Op 9 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het handelen in en het aanwezig hebben van cocaïne, MDMA en hennep. De zaak kwam ter terechtzitting op 26 maart 2019, waar de verdachte, geboren in 1996, aanwezig was met zijn advocaat, mr. F.H. Kappelhof. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Klooster. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het opzettelijk verkopen en aanwezig hebben van harddrugs en softdrugs in de periode van 1 december 2017 tot en met 13 november 2018 in Winschoten, gemeente Oldambt.
De rechtbank oordeelde dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen waren, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de verzamelde bewijsmiddelen, waaronder proces-verbalen van doorzoekingen en deskundigenrapporten. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 252 dagen, waarvan 42 dagen onvoorwaardelijk, en 210 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 200 uren opgelegd en werd het in beslag genomen geld van € 2.372,12 verbeurd verklaard. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de eerdere strafbeschikking van de verdachte en zijn positieve ontwikkeling in de samenleving, zoals het volgen van een beroepsopleiding en het hebben van een stabiele woonomgeving.
De rechtbank benadrukte dat de handel in drugs schadelijk is voor de gezondheid van personen en vaak gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De verdachte werd ook verplicht om mee te werken aan reclasseringstoezicht en behandelingen, om recidive te voorkomen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.