ECLI:NL:RBNNE:2019:1663
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- P.G. Wijtsma
- K. Wentholt
- H.D. Tolsma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het standplaatsenbeleid voor weginspecteurs en de aanvang van werktijd
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een weginspecteur en de minister van Infrastructuur en Waterstaat over de aanvang van de werktijd en het standplaatsenbeleid. De eiser, werkzaam als weginspecteur, was van mening dat zijn werktijd moest beginnen op het moment dat hij in zijn dienstauto stapte om naar zijn inzetgebied te rijden. Dit was in het verleden zo afgesproken, maar met de invoering van een nieuw standplaatsenbeleid per 1 januari 2017, werd deze regeling gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat het standplaatsenbeleid zorgvuldig tot stand was gekomen, maar dat het bestreden besluit onvoldoende inzichtelijk was gemotiveerd. De rechtbank stelde vast dat de minister niet voldoende had aangetoond op welke wijze de plaats van tewerkstelling was vastgesteld en dat de typeringen van de functie van eiser niet goed waren toegepast. Hierdoor was het bestreden besluit ondeugdelijk gemotiveerd en niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de minister op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser en moest het griffierecht worden vergoed.