat, omdat No Surrender tegen een aantal evident zwaarwegende gedragingen geen concreet verweer naar voren heeft gebracht, maar heeft volstaan met een algemene, niet inhoudelijk gemotiveerde betwisting, de rechtbank die gedragingen als vaststaand zal beschouwen. Hieronder volgt een thematische weergave van (een selectie van) de gestelde en niet, althans onvoldoende weersproken feiten en omstandigheden, zoals weergegeven in de bijlagen 1, 2 en 3 bij het verzoekschrift, die de rechtbank bij haar beoordeling zal betrekken.
ad 3. Strijd met de openbare orde
3.14.
Met verwijzing naar r.o. 3.13 noemt de rechtbank de navolgende voorbeelden van ernstige strafbare feiten.
Handel in verdovende middelen
- Op 16 september 2013 worden in de woning van president [naam 7] van chapter South-side naast een vuurwapen hennep, amfetamine, cocaïne en versnijdingsmiddelen aangetroffen. In een caravan die zich tevens op het terrein bevindt, worden twee zakken met verdovende middelen aangetroffen (20130916_BVH_467);
- In de nacht van 14 op 15 januari 2016 komt op de Noordzee een vissersboot in de problemen. Opvarenden worden door de kustwacht van boord gehaald. Eén van de opvarenden is president [naam 8] van het chapter Ciganos. De volgende ochtend spoelt de vissersboot aan op het strand in Cadzand. Aan boord wordt meer dan 1200 kilo cocaïne aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat de vissersboot die nacht de pakketten cocaïne van een sleepboot heeft gehaald afkomstig uit Suriname. [naam 8] wordt daarop aangehouden. Tijdens een doorzoeking later bij [naam 8] wordt nog eens bijna een kilo cocaïne aangetroffen, alsmede een doorgeladen vuurwapen. Bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 20 april 2017 wordt [naam 8] veroordeeld tot zeseneenhalf jaar gevangenisstraf
(20150214 _PON_499);
- Op 28 maart 2015 is er een gesprek in het clubhuis in Emmen afgeluisterd waarin captain [naam 9] met een niet nader genoemde president van een chapter afspraken maakt over de cocaïneverkoop binnen het chapter van die president. Besproken is dat per zakje € 12,50 naar het chapter gaat en dat alles via [naam 9] moet lopen (20150328_AKE_501);
- In de periode van 31 maart 2015 tot en met 22 december 2016 zijn diverse gesprekken van een elftal leden van No Surrender afgeluisterd en zijn leden geobserveerd en aangehouden in verband met handel in cocaïne met Duitsland. Het gaat om captains, nomads, kaderleden en leden van verschillende chapters, waaronder chapters in Duitsland. [naam 10] wordt aangehouden. [naam 2] organiseert een geldinzamelactie om [naam 10] vrij te kopen (20150331_SAR_498);
- Op 17 oktober 2015 is er een gesprek tussen captain world secretary ( [naam 9] ) en de president van chapter Emmen ( [naam 11] ) opgenomen over grote aantallen pillen en de prijzen hiervan. Later wordt gesproken over het verdelen van de winst door drieën, een deel voor [naam 11] , een deel voor [naam 9] en een deel voor [naam 2] (20150716A-AKE_505);
- Op 27 juli 2015 is de president van chapter Emmen, [naam 11] , veroordeeld voor het handelen in harddrugs, te weten speed en cocaïne. De verkoop werd gedaan in clubhuizen van No Surrender. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [naam 11] het alleenrecht heeft op de verkoop van drugs binnen het clubhuis in Emmen (20160706_GAL_513);
- Op 2 juni 2015 zijn er bij [naam 12] , president van chapter Tilburg, meerdere goederen en instrumenten aangetroffen die zijn gebruikt bij het vervaardigen van synthetische drugs (20150602_BVH_463);
- Uit het onderzoek Explorer, gestart in 2013, komt naar voren dat [naam 13] , lid chapter Tilburg, en [naam 14] , president chapter Tilburg, zich bezig houden met de productie van synthetische drugs. Er worden eind 2015/begin 2016 doorzoekingen gedaan op 11 locaties waarbij meerdere druglaboratoria zijn aangetroffen, twee hennepkwekerijen, twee vuurwapens en € 247.720,00 aan contant geld. Op 1 april 2016 is [naam 13] aangehouden, op
13 juni 2016 is [naam 14] aangehouden (20151103_LAG_586);
- Bij vonnis van 4 januari 2018 van de rechtbank Oost-Brabant zijn [naam 14] en [naam 13] veroordeeld tot respectievelijk 3 en 6 jaar gevangenisstraf voor hun rol rond de productie van synthetische drugs (20151201_TCI_487);
- Op 6 april 2018 is er een doorzoeking verricht in een tuinhuis op een tuinhuiscomplex in Haarlem. In het tuinhuis waren meerdere goederen aanwezig waarop het logo van
No Surrender afgebeeld of geschreven was. In het tuinhuis is een kleine hoeveelheid wiet gevonden. In de volkstuin werd een zak met hennep aangetroffen. Naar aanleiding van de gevonden verdovende middelen zijn tien leden van No Surrender aangehouden en heeft de burgemeester wegens de aanwezigheid van verdovende middelen het pand gesloten (20180406_BVH_589);
- Op 21 juni 2018 is [naam 15] , sergeant at arms van chapter Geldrop, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden na zijn arrestatie op 6 maart 2017 vanwege betrokkenheid bij een amfetaminelaboratorium (20170306_SUK_ 428) en op 11 december 2017 is in Roermond ook een XTC-laboratorium opgerold, daarbij was een full color lid van chapter Eindhoven ( [naam 16] ) betrokken en daarbij zijn meerdere aan No Surrender te relateren goederen aangetroffen (20171211_BVH_555).
Afpersing
- In de periode van 1 juli 2014 tot 26 februari 2015 heeft [naam 17] , nomad bij
No Surrender, van de toenmalige eigenaren van een motorzaak enkele motoren en geldbedragen bemachtigd door middel van intimidatie. [naam 17] maakt daarbij gebruik van zijn hoedanigheid als lid van No Surrender. Ook een sergeant at arms en een vice president chapter Rotterdam van No Surrender, beiden in full colors, worden daarbij ingezet. Op
9 maart 2017 is [naam 17] door de rechtbank Midden-Nederland voor dit feitencomplex schuldig bevonden aan medeplegen van dwang (20140701_SAR_521);
- Naar aanleiding van een schietincident op 20 maart 2015 in Poppel, waarbij [naam 1] in zijn nek werd geschoten, verklaart de schutter dat hij al enige tijd door [naam 1] werd afgeperst om maandelijks een bedrag van € 3.000,- aan hem te voldoen vanwege een mislukte deal bij de import van een auto. Als de schutter niet zou betalen, zouden er volgens [naam 1] sancties volgen. De schutter verklaart hierover het volgende:
"Mij is door [naam 1] diverse malen gezegd dat indien ik niet zou betalen hij mijn vrouw door de knieën zou schieten, hij haar kaal zou scheren en als ik niet snel zou betalen zou hij een man of vier, vijf van de club binnenzetten en mijn vrouw zolang misbruiken tot er niet meer van over was.".De schutter verklaarde geen aangifte te willen doen van afpersing (20150320_ZAL_500);
- Op 30 september 2015 is aangifte gedaan van afpersing. De melder geeft te kennen dat na gebonk op voordeur er opeens drie mannen staan waarvan één in No Surrender kleding. Zij komen € 9.000,00 "incasseren" terwijl volgens de melder de schuld € 3.500,00 is. Uiteindelijk betaalt de melder € 6.000,00 om van de kwestie af te zijn. De melder herkent van een foto [naam 18] , security chapter Eastside. Hij wil niet dat er verder werk van wordt gemaakt omdat hij vreest dat dan de rust weg is (20150930_BHV_140);
- Op 15 september 2016 is aangifte gedaan tegen generaal [naam 1] en captain [naam 19] van afpersing, diefstal, zware mishandeling en bedreiging. De generaal en de captain houden de aangever verantwoordelijk voor hulp aan een wederzijdse bekende bij het ontvluchten van Nederland en het uitlenen van een som geld. Op bij de aangever in beslaggenomen USB-sticks zijn geluidsfragmenten hoorbaar. [naam 19] geeft tijdens een gesprek aan:
"ik wil hier zelf ook geen ellende van. Ik heb het nog netjes proberen op te lossen maar ze waren hele andere dingen met jou van plan. Dat hoef je tegen mij niet te zeggen van zo en zo dat maakt mij niet uit".Verderop in het gesprek geeft [naam 19] aan "
daarvoor weleens iemand te vinden langs de weg….keeltje eraf.".
* Geweld en dreigen met geweld tegen andere motorclubs
-Op 27 april 2014 is in of bij café Anders te Zandvoort een confrontatie gaande tussen zeven leden van de Hells Angels en acht leden van No Surrender. Horecabezoekers klagen bij de politie over de gespannen sfeer. Een verbalisant constateert dat twee leden van
Hells Angels en No Surrender op 2 cm afstand van elkaar aan het schreeuwen zijn. Dankzij optreden van de politie wordt een escalatie voorkomen (20140427_BVH_299);
-Op 6 juli 2016 heeft de rechtbank Oost-Brabant [naam 20] , full color lid van chapter Breda, en [naam 21] , nomad, gevangenisstraffen van respectievelijk 42 maanden en vier jaar opgelegd in verband met een schietpartij aan de Medoclaan in Eindhoven tussen leden van No Surrender en Satudarah. Een ander lid van No Surrender is vrijgesproken. Bij het schietincident droegen zij kleding van No Surrender (20141004-VLI-151);
- Op 19 juni 2014 hebben verbalisanten, naar aanleiding van een anonieme tip dat het mogelijk tot een confrontatie komt tussen Hells Angels en No Surrender, een controle van auto's uitgevoerd in Hoorn. Tijdens die controle zijn leden van No Surrender aangehouden en werd bij de doorzoeking van het voertuig van [naam 22] , prospect van chapter Amsterdam, een metalen pijp aangetroffen en een gilet van No Surrender, en werden in de auto van [naam 2] , captain, vier afgezaagde kabels aangetroffen waarvan verbalisanten vermoeden dat ze bedoeld zijn om als slagwapen in te zetten (20140719-BVH-254);
- [naam 23] , president van chapter Darkside, is gedagvaard in verband met een achtervolging, aanrijding en zware mishandeling van een persoon die lid is van een andere motorclub (MTC de V-Twin) en diens broer; daarbij is in de betreffende auto een vingertopje aangetroffen (20140505_BVH_394).
Wapens
-In de periode van maart 2013 tot de indiening van het onderhavige verzoekschrift zijn bij tientallen leden van No Surrender verboden (vuur)wapens aangetroffen;
- Op 10 september 2014 wordt in de auto van een full color lid van chapter Rotterdam een vuurwapen, een hakbijl en een boksbeugel aangetroffen (20140910_BVH_167);
- Op 3 mei 2018 werd er in een loods van de zwager van [naam 24] (full color, chapter Ciganos) een grote hoeveelheid granaten, raketwerpers, semtex en kogels aangetroffen. De zus van [naam 24] verklaarde dat hij eerst bij Satudarah zat en nu bij No Surrender en dat de motorclub een hele hoop ellende heeft aangericht in zijn leven. [naam 24] zou hebben gevraagd of hij de spullen bij hen kon stallen. Zowel de zwager als de zus wisten niet wat voor spullen dit waren. Op 4 mei 2018 werd [naam 24] aangehouden. Hij verklaarde dat de motorclub er niet mee te maken had, hij geen rat is en maar gewoon gaat zitten (20180503_BVH_791).
Intimidatie/bedreiging overheid
- Op 25 januari 2017 is [naam 25] , sergeant at arms van chapter Tilburg, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 100 dagen voor openlijke geweldpleging in vereniging tegen personen. Uit de door het OM overlegde informatie blijkt dat [naam 25] op 24 april 2014 een politieambtenaar, die in zijn vrije tijd op een sportschool aanwezig was, herkende als werkzaam bij de arrestantenzorg in Breda en dat [naam 25] deze politieambtenaar eerst heeft geïntimideerd en uitgescholden en daarna dat hij samen met een tweede persoon de politieambtenaar in de kantine heeft mishandeld en geprobeerd te verwurgen (20140425_BVH_541);
- Op 3 maart 2016 is [naam 26] , full color lid van chapter Persatuan, veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren vanwege bedreiging en belediging van een agent tijdens een verkeerscontrole op 30 september 2014. [naam 26] droeg tijdens het incident een motorhesje en heeft zich agressief geuit jegens de agent en gedreigd de agent in elkaar te slaan, zowel zakelijk als in privétijd (20140930_BHV_273);
- Op 10 november 2015 zijn geldboetes opgelegd aan [naam 3] , captain Europe, [naam 27] , sergeant at arms van chapter Zeeuws-Vlaanderen en [naam 28] , prospect van chapter Zeeuws-Vlaanderen. Uit de informatie van het OM blijkt dat de aanleiding hiervoor was een discussie tussen de agenten en de zoon van [naam 3] die tijdens een vechtpartij was staande gehouden en zich niet wilde legitimeren. Tijdens de discussie kwam een busje aangereden met de vier voornoemde leden van No Surrender, die de zoon meenamen naar een café. Toen de agenten enige tijd later alsnog de personalia van de zoon wilden opnemen, ontstond er een vechtpartij tussen de agenten en genoemde leden waarbij veel werd geduwd en getrokken en pepperspray werd ingezet. Daarna raakten de agenten geïsoleerd en werden ze bedreigd. Pas nadat een extra politie-eenheid arriveerde, zijn de vier genoemde leden gearresteerd (20151017_BVH_543).
Overige bedreigingen/geweld/intimidatie
- Op 18 juli 2016 is [naam 29] , president van chapter Rotterdam, door de rechtbank te Rotterdam veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 vanwege bedreiging met enig misdrijf met zware mishandeling op 13 januari 2016. Uit de overgelegde stukken blijkt dat [naam 29] een medewerkster van een woonbedrijf die, vanwege haar werk bij een woonwagenkamp in Vlaardingen navraag deed naar plaatsing van een extra caravan, agressief werd benaderd en werd uitgescholden met de woorden
"kanker hoer, tyfus wijf,
bananenplukker en rot op naar je eigen land"en werd geïntimideerd. [naam 29] gaf haar te kennen dat hij wel met zijn vrienden van No Surrender zou komen. Uiteindelijk heeft de teamleider van het bedrijf aangifte gedaan omdat de medewerkster uit angst geen aangifte wilde doen (20160113_BHV-289);
- Op 6 januari 2015 is aangifte gedaan door een toezichthouder van een gemeente tegen [naam 30] , lid van chapter Groningen. Volgens de aangever heeft hij [naam 30] die in zijn auto zat een stopteken gegeven omdat [naam 30] een geslotenverklaring van een weg negeerde, maar is [naam 30] sneller gaan rijden en heeft hij op de aangever ingereden en wist de aangever nog net op tijd aan de kant te springen (20150106_BVH_283);
- Op 16 januari 2015 is aangifte gedaan door een belastingmedewerker van intimidatie door [naam 31] , president van chapter Groningen, [naam 32] , lid van chapter Groningen en door [naam 33] , eveneens lid van chapter Groningen. De aangever meldt dat hij vanuit zijn werk bij de Belastingdienst een regulier bezoek zou brengen bij het bedrijf "Biker Life" en dat hij dit van te voren heeft aangekondigd bij [naam 31] , maar dat hij ter plaatse werd opgewacht door twee mannen en hem de toegang werd geweigerd. Toen hij toch binnen wist te komen, kwam er een derde man bij die direct op de medewerkers afliep en vroeg of ze van de politie waren en één van de medewerkers bij de kraag heeft gegrepen waarna de belastingdienstmedewerkers zijn vertrokken om verdere escalatie te voorkomen (feit 20150116_BVH_284);
- Op 25 augustus 2014 is aan [naam 34] , sergeant at arms van chapter Assen, een geldboete opgelegd vanwege bedreiging (met een mes) van zijn ex-vrouw en haar nieuwe vriend in hun woning. Uit de informatie uit het dossier blijkt dat [naam 34] tijdens zijn aanhouding schreeuwt dat hij een belangrijk kopstuk is van No Surrender en dat hij wel zou zorgen dat de nieuwe vriend te grazen genomen zou worden (20140527_BVH_293);
- Op 4 oktober 2014 is [naam 35] , lid van chapter Darkside, veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren en gevangenisstraf van een week vanwege het bedreigen van een beveiliger van een coffeeshop waarbij [naam 35] aangeeft dat hij er zo 50 man van
No Surrender bij kan roepen en dat die de beveiliger kapot zullen schieten (20141004_BVH_395);
- Op 23 mei 2017 werd [naam 36] , security bij chapter Rotterdam, in hoger beroep veroordeeld vanwege een brandstichting op 17 augustus 2015 (20150521_HEP_503);
- Op 21 september 2016 vindt er op de parkeerplaats bij Ikea Breda een mishandeling plaats. Het slachtoffer hiervan is de president van het chapter Ciganos, [naam 37] . Bij deze mishandeling zijn vier daders betrokken (leden van de chapters Zeeuws Vlaanderen en Ciganos). Eén getuige verklaart dat op het moment dat hij telefonisch melding deed bij de politiemeldkamer, door één van de daders op een dreigende toon werd gezegd dat de getuige op moest hangen. De andere getuige verklaart dat op het moment dat hij belde met de politiemeldkamer, één van de vier daders tegen de getuige riep "geen politie". Daarbij liepen twee van de vier daders richting de getuige (20160921_DEI_547);
- Op 12 oktober 2016 is [naam 38] , hoofdredacteur van het blad Panorama, aanwezig bij het programma RTL Late Night. Hij vertelt dat er op een gegeven moment onverwacht bij de receptie van het kantoor twee leden van No Surrender in hesjes op bezoek komen. Zij hebben een contract bij zich en zouden niet weggaan voordat [naam 38] dat zou hebben getekend. [naam 38] geeft te kennen het bezoek intimiderend te vinden. Tegenover de Volkskrant verklaart [naam 38] later in een interview dat hij het contract getekend heeft omdat ze toespelingen maakten op [naam 39] . Ze zouden bij haar langs gaan als [naam 38] het contract niet zou tekenen. Toen heeft hij voor zijn verslaggeefster gekozen (20131001_ACH_452).
Uittredingsbeleid (bad standing)- Op dinsdag 8 november 2016 is melding gedaan van een man, gekleed in onderbroek, met bloed aan zijn hoofd en een blauw oog, die heeft aangebeld bij een woning in Glimmen en zegt te zijn ontvoerd. Uit onderzoek van de politie blijkt het te gaan om [naam 40] die in januari 2016 een bad standing heeft gekregen omdat hij naar een ander chapter wilde overstappen. Dit heeft geleid tot een ontvoering en een zware mishandeling van [naam 40] (2016010_TUR_558) door leden van No Surrender van chapter Groningen en Emmen. Tijdens de mishandeling werd gedreigd om zijn No Surrender tatoeage met een strijkijzer weg te branden. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat bij vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland van 23 april 2019 vier mannen en een vrouw in verband met deze kwestie zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen van vier tot bijna zes jaar;
- Op 9 maart 2016 wordt [naam 41] , security bij chapter Amsterdam, veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden en schadevergoeding vanwege medeplegen van opzettelijke brandstichting en afpersing. Uit de reconstructie aan de hand van strafrechtelijke onderzoeken blijkt dat dit verband houdt met de bad standing van [naam 42] , ex-president van chapter Amsterdam. [naam 42] heeft zijn motor moeten inleveren en is bedreigd met de woorden dat hij door zijn knieën zal worden geschoten in aanwezigheid van zijn vrouw (20150117_HEX_544).
3.15.
De rechtbank is op basis van de hierboven aangehaalde vaststaande feiten, die zij exemplarisch acht, van oordeel dat die de conclusie rechtvaardigen dat een groot aantal leden van No Surrender structureel betrokken is bij tal van verboden en grotendeels ook ernstig verwijtbare gedragingen. Deze gedragingen zijn niet slechts uit maatschappelijk oogpunt ongewenst, maar zij zijn in strijd met de openbare orde en de (straf)wet. Het gaat in veel gevallen om misdrijven waarvan derden het slachtoffer zijn. Van een vecht- of schietpartij in een woonwijk of uitgaanscentrum zijn vele omstanders getuige en lopen even zovelen het risico om onbedoeld slachtoffer te worden. Het voorhanden hebben van en handelen in wapens en verdovende middelen is potentieel schadelijk voor een onbeperkt aantal personen. Afpersing beperkt derden in hun ondernemerschap. Strafrechtelijk optreden tegen deze feiten wordt bemoeilijkt omdat zowel leden van No Surrender, slachtoffers, als getuigen van misdrijven, zich uit angst niet vrij voelen om tegenover de politie verklaringen af te leggen, terwijl leden van No Surrender bovendien strafrechtelijk optreden bemoeilijken door de politie tegen te werken.
ad 4. De werkzaamheid
3.16.
Voor het uitspreken van een verbodenverklaring is vereist dat de in het verzoekschrift genoemde gedragingen van leden van No Surrender dermate zijn toe te rekenen aan de vereniging, dat deze daardoor de werkzaamheid van de vereniging mede bepalen.
3.17.
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 2:20 BW blijkt dat het begrip "werkzaamheid" in zijn gewone feitelijke betekenis is gebruikt en dus omvat de daden die de rechtspersoon stelt en de woorden die hij in het kader van zijn organisatie spreekt of schrijft. Volgens de in de rechtspraak ontwikkelde criteria kunnen gedragingen van leden van No Surrender worden toegerekend aan de vereniging als sprake is van handelen van of nalaten door het bestuur, als het bestuur van No Surrender daaraan leiding heeft gegeven of daartoe doelbewust gelegenheid heeft gegeven en verder wanneer bijzondere omstandigheden daartoe grond geven. Bij die bijzondere omstandigheden moet gedacht worden aan een structureel aanwezige cultuur van het begaan van handelingen in strijd met de openbare orde, zoals het plegen van strafbare feiten door (bestuurs-)leden, welke cultuur door het bestuur in het leven is geroepen of - hoewel daarmee bekend - in stand wordt gelaten.
gedragingen van bestuursleden3.18. Van een deel van de hierboven aangehaalde misdragingen staat vast dat het bestuur van No Surrender daarbij betrokken was, zodat deze misdragingen als werkzaamheid van No Surrender kunnen worden aangemerkt. De rechtbank verwijst naar 20150331_SAR_498 ( [naam 2] organiseert een geldinzamelactie om [naam 10] vrij te kopen), 20150320_ZAL_500 (afpersing door [naam 1] ), aangifte op 15 september 2016 tegen generaal [naam 1] en captain [naam 19] in verband met afpersing, diefstal, zware mishandeling en bedreiging), 20151017_BVH_543 (geldboete op 10 november 2015 aan [naam 3] , captain Europe, in met intimidatie/bedreiging van politieambtenaren), 20150121_AKE_573, ('incasso' door intimidatie en afpersing door [naam 2] ), 20150303_BVH_124 (intimidatie politie door [naam 2] in aanwezigheid andere leden No Surrender), 20140719_BVH_254 (aanwezigheid slagwapens in auto [naam 2] ), 20161110_AKE_534 (nomad krijgt opdracht ex-Satudarahleden te straffen), 20140514_BVH_239 (incasso door afpersing en intimidatie door [naam 2] ), 20160125_BVH_232 ( [naam 2] zet oud-lid onder druk en laat club hem klappen geven), 20161101_AKE_526 ( [naam 2] slaat en degradeert een lid omdat hij de club wilde verlaten), 20161101_AKE_527 (mishandeling door [naam 2] wegens met de politie praten), 20150709_AKE_504 (communicatie in clubhuis afschermen met 'jammer'), 20161101_AKE_528 (zwijgplicht en clubadvocaat), 20150716A_AKE_505 (delen in de winst uit drugshandel door [naam 2] ), 20151017 BVH_543 (geweld en bedreiging door o.a. [naam 3] tegen agenten door chapter Zeeuws-Vlaanderen). [naam 1] is als generaal van
No Surrender bij verscheidene afpersings- en bedreigingszaken betrokken geweest, waarbij lager geplaatste leden in opdracht van hem bedreigingen jegens het slachtoffer uitten, geweld pleegden en/of geld en goederen incasseerden (zie 20140505_BVH_ 482 (woning beschoten na aanvaring met generaal) en 20170331_ZAL_153 (generaal dreigt met verkrachting en afpersing)). Ook is gebleken dat in de periode dat [naam 2] als captain world binnen No Surrender fungeerde er in het clubhuis in Emmen veel gesprekken zijn opgenomen waaruit kan worden opgemaakt dat hij als captain betrokken is geweest bij de handel in drugs: 20150331_SAR_ 498 (cocaïne handel met Duitse MC, 20150521_AKE_502 (gesprekken in memberroom over de handel in xtc, cocaïne en speed), 20150716A_AKE_505 (delen in de winst uit drugshandel door [naam 2] ), 20161129_AKE_ 415, (captain world en captain praten over drugs gebruiken en snuiven), 20170107 AKE_ 416, (captain geeft [naam 2] en captain uitleg over een in beslag genomen partij drugs en vuurwapen). Door [naam 2] werden hierbij leden ingezet voor bijvoorbeeld het transport van de drugs. Onder het regime van beide mannen zijn er in het kader van 'bad standing' vele meldingen door ex-leden van No Surrender gemaakt van afpersing en mishandeling gepleegd door leden van No Surrender. Tot het doen van aangifte werd vaak niet gekomen uit angst voor vergelding. Deze gedragingen zijn ernstig en talrijk en gepleegd door de meest prominente leden van de club.
bijzondere feiten en omstandigheden3.19. Bij een groot deel van de geweldsincidenten die door het OM naar voren zijn gebracht, gaat het om gedragingen van leden waarbij niet kan worden vastgesteld dat
No Surrender daarbij rechtstreeks betrokken was in die zin dat aangetoond kan worden dat het bestuur daaraan leiding heeft gegeven of daartoe doelbewust gelegenheid heeft gegeven. Desondanks kunnen die gedragingen naar het oordeel van de rechtbank als eigen werkzaamheid aan No Surrender worden toegerekend omdat er sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden die daartoe grond geven. Zoals hierboven reeds aangegeven kunnen deze worden gevormd door de binnen de organisatie structureel aanwezige cultuur van het begaan van handelingen in strijd met de openbare orde.
3.20.
Uit het verzoekschrift, onderbouwd met talloze voorbeelden in de bijlagen 1, 2 en 3, komt een beeld naar voren waarin het plegen van strafbare feiten wordt gestimuleerd, gefaciliteerd en gedoogd. Duidelijk is geworden dat binnen No Surrender sprake is van een hiërarchische structuur, waarin leden na verloop van tijd in rang kunnen stijgen, maar ook kunnen worden teruggezet in rang. Een ex-lid verklaart over het opklimmen binnen de club dat je door het gebruiken van geweld door kunt groeien binnen de club. Leden in de proeftijd (hangarounds en prospects) dienen hun toewijding aan de club te bewijzen en dienen altijd klaar te staan, bijvoorbeeld voor hand- en spandiensten voor de club of andere leden. Uit de bijlagen bij het verzoekschrift komt naar voren dat leden zich sterk verbonden voelen met de vereniging, elkaar onvoorwaardelijk ondersteunen en bevelen van hogergeplaatste leden opvolgen, ook bij het plegen van strafbare feiten. Bestuursleden worden met enige regelmaat in verband gebracht met afpersings-, gewelds- en drugsdelicten. In sommige gevallen fungeert een lager geplaatst lid als boodschapper in de afpersingszaken, mishandelen zij slachtoffers in opdracht van bestuursleden en spelen zij een rol bij de handel in drugs.
3.21.
Er is sprake van een gesloten systeem waarin het de leden van No Surrender niet vrijstaat om de vereniging te verlaten. In het verzoekschrift wordt uitgebreid ingegaan op dit verschijnsel 'bad standing'. Dit houdt in dat een lid dat de vereniging verlaat een flink bedrag (in de door het OM aangeboden feitenoverzicht gaat het veelal om minimaal
€ 5.000,00) aan No Surrender moet betalen. Uit een aantal verklaringen van oud-leden, en zoals hierboven onder het kopje 'openbare orde' al aangehaald, wordt tegen met 'bad standing' uitgetreden leden bovendien geregeld geweld gebruikt. Dit wijst op het bestaan van een clubcultuur waarin leden zich niet vrij voelen om de club te verlaten uit angst voor de ernstige gevolgen die eraan verbonden zijn. Hiermee wordt een cultuur gecreëerd waarbinnen het moeilijk is om uit de clubomgeving te stappen, laat staan om het clubbeleid aan te kaarten. Binnen een dergelijke cultuur zijn leden makkelijker aan te zetten tot het plegen van strafbare feiten. Het verweer van No Surrender dat bad standings geen breed gedragen acties zijn binnen No Surrender en dat dit vooral op instigatie van [naam 2] en mindere mate [naam 1] is gebeurd, volgt de rechtbank niet. Er is een overvloed te vinden aan voorbeelden in het dossier waaruit blijkt dat het leden niet vrij staat om No Surrender te verlaten. Het gaat daarbij zeker niet alleen maar om voorbeelden uit het Noorden, maar er zijn incidenten in het hele land te vinden.
No Surrender voert nog aan dat zij afstand heeft genomen van gedragingen uit het verleden en dat zij, zoals op haar website is vermeld, een nieuwe koers is gaan varen. De rechtbank moet het verzoekschrift in beginsel ex nunc beoordelen. Dat wil zeggen dat ook feiten en omstandigheden van na het verzoekschrift meegenomen moeten worden. Van No Surrender mag echter, in het licht van de hiervoor genoemde structurele feiten en omstandigheden, wel worden verwacht dat zij onderbouwt dat zij afstand heeft genomen van het verleden. Dat heeft No Surrender nagelaten. Ook is het niet zo dat deze incidenten na het vertrek van [naam 2] niet meer gemeld worden. Uit bijlage 3 van het OM blijkt dat ook in 2018, ná indiening van het onderhavige verzoekschrift, melding wordt gemaakt van bedreiging of afpersing na bad standing. Voor zover No Surrender dus stelt dat de vereniging met het vertrek van [naam 2] een ander karakter heeft gekregen, wordt dat beeld geenszins ondersteund door de feiten. Uit bijlage 3 blijkt juist dat de incidenten ook na zijn vertrek doorgaan (verspreid over heel het land en de chapters/brotherhoods), dat zij ingebed zijn in de club en deel zijn van de cultuur van No Surrender (o.a. 20180913_BVH_758 (captain world wordt gedreigd met liquidatie door ex captain world) op 13 september 2018, 20180929_BVH794 (man krijgt klappen en verliest tanden) op 29 september 2018, 20180929_BVH_797 (man wordt door meerdere No Surrenderleden in elkaar geslagen) op 29 september 2018, 20181009_BVH_783 (mogelijke represaille No Surrender na bedreiging van familie van een captain) op 9 oktober 2018, 20181022_BVH_805 (captain intimideert café-eigenaar na aannemen ex-werkneemster) op 22 oktober 2018, 20181101_MED_821 (arrestaties voor plannen aanslag voormalige officier van justitie) op 1 november 2018, 20181112_BVH_784 (MMA melding mishandelingen en afpersingen door No Surrender in sportschool) op 12 november 2018, 20180528_HUE_829 (bad standing en intimidatie getuigen door leden No Surrender) in de periode mei 2018 tot januari 2019).
3.22.
Het voorbereiden of plegen van strafbare feiten wordt voor de leden vergemakkelijkt doordat zij door het treffen van een aantal maatregelen volledig worden afgeschermd van de buitenwereld. Uit de door justitie in beslag genomen 'regels' van verschillende chapters blijkt dat No Surrender diverse regels heeft voor leden over contact met politie, justitie, bestuur of de rechtspraak. Van leden wordt geëist dat zij zich te allen tijde beroepen op hun zwijgrecht. Er volgen sancties als een lid deze regels overtreedt, waaronder het degraderen in rang, het krijgen van boetes of de hiervoor besproken bad standing. Uit talloze voorbeelden uit bijlage 1 bij het verzoekschrift (o.m. vermeld onder 3.88 en 3.89 van het verzoekschrift en zoals neergelegd in hoofdstukken 9, 21 en 22 van bijlage 1), blijkt dat ook (anderszins) geweld als sanctiemiddel tegen de leden niet wordt geschuwd. In het reglement van de chapters staat hierover onder meer het volgende vermeld:
"Wat op de club gebeurt, blijft op de club. Dat is een keiharde regel. Bij overtreding van deze regel volgt badstanding".Een gevolg hiervan is dat leden niet (snel) bereid zijn om een verklaring bij de politie af te leggen. De zwijgplicht wordt strikt gehanteerd en overtreding wordt bestraft. Het verbreken van de zwijgplicht wordt binnen No Surrender (door bestuursleden) met (dreiging met) geweld gehandhaafd. Hierover wordt meerdere keren door oud-leden verklaard. Vaak zijn deze verklaringen afgenomen in het kader van een melding van geweldpleging of afpersing en hebben de slachtoffers naderhand afgezien van het doen van aangifte uit angst voor represailles door No Surrender. Tegen deze achtergrond kan niet volgehouden worden dat de aanwezigheid van andersluidende verklaringen van leden in het dossier de conclusie rechtvaardigt dat er geen sprake is van een zwijgplicht, zoals door No Surrender in haar verweerschrift wordt betoogd.
3.23.
Naast het opleggen van een zwijgplicht aan haar leden, schermt No Surrender zich ook op andere manieren af voor overheidstoezicht of -bemoeienis. Clubhuizen worden beveiligd en bewaakt en zijn niet toegankelijk voor buitenstaanders. Bij controle van een clubhuis in Hoogeveen, geeft [naam 2] (captain world) de overige leden te kennen dat zij geen vragen mogen beantwoorden. Daarnaast werd er gebruik gemaakt van zogenaamde PGP-telefoons en neemt No Surrender maatregelen om eventuele afluisterapparatuur te verstoren door het gebruik van 'jammers'. Ook als slechts sprake zou zijn geweest van een experiment en het gebruik hiervan na een korte periode is gestaakt, zoals door No Surrender wordt aangevoerd, dan nog rijst de vraag waarom een vereniging dergelijke apparatuur nodig heeft. Zie ook 20150401_ZAL_ 409 (Generaal verlaat de club omdat hij met de politie wil praten) waarin [naam 1] verklaart:
"Nee luister. Het zit niet in mijn aard in. Het is zo. Je zit bij een MC en bij een MC is het een code dat je niet bij de politie een verklaring aflegt, dat je niet met de politie praat. Die regels worden ingebracht, die heb ik zelf ook ingebracht dus als ik iemand anders van de club weiger of uitzet omdat hij met de politie gesproken heb kan ik het daarna zelf niet wel gaan doen. Ik zit nou met mijn rug tegen de muur aan. [. .. ] Ja. Kijk bij de MC zijn de regels zo als je op een gegeven moment bij de MC zit dan wat er ook in je leven gebeurt leg je geen verklaring bij de politie af en dat gaat niet. (…).
3.24.
Leden van No Surrender die betrokken zijn bij het plegen van strafbare feiten worden door de vereniging gesteund als de feiten zijn gepleegd in het belang van de vereniging. No Surrender heeft hiertoe de 'jailhouse procedure' in het leven geroepen, wat inhoudt dat leden in detentie en in voorarrest (financieel) ondersteund worden vanuit de club. Alle leden worden verplicht tot het afdragen van periodieke financiële bijdragen. Uit opgenomen gesprekken van 9 januari 2015 blijkt dat er een periode is geweest dat 15 euro per maand voor dit fonds betaald moest worden. Sinds de oprichting van de vereniging
NS MC, wordt ieder lid verplicht om maandelijks zes euro te betalen, waarvoor één euro is bedoeld voor de leden die vastzitten. Alle leden worden verplicht tot het afdragen van periodieke financiële bijdragen.
3.25.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat de eerder geconstateerde inbreuken op de openbare orde door leden van No Surrender aan
No Surrender kunnen worden toegerekend in die zin dat geoordeeld moet worden dat de werkzaamheid van No Surrender in strijd is met de openbare orde en sprake is van (dreigende) ontwrichting van de samenleving. Gebleken is dat het clubbestuur van
No Surrender een belangrijke aansturende rol heeft bij het plegen en faciliteren van strafbare feiten. Het bestuur pleegt daarbij zelf met grote regelmaat gedurende de hele bestaansduur van de club strafbare feiten met gebruik van de clubcultuur en -structuur. Leden worden door (bestuurs-)leden aangezet tot het plegen van strafbare feiten. Naast het aanzetten tot en het plegen van strafbare feiten, wordt door het clubbestuur van No Surrender (onder meer door het in stand houden van de jailhouse procedure en de zwijgplicht) bewust en actief een klimaat gecreëerd en onderhouden waarin het plegen van strafbare feiten geoorloofd en gewenst is. Hierbij is van belang dat de gedragingen door hun frequentie en de intimidatie die van het optreden door leden van een duidelijk herkenbare groep in hesjes van
No Surrender uitgaat, uitstraling naar een wijdere kring van niet-betrokken burgers heeft. Bij die gedragingen gaat het niet, zoals No Surrender aanvoert, slechts om excessen van leden uit voornamelijk het Noorden, zoals [naam 2] . Aan de hierboven gegeven opsomming is te zien dat de strafbare gedragingen door leden van verschillende chapters uit zowel het Noorden als het Zuiden zijn gepleegd. Ook is het niet zo dat deze gedragingen zich veelal in de privésfeer zouden afspelen. Er zijn door het OM diverse voorbeelden naar voren gebracht waarin wel sprake was van een privékwestie, bijvoorbeeld een ruzie met een ex-partner, maar waarbij vervolgens gedreigd werd met de inzet van No Surrender of met het zijn van lid van No Surrender. Zie het hiervoor onder 'overige bedreigingen' aangehaalde voorbeeld met nummer 20140527_BHV_293.
3.26.
De wet draagt in art. 2:20 BW de rechter op om een vereniging met een werkzaamheid in strijd met de openbare orde te verbieden en te ontbinden.
top-down of bottom-up
3.27.
No Surrender heeft aangevoerd dat geen sprake is van één uniforme vereniging maar van een hoofdstructuur die boven de autonome, losse chapters en brotherhoods staat. Het zijn volgens No Surrender de chapters en brotherhoods die samen het overkoepelende geheel bepalen zodat per chapter/brotherhood moet worden beoordeeld of sprake is van een werkzaamheid in strijd met de openbare orde. Nu het OM niet in kaart heeft gebracht uit welke chapters No Surrender bestaat en ook niet of die chapters een werkzaamheid vertonen die in strijd is met de openbare orde, kan volgens No Surrender niet gezegd worden dat de in het verzoekschrift gebundelde incidenten exemplarisch zijn voor de hoofdstructuur van de informele vereniging.
3.28.
Het OM benadert de kwestie 'top-down', als gevolg waarvan ten aanzien van de individuele onderdelen, zoals de chapters en de brotherhoods, volgens hem geen afzonderlijk bewijs nodig is. No Surrender benadert de kwestie daarentegen 'bottom-up', zodat de chapters het beeld van het overkoepelende geheel bepalen en zij vindt daarom dat per chapter en brotherhood bewijs geleverd moet worden van een werkzaamheid in strijd met de openbare orde. In de woorden van de rechtbank: een enkele rotte appel bepaalt niet de werkzaamheid van het overkoepelende geheel.
3.29.
De rechtbank zal beoordelen waaruit de informele vereniging No Surrender bestaat en of de chapters, de brotherhoods en NS MC tot het organisatorisch verband van
No Surrender gerekend kunnen worden, of dat de chapters, brotherhoods en NS MC los staan van No Surrender.
3.30.
Het OM heeft onder meer de volgende - onbetwiste - feiten en omstandigheden naar voren gebracht ter onderbouwing van zijn stelling dat sprake is van een organisatorisch verband:
- Uit inbeslaggenomen notulen blijkt dat sprake is (geweest) van een hiërarchische structuur in die zin dat sprake is van een internationaal bestuur (world board) bestaande uit een captains en nomads, met daaronder een nationaal bestuur (national board) ook bestaande uit captains en nomads gevolgd door de chapters waarvan het kader bestaat uit een president, vicepresident, secretaris, treasurer, road captain, een volwaardig lid en een consigliere;
- Uit diezelfde notulen komt het beeld naar voren dat de national board zeggenschap heeft over de chapters. Er worden vooral in bijlage 1 voorbeelden gegeven van beslissingsmacht van het bestuur richting chapters, zoals:
* over het aantal feesten dat een chapter verplicht moet houden (p. 125 en 128),
* de kleding die men dragen moet (p. 127) en de eisen die worden gesteld aan het logo, de patches en de rockers op de colors (zie paragraaf 4.10.1 verzoekschrift)
* het zetten van tatoeages (p. 138),
* het verplicht bezoeken van bijeenkomsten (p. 136),
* het gebruik van geweld (p.124),
* hiërarchie zoals het groeten door aspirant-leden van volwaardige leden met een hogere rang (p. 129),
* het NS MC clubreglement dat uitgevaardigd gaat worden (bijlage 1 p. 128),
* het bijhouden van ledenlijsten en inleveren ervan bij de captains (bijlage 1, p.128),
* uittredingsbeleid (bijlage 1 p. 132),
* toetredings- en overstapbeleid (bijlage 1 p. 138);
- Uit die notulen blijkt verder dat er in verschillende samenstellingen wordt vergaderd. Zo is er bijvoorbeeld een vergadering van presidenten van chapters waarin zij zaken afstemmen, een vergadering van secretarissen maar ook een vergadering van nomads over de veiligheid;
- Er zijn clubregels opgesteld die weliswaar per chapter op kleine onderdelen verschillen maar die op veel punten letterlijk overeen komen en dezelfde strekking hebben. Een voorbeeld daarvan is dat aankomende leden zich moeten profileren en zich dienstbaar moeten opstellen wat betreft drank halen, autorijden en andere hand- en spandiensten of het opstaan voor leden hoger in rang;
- Uit beelden van promobijeenkomsten blijkt dat leden die lid zijn van een chapter vanwege hun lidmaatschap van dat chapter tevens automatisch lid zijn van de overkoepelende vereniging No Surrender.
3.31.
Het OM heeft daarnaast onder andere de volgende - onbetwiste - feiten en omstandigheden naar voren gebracht om de stelling dat als een geheel naar buiten toe wordt opgetreden te onderbouwen:
- Er is één (gezamenlijke) website, www.nosurrendermc.com, waarop onder de button 'Chapters' de verschillende chapters met vindplaats en de aan die chapters gekoppelde brotherhoods zijn vermeld. Op die website is een fotogalerij te vinden met foto's van leden van verschillende chapters en brotherhoods en is een via een algemeen e-mailadres contact te leggen met No Surrender;
- Er is één gezamenlijke, officiële [facebookpagina] waarop bijvoorbeeld een nieuw chapter welkom wordt geheten. Ook is er één [instragram-account] ;
- In de televisieserie 'Captain Henk', van omroep Powned, presenteert [naam 2] zich als de leider van "No Surrender" en in deze serie worden beelden vertoond van clubactiviteiten waaraan verschillende chapters en brotherhoods deelnemen;
- In september 2017 is een fotoboek 'No surrender - No Rules No Limits' gepubliceerd waarin leden van verschillende onderdelen van de club zich hebben laten fotograferen;
- De No Surrender-leden dragen in de openbare ruimte vaak hun colors met de kleurcombinatie zwart-wit/lichtgrijs/zilver, met de naam No Surrender en cijfercombinaties die voor de letters NS staan en met het herkenbare clublogo met doodshoofd en twee revolvers; dat buitenstaanders deze uiterlijke kenmerken gebruiken wordt niet geaccepteerd;
- No Surrender neemt deel aan het rechtsverkeer door bijvoorbeeld een printopdracht te geven op naam van No Surrender en door namens No Surrender een boot te huren maar ook door als No Surrender een charitatieve instelling te ondersteunen;
- Het huishoudelijk reglement moet ondertekend worden door alle nationals (zie 20160906_AKE_646).
3.32.
De rechtbank is op grond van de bovenstaande, niet bestreden feiten en omstandigheden, waarvan slechts enkele van de in de bijlagen genoemde feiten zijn opgesomd, van oordeel dat sprake is van één organisatorisch verband van personen, bestaande uit een overkoepelend orgaan, chapters en brotherhoods en NS MC, die naar buiten toe als een eenheid optreedt. Dat organisatorische verband heeft zich op diverse manieren onder de naam No Surrender naar buiten toe gemanifesteerd als landelijke vereniging. De strikt hiërarchische structuur en de grote mate van invloed die van bovenaf op de chapters en brotherhoods wordt uitgeoefend, pleiten voor de door het OM voorgestane top-down benadering. De identiteit van de chapters en de brotherhoods is zodanig met
No Surrender verweven, dat zij als één entiteit moeten worden gezien. Daarbij acht de rechtbank van belang dat, voor zover sommige chapters oorspronkelijk zelfstandig waren, zij zich door zich bij No Surrender aan te sluiten, hebben geconformeerd aan de regels van No Surrender en de bij No Surrender behorende cultuur. In zoverre hebben zij in elk geval een belangrijk deel van hun oorspronkelijke zelfstandigheid prijsgegeven. Dat de chapters en brotherhoods nog steeds een behoorlijke mate van zelfstandigheid hebben, doordat ze een eigen bestuur en eigen clubhuis hebben en zelf de inning en hoogte van de contributie bepalen, maakt dit niet anders. Van belang is dat zij, gelet op de hiervoor aangehaalde feiten en omstandigheden, een hiërarchisch onderdeel vormen van het geheel en met No Surrender zijn te vereenzelvigen. Tekenend hiervoor is dat, hoewel de individuele leden van chapters en brotherhoods op hun colors ook de naam van hun chapter dragen, zij in de openbare ruimte in de eerste plaats herkenbaar zijn als leden van No Surrender vanwege het logo en de naam No Surrender en dat deze kenmerken het meest in het oog springen. De leden beschouwen zichzelf ook primair als lid van No Surrender en daarna pas van een bepaald chapter. De vergelijking met een lidmaatschap van sportclubs, zoals door No Surrender nog is aangevoerd, die vaak lid zijn van een overkoepelende sportbond, gaat niet op. De plaatselijke sportclub behoudt, ondanks het lidmaatschap van een sportbond en de binding aan voorgeschreven (wedstrijd)regels van die sportbond, haar eigen naam en eigen identiteit. De identiteit van de chapters is echter allereerst de identiteit van No Surrender. In dit verband is verder van belang dat (onbetwist) in de notulen vermeld staat dat leden niet zonder bemoeienis van No Surrender zomaar naar een ander chapter kunnen overstappen, wat er op wijst dat de chapters niet autonoom zijn. De situatie bij No Surrender wijkt daarmee in zoverre af van die van de motorclub Bandidos, die in het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 december 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:10865) ter beoordeling voorlag. De conclusie is dat de chapters onzelfstandige onderdelen zijn van No Surrender die binnen de hoofdstructuur functioneren.
3.33.
Datzelfde geldt voor de brotherhoods. Ook daarvoor geldt dat het OM
gemotiveerd en onderbouwd heeft aangegeven dat zij een onderdeel vormen van
No Surrender. Verwezen zij naar het verzoekschrift onder randnummers 3.99 en 3.100 en bijlage 1 en dan met name, 4.4. en 4.11.1 (over de contributie). Daarin is gemotiveerd aangegeven dat leden van brotherhoods contributie moeten betalen (aan No Surrender), dat zij (enigszins aangepaste) colors van No Surrender dragen (te bepalen door het bestuur van No Surrender), dat er een gezagsverhouding is tussen No Surrender (en haar bestuursleden) en de brotherhoods, dat de brotherhoods gelieerd zijn aan chapters, dat leden kunnen promoveren naar chapters, dat de brotherhoods systematisch aan gezamenlijke activiteiten deelnemen, dat brotherhoods ook naar buiten toe (internet en social media) gepresenteerd worden (althans werden, de website lijkt te zijn veranderd) als onderdeel van No Surrender, en dat leden van brotherhoods betrokken zijn bij strafbare feiten, al dan niet in opdracht van bestuursleden. Tekenend voor deze structuur zijn de opmerkingen van de bestuursleden en captains zoals blijkend uit inbeslaggenomen notulen:
' [naam 1] : Brotherhood members gaan 25.- per maand contributie betalen en hebben de verplichting om 2x per maand een clubavond bij te wonen. De brotherhood valt onder de pres. Van het betreffende chapter. Chapter Emmen heeft ook een brotherhood alleen is de naam ervan nog niet bekend. De brotherhood van Southcentral is een feit en deze heet 'Ros Oyos" (de ogen).'
(…)
' [naam 43] : wat betreft de brotherhoods het volgende: supportclubs in de vorm zoals ze nu bestaan stoppen we mee. De bestaande supportclubs zullen brotherhoods worden. Per chapter bepalen ze zelf wat ze hiermee gaan doen. Er is wel een supportpatch voor individuele mensen die graag de club en het desbetreffende chapter supporteren. Een brotherhood mag colors dragen en de colors moeten dan in het zwart-zilver zijn. Het logo van de brotherhood moet ter goedkeuring eerst aan de generaal en de captains worden voorgelegd. Bij goedkeuring valt een brotherhood onder de pres van het chapter wat de brotherhood heeft aangebracht. Er zijn minimaal 8 personen nodig om een brotherhood te starten. De naam van het chapter waar de brotherhood aan verbonden is, is aan de rechterkant van het vest te dragen. Aan de linkerkant bovenaan de kaderfunctie en dan eronder brotherhood en daaronder no surrender. Na 6 maanden goede dienst kan een siderocker gedragen worden van het chapter waar men aan verbonden is. De verplichting voor leden van een brotherhood is dat men 2x per maand het chapter waar men onder valt bezoekt en 25, - per maand contributie betaald. Men is verplicht om aanwezig te zijn op het eindejaarsfeest en de anniversary van NSMC. De brotherhood mag mee met motorritten en feesten en dienen voor de promo's en feesten een afvaardiging te sturen van minimaal 4 personen. Ook
brotherhood leden komen niet in de memberroom tenzij men daar gevraagd is te komen door de generaal, captains, nomad of pressen.
' [naam 44] : hoe kan me vanuit brotherhood instappen naar NSMC? [naam 45] : na 6 maanden naar behoren te functioneren in de brotherhood kan men als hangaround 2 instappen. Een brotherhood draagt ook functiebalken en heeft ook een kader. De pres van een brotherhood blijft bij de brotherhood en heeft als taak jongens klaar te stomen voor NSMC. '
3.34.
Aangezien geen van de brotherhoods is verschenen, is er door geen van de brotherhoods verweer gevoerd. Ook deze gestelde en onderbouwde feiten zijn in zoverre onweersproken gebleven. Wel heeft No Surrender betwist dat de brotherhoods onderdeel vormen van No Surrender. Dat verweer is echter, gelet op de uitgebreide onderbouwing door het OM, onvoldoende concreet en onvoldoende gemotiveerd. De stelling van
No Surrender in dat verband dat de structuur inmiddels (na 2014) zou zijn gewijzigd, wordt bovendien gelogenstraft door hetgeen blijkt uit bijlage 3 bij het verzoekschrift. Daaruit blijkt dat brotherhoods No Surrender ondersteunen, dat zij (nog steeds) dienen als kweekvijver voor aankomende leden (zie bijlage 3, pagina's 21en 22), dat ook leden van brotherhoods verdacht worden van afpersing en bedreiging (zie bijlage pagina's 26 en 56) en dat leden van brotherhoods bekend zijn met het gewelddadige karakter van de club (zie bijlage 33, pagina 45). Dat zijn allemaal recente ontwikkelingen. No Surrender heeft nog aangeboden om als getuige te horen president [naam 46] van brotherhood Sempre Omerta. Deze herkent zich volgens No Surrender niet in het beeld zoals door het OM geschetst en vindt dat de brotherhoods los staan van de chapters van No Surrender. Zelfs echter als [naam 46] - door middel van een getuigenverklaring ten behoeve van No Surrender waarvan zijn brotherhood volgens hem juist geen onderdeel uitmaakt - dienovereenkomstig zou verklaren, doet een enkele verklaring niet, althans onvoldoende, af aan hetgeen het OM ter zake uitgebreid onderbouwd heeft gesteld. Voorts valt op dat juist Sempre Omerta terugkomt in bijlage 3 van het verzoekschrift in die zin dat de [facebookpagina] van brotherhood Sempre Omerta ‘Sempre Omerta Brotherhood No Surrender Den Bosch' wordt genoemd, waarmee toch door het brotherhood zelf een band met chapter Den Bosch wordt verondersteld. Overigens zijn het logo, de kleuren en het lettertype van de colors van Sempre Omerta nog steeds gelijk aan of gelijkend op dat van No Surrender, zo blijkt uit bijlage 3. Tot slot blijkt uit bijlage 3 dat op de [facebookpagina] van chapter West Coast het volgende bericht is te lezen (van 22 februari 2019):
Onze(onderstreping Rb.) brotherhood Sempre Omerta heeft [naam 47] als vice pres gekozen en [naam 48] als treasurer. Gefeliciteerd mannen!!’De verklaring van [naam 46] - als hij zou verklaren zoals door No Surrender gesteld - kan tegen die achtergrond niet tot een ander oordeel leiden.
3.35.
No Surrender verwijt (op pagina 4 van de pleitnotities) het OM dat een expliciete identificatie van het overkoepelende bestuur niet heeft plaatsgevonden en gevoeglijk wordt aangenomen. De rechtbank verwerpt dit betoog. Uit de door het OM overlegde notulen blijkt dat sprake is of was van bestuursorganen op 'national' en 'world' niveau met invloed op de chapters. Het bestaan van een national board en een world board wordt op de website ook genoemd (pagina 10 e.v. bijlage 3 van het OM). Daarnaast heeft No Surrender hiermee, hoewel zij bij uitstek de aangewezen instantie is om iets te verklaren over het overkoepelende bestuur, de stellingen van het OM onvoldoende betwist. No Surrender voert aan dat er door de onstuimige groei van No Surrender geen sprake was van een vastomlijnde en bestendige koers maar eerder van een voortdurende richtingenstrijd. Naar het oordeel van de rechtbank echter was er ondanks die onstuimige groei binnen No Surrender een hiërarchische structuur ontstaan waarbinnen het bestuur er telkens in is geslaagd chapters en brotherhoods aan te sturen.
3.36.
De verklaringen van [naam 1] ten overstaan van de rechter-commissaris in strafzaken leggen, tegenover de feiten en omstandigheden die het OM heeft gesteld, geen, althans onvoldoende, gewicht in de schaal. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de verklaringen van [naam 1] een beperkte strekking hebben omdat hij alleen kan verklaren over de periode vanaf de oprichting tot zijn (definitieve) vertrek in juli 2016 en niet over de periode daarna. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de inhoud van [naam 1] 's verklaringen de informatie van het OM niet, althans onvoldoende, weerlegt. Zo zegt [naam 1] in zijn verklaring wel dat de chapters autonoom waren, maar hij geeft tegelijkertijd aan dat er basisregels waren waar men zich aan moest houden en die later, toen hij het overzicht kwijt raakte, zijn aangescherpt. Die basisregels hadden bijvoorbeeld betrekking op het toetreden tot de club. Hij verklaart verder dat er werd vergaderd over de aansluiting van een nieuw chapter. Dit bevestigt eerder het bestaan van een overkoepelende structuur. Ook verklaart hij weliswaar dat hij geen national board kent, maar tegelijkertijd zegt hij dat er vanaf het begin een hiërarchie was met nomads, presidenten en captains en dat de nomad en een captain boven een aan een district gekoppelde president stond. Hetzelfde geldt voor de verklaringen van [naam 1] over het Noorden en Zuiden. Dat het Noorden en Zuiden afzonderlijke afdelingen waren, valt niet uit de verklaringen van [naam 1] af te leiden. Zo verklaart [naam 1] dat naar buiten toe sprake was van één No Surrender en dat de hiervoor genoemde basisregels ook voor [naam 2] in het Noorden golden. Dat het Noorden en Zuiden 'twee verschillende afdelingen' waren, zegt bovendien nog niets over het vormen van één entiteit. In dit verband vindt de rechtbank nog van belang dat uit het dossier blijkt dat [naam 1] op 19 maart 2016, in een periode dat [naam 2] al betrokken was, nog in het clubhuis in Emmen is geweest om twee leden te straffen en te degraderen (p. 37 van bijlage 2), dat [naam 2] in opdracht van [naam 1] een bad standing heeft uitgevoerd (p. 311 van bijlage 1) en dat het Zuiden een kascontrole heeft uitgevoerd in het Noorden (p. 46 van bijlage 2). Deze feiten en omstandigheden wijzen er evenmin op dat het Noorden van [naam 2] en het Zuiden van [naam 1] los stonden van elkaar.
3.37.
Met betrekking tot de drie door No Surrender nog overgelegde getuigenverklaringen bij de rechter-commissaris in strafzaken overweegt de rechtbank het volgende.
Met betrekking tot getuige [naam 49] : dat de bad standingpraktijk volgens de getuige verschilt per chapter doet niet af aan het feit dat de bad standing onderdeel was van de cultuur en de regels van No Surrender.
Met betrekking tot getuige [naam 50] : wat de rechtbank aangaande de bad standing heeft overwogen over de verklaring van [naam 49] geldt ook voor de verklaring van [naam 50] . Dat [naam 1] de bad standing praktijk zou hebben afgeschaft, zoals [naam 50] verklaart, wordt weersproken door de diverse in deze beschikking genoemde voorbeelden, waaronder het voorbeeld genoemd in overweging 3.23 (20180528_HUE_829 (bad standing en intimidatie getuigen door leden No Surrender van mei 2018 tot januari 2019)).
Met betrekking tot getuige [naam 51] : voor zover het in deze verklaring gaat om de mishandeling in het kader van de bad standing is de verklaring van [naam 51] in strijd met weergave door de opsporingsambtenaar in 20140510_BVH_28: "
Deze persoon geeft echter aan niet met [naam 51] naar het clubhuis te zijn gegaan, maar geeft ook aan dat toen hij [naam 51] na de 'bad standing' weer zag, hij [ [naam 51] ) bont en blauw was en amper kon ademhalen door de klappen die hij had gekregen.". Ook deze verklaring kan niet tot een ander oordeel van de rechtbank leiden.
3.38.
De stelling in het verweerschrift dat sprake zou zijn van een onterechte omkering van de bewijslast, doordat de chapters en brotherhoods zouden moeten bewijzen dat ze geen werkzaamheid hebben in strijd met de openbare orde, wordt door de rechtbank verworpen. Ook als er chapters of brotherhoods zijn waarvan de leden geen strafbare feiten hebben gepleegd, geldt dat zij zich wel hebben geïdentificeerd met No Surrender en met de hierboven omschreven cultuur. Het voorgaande betekent dat het verweer van No Surrender, dat er hoofdzakelijk op is gericht dat geen sprake is van één uniforme vereniging maar van zelfstandig te beoordelen chapters, geen doel treft. De conclusie is dan ook dat een verbodenverklaring en ontbinding van de informele vereniging No Surrender ook al haar onderdelen raakt. Het OM hoeft daarom niet per chapter aan te tonen dat sprake is van strafbare feiten die aan een overkoepelende structuur kunnen worden toegerekend.
3.39.
Deze conclusie heeft tot gevolg dat de rechtbank het aanbod van No Surrender om vier getuigen te horen, afwijst. Voor zover dit bewijsaanbod is gedaan in het kader van de onderbouwing van haar verweer, zoals No Surrender ter zitting heeft gesteld, geldt dat wanneer de getuigen verklaren over de gezagsstructuur van een chapter of brotherhood die zij vertegenwoordigen, dit voor de beoordeling niet uitmaakt, gelet op wat de rechtbank hiervoor in r.o. 3.38 al heeft overwogen. Voor zover No Surrender met haar getuigen tegenbewijs wil inbrengen tegen de stellingen van het OM in het verzoekschrift, geldt dat de rechtbank moet beoordelen of de feiten die te bewijzen zijn aangeboden, als zij worden bewezen, tot een ander oordeel leiden. Dat is niet het geval. Het enkele feit dat bepaalde leden van No Surrender zouden getuigen dat zij zich als lid van een specifiek chapter of brotherhood niet in het (criminele) beeld van No Surrender herkennen zoals door het OM geschetst, maakt immers niet dat de hiervoor vastgestelde identiteit van No Surrender als een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, anders komt te liggen. In zoverre is het bewijsaanbod niet relevant. Voor wat betreft de verklaring die [naam 2] ten overstaan van de rechter-commissaris in strafzaken eventueel zal gaan afleggen (vermoedelijk in mei of juni 2019), merkt de rechtbank op dat het bewijsaanbod onvoldoende specifiek is nu No Surrender niet heeft aangegeven wat zij met het verhoor van [naam 2] zou willen bewijzen. Voor zover dit bewijsaanbod zou zien op de beweerdelijke scheiding tussen het Noorden en het Zuiden van Nederland weegt de rechtbank mee dat zij [naam 2] niet zelf zal kunnen horen en dus geen vragen kan stellen. Tot slot is nog onzeker of en wanneer dit getuigenverhoor zal plaatsvinden. Waar No Surrender ervoor heeft gekozen [naam 2] niet als getuige te willen oproepen in deze civiele procedure, acht de rechtbank het in strijd met een goede procesorde om hierop te wachten.
3.40.
Samenvattend is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een (informele) vereniging, waarvan de werkzaamheid in al haar onderdelen in strijd is met de openbare orde. Met het voorgaande is gegeven dat het in een democratische samenleving noodzakelijk is dat No Surrender met al haar onderdelen verboden wordt in het belang van de openbare orde en de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen die zich in de Nederlandse samenleving bevinden. Door het verbod wordt een halt toegeroepen aan gedragingen die een daadwerkelijke en ernstige aantasting vormen van als wezenlijk ervaren beginselen van ons rechtstelsel en die, indien op grote schaal toegepast, onze samenleving ontwrichten of zouden kunnen ontwrichten.
3.41.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op, dat uit de stellingen van het OM en de door hem overgelegde stukken overtuigend is gebleken dat het OM actief optreedt tegen strafbare feiten die worden gepleegd door leden van No Surrender. Dat het OM daarin wordt tegengewerkt kwam hiervoor al aan de orde. Verder is sprake van, waar mogelijk, bestuursrechtelijk optreden, zo heeft het OM onweersproken aangevoerd (zie de in addendum 9 bij bijlage 1 genoemde 78 voorbeelden van bestuurlijke maatregelen tussen 2013 en 2018). Uit het feit dat de hiervoor uitvoerig aan de orde gekomen stroom van strafbare gedragingen in een aantal jaren niet tot staan is gebracht, moet de conclusie worden getrokken dat dit optreden kennelijk niet afdoende is. In die omstandigheden is een verbodenverklaring op haar plaats.
3.42.
Met de verbodenverklaring en ontbinding wordt de informele vereniging met al haar onderdelen geraakt. Het gevolg hiervan is dat No Surrender ophoudt te bestaan en dat aan alles wat met het uiterlijk vertoon van No Surrender verband houdt, zoals de naam, logo’s en spreuken een einde komt. Het vermogen van de vereniging wordt geliquideerd.
3.43.
Nu geoordeeld is dat de werkzaamheid van No Surrender in strijd is met de openbare orde moet de rechtbank overgaan tot verbodenverklaring en ontbinding.
De ontbinding heeft tot gevolg dat No Surrender uitsluitend nog voortbestaat ten behoeve van de vereffening, aangenomen dat de vereniging baten heeft (artikel 2:19 lid 4 BW). Ten behoeve van deze vereffening zal de rechtbank een vereffenaar benoemen, zoals het OM heeft verzocht. De rechtbank zal het OM in de gelegenheid stellen om zich schriftelijk uit te laten over een geschikte kandidaat voor de benoeming tot vereffenaar.
3.44.
Het OM heeft verzocht te bepalen dat een eventueel batig saldo van de ontbonden vereniging No Surrender aan de Staat vervalt (artikel 2:23b lid 1 BW). Dit verzoek noch de grondslag ervan is onderbouwd door het OM. Dat had wel verwacht mogen worden, te meer daar de wet ervan uitgaat dat de voormalig leden van een ontbonden vereniging in beginsel de rechthebbenden zijn tot een batig saldo. Omdat niet nader onderbouwd is op basis van welke (civielrechtelijke) grondslag de baten aan de Staat zouden moeten toekomen, zal de rechtbank dit verzoek afwijzen. Dat laat overigens onverlet dat, mocht blijken dat sprake is van onrechtmatig verkregen activa (als gevolg van strafbare feiten), er ten aanzien van die activa, voor zover deze onderdeel zijn van een resterend batig saldo, naar het oordeel van de rechtbank geen rechtens te respecteren aanspraken kunnen bestaan van de voormalige leden.
3.45.
Het OM heeft verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
No Surrender heeft daartegen verweer gevoerd. De rechtbank overweegt als volgt. Volgens de wetsgeschiedenis van artikel 2:20 BW is het uitdrukkelijk niet de bedoeling van de wetgever geweest dat de rechter een beschikking waarin een verbodenverklaring en ontbinding worden uitgesproken, uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren (Kamerstukken II 17476, nr 5-7, p. 8). De rechtbank verwijst in dit verband ook naar art. 223 lid 1 aanhef Rv: tenzij uit de wet of uit de aard van de zaak anders voortvloeit, kan de rechter de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Ontbinding van een rechtspersoon is een onherroepelijke ingreep waarbij in dit kader terughoudendheid dient te worden betracht. Ook artikel 140
lid 2 van het Wetboek van Strafrecht verbindt alleen gevolgen aan een onherroepelijk geworden verbodenverklaring. Om deze redenen zal de rechtbank de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
3.46.
No Surrender verzoekt een proceskostenveroordeling ten laste van het OM. De uitkomst van deze procedure biedt daartoe geen basis.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart de informele vereniging No Surrender Motorcycle Club (ook wel naar buiten tredend als 'No Surrender', No Surrender MC, 'Black and White Nation' en 'Black and Silver Nation') - waarvan onderdeel uitmaken de vereniging NS MC en de brotherhoods Sempre Omerta, Silent Death, Jokers, Los Soldados, Wolverinnes, Guerreros, Frisian Guardians, Tres Craneos, Dominators, Garoeda, KHK verboden en ontbindt deze met onmiddellijke ingang;
4.2.
houdt de zaak aan ter benoeming van een vereffenaar;
4.3.
stelt het OM in de gelegenheid om uiterlijk binnen zes weken na de datum van deze beschikking een voorstel voor de persoon van de te benoemen vereffenaar van het vermogen van No Surrender bij brief ter kennis van de rechtbank te brengen;
4.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.J.J. Smits, voorzitter, en mr. A.S. Venema-Dietvorst en mr. S.B. van Baalen, leden en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2019. [1]

Voetnoten

1.type: CvdD en MD