ECLI:NL:RBNNE:2019:1980

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 mei 2019
Publicatiedatum
9 mei 2019
Zaaknummer
7647592
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over wedertewerkstelling en rectificatie na non-actiefstelling van regiomanager bij zorgorganisatie

In deze zaak vordert [A], regiomanager bij de zorgorganisatie Patyna, zijn wedertewerkstelling na een non-actiefstelling die volgde op een incident op de zorglocatie Saxenoord. De non-actiefstelling vond plaats op 25 februari 2019, na een extern onderzoek door Quasir naar de kwaliteit van zorg en de organisatiecultuur binnen Saxenoord. [A] stelt dat hij niet de kans heeft gekregen om zijn visie te geven op de redenen voor zijn non-actiefstelling en dat de organisatie niet als goed werkgever heeft gehandeld. Patyna verdedigt de non-actiefstelling door te wijzen op de ernst van de situatie en de noodzaak van een onafhankelijk onderzoek. De kantonrechter oordeelt dat Patyna onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een redelijk en zwaarwegend belang was voor de non-actiefstelling van [A]. De rechter concludeert dat de non-actiefstelling niet gerechtvaardigd was en dat [A] recht heeft op wedertewerkstelling. Daarnaast wordt Patyna veroordeeld tot rectificatie van eerdere communicatie die schadelijk was voor de reputatie van [A].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 7647592 \ CV EXPL 19-2269
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 5 Rv d.d. 8 mei 2019
inzake
[A],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. K.L.M. Kaldenbach,
tegen
de stichting
STICHTING PATYNA,
gevestigd te Sneek,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.W. Kuper,
Partijen zullen hierna [A] en Patyna worden genoemd.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- aanvullende producties 20 tot en met 25 van [A] ;
- de mondelinge behandeling d.d. 15 april 2019 en de ter gelegenheid daarvan door Patyna
twee overgelegde tekstvoorstellen voor een rectificatie;
- pleitaantekeningen van [A] ;
- pleitaantekeningen van Patyna.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[A] is op 1 mei 2005 bij (de rechtsvoorganger van) Patyna in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als locatiemanager (thans aangeduid als regiomanager). Het laatstelijk verdiende salaris van [A] bedraagt € 6.512,17 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. Patyna is gespecialiseerd in ouderenzorg in Friesland. Patyna exploiteert dertig zorglocaties die verdeeld zijn over vijf regiomanagers.
2.2.
Van begin 2016 tot 2018 gaf [A] als regiomanager leiding aan drie zorglocaties, vanaf 2018 aan vijf, namelijk Saxenoord (sinds 1 januari 2016), Martenahiem, Botniahuis, Nij Stapert en Nij Dekama. [A] geeft leiding aan 8 teamleiders en indirect aan 360 medewerkers op voornoemde zorglocaties. [A] is verantwoordelijk voor met name het personeelsbeleid, de financiën en de kwaliteit van zorg en het veiligheid- en risicomanagement op voornoemde zorglocaties. De teamleiders zijn belast met het operationeel leidinggeven aan een of meerdere teams binnen een zorglocatie. [A] rapporteert aan de Raad van Bestuur die vanaf 1 april 2019 bestaat uit de bestuurder, de heer [B] (hierna: [B] ) en mevrouw [C] . Eens in de vier tot zes weken voert [A] overleg met [B] . [A] is lid van het managementteam van het Managementoverleg van Patyna (hierna: MOP) dat bestaat uit de vijf regiomanagers, de manager thuiszorg, de manager behandelteam, het hoofd financiën, het hoofd P&O, het hoofd Facilitiar & ICT en de Raad van Bestuur.
2.3.
[A] heeft in 2017 naar aanleiding van klachten bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op verzoek van de bestuurder een crisissituatie op de locatie Heemstra State in Oenkerk, en vervolgens op de locaties Nij Stapert en Nij Dekama in Weidum in goede banen geleid.
2.4.
Op de locatie Saxenoord heeft op 20 juni 2017 een incident plaatsgevonden. Patyna heeft naar aanleiding van dit incident het externe onderzoeksbureau Quasir B.V. (hierna: Quasir) ingeschakeld om nader onderzoek te doen. Op 11 april 2018 heeft Quasir een onderzoeksrapport ter zake uitgebracht.
2.5.
Op de locatie Saxenoord was vanaf omstreeks 2011 tot 1 november 2018 als teamleider werkzaam mevrouw [D] (hierna: [D] ). Per 1 november 2018 heeft [D] een andere functie binnen Patyna gekregen, namelijk als teamleider flexteam. Per 1 november 2018 heeft mevrouw [E] (hierna: [E] ), die sinds 1 maart 2018 eveneens als teamleider op Saxenoord werkzaam was, de teams van [D] overgenomen.
2.6.
Op 15 november 2018 heeft er een incident plaatsgevonden op de locatie Saxenoord (hierna: het incident). Het betrof vermeend geweld in de zorgrelatie tussen een medewerker en een bewoner. Een zorgmedewerker heeft het incident aan [E] gemeld, die het aan [A] heeft gemeld. [A] heeft het incident vervolgens conform het geldende protocol (de procedure Calamiteiten en Geweld in de zorgrelatie) gemeld bij de Raad van Bestuur. Na intern onderzoek heeft Patyna het incident gemeld bij de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ, voorheen IGZ), waarop volgens protocol een extern onderzoek door een onafhankelijk bureau dient plaats te vinden.
2.7.
Bij memo van 5 december 2018 heeft [A] de medewerkers van de locatie Saxenoord op de hoogte gebracht van de melding bij IGJ en het externe onderzoek dat zal plaatsvinden en heeft [A] , voor zover van belang, het volgende geschreven:
"Het doel van dit onderzoek is, te komen tot verduidelijking van een situatie en hoe deze heeft kunnen ontstaan. En …… vandaaruit hoe kunnen we naar de toekomst hier van leren en tijdig signaleren.
Ik hoop dat voor nu, maar ook zeker voor de toekomst dat we met z'n allen scherp blijven op ongewenste en risicovolle situaties. Dat ons moreel kompas goed is gericht en dat we bij twijfel deze ook delen. Dat we ons voortdurend afvragen of we ons werk wel juist uitvoeren. Of in ons handelen de cliënt nog wel centraal staat. Dat en alleen dat kan een bijdrage leveren aan veilig wonen en werken in Saxenoord.
Het werk gaat gewoon door, dat is wat ik ook van jullie verwacht. Ik wil benadrukken om niet zelf met allerlei gedachten en uitspraken hier een beeld over en bij te vormen. Dat geeft onrust die nergens toe leidt. Dat zo'n onderzoek spannend is begrijp ik, wie daarover in gesprek wil, kan mij benaderen.
Ik hoop jullie hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zal jullie op de hoogte houden. (…)".
2.8.
In het verslag van het overleg van [A] met de teamleiders van de regio Noard Westergo (LMT overleg) op 5 februari 2019 staat, voor zover thans van belang, het volgende over de situatie in Saxenoord vermeld:
"(…)
 Uitkomsten onderzoek nav IGJ melding: meenemen in werkoverleg op locatie
• Signalen uit de praktijk worden onvoldoende opgevangen door medewerkers en leidinggevenden, waardoor situaties blijven bestaan.
• Er is in de praktijk onvoldoende zicht op heersende problematiek en geen totaaloverzicht om zaken te herkennen
• Onszelf de vraag stellen, waarom iets niet 'boven komt drijven?'. Waarom worden overschrijdende situaties niet gemeld.
o Ook meenemen in overleg met de verpleegkundigen.
• Er wordt nog gesproken over de inhoud en taalgebruik die medewerkers in rnails soms naar leidinggevenden sturen. [A] geeft aan dat onbeschoft taalgebruik niet geaccepteerd moet worden en dat de medewerker hierop moet worden aangesproken en dat hiervoor een waarschuwing mag worden gegeven. Als medewerkers al op deze wijze naar leidinggevenden communiceren, wat gebeurt er dan onderling of naar bewoners toe?
o Dit soort situaties ook met elkaar delen, omdat het erg persoonlijk kan worden gemaakt en [A] hierover informeren.
In teams nadenken over; kennen we de gevolgen, begrijpen wede risico’s en begrijpen we waar de aanleiding ligt (…)".
2.9.
Naar aanleiding van het gemelde incident heeft [A] met de teamleider [E] en in overleg met [B] een aantal maatregelen getroffen: hoor en wederhoor van de melder en de pleger; een schriftelijke waarschuwing naar de pleger; gesprekken tussen teamleider en medewerkers met aandacht voor het belang van openheid van zaken en het geven van feedback; inlichten van de betreffende bewoner en haar familie; start met opstellen plan voor training aan teams; wijziging werkplek van een aantal teamleden; besluit aanstelling vier MBO verpleegkundigen om medewerkers te coachen. De MBO verpleegkundigen zijn in de week van 18 februari 2019 aangenomen.
2.10.
Patyna heeft - evenals bij het eerdere incident in juni 2017 - Quasir ingeschakeld, die het externe onderzoek heeft verricht en een onderzoeksrapport heeft opgesteld (hierna: het onderzoeksrapport). In het onderzoeksrapport wordt, voor zover van belang, het volgende vermeld:
"
7. Analyse tot basisoorzaken
(…)
De onderzoekscommissie heeft de volgende basisoorzaken geïdentificeerd:
1. Grensoverschrijdend gedrag is geaccepteerd gedrag.
2. Er is geen sfeer van vertrouwen en veiligheid.
3. Interne scholing van zorgkundigen sluit niet aan bij de zorgzwaarte van de cliënt.
4. Organisatie herkent grensoverschrijdend gedrag niet en voert hier geen beleid tegen.
5. Er zijn geen in- en exclusiecriteria die de VPK ondersteunen bij het opnemen van cliënten.
6. Huisarts is geen regievoerder omdat hij denkt dat de SO betrokken is bij de zorg.
(…)
Bijvangst
Binnen de Arbowet zijn vier verschillende ongewenste omgangsvormen benoemd: Discriminatie, (seksuele) Intimidatie, Agressie en Geweld, Pesten. Dit zijn de vormen van psychosociale arbeidsbelasting. De commissie adviseert de bestuurder om de Arbo-coördinator in te schakelen voor een medewerkers tevredenheidsonderzoek gericht op intimidatie, verbale agressie, pesten, werksfeer, weerbaarheid en leiding op de werkvloer.
8. Conclusies
1. De commissie heeft kunnen vaststellen dat er sprake is van grensoverschrijdend gedrag in de zorgrelatie tussen medewerker en cliënt.
Hierbij mag aangetekend worden dat tijdens het onderzoek sterk de verdenking is gerezen dat niet alléén de vermeende pleger in de fout is gegaan maar dat er gedurende een langere periode door meerdere medewerkers grensoverschrijdend gedrag is vertoond.
2. Het grensoverschrijdend gedrag betreft fysiek geweld (hardhandig vastpakken en tegen de wens van de cliënt uit bed trekken) en machtsmisbruik (onredelijk lang laten wachten op zorg). Daarnaast is er ook sprake van verbaal geweld tussen zorgverleners onderling.
(…)
9. Voorgestelde verbetermaatregelen die aansluiten op de basisoorzaken
Cliëntgebonden:
  • Zorgplan actualiseren in overleg met cliënt en huisarts.
  • Zelfregie ruim (100%) toepassen bij deze cliënt
  • Regievoerder aanstellen en afspraken maken over de invulling van deze taak.
Organisatie- en vestigings- gebonden:
  • Top down beleid van management opnieuw onder de loep nemen waaronder het aantal teamleiders en het takenpakket.
  • De organisatie heeft onvoldoende zicht op de cultuur binnen de teams waarin grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt en voert geen actief beleid tegen dit gedrag.
Teneinde dit proces op een adequate wijze te ondersteunen adviseert de commissie de bestuurder om een coach trots en waardigheid aan te stellen die de basis voor veilige zorg kan borgen.
  • Visie, missie en moreel kompas een terugkerend thema laten zijn binnen de organisatie. Laat geen twijfel bestaan over de grenzen: het mag niet.
  • Het is wenselijk om de SO’s en VPK’s meer te betrekken bij het beleid en de integratie van professionele waarden en maatschappelijke waarden in de beroepsuitoefening (het moreel kompas) binnen Saxenoord.
  • De huisarts is hoofdbehandelaar en van hem wordt verwacht dat hij vanuit het medisch leiderschap eventuele tekortkomingen in zorg en/of de behandeling signaleert. De huisarts geeft aan dat hij de regie niet kan voeren en verwacht dat de SO deze taak overneemt maar initieert zelf geen consulten. Met het oog op de toekomst raadt de commissie de bestuurder aan om de samenwerking tussen de SO en de huisarts bij cliënten met zorgzwaarte ZZP 5 en 6 structureel te verbeteren.
Medewerker gebonden:
  • Angstcultuur doorbreken. Meldingen bespreekbaar maken.
  • Medewerkers weerbaar maken. Dit zou kunnen met het aanstellen van weerbaarheidscoaches.
  • Functie VIG herzien en opleiding/nascholing inrichten op basis van kennis en ervaring met de verschillende doelgroepen.
  • De rol van de VPK (J) is onduidelijk en onwerkbaar binnen de organisatie. De VPK wordt niet betrokken bij managementbeslissingen die gevolgen hebben voor de kwaliteit van zorg.
  • Samenwerking SO en huisarts optimaliseren en duidelijke afspraken maken over regievoering. Is het mogelijk om de SO te betrekken bij de indicering daar waar het zorgzwaarte 5 en 6 betreft.
  • Organiseer klinische lessen rondom het thema: geweld in zorgrelatie en op de werkvloer.
  • Belangrijke thema’s waaronder zorg voor cliënten met psychiatrische aandoeningen in een VVT-omgeving onderdeel maken van de (na)scholing van zorgkundigen.
  • Het juridisch kader rond het begrip wilsbekwaamheid in de huidige wetgeving onderdeel maken van de interne scholing.
(…)
11. Acties van de bestuurder
De bestuurder is op de hoogte gehouden omtrent de voortgang van het lopende onderzoek en realiseert zich welke impact het onderzoek heeft voor de cliënt, betrokken medewerker en de organisatie. In de conclusies en de voorgestelde verbetermaatregelen die aansluiten op de basisoorzaken kan de bestuurder zich vinden.
De bestuurder organiseert
- Een besloten meeting waarin alle betrokken medewerkers van Saxenoord op de hoogte worden gebracht van de uitkomsten van het onderzoek;
- Een gesprek met de cliënt en de familie waarin zij op de hoogte worden gesteld van de uitkomsten van het onderzoek;
- Een gesprek met de huisarts van de cliënt en de SO over de uitkomsten van het onderzoek."
2.11.
Op 25 februari 2019 heeft Quasir haar onderzoeksrapport aan Patyna samengevat gepresenteerd. Bij de presentatie waren naast de onderzoeker van Quasir aanwezig de intern onderzoeker van Patyna, mevrouw [F] , en de heren [A] en [B] . [A] had het rapport voorafgaand aan de presentatie ontvangen en werd in de gelegenheid gesteld om een eerste reactie te geven op de samenvatting van het onderzoeksrapport. Vervolgens heeft [B] tijdens de bijeenkomst (in aanwezigheid van de interne en de externe onderzoeker) [A] meegedeeld dat hij per direct van zijn taken en verantwoordelijkheden op Saxenoord wordt ontheven.
2.12.
Dezelfde dag, 25 februari 2019, heeft [B] een e-mail gestuurd aan de leden van het Managementoverleg van Patyna en kort daarna aan de acht teamleiders aan wie [A] leiding geeft, waarin [B] het volgende heeft geschreven:
" Via deze mail breng ik jullie op de hoogte van de gevolgen van een calamiteit binnen de locatie Saxenoord (Franeker). Extern onderzoeksbureau Quasir meldt een serieus probleem met de kwaliteit van zorg op deze locatie. Extra verontrustend omdat er in 2018 een andere calamiteit geweest is.
Korte samenvatting van wat er aan de hand is: Binnen de locatie speelt een duidelijk cultuurprobleem waarbij sprake is van een onduidelijk moreel kompas bij medewerkers. Ook is er gebrek aan brede inhoudelijke kennis, is er geen samenwerking tussen verpleegkundigen en andere zorgmedewerkers. Regievoering bij cliënt tussen SOG-er en huisarts ontbreekt. Verantwoordelijke teamleider en locatiemanager hebben daarin niet de verantwoordelijkheid getoond die mag worden verwacht worden vanuit hun functie.
Op basis van de rapportage ga ik als volgt ingrijpen. [A] wordt ontheven van zijn taken bij Saxenoord. De teamleider gaat ook weg bij Saxenoord. [G] is voorlopig bereid de sturing over Saxenoord over te nemen. Onder [G] komen minimaal 2 teamleiders en 2 HBO-verpleegkundigen. Dinsdagochtend worden medewerkers en het betrokken team door mij op de hoogte gebracht. Vandaar dat het MOP overleg in locatie en tijd verplaatst is naar Saxenoord.
De start van verandertraject Patyna ûnderweis was in eerste instantie gepland op maandag 25 februari. Door deze calamiteit in Saxenoord is dit uitgesteld naar maandag 4 maart aanstaande. In dit verandertraject wordt bepleit om: gelijkwaardig, open, verbindend, eenvoudig multidisciplinair en verantwoordelijk met elkaar te werken. Dit heeft ook alles te maken met de nieuwe leiderschapsstijl binnen Patyna. Dit ingrijpen is een voorbeeld van Patyna-nieuwe stijl.
Intern kunnen we als organisatie eigenlijk alleen maar proactief reageren. Dat hebben we als het ware ook met elkaar afgesproken: een ‘doofpotstrategie’ past niet. Belangrijk is de situatie goed te duiden: open en eerlijk, snel én zorgvuldig. De communicatie-route heeft betrekking op de hele organisatie. Door de onderlinge verbanden binnen de organisatie is niet uit te sluiten dat deze crisis ook extern wordt opgepakt, door stakeholders en lokale en regionale pers.
Mochten jullie vragen hebben dan vertrouw ik erop dat jullie me weten te vinden,
(…)".
Ook de Ondernemingsraad, de Centrale Cliëntenraad en de Raad van Toezicht zijn per e-mail door [B] geïnformeerd over de kwestie.
2.13.
Bij brief van 26 februari 2019 aan de vrijwilligers en aan de bewoners en eerste contactadressen (familie van bewoners) van de locatie Saxenoord heeft [B] , voor zover thans van belang, het volgende geschreven:
"Betreft: Wijzigingen op locatie Saxenoord
Graag informeren wij u over een aantal wijzigingen op de locatie Saxenoord van zorgorganisatie Patyna. Naar aanleiding van een voorval in het najaar van 2018 is er een extern onderzoek binnen Saxenoord geweest. Mensen van buiten onze organisatie hebben naar Saxenoord gekeken. Zij denken dat de kwaliteit van zorg in Saxenoord nog beter kan. Daarom kijken we nu kritisch naar onze dienstverlening om zo de teams nog beter te kunnen laten functioneren.
(…) verandert er niks. (…) Wel zult u een aantal nieuwe gezichten zien. We nemen daarbij afscheid van locatiemanager [A] en teamleider [E] . Teamleider [D] en locatiemanager [G] gaan de verbeteringen in Saxenoord in goede banen leiden. Ook komen er extra verpleegkundigen om Saxenoord te ondersteunen op het gebied van goede zorg.
(…)".
2.14.
[B] heeft alle medewerkers in drie bijeenkomsten geïnformeerd over het besluit om [A] uit zijn functie op Saxenoord te ontheffen en een interimmanager (voor twee dagen per week) aan te stellen. Op het intranet van Patyna zijn twee teksten geplaatst, te weten:
Op 26 februari 2019:
"Medewerkers van locatie Saxenoord zijn dinsdag geïnformeerd over een aantal veranderingen op hun locatie. Aanleiding is extern onderzoek naar een eerder voorval in het najaar van 2018. De onderzoekers hebben gekeken naar de kwaliteit van zorg, het opleidingsniveau en sfeer op de locatie.
'We denken dat we daar nog stappen in kunnen zetten', vertelt bestuursvoorzitter [B] . 'We zien dat er heel hard wordt gewerkt. Maar we hebben ook ontdekt dat collega’s het ingewikkeld vinden om elkaar aan te spreken. Binnen Patyna willen we graag dat er een sfeer van vertrouwen is. Daar gaan we nu hard aan werken binnen Saxenoord.' Om ook de kwaliteit van zorg omhoog te brengen wordt een extra HBO-verpleegkundige ingezet. Teamleider [D] en locatiemanager [G] gaan de verbeteringen in goede banen leiden.'"
En op 8 maart 2019:
"Afgelopen donderdag zijn de medewerkers van Saxenoord in gesprek geweest met bestuursvoorzitter [B] en locatiemanager [G] over de veranderingen op locatie Saxenoord. Aanleiding was het verschenen rapport over een eerder voorval in het najaar van 2018.
In het bomvolle restaurant was ruimte om vele kritische vragen te stellen. En dat is ook gebeurt. Want er spelen genoeg emoties bij deze grote verandering. De bedoeling was om duidelijk te maken hoe de kwaliteit van zorg verder verbeterd kan worden. De enorme betrokken- en bevlogenheid van locatie Saxenoord kwam tijdens de bijeenkomst heel duidelijk naar voren.
De bijeenkomst is afgesloten met een de ambitie om ‘mei elkoar’ de schouders er onder te blijven zetten. Een rapportage van een extern onderzoeksbureau biedt allerhande aanknopingspunten op de kwaliteit van zorg op een nog hoger niveau te krijgen. Ook zijn inmiddels nieuwe zorgondersteuners en MBO-V 'ers aangenomen. Hierdoor is er extra kennis en deskundigheid in huis gehaald en helpt het Saxenoord verder.".
2.15.
Bij e-mail van 28 februari 2018 heeft [A] bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken en tegen de ontheffing van zijn taken. [A] verzoekt [B] om hem binnen 24 uur toe te laten tot zijn taken en verantwoordelijkheden als regiomanager op Saxenoord én de berichtgeving aan stafhoofden, MOP leden en teamleiders in de e-mails van 25 februari 2019 te rectificeren. Aan voormelde verzoeken van [A] is niet voldaan.
2.16.
Bij brief van 4 maart 2019 schrijft de gemachtigde van [A] aan [B] - samengevat - dat [A] , ondanks zijn herhaalde verzoek, nog steeds niet is geïnformeerd over de redenen voor de bijzonder ingrijpende maatregel om hem met onmiddellijke ingang van zijn taken als regiomanager van Saxenoord te ontheffen en dat er ook geen hoor- en wederhoor heeft plaatsgevonden. Voorts schrijft de gemachtigde dat de eer en goede naam van [A] zijn beschadigd door de wijze waarop [B] de organisatie heeft geïnformeerd en dat [B] [A] nog heeft gebeld op 28 februari 2019 met de boodschap dat [A] zijn beslissing maar moest accepteren en dat er anders geen plek meer voor hem binnen de organisatie zou zijn. Voorts schrijft de gemachtigde dat zij genoodzaakt is een kort geding aan te spannen, nu Patyna niet aan de verzoeken van [A] tot wedertewerkstelling en rectificatie wil voldoen.
2.17.
Op 5 maart 2019 vindt een gesprek plaats tussen [B] en [A] . Naar aanleiding van dat gesprek stuurt [B] 's avonds een e-mail naar [A] waarin hij aangeeft dat hij een reflectie van [A] wenst op de tweede calamiteit, dat hij de definitieve rapportage van Quasir heeft ontvangen en dat hij tevens als bijlage de 'bijvangst' meestuurt waaruit hij [A] op 25 februari 2019 heeft geciteerd. In het document met als titel 'Bijvangst' wordt, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
"Organisatie en cultuur
Veel veranderingen worden top down geïnitieerd en uitgevoerd. Simpel gezegd komt dit erop neer dat binnen Saxenoord de regiomanager een verandering wenst die door de teamleider wordt uitgevoerd. De regiomanager en teamleider zitten op dezelfde lijn en meerdere teamleiders wordt als ‘storend’ ervaren omdat er verschil van inzicht kan zijn.
Het probleem in deze situatie is dat zodra het iets minder gaat met de organisatie, het gebrek aan succes volledig op de schouders van de teamleider komt te liggen die onder deze werklast dreigt te bezwijken, hetgeen in het verleden meermaals is gebeurd. Daarnaast is groei ook erg moeilijk in deze organisatie die volledig top down werkt.
Het motto van Patyna ‘mei elkoar’ is niet van toepassing op de samenwerking binnen Saxenoord. De medewerkers hebben onvoldoende inspraak. Medewerkers ervaren intimidatie, pesten, verbaal geweld, machtsmisbruik en onvoldoende steun. Kortom: een onveilige werksfeer. Er is sprake van een angstcultuur. Grensoverschrijdend gedrag wordt ‘niet als afwijkend herkend’ door het management en is een onderdeel geworden van de cultuur binnen Saxenoord. Het vermoeden is gerezen dat het grensoverschrijdende gedrag naar cliënt(en) en collega’s over een langere periode heeft kunnen plaats vinden en zijn er meerdere personen bij betrokken.
Advies:
Evalueer de positie van het zittend management. Dit is het tweede incident op het gebied van grensoverschrijdend gedrag binnen een jaar. Is het management in staat om de cultuur aan te passen of houdt zij deze in stand.
(…)".
2.18.
Bij e-mail van 6 maart 2019 heeft (de gemachtigde van [A] ) naar aanleiding van het gesprek en de e-mail d.d. 5 maart 2019, voor zover van belang, aan [B] geschreven dat hij (de timing van) het verzoek aan [A] om te reflecteren zeer merkwaardig vindt nu het besluit om [A] van zijn functie op Saxenoord te ontheffen reeds genomen is, zodat het erop lijkt dat [B] dit besluit achteraf probeert te verantwoorden. Tevens geeft de gemachtigde aan dat [A] niet bekend was met het bijvangstrapport en daar dus ook niet op heeft kunnen reageren en dat [A] de terugplaatsing van teamleider [D] , die onderdeel was van het bestaande cultuurprobleem en niet kon samenwerken met teamleider [E] , die juist openheid wilde, betekent dat de cultuurverandering een halt wordt toegeroepen en men weer terug bij af is.
2.19.
Op 7 maart 2019 heeft (de gemachtigde van) Patyna aan [A] als reactie op zijn brief van 4 maart 2019 - samengevat - geschreven dat zij, gelet op de ernst van de situatie achter de door haar genomen beslissing tot voorlopige taakontheffing van het management binnen Saxenoord en de benoeming van interimmers staat. Patyna geeft aan dat de communicatie achter bezien beter afgestemd had kunnen worden en dat de woordkeuze van Patyna in het binnen het management verspreide bericht (ktr: van 25 februari 2019) ongelukkig is geweest en Patyna biedt haar excuses aan voor het geval dat [A] zich hierdoor ondermijnd voelt. Patyna schrijft verder dat voornoemde berichtgeving op 26 februari 2019 mondeling tijdens het MOP-overleg en op 5 maart 2019 in het regio-overleg mondeling is genuanceerd door [B] , waarmee Patyna de indruk heeft gekregen dat de ongelukkige woordkeuze is rechtgezet. Tenslotte verzoekt Patyna [A] om een voorstel te doen in het kader van de gewenste rectificatie en oppert zij de mogelijkheid van mediation.
2.20.
Op 11 maart 2019 heeft (de gemachtigde van) [A] aan Patyna geschreven dat de inhoud van het bijvangstrapport [A] zeer verbaast. Verder schrijft [A] dat hij zich kan vinden in de aangeboden mediation maar dat dit zijn belang bij rectificatie van de interne en externe berichtgeving niet wegneemt. [A] heeft Patyna vervolgens een concepttekst voor de rectificaties aangeleverd.
2.21.
In de daaropvolgende correspondentie hebben partijen geen overeenstemming weten te bereiken over de werkhervatting van [A] en over (de inhoud van) rectificatie.

3.Het geschil

3.1.
[A] vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Patyna te veroordelen om:
1. [A] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in de gelegenheid te stellen zijn functie van regiomanager op de locatie Saxenoord op de gebruikelijke wijze uit te oefenen, met alle daaraan verbonden taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en zonder enige beperking, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 10.000,- per dag of gedeelte daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, dan wel een door de kantonrechter vast te stellen dwangsom;
2. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een bericht te sturen aan de
leden van het MOP en de 8 teamleiders, op de wijze die binnen Patyna gebruikelijk is en met
de volgende inhoud:
‘[Aanhef]
Op 25 februari jl. heb ik je op de hoogte gesteld van mijn besluit om [A] te ontheffen van zijn taken en verantwoordelijkheden als locatiemanager van Saxenoord naar aanleiding van het door Quasir opgestelde rapport. Daarbij heb ik vermeld dat [A] zijn verantwoordelijkheid niet zou hebben genomen.
Hierbij wil ik dit bericht rectificeren.
[A] heeft voortdurend zijn verantwoordelijkheid genomen en heeft ook steeds conform de
geldende protocollen en in het belang van Patyna gehandeld, zoals wij van hem gewend zijn.
Mijn besluit om [A] te ontheffen van zijn taken en verantwoordelijkheden als locatiemanager van Saxenoord was onjuist. Dit betekent dat [A] zijn gebruikelijke werkzaamheden als locatiemanager op de locatie Saxenoord met onmiddellijke ingang zal hervatten, met alle daaraan verbonden taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en zonder enige beperking. Ik besef dat ik met het besluit om [A] te ontheffen van zijn taken en verantwoordelijkheden als locatiemanager van Saxenoord niet alleen onrust heb veroorzaakt binnen de organisatie, maar ook [A] uitstekende staat van dienst en zijn reputatie schade heb toegebracht. Dit is nimmer mijn bedoeling geweest en spijt mij dan ook zeer.
Met vriendelijke groet,
[B] ’
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 10.000,- per dag of gedeelte
daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, dan wel een door de kantonrechter vast te
stellen dwangsom;
3. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een bericht te sturen aan de vrijwilligers, bewoners en eerste contactadressen, op de wijze die binnen Patyna gebruikelijk is en met de volgende inhoud:
‘[Aanhef]
Op 26 februari jl. heb ik u bericht dat wij - naar aanleiding van een voorval in het najaar van 2018 - afscheid zouden nemen van de heer [A] als locatiemanager van de locatie Saxenoord. Een en ander heeft mogelijk de indruk gewekt dat [A] zijn werkzaamheden als locatiemanager niet goed of niet conform de geldende regels of protocollen zou hebben uitgevoerd.
Daarvan is echter geen sprake. Hierbij wil ik dit bericht dan ook rectificeren.
[A] is al jarenlang een zeer gewaardeerde locatiemanager die te allen tijde conform de geldende normen heeft gehandeld. Mijn besluit om [A] te als locatiemanager van Saxenoord te vervangen was onjuist. Dit betekent dat [A] zijn gebruikelijke werkzaamheden als locatiemanager op de locatie Saxenoord met onmiddellijke ingang zal hervatten, met alle daaraan verbonden taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en zonder enige beperking. Ik besef dat ik met het besluit om [A] te vervangen niet alleen onrust heb veroorzaakt binnen de organisatie, maar ook [A] ’s uitstekende staat van dienst en zijn reputatie schade heb toegebracht. Dit is nimmer mijn bedoeling geweest en spijt mij dan ook zeer.
Met vriendelijke groet,
[B] ’
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 10.000,- per dag of gedeelte
daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, dan wel een door de kantonrechter vast te
stellen dwangsom;
4. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het onder 2 genoemde bericht op de website van Patyna te plaatsen, zodat alle medewerkers van Patyna hiervan kennis kunnen nemen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 10.000,- per dag of gedeelte daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, dan wel een door de kantonrechter vast te stellen dwangsom;
5. de kosten van de procedure te voldoen, daaronder begrepen het salaris van de gemachtigde, te vermeerderen met nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
[A] stelt hiertoe - samengevat weergegeven - het volgende. Patyna heeft geen enkele reden om [A] , die een uitstekende staat van dienst heeft en volledig conform protocol heeft gehandeld ter zake (de melding van) het incident op Saxenoord van 15 november 2018, uit zijn functie van regiomanager te ontheffen en heeft de belangen van [A] - om haar moverende redenen - op grove wijze geschaad. Patyna heeft bij de totstandkoming van het besluit om [A] van zijn taken en verantwoordelijkheden te ontheffen meermaals in strijd met goed werkgeverschap gehandeld. Patyna heeft geenszins onderbouwd dat er zwaarwegende gronden/zwaarwichtige redenen zijn voor de schorsing/non-actiefstelling van [A] , zodat de gevraagde tewerkstelling reeds daarom voor toewijzing gereed ligt. De door Patyna geschetste cultuurproblemen op Saxenoord gelden voor de gehele organisatie; organisatiebreed is sprake van cultuuraspecten, lage taakvolwassenheid en vervaagde normen en waarden. [A] heeft daarover veelvuldig overleg met zijn collega-regiomanagers en met de bestuurder. Mede gelet op de uitlating van [B] in het gesprek met [A] op 26 februari 2019, inhoudende dat [B] , mocht de IGJ hem naar het incident vragen, nu kon aangeven dat hij 'daadkrachtig' had opgetreden door het zittende management van de functie te ontheffen, heeft het er alle schijn van dat [B] intern en extern een daad wil stellen en doet of hij schoon schip maakt, ten koste van [A] . Ook door de overige interne en externe berichtgeving over de positie van [A] heeft Patyna de reputatie van [A] niet alleen intern, maar ook naar buiten toe beschadigd, hetgeen ontoelaatbaar is en in strijd met goed werkgeverschap. Patyna gedraagt zich niet als goed werkgever door [A] direct op non-actief te stellen, zonder toepassing van hoor en wederhoor.
3.3.
Patyna heeft zich verweerd en in dat verband - samengevat weergegeven - het volgende aangevoerd. De ernst en de omvang van de problematiek zoals deze door Quasir is vastgesteld maakt dat Patyna geen andere mogelijkheid had dan hierop direct in te grijpen. Daarbij speelt ook een rol dat er reeds eerder een incident binnen Saxenoord heeft plaatsgevonden en dat het gaat om het tweede advies van Quasir binnen een jaar. Uit het onderzoek van Quasir is gebleken dat er sprake is van ernstige organisatorische tekortkomingen binnen Saxenoord die in beginsel rechtstreeks vallen onder de verantwoordelijkheid van de regiomanager. Gelet op deze constateringen van Quasir en het advies dat het zittend management moest worden geëvalueerd, moest het zittend management (wellicht tijdelijk) plaats maken voor onafhankelijke interimmers, zodat zorgvuldig en objectief nader onderzoek kon worden verricht naar de situatie op Saxenoord en de rol van het zittende management daarin. De inhoud van de rapportage van Quasir kwam als een complete verrassing voor de Raad van Bestuur. Betwist wordt dat de Raad van Bestuur op de hoogte was van alles wat zich afspeelde binnen Saxenoord en dat [A] alles met [B] afstemde. Ook wordt betwist dat er Patyna-breed sprake is van cultuurproblemen en aanleiding tot bezorgdheid omtrent de kwaliteit van zorg. De problematiek op de twee andere locaties waar [A] zich destijds mee bezig heeft gehouden was anders, namelijk zorginhoudelijk, terwijl die op Saxenoord cultuuraspecten lijkt te betreffen. Betwist wordt dat 80% van het werk van [A] - die gewoon zijn salaris ontvangt en nog immer verantwoordelijk is voor de vier andere locaties - is komen te vervallen door de tijdelijke taakontheffing. Patyna betwist bovendien dat de rectificatie als gevorderd door [A] van haar gevergd kan worden, maar is bereid tot een rectificatie met de volgende inhoud:
"• Intern (d.w.z. binnen het MOP en onder de teamleiders) te verspreiden:
“Op 25 februari jl. heb ik jullie bericht over mijn besluit om [A] per direct te ontheffen van zijn taken en verantwoordelijkheden als locatiemanager van Saxenoord naar aanleiding van het door Quasir opgestelde rapport Daarbij heb ik vermeld dat [A] zijn verantwoordelijkheid niet zou hebben genomen. Deze conclusie is achteraf bezien te snel genomen. In het geval hiermee onrust binnen de organisatie is ontstaan, of de reputatie van [A] mogelijk schade is toegebracht is dit nimmer mijn bedoeling geweest. Dit spijt mij dan ook zeer. Op dit moment wordt door middel van een interim locatiemanager en teamleider de benodigde aandacht gegeven aan Saxenoord. Daarbij zullen ook de uiteindelijke oorzaken en verantwoordelijkheden worden onderzocht.
Inmiddels zijn [A] en ik met elkaar in gesprek getreden.”
• Extern (d.w.z. aan vrijwilligers, bewoners en eerste contactadressen) te verspreiden:
“Op 26 februari jl. heb ik u bericht dat wij - naar aanleiding van een voorval in het najaar van 2018 - afscheid nemen van onder andere de heer [A] als locatiemanager van Saxenoord. Een en ander zou mogelijk de indruk hebben kunnen wekken dat [A] zijn werkzaamheden als locatiemanager in geheel niet meer uitvoert. Daarvan is evenwel geen sprake. [A] is nog onverkort als locatiemanager actief voor andere locaties.
Mijn besluit om het management in Saxenoord te vervangen is mogelijk tijdelijk van aard en in beginsel genomen om een andere locatiemanager en teamleider met een frisse en onafhankelijke blik naar Saxenoord te laten kijken en Saxenoord daarbij de aandacht te geven die deze locatie nu nodig heeft.
Als u nog vragen heeft, kunt u deze uiteraard aan mij stellen.”".

4.De beoordeling

4.1.
Partijen twisten in dit kort geding in de kern over de vraag of Patyna verplicht is met onmiddellijke ingang de non-actiefstelling van [A] op te heffen en hem weer toe te laten zijn gebruikelijke werkzaamheden als regiomanager op de locatie Saxenoord te hervatten. Verder verschillen partijen van mening over (de inhoud van) een rectificatie van eerder door Patyna gedane mededelingen rond de ontheffing van de taken van [A] op Saxenoord.
4.2.
Niet in geschil is dat [A] een spoedeisend belang heeft. Dat volgt ook reeds uit de aard van de vorderingen tot - kort gezegd - hervatting van de bedongen werkzaamheden van [A] , alsmede tot de rectificatie zoals in het petitum verwoord. In dit kort geding moet worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten feiten en omstandigheden een ordemaatregel rechtvaardigen/vereisen en of de vorderingen van [A] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening als gevorderd.
Goed werkgeverschap
4.3.
De kantonrechter stelt voorop dat de beantwoording van de vraag of [A] in de gelegenheid dient te worden gesteld om de overeengekomen arbeid te verrichten, moet worden beoordeeld aan de hand van artikel 7:611 BW, waarin de algemene maatstaf is neergelegd van hetgeen een goed werkgever behoort te doen en na te laten. Deze algemene maatstaf brengt met zich dat de toewijsbaarheid van een vordering tot wedertewerkstelling met name afhangt van de aard van de dienstbetrekking, van de overeengekomen arbeid en van de bijzondere omstandigheden van het geval (HR 12 mei 1989, ECLI:NL:HR:1989:AC2497). De vrijheid van de werkgever om de organisatie in te richten naar eigen wensen moet worden afgewogen tegen het gerechtvaardigde belang van een werknemer bij tewerkstelling. Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat een werknemer in beginsel een zwaarwegend belang heeft bij het kunnen verrichten van de overeengekomen arbeid. Van een goed werkgever mag dan ook worden gevergd dat hij een werknemer de mogelijkheid biedt om de overeengekomen arbeid te verrichten, tenzij er een redelijke en zwaarwegende grond is om hem die mogelijkheid te ontzeggen (Hof Leeuwarden, 29 november 2011, JAR 2012/14; Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 januari 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:295). De werkgever dient alle belangen van de werknemer in zijn besluitvorming te betrekken. Bovendien zal de werkgever vóór de non-actiefstelling met de werknemer behoorlijk overleg moeten hebben gepleegd en de werknemer in elk geval op een zorgvuldige wijze gehoord moeten hebben. Ook is belangrijk dat de reden van de non-actiefstelling bij de werknemer bekend is en reeds in een eerder stadium aan hem is meegedeeld.
Hoor en wederhoor
4.4.
[A] heeft gesteld dat Patyna zich niet als goed werkgever heeft gedragen door hem direct op non-actief te stellen, zonder hoor en wederhoor. [A] is niet in de gelegenheid gesteld zijn visie op het besluit tot non-actiefstelling te geven. Patyna heeft [A] niet rechtstreeks geïnformeerd over de redenen die aan haar besluit ten grondslag liggen. Uit correspondentie aan derden begrijpt [A] dat Patyna hem verwijt dat hij zijn verantwoordelijkheid niet zou hebben genomen. [A] hoort pas lang na zijn ontheffing dat het nader onderzoek zou bestaan uit een evaluatie van het management dat is gebaseerd op het bijvangstrapport, waarvan Patyna stelt dat het afkomstig is van Quasir. Nog daargelaten dat [A] , gelet op de vormgeving en de schrijfstijl van het bijvangstrapport twijfelt aan de herkomst ervan, heeft [A] het bijvangstrapport pas op 5 maart 2019 voor het eerst gezien en is er (ook op dit punt) geen sprake van hoor en wederhoor geweest; [A] is niet in de gelegenheid gesteld om zijn visie op de inhoud van de 'bijvangst' te geven. Nu Patyna de 'bijvangst' dan wel het nader onderzoek aan de non-actiefstelling ten grondslag legt, is er sprake van strijd met goed werkgeverschap en strijd met het motiveringsbeginsel, aldus [A] .
4.5.
Patyna heeft daartegenover gesteld dat [A] betrokken is geweest bij het onderzoek van Quasir en in dat kader zijn visie heeft kunnen geven. Ook in het gesprek van 25 februari 2019 heeft [A] gelegenheid gekregen om te reageren op de inhoud van het rapport, terwijl [A] zelf nog immer geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek een reflectieverslag op te stellen over het incident, het onderzoek van Quasir en de inhoud van de onderzoeksrapportage. Wel erkent Patyna dat zij hoor en wederhoor op een andere wijze dan voornamelijk in het gesprek en de bijeenkomst van 25 februari 2019 plaats had kunnen laten vinden, waarvoor zij dan ook haar oprechte excuses heeft aangeboden.
4.6.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is op grond van hetgeen partijen hebben aangevoerd niet aannemelijk geworden dat Patyna zich aan het beginsel van hoor en wederhoor heeft gehouden. De enkele mogelijkheid die [A] is geboden op 25 februari 2019 om zijn inhoudelijke reactie op het onderzoeksrapport te geven, wordt in dit verband als volstrekt onvoldoende beschouwd. Immers, in het bijzijn van derden werd [A] gemeld dat besloten werd dat hij uit zijn taken op Saxenoord zou worden ontheven, maar niet gesteld of gebleken is dat op dat moment (concrete) redenen voor dat besluit aan [A] kenbaar zijn gemaakt. Dat [A] een inhoudelijke reactie op het rapport, dat kennelijk ten grondslag lag aan het besluit van de non-actiefstelling, mocht geven maakt niet dat voldaan is aan het beginsel van hoor en wederhoor. Het voorgaande klemt te meer nu Patyna ter zitting heeft aangegeven dat het onderzoek waarvoor de non-actiefstelling van [A] nodig was, vooral gericht is op de zogenaamde 'bijvangst'. [A] heeft de inhoud van de bijvangst, die blijkens de in het geding gebrachte stukken geen deel uitmaakte van het onderzoeksrapport waarover [A] op het moment van zijn non-actiefstelling op 25 februari 2019 beschikte, eerst op 5 maart 2019 ontvangen. Ten aanzien van deze bijvangst, die derhalve kennelijk in de kern ten grondslag ligt aan de non-actiefstelling van [A] , is geenszins gesteld of gebleken dat [A] hier op enig moment zijn visie op heeft kunnen geven. Sterker nog, [A] was niet eens op de hoogte van (de inhoud van) dit rapport. Het enkele feit dat Patyna, zoals zij heeft aangevoerd, op 25 februari 2019 zou hebben geciteerd uit het bijvangstrapport (waarvan [A] de herkomst heeft betwist) maakt - wat daar ook van zij - dit oordeel niet anders. Een enkel citeren is onvoldoende om te spreken van het bieden van de mogelijkheid aan [A] van hoor en wederhoor. Het op non-actief stellen van [A] op 25 februari 2019 terwijl hij zich daar op geen enkele manier op heeft kunnen voorbereiden met het in het ongewisse laten over de concrete redenen die ten grondslag lagen aan de non-actiefstelling, getuigen niet van goed werkgeverschap en maken dat de non-actiefstelling op het moment dat deze is ingegaan, 25 februari 2019, naar voorlopig oordeel van de kantonrechter, niet gerechtvaardigd was.
De omstandigheden van het geval
4.7.
Verder is de kantonrechter voorshands van oordeel dat Patyna onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een redelijk en zwaarwegend belang ten grondslag ligt aan de non-actiefstelling van [A] .
4.8.
Patyna heeft in dit verband - samengevat - het volgende naar voren gebracht. Het direct ingrijpen door Patyna heeft, mede op advies van Quasir, vorm gekregen door een voorlopige taakontheffing van het zittend management binnen Saxenoord en de plaatsing van interimmers. Deze interimmers hebben de opdracht gekregen om zorgvuldig en objectief onderzoek uit te voeren naar de situatie binnen Saxenoord, zodat Patyna meer inzicht krijgt in de situatie, waaronder de vraag of het zittend management (waaronder ook de teamleider) een rol heeft gehad en deel uitmaakt van de door Quasir gesignaleerde problematische cultuur op Saxenoord en daarmee mede verantwoordelijk is geweest voor de situatie zoals die door het onafhankelijk en gespecialiseerd onderzoeksbureau Quasir is geconstateerd. De toelating van [A] tot het verrichten van zijn werkzaamheden binnen Saxenoord is volgens Patyna geen optie. De objectiviteit van het te verrichten onderzoek is thans gewaarborgd door de inzet van interimmers. Op het moment dat het zittend management zou terugkeren zou er sprake zijn van een situatie waarin de slager zijn eigen vlees keurt, welk risico ook door Quasir wordt benoemd in haar rapportage. Van een definitieve taakontheffing van [A] is bovendien geen sprake. Indien uit het onderzoek van de interimmers blijkt dat het management van Saxenoord geen enkel verwijt valt te maken van de door Quasir geconstateerde situatie, is toelating van [A] tot zijn werkzaamheden binnen Saxenoord geenszins uitgesloten, aldus Patyna.
4.9.
[A] heeft hier - samengevat - het volgende tegenovergesteld. Patyna spreekt voortdurend van zwaarwegende belangen maar concretiseert deze niet. Afgezien daarvan is [A] uit zijn taken ontheven omdat hij zijn verantwoordelijkheid niet zou hebben genomen, hetgeen evenmin is onderbouwd door Patyna. Patyna noemt het zelf 'ongelukkig' dat zij van het niet nemen van verantwoordelijkheid heeft gesproken en zegt dit in het MOP mondeling te hebben genuanceerd. Hiermee erkent Patyna dat de basis onder de ontheffing uit de taken van [A] volledig is verdwenen. In het onderzoeksrapport van Quasir wordt bovendien nergens geadviseerd tot de ontheffing van [A] uit zijn functie of tot een 'objectief onderzoek' dat zou moeten plaatsvinden. Op 18 maart 2019 hoort [A] voor het eerst van een 'nader onderzoek'. Aangezien er al een onderzoek is gedaan door een onafhankelijke externe partij, is het volstrekt onduidelijk waarom en waarnaar een nader onderzoek zou moeten plaatsvinden. Daarbij komt dat de in het rapport van Quasir genoemde 'evaluatie van het management' een bijzonder vage formulering is en een dergelijk advies geen reden is om [A] niet meer op de locatie werkzaam te laten zijn. Waar het 'nader onderzoek' uit zou bestaan is onduidelijk en gelet op de personen die het onderzoek zouden moeten uitvoeren, collega's [G] en [D] , kan nimmer sprake zijn van een onafhankelijk of objectief onderzoek. Het is inmiddels zeven weken geleden dat [A] op non-actief is gesteld en Patyna heeft nog niets gevonden op basis waarvan zij kan volhouden dat [A] zijn verantwoordelijkheid niet zou hebben genomen. Het is in strijd met goed werkgeverschap om [A] zonder enige reden nog langer te laten 'bungelen'. Patyna heeft geen belang bij het handhaven van de non-actiefstelling terwijl de grond daarvan nog niet is komen vast te staan en ook niet zal komen vast te staan. Uit de rechtspraak blijkt ook dat de schorsing/non-actiefstelling moet worden opgeheven zodra het niet meer noodzakelijk is voor de voortgang van het onderzoek.
4.10.
De kantonrechter overweegt als volgt. Niet aannemelijk is geworden dat de rapportages van Quasir een verwijzing of suggestie ten aanzien van het functioneren van de regiomanager bevatten, laat staan dat er een advies in te lezen valt dat [A] op non-actief zou moeten worden gesteld. Er is slechts geadviseerd in de 'bijvangst' om het zittend management te evalueren. Voorts is het - zoals [A] onweersproken naar voren heeft gebracht - niet gebruikelijk binnen Patyna dat er na een extern onafhankelijk onderzoek opnieuw een onderzoek plaatsvindt en schrijven de protocollen dit ook niet voor. Hierbij wordt in aanmerking genomen de onweersproken stelling van [A] dat [B] tegen hem zou hebben gezegd dat de non-actiefstelling te maken had met het afleggen van verantwoording richting de IGJ. Het ingrijpende middel van het op non-actief stellen van een werknemer dient met terughoudendheid te worden toegepast en naar het oordeel van de kantonrechter is er in dat verband allerminst plaats om een dergelijk ingrijpend middel toe te passen als 'gebaar' naar de buitenwereld.
4.11.
Het voorgaande klemt te meer nu - mede gelet op de gemotiveerde betwisting ervan door [A] - onvoldoende aannemelijk is geworden dat objectiviteit is gewaarborgd door de inzet van de beide interimmers. Blijkens hetgeen partijen hebben aangevoerd is de interim regiomanager een collega manager van [A] en is de interim teamleider [D] - die al circa zeven jaar op Saxenoord werkte en volgens [A] onderdeel was van het bestaande cultuurprobleem - slechts twee weken vóór het incident van 15 november 2018, naar [A] onweersproken heeft verklaard wegens verschil van inzicht met teamleider [E] , naar een andere afdeling binnen Patyna vertrokken. [D] was bovendien onderdeel van het zittend management ten tijde van het eerste incident op 20 juni 2017, dat door Patyna mede ten grondslag wordt gelegd aan de non-actiefstelling van het huidige zittend management ( [E] en [A] ). De stelling van Patyna dat de beide interimmers als objectieve onderzoekers kunnen worden gekwalificeerd, kan dan ook bezwaarlijk worden volgehouden. De stelling van Patyna ter zitting dat [D] onafhankelijk is omdat zij eerder als klokkenluider richting [B] heeft gefungeerd, acht de kantonrechter niet juist. Temeer nu [A] onweersproken ter zitting heeft aangegeven dat [D] destijds buiten hem om, terwijl hij haar regiomanager was, naar de bestuurder is gegaan.
4.12.
Voorts acht de kantonrechter van belang dat Patyna vooralsnog niet voldoende geconcretiseerd heeft waar het onderzoek op ziet dat thans door de interimmers wordt uitgevoerd, noch welke resultaten dit tot dusverre, na zeven weken non-actiefstelling van [A] , heeft opgeleverd. In ieder geval is niet gesteld of gebleken dat er enig verwijt aan het adres van [A] , die altijd uitstekend heeft gefunctioneerd, kan worden gemaakt. De stelling van Patyna ter zitting dat onderzocht moet worden of het zittend management, waaronder [A] , deel uitmaakt van de cultuur van Saxenoord vindt geen enkele steun in de feiten of in het advies van Quasir en dient daarom te worden gepasseerd.
4.13.
Tenslotte neemt de kantonrechter in aanmerking dat de noodzaak van de ontheffing van [A] van zijn reguliere werkzaamheden als regiomanager op de locatie Saxenoord in verband met de uitvoering van het onderzoek vooralsnog niet is gebleken. Zelfs als moet worden aangenomen dat er voldoende aanleiding is om het onderzoek te verrichten zoals dat Patyna voorstaat, valt niet in te zien waarom Patyna niet had kunnen volstaan met een minder verstrekkende maatregel waarbij [A] - evenals het geval was tijdens het eerste incident van 20 juni 2017 - ten tijde van het onderzoek zijn taken als regiomanager kan blijven uitvoeren. Daartoe neemt de kantonrechter in aanmerking dat - zoals ter zitting is gebleken - de interim regiomanager zich, naast het onderzoek, bezighoudt met de uitvoering van het door [A] reeds ingezette verbeterplan op Saxenoord.
4.14.
Gelet op het voorgaande is vooralsnog onvoldoende aannemelijk geworden dat er een noodzaak was en is voor aanvullend onderzoek (noch het onderzoek van Quasir, noch andere feiten of omstandigheden geven hiertoe aanleiding), zijn geen uitkomsten van het onderzoek bekend of is anderszins gebleken van een verwijt dat kan worden gemaakt aan het adres van [A] in de periode van zeven weken dat het onderzoek nu al duurt, is niet gebleken van onafhankelijkheid van de interimmers en kan niet gezegd worden dat de non-actiefstelling van [A] noodzakelijk is voor de voortgang van het onderzoek, waarvan de duur ook nog onduidelijk is. De enkele tijdsaanduiding van Patyna van vóór de zomer of - naar de kantonrechter begrijpt - wellicht over vier weken wordt in dit verband onvoldoende geacht. Al met al is niet aannemelijk geworden dat sprake is van een verwijt aan het adres van [A] dat rechtvaardigt dat de op non-actiefstelling voortduurt. Onder die omstandigheden ontbreekt naar het oordeel van de kantonrechter een redelijk en zwaarwegend belang voor de non-actiefstelling van [A] , in afwachting van de uitkomsten van een onderzoek.
Wedertewerkstelling
4.15.
De conclusie is dat Patyna, naar voorlopig oordeel van de kantonrechter, in de gegeven omstandigheden niet als goed werkgever in de zin van artikel 7:611 BW heeft gehandeld, nu zij zonder een redelijke en voldoende zwaarwegende grond daartoe en zonder overleg met [A] over de ontstane situatie hem niet langer in de gelegenheid heeft gesteld zijn werk te verrichten. Patyna heeft onvoldoende rekening gehouden met het belang dat [A] had bij voortzetting van zijn werkzaamheden als regiomanager op Saxenoord. De vordering van [A] om hem weer toe te laten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden als regiomanager op Saxenoord zal dan ook worden toegewezen. De daaraan verbonden gevorderde dwangsom wordt eveneens toegewezen, zij het dat deze wordt gematigd en gemaximeerd als hierna in het dictum te vermelden.
Rectificatie
4.16.
[A] heeft gesteld dat Patyna zijn reputatie en daarmee zijn belangen op grove wijze heeft beschadigd, met de interne en externe berichtgeving over de positie van [A] . Deze berichtgeving is in strijd met goed werkgeverschap en moet worden gerectificeerd. Excuses aan [A] zoals Patyna deze heeft gemaakt, en een mondelinge toelichting aan het MT, is in dit verband volstrekt onvoldoende en neemt de schade van [A] niet weg, aldus [A] . Dat de gevorderde rectificatieteksten van [A] een waardeoordeel impliceren is logisch, nu Patyna met haar berichtgeving zelf ook een waardeoordeel over [A] heeft geveld, aldus tot slot [A] .
4.17.
Patyna heeft hiertegenover gesteld dat zij bereid is tot een vorm van rectificatie over te gaan, maar dat zij niet gedwongen kan worden iets te zeggen waar zij op dit moment niet achter kan staan. De rectificatieteksten van [A] impliceren een waardeoordeel omtrent zijn handelen en functioneren en lopen daarmee vooruit op het nog te verrichten onderzoek. In de berichtgeving, zoals deze is uitgegaan op 25 februari 2019 aan het managementteam en de teamleiders heeft Patyna een ongelukkige formulering gekozen en zij heeft dan ook kort na deze berichtgeving al erkend dat zij te voorbarig is geweest door op te nemen dat het zittend management onvoldoende verantwoordelijkheid heeft genomen. Patyna heeft diverse keren spijt betuigd en heeft erkend dat zij haar woorden niet gelukkig heeft gekozen en heeft ter zitting zelf hiertoe tekstvoorstellen in het geding gebracht.
4.18.
Voor de rectificatie met de inhoud als gevorderd door [A] acht de kantonrechter - gelet op de verstrekkende formulering daarvan en in het kader van deze procedure, die een voorlopige voorziening behelst - geen plaats. Wel ziet de kantonrechter aanleiding voor enige rehabilitatie van [A] , ook nu Patyna hem weer zal moeten toelaten als regiomanager op Saxenoord. Patyna heeft erkend dat de zinsnede dat [A] niet de verantwoordelijkheid zou hebben getoond die mag worden verwacht in zijn functie (zie 2.12) niet terecht was. In de berichtgeving naar vrijwilligers en aan (de familie van) de bewoners (zie 2.13) is vermeld dat afscheid genomen wordt van [A] . Dit wekt de suggestie dat definitief afscheid wordt genomen, hetgeen Patyna eerst (richting [A] ) op 7 maart 2019 heeft genuanceerd, in die zin dat ze vanaf dat moment van een tijdelijke maatregel spreekt. De kantonrechter is dan ook van oordeel - mede met inachtneming van hetgeen in 4.10. is overwogen over de geboden terughoudendheid (naar buiten toe) bij non-actiefstelling - dat van Patyna gevergd kan worden dat zij haar berichtgeving die tot onjuiste interpretatie heeft geleid of heeft kunnen leiden en beschadigend is voor de reputatie van [A] rectificeert als hierna in het dictum te bepalen. Daarbij ziet de kantonrechter tevens aanleiding om een dwangsom aan de veroordelingen ter zake te verbinden. De gevorderde dwangsommen zullen echter op na te melden wijze worden gematigd en gemaximeerd.
4.19.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
4.20.
Patyna zal als de (grotendeels) in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten.
De proceskosten aan de zijde van [A] worden tot op heden vastgesteld op:
- explootkosten € 99,01
- griffierecht € 81,00
- salaris gemachtigde
€ 720,00
totaal € 900,01.
De hierna in het dictum vermelde kostenveroordeling betreft tevens de na dit vonnis nog te maken kosten en levert dus ook daarvoor een titel op. De kantonrechter is van oordeel dat er voldoende gegevens zijn om de nakosten voorwaardelijk, namelijk voor het geval ze daadwerkelijk worden gemaakt, te begroten. De nakosten worden begroot op een half punt volgens het toepasselijke liquidatietarief, met een maximum van € 120,00, en voorts op de wijze zoals in het dictum bepaald.

5.Beslissing

De kantonrechter:
Rechtdoende in kort geding
5.1.
veroordeelt Patyna om [A] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in de gelegenheid te stellen zijn functie van regiomanager op de locatie Saxenoord op de gebruikelijke wijze uit te oefenen, met alle daaraan verbonden taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en zonder enige beperking, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,00;
5.2.
binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een bericht te sturen aan de
leden van het MOP en de 8 teamleiders, op de wijze die binnen Patyna gebruikelijk is en met
de volgende inhoud:
"Op 25 februari jl. heb ik jullie bericht over mijn besluit om [A] per direct te ontheffen van zijn taken en verantwoordelijkheden als locatiemanager van Saxenoord naar aanleiding van het door Quasir opgestelde rapport Daarbij heb ik vermeld dat [A] zijn verantwoordelijkheid niet zou hebben genomen. Deze conclusie is achteraf bezien te snel genomen. In het geval hiermee onrust binnen de organisatie is ontstaan, of de reputatie van [A] mogelijk schade is toegebracht is dit nimmer mijn bedoeling geweest. Dit spijt mij dan ook zeer."
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte
daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,00;
5.3.
binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een bericht te sturen aan de vrijwilligers, bewoners en eerste contactadressen, op de wijze die binnen Patyna gebruikelijk is en met de volgende inhoud:
"Op 26 februari jl. heb ik u bericht dat wij - naar aanleiding van een voorval in het najaar van 2018 - afscheid zouden nemen van onder andere de heer [A] als locatiemanager van Saxenoord. Een en ander zou mogelijk de indruk hebben kunnen wekken dat het om een permanente maatregel ging en dat de heer [A] zijn werkzaamheden als locatiemanager in het geheel niet meer uitvoert. Daarvan is evenwel geen sprake. In het geval hiermee onrust binnen de organisatie is ontstaan, of de reputatie van [A] mogelijk schade is toegebracht is dit nimmer mijn bedoeling geweest. Dit spijt mij dan ook zeer.
Als u nog vragen heeft, kunt u deze uiteraard aan mij stellen."
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte
daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,00;
5.4.
binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het onder 5.2 genoemde bericht op de website van Patyna te plaatsen, zodat alle medewerkers van Patyna hiervan kennis kunnen nemen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat Patyna hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,00;
5.5.
veroordeelt Patyna om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis de proceskosten aan [A] te betalen, aan de zijde van [A] tot op heden vastgesteld op € 900,01 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.6.
veroordeelt Patyna, onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [A] volledig aan dit vonnis voldoet in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde en voorts te vermeerderen, indien Patyna niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [A] aan het vonnis heeft voldaan en vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de uitspraak, alle voornoemde kosten te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving tot de dag van volledige betaling;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Aldus gewezen door mr. J.A. Werkema, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 426.