ECLI:NL:RBNNE:2019:1241

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 maart 2019
Publicatiedatum
28 maart 2019
Zaaknummer
18/993002-11
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingfraude door gebruik van manipulatieve kassasystemen in restaurants

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 maart 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij belastingfraude door middel van manipulatie van kassasystemen in twee restaurants. De verdachte, die als leverancier van kassasystemen fungeerde, heeft usb-sticks met verborgen programma's geleverd aan de restaurants, waarmee omzet uit de kassasystemen kon worden verwijderd. Dit leidde tot onjuiste en onvolledige belastingaangiften, waardoor te weinig belasting werd geheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de mogelijkheden om omzet af te romen en dat hij deze kennis heeft gedeeld met de restaurantmedewerkers. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan belastingfraude en het niet voldoen aan de administratieplicht. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, zonder oplegging van een geldboete.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/993002-11
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 28 maart 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[Verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 maart 2018 en 7, 12 en 13 februari 2019.
Ter terechtzitting van 20 maart 2018 is verdachte verschenen. Ter terechtzitting van 7, 12 en 13 februari 2019 is verdachte telkens verschenen, bijgestaan door mr. H.J. Oosterhagen, advocaat te Amsterdam.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting telkens vertegenwoordigd door mr. E.L. Edens.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
[(maker) kasprogramma] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot
en met 29 januari 2010 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of
meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de tijdvakken
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2006 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2007 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2008 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2009,
onjuist of onvolledig heeft/hebben gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan omzet en/of (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan (verschuldigde) omzetbelasting werd opgegeven,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 januari 2010 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de tijdvakken
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2006 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2007 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2008 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2009,
onjuist of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan omzet en/of (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan (verschuldigde) omzetbelasting werd opgegeven,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven, [(maker) kasprogramma] , op een of meer verschillende tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 januari 2010, in de gemeente(n) Groningen en/of Apeldoorn en/of Haaksbergen en/of Arnhem en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) personen, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het zodanig aanpassen en/of het doen aanpassen van het (kassa)systeem, zodat binnen en/of met behulp van dit systeem en/of programma (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden kunnen/konden worden verwijderd en/of omzet afgeroomd kan/kon worden en/of
door het leveren en/of beschikbaar stellen van de mogelijkheid en/of het kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het (kassa)systeem om, middels een/de (verborgen) optie in de bestanden backup.exe en/of tetris.exe, (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen en/of het afromen van de omzet en/of het manipuleren van kassabestanden,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 januari 2010 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] en/of [verdachte B.V. 1] , en/of een of meer andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de tijdvakken
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2006 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2007 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2008 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2009,
onjuist of onvolledig heeft/hebben gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan omzet en/of (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan (verschuldigde) omzetbelasting werd opgegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 januari 2010 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de tijdvakken
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2006 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2007 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2008 en/of
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en/of december 2009,
onjuist of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan omzet en/of (telkens) een te laag en/of onjuist bedrag aan (verschuldigde) omzetbelasting werd opgegeven,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven, verdachte, op een of meer verschillende tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 januari 2010, in de gemeente(n) Groningen en/of Apeldoorn en/of Haaksbergen en/of Arnhem en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) personen, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het zodanig aanpassen en/of het doen aanpassen van het (kassa)systeem, zodat binnen en/of met behulp van dit systeem en/of programma (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden kunnen/konden worden verwijderd en/of omzet afgeroomd kan/kon worden en/of
door het leveren en/of beschikbaar stellen van de mogelijkheid en/of het kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het (kassa)systeem om, middels een/de (verborgen) optie in de bestanden backup.exe en/of tetris.exe, (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen en/of het afromen van de omzet en/of het manipuleren van kassabestanden;
2.
[(maker) kasprogramma] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot
en met 17 mei 2011 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de vennootschapsbelasting ten name van de
fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de jaren 2006 en/of 2007 en/of 2008 en/of 2009, onjuist of onvolledig heeft/hebben gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan vennootschapsbelasting opgegeven,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 mei 2011 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de vennootschapsbelasting ten name van de
fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de jaren 2006 en/of 2007 en/of 2008 en/of 2009, onjuist of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de
Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan vennootschapsbelasting opgegeven;
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven, [(maker) kasprogramma] , op een of meer verschillende tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 mei 2011, in de gemeente(n) Groningen en/of Apeldoorn en/of Haaksbergen en/of Arnhem en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) personen, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het zodanig aanpassen en/of het doen aanpassen van het (kassa)systeem, zodat binnen en/of met behulp van dit systeem en/of programma (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden kunnen/konden worden verwijderd en/of omzet afgeroomd kan/kon worden en/of
door het leveren en/of beschikbaar stellen van de mogelijkheid en/of het kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het (kassa)systeem om, middels een/de (verborgen) optie in de bestanden backup.exe en/of tetris.exe, (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen en/of het afromen van de omzet en/of het manipuleren van kassabestanden,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 mei 2011 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] en/of [verdachte B.V. 1] , en/of een of meer andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de vennootschapsbelasting ten name van de
fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de jaren 2006 en/of 2007 en/of 2008 en/of 2009, onjuist of onvolledig heeft/hebben gedaan bij de Inspecteur der belastingen
en/of de Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan vennootschapsbelasting opgegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 mei 2011 te Groningen en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten één of meer(dere) (elektronische) aangifte(n) voor de vennootschapsbelasting ten name van de
fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de jaren 2006 en/of 2007 en/of 2008 en/of 2009, onjuist of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de
Belastingdienst Noord, kantoor Groningen, althans de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan dat op de aangifte(n) (telkens) een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan vennootschapsbelasting opgegeven;
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven, verdachte, op een of meer verschillende tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 17 mei 2011, in de gemeente(n) Groningen en/of Apeldoorn en/of Haaksbergen en/of Arnhem
en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) personen, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het zodanig aanpassen en/of het doen aanpassen van het (kassa)systeem, zodat binnen en/of met behulp van dit systeem en/of programma (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden kunnen/konden worden verwijderd en/of omzet afgeroomd kan/kon worden en/of
door het leveren en/of beschikbaar stellen van de mogelijkheid en/of het kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het (kassa)systeem om, middels een/de (verborgen) optie in de bestanden backup.exe en/of tetris.exe, (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen en/of het afromen van de omzet en/of het manipuleren van kassabestanden;
3.
[(maker) kasprogramma] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot
en met 29 september 2011 te Groningen en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, welke rechtsperso(o)n(en) als administratieplichtige(n) ingevolge de belastingwet, te weten artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verplicht was/waren tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen, (telkens) een zodanige administratie niet heeft/hebben gevoerd en of/doen voeren,
immers heeft/hebben [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] en/of haar/hun mededader(s) toen en daar (telkens) opzettelijk onjuiste en/of onvolledige (te lage) (afgeroomde) omzetgegevens in de administratie van verdachte opgenomen en/of geboekt en/of doen boeken en/of doen opnemen en/of omzetgegevens en/of contante betalingen en/of leveranties aan klanten/gasten en/of (digitale) gegevens van kassabonnen uit het [(maker) kasprogramma]
(kassa)systeem verwijderd en/of (andere) digitale gegevens verwijderd en/of (andere) administratie bescheiden (waaronder (kassa)bonnen en/of (klad-)kasboeken) en/of gegevens niet bewaard en/of geen controle uitgevoerd op het boekhoudkundig kassaldo,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2011 te Groningen en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, als administratieplichtige die ingevolge de belastingwet, te weten artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen, (telkens) een zodanige administratie niet heeft/hebben gevoerd en of/doen voeren,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) toen en daar (telkens) opzettelijk onjuiste en/of onvolledige (te lage) (afgeroomde) omzetgegevens in de administratie van verdachte opgenomen en/of geboekt en/of doen boeken en/of doen opnemen en/of omzetgegevens en/of contante betalingen en/of leveranties aan klanten/gasten en/of (digitale) gegevens van kassabonnen uit het [(maker) kasprogramma] (kassa)systeem verwijderd en/of (andere) digitale gegevens verwijderd en/of (andere) administratie bescheiden (waaronder (kassa)bonnen
en/of (klad-)kasboeken) en/of gegevens niet bewaard en/of geen controle uitgevoerd op het boekhoudkundig kassaldo,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven, [(maker) kasprogramma] , op een of meer verschillende tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2011, in de gemeente(n) Groningen en/of Apeldoorn en/of Haaksbergen en/of Arnhem en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) personen, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het zodanig aanpassen en/of het doen aanpassen van het (kassa)systeem, zodat binnen en/of met behulp van dit systeem en/of programma (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden kunnen/konden worden verwijderd en/of omzet afgeroomd kan/kon worden en/of
door het leveren en/of beschikbaar stellen van de mogelijkheid en/of het kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het (kassa)systeem om, middels een/de (verborgen) optie in de bestanden backup.exe en/of tetris.exe, (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen en/of het afromen van de omzet en/of het manipuleren van kassabestanden,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging(en) verdachte, al dan niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2011 te Groningen en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] en/of [verdachte B.V. 1] , en/of een of meer andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, als administratieplichtige(n) die ingevolge de belastingwet, te weten artikel
52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verplicht was/waren tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen, (telkens) een zodanige administratie niet heeft/hebben gevoerd en of/doen voeren,
immers heeft/hebben verdachte en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] en/of [verdachte B.V. 1] en/of haar/hun mededader(s) toen en daar (telkens) opzettelijk onjuiste en/of onvolledige (te lage) (afgeroomde) omzetgegevens in de administratie van verdachte opgenomen en/of geboekt en/of doen boeken en/of doen opnemen en/of omzetgegevens en/of contante betalingen en/of leveranties aan klanten/gasten en/of (digitale) gegevens van kassabonnen uit het [(maker) kasprogramma] (kassa)systeem
verwijderd en/of (andere) digitale gegevens verwijderd en/of (andere) administratie bescheiden (waaronder (kassa)bonnen en/of (klad-)kasboeken) en/of gegevens niet bewaard en/of geen controle uitgevoerd op het boekhoudkundig kassaldo,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en/of [verdachte B.V. 3] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2011 te Groningen en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met [verdachte B.V. 1] en/of [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] en/of andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, als administratieplichtige die ingevolge de belastingwet, te weten artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen, (telkens) een zodanige administratie niet heeft/hebben gevoerd en of/doen voeren,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) toen en daar (telkens) opzettelijk onjuiste en/of onvolledige (te lage) (afgeroomde) omzetgegevens in de administratie van verdachte opgenomen en/of geboekt en/of doen boeken en/of doen opnemen en/of omzetgegevens en/of contante betalingen en/of leveranties aan klanten/gasten en/of (digitale) gegevens van kassabonnen uit het [(maker) kasprogramma] (kassa)systeem verwijderd en/of (andere) digitale gegevens verwijderd en/of (andere) administratie bescheiden (waaronder (kassa)bonnen
en/of (klad-)kasboeken) en/of gegevens niet bewaard en/of geen controle uitgevoerd op het boekhoudkundig kassaldo,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven, verdachte, op een of meer verschillende tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2011, in de gemeente(n) Groningen en/of Apeldoorn en/of Haaksbergen en/of Arnhem en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) personen, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het zodanig aanpassen en/of het doen aanpassen van het (kassa)systeem, zodat binnen en/of met behulp van dit systeem en/of programma (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden kunnen/konden worden verwijderd en/of omzet afgeroomd kan/kon worden en/of
door het leveren en/of beschikbaar stellen van de mogelijkheid en/of het kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het (kassa)systeem om, middels een/de (verborgen) optie in de bestanden backup.exe en/of tetris.exe, (de) gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen en/of het afromen van de omzet en/of het manipuleren van kassabestanden.
Beoordeling van het bewijs

1.Bewijsmiddelen

1. De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen [1] die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Kassasysteem/-programma [(maker) kasprogramma]
1.1.
Verdachte en [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) waren in de ten laste gelegde periode de vennoten van het bedrijf [(maker) kasprogramma] Dit bedrijf verkocht het kassasysteem/-programma [(maker) kasprogramma] . [2] Het kassaprogramma is gemaakt door [medeverdachte 1] . Versie 1 is de oude versie van het programma. De nieuwe versie, versie 2, was eind 2006 klaar en werd vanaf dat moment aan klanten verkocht. De twee versies zijn gaandeweg ge-update. [3] Toen verdachte in 2005 of 2006 bij [(maker) kasprogramma] kwam was nog sprake van versie 1. Die versie hebben zij maar één jaar verkocht. In het kassaprogramma [(maker) kasprogramma] kunnen bestellingen worden ingevoerd en omzetgegevens, betalingen en de manier van betalen worden verwerkt. Aan het einde van de dag zijn in het kassaprogramma de betaaltotalen per bank en contant zichtbaar en als de dagafsluiting wordt gemaakt, rolt alles er automatisch uit. [4] In het kassaprogramma is een Nederlandstalige handleiding opgenomen. Klanten die niet goed Nederlands kunnen lezen, bellen verdachte als ze hulp nodig hebben. [5]
1.2.
Verdachte verkocht het kassaprogramma [(maker) kasprogramma] aan bedrijven. Verdachte deed de werving van klanten en de installatie van het programma op de computers bij klanten en hij gaf uitleg over het programma aan klanten. [6] Tot begin 2011 hadden [medeverdachte 1] en verdachte de taken zo verdeeld dat [medeverdachte 1] de computers voor-installeerde en verdachte het systeem plaatste bij de klant. [7] Verdachte maakte ter plekke het systeem klaar om te gebruiken. Tijdens de installatie demonstreerde hij het één en ander en, nadat het systeem was geïnstalleerd, werd het door verdachte getest. [8] Verdachte nam een usb-stick mee om alles te installeren. Op die usb-stick stonden drivers en alles wat verdachte verder nodig had om het systeem te installeren. Bij elke nieuwe versie kreeg verdachte van [medeverdachte 1] een update op die usb-stick. Ter plekke sloot verdachte alles aan. Als er sprake was van veel spullen die verdachte niet in zijn eentje in zijn auto mee kon krijgen, deed verdachte dit wel eens samen met [medeverdachte 1] . [9] Verdachte had altijd een usb-stick bij zich die hij bij klanten in het systeem stopte en waarmee hij een back-up maakte. [10]
1.3.
Verdachte heeft [medeverdachte 1] gevraagd hoe hij test-omzetgegevens bij klanten kon verwijderen als hij het systeem wilde testen tijdens het installeren. [medeverdachte 1] heeft toen een extern beheerstooltje gemaakt voor het kassaprogramma [(maker) kasprogramma] . Om het beheerstooltje op te starten was een wachtwoord nodig dat alleen [medeverdachte 1] en verdachte hadden. Als het kassaprogramma draaide, kon testomzet worden verwijderd door het beheerstooltje aan te sluiten. Dit beheerstooltje kon ook worden gebruikt om echte omzet te verwijderden. Als de klanten het beheerstooltje gebruiken om omzet te verwijderen, is deze omzet niet meer terug te vinden. Dit beheerstooltje heeft [medeverdachte 1] verstopt in het computerspelletje Tetris, omdat hij niet wilde dat klanten erbij konden. Verdachte wist hoe dit beheerstooltje werkte. [11] Verdachte wist dat het programma Tetris in versie 1 van het kassasysteem zat. [12] Het spelletje Tetris stond op een Cd-rom samen met het kassaprogramma dat verdachte gebruikte. [13] [medeverdachte 1] is er niet van op de hoogte dat er usb-sticks zijn geleverd aan klanten. [14]
1.4.
Het beheerstooltje waarmee omzet kon worden verwijderd uit versie 2 van het kassasysteem heet "back-up.exe". Met dit beheerstooltje kon ook een back-up worden gemaakt van de belangrijkste instelling van de applicatie. Dit beheerstooltje was beveiligd met een wachtwoord, bestaande uit de standaard code die in de applicatie werd gebruikt in combinatie met de postcode van de klant. Met het beheerstooltje kan ook echte omzet worden verwijderd. Verdachte was hiervan op de hoogte en kende het wachtwoord. [15] Als het beheerstooltje is gebruikt, is de aldus gewiste test-omzet geheel overschreven en niet terug te halen. Het is [medeverdachte 1] niet bekend dat aan klanten usb-sticks zijn meegeleverd met daarop het beheerstooltje "back-up.exe". [16] In versie 2 van het kassaprogramma [(maker) kasprogramma] is een back-upfunctie ingebouwd. [17]
1.5.
Het kwam wel voor dat een restauranthouder verdachte na de installatie van het kassasysteem vroeg of het mogelijk was om testomzet uit het kassaprogramma te halen. Verdachte vertelde dan aan die klant hoe dat moest. Testomzet weghalen moest met het programma "Backup.exe". Verdachte vertelde daar altijd bij dat als ze dat met echte omzet wilden doen, dat hun eigen verantwoordelijkheid was. Als mensen verdachte vroegen om het programma "Backup.exe", kwam het wel voor dat verdachte de andere kant op keek als zij het gingen kopiëren of de usb-stick met het programma "Backup.exe" achterhielden in het restaurant. [18] Het was mogelijk om tussentijds een overzicht uit te draaien van de omzet op dat moment. Dit zag er hetzelfde uit als een definitief dagoverzicht. Naar aanleiding van dit tussentijdse overzicht konden tafels worden verwijderd. In het systeem kon worden aangegeven dat men voor een bepaald bedrag aan omzet wilde verwijderen. Het systeem stelde dan voor welke tafels eruit gehaald konden worden om op dat bedrag te komen. Vervolgens konden deze tafels eruit gehaald worden en kon een definitieve dagafsluiting worden gemaakt. Het was mogelijk om dit te doen met de usb-stick. [19]
1.6.
In de tweede helft van 2010 heeft verdachte een [(maker) kasprogramma] kassasysteem verkocht aan [koper] , de eigenaar van een Chinees restaurant in Zwolle (hierna: [koper] ). [20] Verdachte heeft [koper] uitleg gegeven over de werking van het kassasysteem en heeft hem verteld hoe hij testomzet moest verwijderen. [21] Verdachte is in het restaurant geweest om het kassasysteem in te stellen. [koper] heeft verdachte gevraagd of er een mogelijkheid was om omzet buiten de boeken te houden. Verdachte heeft gezegd dat dit mogelijk was en heeft [koper] uitgelegd hoe dit moest. Verdachte heeft [koper] een usb-stick gegeven, waarmee contante betalingen uit het kassasysteem konden worden afgeroomd. Verdachte heeft de usb-stick geïnstalleerd. Ook heeft hij [koper] de pincode gegeven en de pincode geprogrammeerd. Het afromen ging zo in zijn werk dat tijdens de dagafsluiting een usb-stick in het kassasysteem werd gebracht en omzet kon worden verwijderd. Nadat de usb-stick in de kassa was gedaan, moest de pincode worden ingetoetst. Nadat de pincode was ingebracht, toonde het systeem de omzet van die dag en kon van contante betalingen omzet worden verwijderd. Nadat de omzet voor een deel was verwijderd, maakte [koper] een dagafslag en haalde hij de usb-stick weer uit het kassasysteem. Pinbetalingen konden niet worden afgeroomd, omdat het systeem daartegen beveiligd was. [22]
1.7.
Op 28 september 2011 om 20:24 uur heeft verdachte een telefoongesprek gevoerd met een vrouw die werkzaam is in een restaurant in Winterswijk. Zij heeft verdachte verteld dat zij die dag bezoek heeft gekregen van iemand van de Belastingdienst en dat deze persoon haar heeft gevraagd hoe ze "het omzet papier" van die dag moet uitprinten. Zij heeft verdachte gevraagd of het klopt dat ze de dagomzet kan uitprinten zonder gebruik te maken van haar pasje en of zij de uitgeprinte dagomzet aan hem kan laten zien. Verdachte heeft deze vragen bevestigend beantwoord. Daarna heeft de vrouw tegen verdachte gezegd dat het papier er normaal gesproken pas uit kwam, nadat zij "die kaart" had gebruikt. In reactie daarop heeft verdachte gezegd dat dit niet nodig is, dat zij het niet per se elke dag hoeft te gebruiken en dat het met "dit ding" zo gaat dat zij het pas gebruikt als zij het nodig acht en dat zij direct kan "dagboeken" als zij het niet nodig acht. Nadat de vrouw dit heeft bevestigd, heeft verdachte tegen haar gezegd dat als iemand vragen stelt en zij "dit ding" laat zien, zij er is geweest. [23] Verdachte heeft verklaard dat met "die kaart" een usb-stick of SD-kaart wordt bedoeld en dat met "dat ding" wordt bedoeld "die backupstick". [24]
1.8.
Op 28 september 2011 om 22:20 uur heeft verdachte een telefoongesprek gevoerd met een vrouw. In dit gesprek heeft de vrouw tegen verdachte gezegd dat hij heeft gezegd dat "pin" erin zou komen te staan en "contant" niet en heeft zij hem gevraagd hoe het kan dat bij haar "contant" er ook in staat. Verdachte heeft daarop geantwoord dat als iemand haar na het afhalen om een kassabon vraagt en deze meekrijgt, het erin komt te staan en dat het dan hetzelfde wordt als "pin". De vrouw heeft vervolgens opgemerkt dat het dus niet meer kan als de kassabon is afgedrukt en verdachte heeft dit bevestigd. Verder heeft verdachte tegen de vrouw gezegd dat als het kan, je het eruit kunt halen, dat hij je waarschuwt en zal vragen: "Weet je het zeker?", dat hij het dan nog niet heeft gewist en dat de bon weg is als je dan "ja" zegt. Ook heeft verdachte gezegd dat er een "risico" is als de klant al om een kassabon heeft gevraagd. [25] Verdachte heeft verklaard dat dit gesprek gaat over het corrigeren van omzet. [26]
1.9.
Op 29 september 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres 1] te Enschede. Tijdens deze doorzoeking zijn onder meer drie usb-sticks (E.1.IV.1.1.) en een computer (E.1.I.2.27.) in beslag genomen. [27] Van de harde schijf van deze computer is een image gemaakt. Bij onderzoek van deze image is meerdere malen het programma "backup.exe" aangetroffen. [28] Ook werd op het bureaublad van gebruiker "H.R." een mapje met de naam "1.5 USB" aangetroffen. In dit mapje stonden een programma genaamd "tetris.exe" en twee mapjes met de naam "tetris" en "e". Dit programma en deze beide mapjes zaten ook in twee andere submappen, waaronder de map "\1.8. installation\dayEdit". [29]
Levering kassasystemen aan [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3]
1.10.
[verdachte B.V. 2] exploiteerde in de ten laste gelegde periode een Chinees-Indisch restaurant aan het [adres 2] te Groningen (hierna: het restaurant aan het [adres 2] ). In die periode was de enig bestuurder/directeur van deze rechtspersoon [verdachte B.V. 1] [30] en waren de bestuurders/directeuren van [verdachte B.V. 1] de medeverdachten [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 3] . [31]
1.11.
[verdachte B.V. 3] exploiteerde vanaf de opening medio 2007 tot het einde van de ten laste gelegde periode een Wokrestaurant aan de [adres 3] te Groningen (hierna: het restaurant in het [adres 3] ). [32] In die periode was [medeverdachte 3] de enig bestuurder/directeur van [verdachte B.V. 3] en was [vennootschap 1] de enig aandeelhouder. [33] De enig bestuurder en aandeelhouder van [vennootschap 1] was in die periode [verdachte B.V. 1] [34]
1.12.
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn getrouwd. [35] De medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] zijn de zoon respectievelijk de dochter van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . [medeverdachte 5] is getrouwd met [medeverdachte 6] . [36]
1.13.
In de ten laste gelegde periode hadden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] de leiding in het restaurant aan het [adres 2] . Zij runden het restaurant in de brede zin van het woord. [37] [medeverdachte 2] werkte in het restaurant aan het [adres 2] [38] , stond op de loonlijst van [verdachte B.V. 1] en ontving een salaris uit deze vennootschap. [39] [medeverdachte 4] was bedrijfsleider in het restaurant aan het [adres 2] [40] en ontving een salaris van [verdachte B.V. 2] [41]
1.14.
In de ten laste gelegde periode hadden de medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] de leiding in het restaurant in het [adres 3] . Zij runden het restaurant in de brede zin van het woord. [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] ontvingen in die periode een salaris uit [verdachte B.V. 3] [42]
1.15.
[vennootschap 2] was in de ten laste gelegde periode gevestigd op het adres [adres 4] . [43] [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ) was in de ten laste gelegde periode werkzaam voor [verdachte B.V. 2] en [vennootschap 2] en haar standplaats was [adres 4] . [44] [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ) was in de ten laste gelegde periode als administratief medewerkster werkzaam bij [vennootschap 2] [45] In de ten laste gelegde periode was [medeverdachte 3] de baas in [adres 4] . [46] De salariskosten van [getuige 1] en [getuige 2] werden voor de helft betaald door de restaurants. [47]
1.16.
In 2005 is versie 1 van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] verkocht en geleverd aan [verdachte B.V. 2] [48] Deze verkoop is gefactureerd op 15 november 2005. [49] Verdachte heeft veel overleg gehad met de oudere heer [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) over de prijs, het aantal computers et cetera. [50] Verdachte heeft de computers geïnstalleerd en geplaatst bij [verdachte B.V. 2] [51] Verdachte heeft het kassasysteem geïnstalleerd en uitleg gegeven aan de klant. [medeverdachte 1] is met verdachte in het restaurant aan het [adres 2] geweest en heeft geholpen met het trekken van kabels. [52] Verdachte heeft uitleg gegeven over het afsluiten van de dagomzet aan jonge mensen. Volgens verdachte was dit (onder andere) aan de zoon of dochter van de oudere heer [medeverdachte 3] . [53] Voordat het restaurant in het [adres 3] open ging, heeft de zoon of schoonzoon van de oudere heer [medeverdachte 3] aangegeven niet tevreden te zijn met versie 1 in het restaurant aan het [adres 2] . Vervolgens heeft in het restaurant een proefversie van versie 2 gedraaid. [54] De heer [medeverdachte 3] wilde dit echter niet hebben omdat men in het restaurant aan het [adres 2] inmiddels gewend was geraakt aan versie 1. In augustus 2011 heeft verdachte alsnog versie 2 geïnstalleerd in het restaurant aan het [adres 2] . [55]
1.17.
Het kassasysteem [(maker) kasprogramma] is in 2007 aangeschaft voor het restaurant in het [adres 3] . [56] Verdachte heeft versie 2 van het kassasysteem verkocht en geleverd aan [verdachte B.V. 3] [57] Verdachte heeft met betrekking tot het restaurant in het [adres 3] gesproken met de schoonzoon van de oudere heer [medeverdachte 3] . [58] Verdachte heeft het kassasysteem getest. Verdachte weet dat [medeverdachte 6] de usb-stick met het programma "Backup.exe" heeft gekopieerd, aangezien hij heeft gezien dat [medeverdachte 6] dit programma had. [59]
Gang van zaken in het restaurant in het [adres 3]
1.18.
Op 29 september 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het bedrijfspand van [verdachte B.V. 3] aan de [adres 3] te Groningen. Tijdens de doorzoeking zijn diverse computers en gegevensdragers aangetroffen. Van deze computers en gegevensdragers zijn images gemaakt. [60] De image van de server in de balie van het restaurant heeft de naam "server-kassa- [adres 3] " gekregen. [61] In een lade aan de balie waar het kassasysteem stond, is een usb-stick aangetroffen. Deze usb-stick heeft de code "G-1-I-3-12-grijs" gekregen. Ook van deze usb-stick is een image gemaakt. Op de usb-stick stond een bestand met de naam "backup.exe". [62]
1.19.
Tijdens de doorzoeking in het restaurant in het [adres 3] is een video-opnameapparaat met videobeelden in beslag genomen. Daaronder bevonden zich video-opnamen van de receptie van het restaurant. Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft deze video-opnamen bekeken. Hij heeft geconstateerd dat de video-opnamen zijn gedateerd op 9 tot en met 28 september 2011. Op de videobeelden van 24 september 2011 heeft de opsporingsambtenaar het volgende gezien.
Om 22:13:24 uur ging een man zitten op een bureaustoel achter de receptie. Om 22:13:26 uur opende hij een la, waarin papiergeld zat. Vervolgens pakte hij meerdere smalle stroken papier uit het vak linksboven in de geldla. De man bundelde deze papieren en zette ze ergens mee vast. Vervolgens legde hij het bundeltje rechts van zich op het werkblad. Hierna pakte de man een handje vol muntjes uit het middelste vakje van de onderste rij van de geldla. Deze muntjes verdeelde hij over de vijf vakjes van de onderste rij van de geldla. Hierna begon de man het papiergeld rechtsboven in de la te tellen. Vervolgens telde hij het geld in de vakjes ernaast. De man liet het papiergeld in de vakjes liggen. Hij haalde een gedeelte van het papiergeld uit de geldla en legde dit rechts naast zich op het werkblad. Hierna pakte de man een wit papiertje van het werkblad rechts van hem en vouwde dit op. Vervolgens drukte hij met zijn rechterwijsvinger op het touchscreen van het beeldscherm, waarna er veranderingen plaatsvonden op het beeldscherm. De man verrichtte handelingen met een computermuis, waarna er veranderingen plaatsvonden op het beeldscherm. Om 22:19:30 kwam een smalle strook papier (hierna: strook 1) uit een apparaat dat links van de man op het werkblad stond. Tijdens het uitdraaien van deze strook zocht de man een paar seconden in een lade rechts van hem. Om 22:19:42 uur haalde de man iets uit deze lade en stak dit in een computer die links van hem op het werkblad stond. Vervolgens pakte de man strook 1. Hierna opende hij de la voor zich en haalde hier een wit stuk papier van A5-formaat uit. Dit papier legde hij rechts van zich op het werkblad bij het papiergeld en het bundeltje bonnetjes. Vervolgens keek de man op strook 1 en begon hij met zijn rechterhand te schrijven op het witte papier. Vervolgens toetste de man met zijn rechterhand iets in op een klein beeldscherm, lijkende op een smartphone, dat voor hem lag op het werkblad. Hierna maakte hij weer een bewegende handeling met zijn rechterhand boven het witte papier. Hierna scheurde hij strook 1 in drie stukken en legde deze op elkaar rechts van hem op het werkblad. Vervolgens toetste de man een cijfercombinatie in op het numerieke gedeelte van het toetsenbord, waarna een verandering op het beeldscherm plaatsvond. Vervolgens plaatste de man zijn rechterhand op een computermuis en maakte hiermee bewegingen. Hierna schreef hij op het witte papier, waarbij hij af en toe naar het beeldscherm keek. Om 22:22:43 uur kwam weer een smalle strook papier uit het apparaat links van de man op het werkblad (hierna: strook 2). De man pakte strook 2 van het apparaat en toetste ondertussen in het midden op het beeldscherm. Vervolgens scheurde hij strook 2 in drie stukken en legde deze op elkaar. Hierna pakte hij het smalle stuk papier dat voor hem op het werkblad lag en plaatste dit onder de bonnen in zijn linkerhand. Vervolgens pakte de man het witte papier en plaatste dit onder de rest wat hij in zijn linkerhand had. Vervolgens opende hij een lade voor zich, pakte hier een nietmachine uit en niette daarmee de bundel papieren vast die hij in zijn hand had. Vervolgens keek de man nog een keer op de bundel papieren en bladerde er doorheen. Daarna opende de man de geldla, haalde er niets uit en sloot hem weer. Vervolgens pakte de man het papiergeld dat nog steeds rechts van hem op het werkblad lag. Hij telde eenmaal € 20 en legde dit voor zich op het werkblad. Vervolgens telde hij tweemaal € 20 en legde dit rechts van hem op het werkblad. Hierna telde hij 26 maal € 50 en legde dit bij de € 20 voor zich op het werkblad. Het papiergeld dat hij toen nog in zijn hand had, legde de man bij de tweemaal € 20 rechts van hem op het werkblad. Vervolgens pakte hij het geld dat voor hem lag en klopte deze stapel op het werkblad zodat alle biljetten passend op elkaar lagen. Hierna toetste de man iets in op het beeldscherm, lijkende op een smartphone, dat voor hem lag. Hierbij keek hij nog een keer op strook 1 en naar het geld in zijn hand. Vervolgens pakte hij drie rode enveloppen onder het toetsenbord vandaan en legde deze op de geldla. De man pakte vervolgens één van deze rode enveloppen en deed het getelde geld met de bonnen en het witte papier erin. Hierna pakte hij links van hem van het werkblad een wit papier van A4-formaat en een wit papier van A5-formaat dat daar aan de bovenzijde aan vast zat. De man vouwde dit papier op en deed het ook in de rode enveloppe bij het geld en de bonnen. Vervolgens plakte de man de rode enveloppe dicht met plakband. De man draaide hierna de rode envelop om en maakte met zijn rechterhand een beweging boven de envelop. De man pakte het stapeltje papiergeld rechts van hem van het werkblad en telde dit. Hij telde 24 maal € 50 en tweemaal € 20. Vervolgens klopte hij ook dit stapeltje papiergeld op het werkblad zodat alle biljetten passend op elkaar kwamen te liggen en stopte dit geld met strook 1 in een rode enveloppe. Hierna plakte hij deze rode enveloppe dicht met plakband, draaide deze enveloppe om en schreef daar iets op met een pen die hij vasthield in zijn rechterhand. Daarna legde de man beide rode enveloppen rechts van hem op het werkblad, stond hij op van zijn bureaustoel en stapte hij naar links. Toen drukte hij op een beeldscherm dat links van hem stond, waarna het beeldscherm zwart werd. Om 22:26:03 uur veranderde het videobeeld van kleur naar zwart wit. Hierna liep de man achter de receptie weg. Om 22:29:46 uur kwam hij terug achter de receptie, pakte een jas van de bureaustoel, pakte de twee rode enveloppen van het werkblad en stak deze in zijn rechter jaszak. Vervolgens liep de man naar een computer die links van hem op het werkblad stond, haalde hij hier iets uit, liep hij naar de lade, opende hij deze en legde hij het voorwerp erin. Hierna verdween de man uit beeld.
De opsporingsambtenaar heeft tijdens zijn observatie van de videobeelden in de periode van 9 tot en met 28 september 2011 steeds dezelfde man gezien die de dagafsluiting verzorgde en iedere dag tijdens de dagafsluiting vermoedelijk een usb-stick in een computer plaatste. Dit gebeurde telkens in de tijdsruimte van 20:38 uur tot en met 22:19 uur, terwijl het in de meeste gevallen na 21:07 uur gebeurde. [63] Ook heeft hij op de beelden gezien dat deze man in die periode meerdere malen vlak voor sluitingstijd handelingen verrichtte op het toetsenbord. [64]
1.20.
Om te achterhalen welke codes in het programma [(maker) kasprogramma] werden gebruikt heeft de opsporingsambtenaar van de FIOD de videobeelden nader onderzocht. Op de videobeelden van 12 september 2011 zag hij dat de man omstreeks 20:04 uur iets uit een la rechts van hem pakte en links van hem in de computer plaatste. Voorts zag hij dat de man omstreeks 20:55 uur een toetsende beweging maakte boven het numerieke gedeelte van het toetsenbord, dat het erop leek dat hij een cijfercombinatie intoetste en dat daarna een verandering van het beeld op het beeldscherm optrad. Vervolgens heeft de opsporingsambtenaar de beelden meerdere malen in stukjes teruggekeken, waarbij hij gebruik heeft gemaakt van een loep. Door de bewegingen van de vingers te volgen kon hij zien dat de man een achtcijferige combinatie intoetste. Daarop heeft hij deze ongeveer met de plaats op het toetsenbord overeenkomende achtcijferige combinatie ingetoetst op een computer waarop het programma "backup.exe" van de inbeslaggenomen usb-stick met de code "G-1-I-3-12-grijs" was gestart. Nadat hij vele malen achtcijferige codes had geprobeerd, die door het programma onjuist werden genoemd, toetste hij de combinatie "20209727" in. Daarna verscheen niet de melding "ongeldig wachtwoord", maar verscheen een ander scherm. Met behulp van deze code is het programma nader onderzocht. [65]
1.21.
[medeverdachte 3] heeft de persoon die te zien is op de videobeelden met de titel "24-9-2011-a.wmv" herkend als [medeverdachte 6] . [66] Een dvd met (onder meer) de videobeelden met de titel "24-9-2011-a.wmv" is als bijlage bij het dossier gevoegd. Deze videobeelden maken deel uit van de door de opsporingsambtenaar van de FIOD beschreven videobeelden van 24 september 2011, weergegeven in overweging 1.19. en deze beelden zijn ter terechtzitting getoond. [67]
1.22.
Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft een digitale omgeving gecreëerd, waarin het programma kon worden geraadpleegd dat stond op de image van de harde schijf van het kassasysteem dat is aangetroffen in het restaurant in het [adres 3] . Op deze manier heeft hij het kassaprogramma [(maker) kasprogramma] , versie 2.6.6., opgestart. De opsporingsambtenaar zag dat op de in het restaurant in het [adres 3] inbeslaggenomen usb-stick met de code "G-1-I-3-12-grijs" een bestand stond met de naam "backup.exe". Als hij dit programma opstartte in de virtuele omgeving waarbinnen het kassaprogramma draaide, vroeg het programma om een code. De opsporingsambtenaar constateerde dat op de usb-stick een bestand stond met de naam "autorun.inf", dat er bij bepaalde standaardinstellingen van een computersysteem voor zorgt dat het daarin genoemde programma automatisch wordt opgestart als de usb-stick in de computer wordt geplaatst. In het bestand "autorun.inf" stond "backup.exe" genoemd als op te starten programma. Dit viel de opsporingsambtenaar op omdat hem uit ervaring bekend was dat de back-upfaciliteit meestal in het programma zelf is ingebouwd. Nader onderzoek in het programma [(maker) kasprogramma] , versie 2.6.6., leerde hem dat in dit programma inderdaad een back-upfunctie is ingebouwd. [68]
Om de werking van het programma te onderzoeken, heeft de opsporingsambtenaar voor drie tafeltjes bestellingen, gedateerd op 30 januari 2012, in het systeem gebracht. Daarop veranderden deze tafeltjes op de plattegrond van de zaal van kleur (van groen naar blauw). Daarna heeft hij gekozen voor "rekening bekijken (F11)" en "rekening (groot) (F12)", waarop opnieuw de plattegrond verscheen. De bewerkte tafeltjes waren opnieuw van kleur veranderd (van blauw naar zwart) en het tijdstip van het printen van de bon stond in de tafeltjes. Vervolgens heeft hij nogmaals dubbel geklikt op de geactiveerde tafeltjes en verscheen een scherm waar de wijze van betalen kon worden gekozen. Voor twee tafels heeft hij gekozen voor "contant" en voor de derde tafel voor "pin", waarna de tafeltjes op de plattegrond weer de oorspronkelijke groene kleur kregen. Vervolgens heeft de opsporingsambtenaar in het hoofdmenu gekozen voor "omzet" en "dagomzet". Toen het programma om een wachtwoord vroeg, heeft hij "2020" ingevuld. Vervolgens heeft hij gekozen voor een overzicht van de omzet van 30 januari 2012. Daarna verscheen een scherm waarop te zien was dat de drie bestellingen waren bewaard en dat het totaalbedrag daarvan € 339,10 was.
Vervolgens heeft de opsporingsambtenaar in de virtuele omgeving, waarbinnen het kassaprogramma draaide, het op de usb-stick aangetroffen programma "backup.exe" opgestart. Toen het programma om een code vroeg, heeft hij eerst de code "2020" geprobeerd. Daarop verscheen een scherm dat leek op een scherm dat gebruikt zou kunnen worden bij het maken van een back-up. Vervolgens heeft hij de code "20209727" ingevoerd. Daarop werd het programma [(maker) kasprogramma] , versie 2.6.6., afgesloten en verscheen een menu. In dit scherm heeft de opsporingsambtenaar geklikt op "dagomzet". Daarna verscheen een scherm waarop de drie bestellingen zichtbaar waren. De bestelling die was aangemerkt als met "pin" betaald, was lichtgrijs gekleurd en de andere twee bestellingen waren helder gekleurd. Nadat de opsporingsambtenaar op de twee helder gekleurde bestellingen had geklikt, werden deze rood van kleur en verscheen het totaal van de twee roodgekleurde bestellingen (€ 199,60) met een "-" teken ervoor. Daarna heeft de opsporingsambtenaar geklikt op "dagomzet boeken". Na bevestiging werd het scherm gesloten en verscheen weer het menu. Toen hij daarna koos voor "programma sluiten", verscheen een nieuw dialoogkader, met als opschrift "eraser", en de tekst: "Erasing Unused disk space." Na verloop van tijd werd het programma gesloten.
Daarna heeft de opsporingsambtenaar het programma [(maker) kasprogramma] , versie 2.6.6, weer gestart, heeft hij gekozen voor de optie "periode omzet", heeft hij het wachtwoord "2020" ingevuld, heeft hij de datum ingevuld en heeft hij gekozen voor "details per dag". Daarop verscheen een scherm dat een overzicht van de bestellingen toonde. In dit overzicht stond slechts één tafeltje en was een totaalbedrag aan omzet van € 139,50 vermeld. De twee tafeltjes die met het programma "backup.exe" waren verwijderd, waren niet meer in de omzet opgenomen.
De opsporingsambtenaar heeft naar analogie van deze handelingen een aantal bestellingen in de "afhaal" keuze van het programma gedaan. Bij het verwijderen van bestellingen uit de afhaalmodule vielen hem de volgende zaken op. Als een relatief groter aantal bestellingen werd verwijderd, verscheen de melding: "Er zijn teveel klanten verwijderd. Hierdoor klopt de numering (sic) niet meer." Toen hij een afhaalbestelling wilde verwijderen, waarvan een rekening was afgedrukt, verscheen de waarschuwing: "De rekening is al geprint. Weet u zeker dat u de klant wilt verwijderen?" Toen hij na het verwijderen van afhaalbestellingen de dagomzet wilde boeken, zonder dat hij bij de restaurantmodule tafels had verwijderd, verscheen de waarschuwing: "Er zijn geen klanten bewerkt bij RESTAURANT. Weet u zeker dat u geen klanten wilt bewerken?" Toen hij probeerde een bestelling te verwijderen die met de pin betaald was, verscheen de waarschuwing: "Klant mag niet worden bewerkt." [69]
1.23.
Tijdens de doorzoeking van het restaurant in het [adres 3] zijn in een afvalbak achter de receptie meerdere kassabonnen van dat restaurant aangetroffen; onder meer één van 13 februari 2011, acht van 27 september 2011 en vijf 28 september 2011. [70] Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft gekeken of de aangetroffen kassabonnen in de image van de harde schijf van het kassasysteem van het restaurant in het [adres 3] stonden. Tevens heeft hij gekeken of drie kassabonnen van 10 januari 2011, 15 september 2011 en 28 september 2011, die zijn verkregen door medewerkers van de FIOD die hebben gegeten in het restaurant in het [adres 3] , in deze image stonden. Daarbij heeft hij per kassabon gezocht op datum, tijd, tafel en bedrag. Uit zijn bevindingen is naar voren gekomen dat deze zeventien kassabonnen niet in het kassasysteem van [verdachte B.V. 3] stonden. [71]
Gang van zaken in het restaurant aan het [adres 2]
1.24.
Op 29 september 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het bedrijfspand van [verdachte B.V. 2] aan het [adres 2] te Groningen. Tijdens de doorzoeking zijn diverse computers en gegevensdragers aangetroffen. In één van de computers is een usb-stick met het opschrift "afhaal" aangetroffen. Van deze computers en enkele van deze gegevensdragers zijn images gemaakt. [72] Deze images hebben onder meer de volgende namen gekregen: "PC-balie1", "PC-balie2" en "USB-stick-balie". De "USB-stick-balie" had het opschrift "afhaal". [73] De computers met de namen "PC-balie1" en "PC-balie2" stonden achter de balie. In de computer met de naam PC-balie2" zat de usb-stick met het opschrift "afhaal". [medeverdachte 4] heeft verklaard dat de computer met de naam "PC-balie2" in gebruik was sinds september 2011, tezamen met de nieuwe versie van het programma [(maker) kasprogramma] en dat de computer met de naam "PC-balie1" in gebruik was als hoofdcomputer bij de vorige versie van [(maker) kasprogramma] . [74]
1.25.
Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft een digitale omgeving gecreëerd, waarin het programma kon worden geraadpleegd dat stond op de image van de harde schijf van het kassasysteem dat is aangetroffen in het restaurant aan het [adres 2] . Op deze manier heeft hij het kassaprogramma dat in het restaurant aan het [adres 2] werd gebruikt, gestart. Hij zag dat dit [(maker) kasprogramma] , versie 2.9.3., was. Op de usb-stick met het opschrift "afhaal", die tijdens de doorzoeking in het restaurant aan het [adres 2] is aangetroffen in de computer achter de balie, trof de opsporingsambtenaar het programma "backup.exe" aan. Hij heeft onderzoek naar het programma gedaan. Daarbij heeft hij de baascode "0505" en de tweede tekenreeks "1808" gevonden. Vervolgens heeft de opsporingsambtenaar de code "05051808" ingevoerd toen hij het programma "backup.exe" draaide op de kopie van het kassasysteem, zoals dat gebruikt werd in het restaurant aan het [adres 2] . Daarop kreeg de opsporingsambtenaar de functionaliteit te zien om omzet te verwijderen, een en ander zoals hiervoor onder 1.22. beschreven. [75]
1.26.
Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft een digitale omgeving gecreëerd, waarin de image van de computer met de code "PC-balie1", die tot september 2011 in gebruik was in het restaurant aan het [adres 2] , kon worden geraadpleegd. Toen op deze manier het programma "main.exe" in de map "Sjinees-Software" werd gestart, startte het programma [(maker) kasprogramma] 1.8.0.
Om de werking van het programma te onderzoeken, heeft de opsporingsambtenaar voor drie tafeltjes bestellingen, gedateerd op 15 maart 2012, in het systeem gebracht. Daarop veranderden deze tafeltjes op de plattegrond van kleur (van groen naar rood) en verscheen een tijdstip. Daarna heeft hij gekozen voor "bon" en "print", waarop de kleur van de tafeltjes veranderde in blauw. Vervolgens heeft hij nogmaals dubbel geklikt op de geactiveerde tafeltjes en verscheen een scherm waar de wijze van betalen kon worden gekozen. Voor twee tafels heeft hij gekozen voor "contant" en voor de derde tafel voor "pin", waarna de tafeltjes op de plattegrond weer de oorspronkelijke groene kleur kregen. Vervolgens heeft de opsporingsambtenaar in het hoofdmenu gekozen voor de optie "omzet" en "dagomzet". Toen het programma om een wachtwoord vroeg, heeft hij het wachtwoord "2007" ingevuld. Dit wachtwoord had hij gekregen van een medewerker van het NFI die onderzoek naar [(maker) kasprogramma] heeft gedaan. Vervolgens heeft hij gekozen voor een overzicht van de omzet van 15 maart 2012. Daarna verscheen een scherm, waarop te zien was dat de drie bestellingen waren bewaard en dat het totaalbedrag daarvan € 258,30 was. Vervolgens heeft de opsporingsambtenaar het programma "tetris.exe" - dat was aangetroffen op een computer in de woning van verdachte en was gekopieerd op een usb-stick - geactiveerd in de programma-omgeving van het programma [(maker) kasprogramma] 1.8.0. Daarop verscheen niet het spelletje "Tetris", maar een menu met een aantal keuzes. Vervolgens heeft hij gekozen voor de knop "$ restaurant" en voor de datum 15 maart 2012. Daarop verscheen een scherm dat leek op het scherm dat eerder te zien was geweest bij de menukeuze "dagomzet". De opsporingsambtenaar zag dat het totaalbedrag voor deze dag ook € 258,30 was en dat het verschil met het "dagomzet"-scherm was dat linksonder in het dialoogkader een menu-optie "automatisch verwijderen" was. Toen hij daarop klikte, verscheen een scherm waarop een "te verwijderen bedrag" kon worden ingevuld. Toen hij daar als bedrag "100" invulde en op "ok" klikte, verschenen op een scherm de gegevens van een tafel met het bedrag € 88,60. Ook stond op dit scherm het bedrag dat zou overblijven als omzet, als deze bestelling zou worden verwijderd. Toen de opsporingsambtenaar op "ok" klikte, verscheen een scherm waarop de voorgestelde tafel met de bestelling ten bedrage van € 88,60 niet langer in de lijst stond. Nadat hij vervolgens dubbel had geklikt op een andere bestelling ten bedrage van € 88,10 en hij in het volgende scherm had geklikt op "verwijderen", was ook deze bestelling uit de lijst verdwenen. Daarna heeft de opsporingsambtenaar gekozen voor "dagomzet boeken" en "dag afsluiten". Daarop verscheen een scherm met de tekst: "Verwijder de USB stick niet zolang dit scherm zichtbaar is." Na enige tijd verdween dit scherm. Vervolgens heeft hij [(maker) kasprogramma] 1.8.0 weer opgestart, gekozen voor "omzet", "geschiedenis omzet" en 15 maart 2012 en heeft hij het wachtwoord "2007" ingegeven. Daarop verscheen een scherm met een overzicht, waarin alleen de overgebleven bestelling ten bedrage van € 81,60 was opgenomen. [76]
1.27.
Tijdens de doorzoeking van het restaurant aan het [adres 2] zijn achter de balie (receptie) en in een afvalbak vier kassabonnen van dat restaurant aangetroffen; één van 25 september 2011 en drie van 28 september 2011. [77] Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft gekeken of de aangetroffen kassabonnen in de image van de harde schijf van het kassasysteem van [verdachte B.V. 2] stonden. Daarbij heeft hij per kassabon gezocht op datum, tijd, tafel en bedrag. Uit zijn bevindingen is naar voren gekomen dat deze vier kassabonnen niet in het kassasysteem van [verdachte B.V. 2] stonden. [78]
Onderzoek NFI
1.28.
Ir. [onderzoeker] (hierna: [onderzoeker] ), werkzaam als deskundige bij het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI), heeft onderzoek gedaan naar de kassasystemen van de fabrikant [(maker) kasprogramma] . [onderzoeker] heeft een onderzoekscomputer ingericht die zowel versie 1.8.2. als versie 2.6.6. van het [(maker) kasprogramma] kassasysteem ondersteunde. Daarbij is gebruik gemaakt van een één-op-één-kopie van de harde schijf "server kassa [adres 3] " ( [(maker) kasprogramma] 2.6.6.), een één-op-één-kopie van de harde schijf van "pc-balie-1" ( [(maker) kasprogramma] 1.8.2.) en een virtuele usb-stick, ingericht met een één-op-één-kopie van usb-stick "G-1-I-3-12-USB grijs" en de inhoud van de map "\1.8 installation\dayEdit" van de één-op-één-kopie van "E-1-IV-1-1-a". [onderzoeker] heeft geconstateerd dat de in de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] aan getroffen versies 2.6.6. en 2.9.3. van dit kassasysteem qua uiterlijk en functionaliteit weinig van elkaar verschillen, maar dat deze beide versies qua uiterlijk en functionaliteit wel sterk verschillen van versie 1.8.2. Het onderzoek is daarom in detail uitgevoerd op de versies 1.8.2 en 2.6.6. Van versie 2.9.3 is alleen gecontroleerd of deze op de in versie 2.6.6 gevonden relevante onderdelen dezelfde functionaliteit heeft. [79]
1.29.
[onderzoeker] heeft geconcludeerd dat er een zeer sterke indicatie is dat het kassasysteem [(maker) kasprogramma] , versie 1.8.2., geïnstalleerd heeft gestaan op de computer "pc-balie-1" en dat de aangetroffen sporen zeer veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat [(maker) kasprogramma] 1.8.2. op de computer "pc-balie-1" geïnstalleerd heeft gestaan dan onder de hypothese dat [(maker) kasprogramma] 1.8.2. niet op deze computer geïnstalleerd heeft gestaan. Ook heeft hij geconcludeerd dat de aangetroffen sporen veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat een externe harde schijf of usb-stick met het programma "Tetris.exe" in de computer "pc-balie-1" heeft gezeten en het programma "Tetris2.exe" minimaal één keer is gestart, dan onder de hypothese dat dit nooit is gebeurd. "Tetris.exe" is hoofdzakelijk het spel Tetris dat onder bepaalde condities de toepassing "Tetris2.exe" start. "Tetris2.exe" is de afroomtoepassing. [onderzoeker] heeft geconstateerd dat "Tetris2.exe" voor het verwijderen van bestanden het programma "eraserl.exe" aanroept, dat dit wisprogramma is gemaakt voor het wissen van sporen van bestanden en dat van de met het programma "eraserl.exe" verwijderde bestanden en mappen geen sporen terug te vinden zijn. [onderzoeker] heeft geconcludeerd dat aan het programma Tetris te zien is wanneer het zich als spel en wanneer het zich als afroommodule presenteert. "Tetris.exe" gedraagt zich alleen als afroommodule als het gestart wordt op het kassasysteem waarmee het gekoppeld is. Deze koppeling is geregistreerd in de 174ste instelling in het bestand "data.dat" op de usb-stick en het kassasysteem. Als deze instelling op de usb-stick en het kassasysteem gelijk aan elkaar zijn, start "Tetris.exe" de afroomtoepassing "Tetris2.exe" en anders wordt de afroomtoepassing "Tetris2.exe" verwijderd van de usb-stick. [80]
1.30.
[onderzoeker] heeft geconcludeerd dat uit het onderzoek aan het programma "Backup.exe" op de één-op-één-kopie van de usb-stick "G-1-I-3-12-USB grijs" blijkt dat het sporen achterlaat in de vorm van bestanden met de namen "JEn[nummer].tmp" en "colour.properties". De tijdstempels op deze bestanden zijn weergegeven in figuur 4 op pagina 25 van het rapport van het NFI. Figuur 4 betreft de tijdstempels van sporen van het gebruik van "Backup.exe" op locatie G (het restaurant in het [adres 3] ), zoals deze blijken uit de één-op-één-kopieën van de computer "server kassa [adres 3] " en usb-stick "G-1-I-3-12-USB grijs". In figuur 4 is te zien dat het overgrote deel van de sporen van het starten van "Backup.exe" tijdstempels in de periode van 21.00 uur tot en met 24.30 uur hebben. [81] [onderzoeker] heeft - onder verwijzing naar figuur 4 - verklaard dat er sporen zijn aangetroffen die erop wijzen dat de externe tool bijna dagelijks is gebruikt in een periode van vier jaar. [82] [onderzoeker] heeft geconcludeerd dat "Backup.exe" voor het verwijderen van bestanden het programma eraserl.exe aanroept, dat dit wisprogramma is gemaakt voor het wissen van sporen van bestanden en gewiste omzet daardoor niet is terug te halen. [83]
1.31.
[onderzoeker] heeft geconstateerd dat de afroomfunctionaliteit te benaderen is als de lange code, bestaande uit het gebruikerswachtwoord met een aanvullende code is gebruikt. De ingestelde waarden voor de lange code, het gebruikerswachtwoord aangevuld met de instelling " [(maker) kasprogramma] _phone_net", is getoond in tabel 17 op pagina 25 van het rapport. In deze tabel is te zien dat voor de computer "PC-balie-2" het gebruikerswachtwoord "0505" is, de instelling " [(maker) kasprogramma] _phone_net" "1808" en de code "05051808". Voorts is in deze tabel te zien dat voor de computer "server kassa [adres 3] " het gebruikerswachtwoord "2020" is, de instelling " [(maker) kasprogramma] _phone_net" "9727" en de code "20209727". [84]
1.32.
[onderzoeker] heeft geconcludeerd dat de sporen die zijn aangetroffen met betrekking tot de periode van 23 augustus 2011 tot 26 augustus 2011 veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de "usb-stick-balie" is gebruikt in de computer "pc-balie-2" en de afroomfunctionaliteit beschikbaar was dan onder de hypothese dat dit usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen veel waarschijnlijker onder de hypothese dat het gebruikerswachtwoord aangevuld met een code is gebruikt dan onder de hypothese dat alleen het gebruikerswachtwoord is gebruikt.
Voorts heeft [onderzoeker] geconcludeerd dat de sporen die zijn aangetroffen met betrekking tot de periode omstreeks 28 september 2011 22:46:27 zeer veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de "usb-stick-balie" is gebruikt in de computer "pc-balie-2" en de afroomfunctionaliteit beschikbaar was dan onder de hypothese dat dit usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen zeer veel waarschijnlijker onder de hypothese dat het gebruikerswachtwoord aangevuld met een code is gebruikt dan onder de hypothese dat alleen het gebruikerswachtwoord is gebruikt. De in het kassasysteem opgeslagen code is "05051808". [85]
1.33.
[onderzoeker] heeft geconcludeerd dat de sporen die zijn aangetroffen met betrekking tot de periode van 18 juli 2007 tot 20 augustus 2007 veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de usb-stick "G-1-I-3-12-USB grijs" is gebruikt in de computer "server kassa [adres 3] " en de afroomfunctionaliteit beschikbaar was dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen veel waarschijnlijker onder de hypothese dat het gebruikerswachtwoord aangevuld met een code is gebruikt dan onder de hypothese dat alleen het gebruikerswachtwoord is gebruikt.
[onderzoeker] heeft voorts geconcludeerd dat de sporen die zijn aangetroffen met betrekking tot de tussenliggende periode van 20 augustus 2007 tot 28 september 2011 waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de usb-stick "G-1-I-3-12-USB grijs" is gebruikt, dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt, en dat daarbij onbekend is welke functionaliteit is benaderd.
Verder heeft [onderzoeker] geconcludeerd dat de sporen die zijn aangetroffen met betrekking tot de periode omstreeks 28 september 2011 22:49:40 zeer veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de usb-stick "G-1-I-3-12-USB grijs" is gebruikt en de afroomfunctionaliteit beschikbaar was dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen zeer veel waarschijnlijker onder de hypothese dat het gebruikerswachtwoord aangevuld met een code is gebruikt dan onder de hypothese dat alleen het gebruikerswachtwoord is gebruikt. De in het kassasysteem opgeslagen code is "20209727". [86]
1.34.
Met de term "waarschijnlijker" wordt bedoeld dat de kans dat de eerstgenoemde hypothese juist is 10 tot 100 maal groter is dan dat de laatstgenoemde hypothese juist is. Met de term "veel waarschijnlijker" wordt bedoeld dat de kans dat de eerstgenoemde hypothese juist is 100 tot 10.000 maal groter is dan dat de laatstgenoemde hypothese juist is. Met de term "zeer veel waarschijnlijker" wordt bedoeld dat de kans dat de eerstgenoemde hypothese juist is 10.000 tot 1.000.000 maal groter is dan dat de laatstgenoemde hypothese juist is. [87]
Enveloppen "X" en "bank"
1.35.
Op 29 september 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] aan de [adres 5] te Groningen. Tijdens deze doorzoeking is in een nachtkastje in de slaapkamer een rode enveloppe aangetroffen met het opschrift "26-09-11" en "*" (kruisje). In deze enveloppe zaten onder meer drie aan elkaar zittende bonnen van het restaurant aan het [adres 2] d.d. 26 september 2011 met de opschriften "totaal", "restaurant" en "afhaal". Op de bon met het opschrift "totaal" is een bruto omzet van € 6.201,650 vermeld en een contant bedrag van € 4.147,75. Tevens is in een handtas in hetzelfde nachtkastje in dezelfde slaapkamer een witte enveloppe aangetroffen met het opschrift "26-09-11 Bank". In deze enveloppe zaten onder meer drie aan elkaar zittende bonnen van het restaurant aan het [adres 2] d.d. 26 september 2011 met de opschriften "totaal", "restaurant" en "afhaal". Op de bon met het opschrift "totaal" is een bruto omzet van € 4.192,30 vermeld en een contant bedrag van € 2.057,10. Ook zat in deze enveloppe een met de hand ingevuld formulier d.d. 26 september 2011, waarop als totale omzet een bedrag van € 4.192,30 is ingevuld en een contant bedrag van € 2.049,45. [88] Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft een onderzoek ingesteld naar de omzetbedragen van de datum 26 september 2011 die zijn vastgelegd in het geautomatiseerde kassasysteem van het restaurant aan het [adres 2] . In een uitdraai van de historische gegevens van deze datum staat als contante omzet een bedrag van € 2.057,10 en als totale omzet een bedrag van € 4.192,30. De opsporingsambtenaar heeft deze gegevens vergeleken met de inhoud van de twee enveloppen. Hij zag dat alleen de omzetbedragen van de kassa-afslag uit de enveloppe met de vermelding "26-9-11" gevolgd door "bank" in het kassasysteem zijn geboekt en dat deze gegevens gelijk zijn aan het kassasysteem. Voorts heeft hij geconstateerd dat de bedragen van de kassa-afslag uit de enveloppe met de vermelding "26-9-11" gevolgd door een "X" hoger zijn dan het kassasysteem aangeeft en het verschil niet is terug te vinden. Ook zag hij dat het verschil in het kassasysteem hoofdzakelijk de contante omzet betreft en het verschil in contant ontvangen omzet van die dag € 2.090,65 bedraagt. [89] Een andere opsporingsambtenaar van de FIOD heeft in de kasadministratie van [verdachte B.V. 2] over de jaren 2006 tot en met 2010 gezocht naar dubbele kassa-afslagbonnen van dezelfde dag met verschillende contante omzetbedragen en deze niet aangetroffen. [90]
1.36.
Op 29 september 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] aan de [adres 6] te Groningen. Tijdens de doorzoeking zijn in een schaal op de eetkamertafel tien enveloppen aangetroffen met daarin contant geld en dagafslagen. Op de enveloppen staan de data 24 tot en met 28 september. Eén van de enveloppen is alleen voorzien van een datum, vier van de enveloppen zijn voorzien van het opschrift "bank" en een datum en vijf enveloppen zijn voorzien van een "X" (kruis) en een datum. [91] In de enveloppen met de opschriften "24-9 bank", "25-9 bank", "26-9 bank", "27-9 bank" en "28-9" zaten telkens onder meer een ingevuld formulier dagomzet van de desbetreffende datum en kassa-afslagen met de opschriften "restaurant", "afhaal" en "totaal" van de desbetreffende data. [92] In deze enveloppen zat respectievelijk € 1.320, € 3.140, € 560, € 770 en € 1.600 aan contant geld. [93] In de enveloppen met de opschriften "24-9 X", "25-9 X", "26-9 X", "27-9 X" en "28-9 X" zaten telkens kassa-afslagen met de opschriften "restaurant", "afhaal" en "totaal" van de desbetreffende data. [94] In deze enveloppen zat respectievelijk € 1.240, € 1.550, € 390, € 720 en € 1.220 aan contant geld. [95] Opsporingsambtenaren van de FIOD hebben deze enveloppen onderzocht. Zij zagen dat van de data 24 tot en met 28 september 2011 van elke dag twee enveloppen zijn aangetroffen en dat in deze enveloppen twee kassa-afslagbonnen van "restaurant", "afhaal" en "totaal" zaten van dezelfde dag met verschillende bedragen bij de contante omzet. De opsporingsambtenaren hebben vervolgens een onderzoek ingesteld naar de omzetbedragen van de data 24 tot en met 28 september 2011 die zijn vastgelegd in het geautomatiseerde kassasysteem van het restaurant in het [adres 3] . Er is een uitdraai gemaakt van de historische gegevens van de data 24 tot en met 28 september 2011. In deze uitdraai staan alle bedragen uit het kassasysteem, waaronder de contant geregistreerde bedragen. De opsporingsambtenaren hebben de omzet van 24 tot en met 28 september 2011 vergeleken met de inhoud van de tien enveloppen. Zij zagen dat alleen de omzetbedragen van de kassa-afslagbonnen uit de enveloppen met alleen een datum "28-9" en data gevolgd door "bank" in het kassasysteem zijn geboekt en dat deze omzetbedragen gelijk zijn aan de in het kassasysteem verwerkte omzet. Voorts zagen zij dat de bedragen van de kassa-afslagbonnen uit de enveloppen met een "X" hoger zijn dan de omzet die in het kassasysteem is geregistreerd, dat het verschil niet is terug te vinden in het kassasysteem en dat het verschil hoofdzakelijk de contante omzet betreft. De opsporingsambtenaren hebben geconstateerd dat de aangetroffen hoeveelheden contant geld die zijn aangetroffen in de twee enveloppen betreffende dezelfde dag samen telkens meer bedroegen dan in het kassasysteem was geregistreerd en dat de geldbedragen uit de enveloppen "bank" en zonder toevoeging, op kleingeld na, overeenkwamen met het contante kasgeld dat in het kassysteem is geregistreerd. Voorts hebben zij geconstateerd dat de geldbedragen die zijn aangetroffen in de enveloppen "24/9 X" en "28/9 X" nagenoeg overeenkomen met het verschil tussen enerzijds de contante omzet op de kassa-afslagbonnen "totaal" uit de enveloppen "24/9 bank" respectievelijk "28-9" en anderzijds de contante omzet op de kassa-afslagbonnen "totaal" uit de enveloppen "24/9 X" respectievelijk "28/9 X". De geldbedragen die zijn aangetroffen in de enveloppen "25/9 X", "26/9 X" en "27/9 X" zijn telkens lager dan het verschil tussen de contante omzet op de kassa-afslagbonnen "totaal" uit de enveloppen met het opschrift "bank" en het opschrift "X" van de desbetreffende dag.
De opsporingsambtenaren hebben in de enveloppen met daarop geschreven "bank" en een datum of alleen een datum, naast de kassa-afslagbonnen, ook zogenaamde dagomzetformulieren aangetroffen. In de enveloppen met een "X" hebben zij geen dagomzetformulieren aangetroffen. Op het dagomzetformulier van 25 september 2011 zagen zij achter "omzet afhaal" een bedrag staan van € 1.116,40 en daarnaast een doorhaling van een bedrag van € 1.404,70. Het bedrag van € 1.116,40 zagen zij staan op de kassa-afslagbon uit de enveloppe met de toevoeging "bank". Het bedrag van € 1.404,70 zagen zij staan op de kassa-afslagbon van dezelfde datum, maar dan in de enveloppe met de toevoeging "X". [96] Een opsporingsambtenaar van de FIOD heeft in de kasadministratie van [verdachte B.V. 3] over de jaren 2006 tot en met 2010 gezocht naar dubbele kassa-afslagbonnen van dezelfde dag met verschillende contante omzetbedragen en deze niet aangetroffen. [97]
1.37.
De opsporingsambtenaar van de FIOD die de videobeelden van 24 september 2011 heeft bekeken, heeft zijn observaties vergeleken met de inhoud van de enveloppen die zijn aangetroffen in de schaal op de keukentafel in de woning op het adres [adres 6] te Groningen. Hieruit kwam naar voren dat de bedragen en coupures die zijn aangetroffen in de rode enveloppen met de handmatige aantekeningen "24/9 Bank" en "24/8 X" exact overeenkomen met de bedragen en coupures die hij de man tijdens de observatie van 24 september 2011 samen met bescheiden in de twee rode enveloppen heeft zien plaatsen. [98]
1.38.
Op 29 september 2011 is de kluis met de nummer [nummer] bij de ABN-AMRO Bank aan de [adres 7] te Groningen geopend. [medeverdachte 4] had de sleutels van deze kluis bij zich. In deze kluis zijn onder meer twee witte enveloppen aangetroffen met de opschriften "10-11 [adres 3] X" en "15-11 [adres 3] bank", alsmede een enveloppe met op de voorzijde het opschrift "19-03 [adres 3] X" en op de achterzijde de aantekening "€ 8.000". [99] Deze kluis is op 22 maart 2010 gehuurd door [medeverdachte 4] en [verdachte 1] en [medeverdachte 4] is in 2010 en 2011 enkele keren bij deze kluis geweest. [100]
Heimelijke waarnemingen en aankopen
1.39.
Op 31 oktober 2007, 9 december 2007, 21 september 2008, 10 oktober 2008, 26 november 2008 en 16 december 2008 hebben medewerkers van de Belastingdienst heimelijke waarnemingen gedaan in het restaurant aan het [adres 2] . Zij hebben op die data telkens het aantal klanten in het restaurant geteld. Daarnaast hebben zij op deze data telkens in het restaurant gegeten, hun maaltijden contant afgerekend en de kassabonnen meegenomen die zij daarvan hebben ontvangen. [101] Een medewerker van de Belastingdienst heeft de elektronische bestanden van de twee (computer-)kassa's (restaurant/afhaal) van het restaurant aan het [adres 2] opgehaald. De Belastingdienst heeft de aantallen klanten die door de medewerkers zijn geteld, vergeleken met de aantallen maaltijden die zijn verantwoord in opgehaalde elektronische kasbestanden. Daarbij is geconstateerd dat in alle gevallen een aanzienlijk deel van de gasten/maaltijden niet is verantwoord in de elektronische kassabestanden. Daarnaast heeft de Belastingdienst geprobeerd de consumpties/maaltijden die zijn vermeld op de door de medewerkers ontvangen kassabonnen te traceren in de opgehaalde elektronische kassabestanden. Daarbij is in alle gevallen gebleken dat een deel van de artikelen die op deze bonnen stonden niet aanwezig was in de elektronische kassabestanden. [102]
1.40.
Op 11 november 2007, 16 november 2007, 30 december 2007, 25 november 2008 en 28 december 2008 hebben medewerkers van de Belastingdienst telkens een heimelijke aankoop gedaan bij het afhaalgedeelte van het restaurant aan het [adres 2] . Zij hebben deze aankopen telkens contant betaald en zij hebben de kassabonnen die zij van deze aankopen kregen telkens meegenomen. De Belastingdienst heeft geprobeerd de afgehaalde consumpties/maaltijden die zijn vermeld op de door de medewerkers ontvangen kassabonnen te traceren in de opgehaalde elektronische kassabestanden. Daarbij is in alle gevallen, met uitzondering van 30 december 2007, gebleken dat een deel van de artikelen die op deze bonnen stonden niet aanwezig was in de elektronische kassabestanden. [103]
1.41.
Op 9 november 2008, 12 november 2008, 19 november 2008, 3 december 2008, 10 december 2008 en 23 december 2008 hebben medewerkers van de Belastingdienst heimelijke waarnemingen gedaan in en/of buiten het restaurant in het [adres 3] . Zij hebben op die data telkens het aantal klanten in het restaurant geteld. Daarnaast hebben zij op 9 november 2008, 3 december 2008 en 23 december 2008 telkens in het restaurant gegeten, hun maaltijden contant afgerekend en de kassabonnen meegenomen die zij daarvan hebben ontvangen. [104] Een medewerker van de Belastingdienst heeft de elektronische bestanden van de hoofdkassa in het restaurant in het [adres 3] opgehaald. De Belastingdienst heeft de aantallen klanten die door de medewerkers zijn geteld, vergeleken met de aantallen maaltijden die zijn verantwoord in opgehaalde elektronische kasbestanden. Daarbij is geconstateerd dat in vier van deze zes gevallen [105] een aanzienlijk deel van de gasten/maaltijden niet is verantwoord in de elektronische kassabestanden. Daarnaast heeft de Belastingdienst geprobeerd de consumpties/maaltijden die zijn vermeld op de door de medewerkers ontvangen kassabonnen te traceren in de opgehaalde elektronische kassabestanden. Daarbij is in alle gevallen gebleken dat deze bonnen niet aanwezig was/waren in de elektronische kassabestanden. [106]
(Kas)administratie restaurants
1.42.
De kas van het restaurant aan het [adres 2] werd in de ten laste gelegde periode dagelijks opgemaakt en het contante geld werd dagelijks in een enveloppe gedaan. [107] De enveloppen met het geld van het restaurant aan het [adres 2] werden door [medeverdachte 2] meegenomen naar haar woning. [108]
1.43.
In het restaurant in het [adres 3] maakte men in de ten laste gelegde periode elke dag zelf de kas op. [109] Het contante geld werd dagelijks in een enveloppe gedaan. [110] De enveloppen met het geld van het restaurant in het [adres 3] werden soms door [medeverdachte 2] opgehaald en soms eerst door [medeverdachte 5] meegenomen en later naar het huis van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] gebracht. [111]
1.44.
In deze enveloppen zat tevens een formulier waarop de dagomzet, contante omzetten, de pinomzetten, de creditcardomzetten, de op rekening betaalde bedragen en de uitgaven werden vermeld. Bij het formulier zaten ook de bijbehorende kassa-afslagen en de pinafslagen. Dit waren geprinte stroken. [112] De dagomzetformulieren van de restaurants werden alleen ingevuld door [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 2] . [113] In de enveloppen zaten behalve het geld van de omzet ook de overige stukken die nodig waren voor de boekhouding, waaronder de overzichten van de omzet contant, pin et cetera en de kassabon van de totaalomzet. Die enveloppen werden later door [medeverdachte 3] of [getuige 1] meegenomen naar [adres 4] . [114] Alle geld, kassabonnen en andere administratieve gegevens van de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] gingen naar het hoofdkantoor van [vennootschap 2] in [adres 4] om daar te worden verwerkt. [115] Nadat het geld uit de enveloppen was verwijderd, werden de enveloppen met de omzetgegevens door [medeverdachte 3] aan [getuige 2] gegeven [116] en verwekte [getuige 2] dit in de administratie. [117]
Belastingaangiften
1.45.
[verdachte B.V. 2] , [verdachte B.V. 3] , [verdachte B.V. 1] , [vennootschap 2] , [medeverdachte 2] en enkele andere rechtspersonen vormden in de ten laste gelegde periode de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] De omzet en de daarover verschuldigde omzet- en vennootschapsbelasting van [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] is in die periode opgenomen in de aangiften omzet-en vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] [118]
1.46.
De maandelijkse aangiften omzetbelasting van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] over de periode 2007 tot en met 2009 zijn door [getuige 2] opgemaakt en ingediend bij de Belastingdienst. De maandelijkse aangiften zijn opgemaakt op basis van de gegevens die werden aangeleverd door de restaurants en de verschuldigde omzetbelasting werd dienovereenkomstig afgedragen. [119] Deze maandelijkse aangiften en afdrachten omzetbelasting werden niet besproken met de directie. [getuige 2] en [getuige 1] regelden dit zelfstandig. [getuige 2] maakte de aangiften op en [getuige 1] betaalde deze. [120] Deze aangiften en afdrachten werden niet gecontroleerd. [121] De maandelijkse aangiften omzetbelasting van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] over de periode oktober 2007 tot en met december 2009 zijn elektronisch binnengekomen via internet op het computersysteem van de Belastingdienst. Deze aangiften zijn ontvangen in of omstreeks de periode van 29 oktober 2007 tot en met 29 januari 2010. [122]
1.47.
De aangiften vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] over de periode 2007 tot en met 2009 zijn door de [vennootschap 3] (hierna: [vennootschap 3] ) opgesteld en ingediend bij de Belastingdienst. [123] Deze aangiften zijn gebaseerd op de gegevens die [getuige 2] digitaal vanuit het boekhoudprogramma bij [vennootschap 3] heeft aangeleverd. [124] Deze aangiften zijn door [medeverdachte 3] en [getuige 1] besproken met F. Blaauw van [vennootschap 3] . In 2009 was [medeverdachte 6] ook aanwezig bij deze bespreking. [125] De aangiften vennootschapsbelasting betreffende [verdachte B.V. 1] over de jaren 2007 tot en met 2009 zijn elektronisch binnengekomen op het computersysteem van de Belastingdienst. De aangiftegegevens zijn ingezonden door [vennootschap 3] . De aangifte voor het tijdvak 2007 is ontvangen op 29 september 2008, de aangifte voor het tijdvak 2008 op 15 maart 2010 en 1 juni 2010 en de aangifte voor het tijdvak 2009 op 17 mei 2011. [126]

2.Bewijsoverwegingen

Standpunt van de officier van justitie
2.1.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1. primair, 1. subsidiair, 1. meer subsidiair, 2. primair, 2. subsidiair, 2. meer subsidiair, 3. primair, 3. subsidiair en 3. meer subsidiair ten laste gelegde.
2.2.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1. meest subsidiair, 2. meest subsidiair en 3. meest subsidiair ten laste gelegde. De officier van justitie is van mening dat kan worden bewezen dat in beide restaurants (in ieder geval) vanaf juli 2007 omzet is afgeroomd en dat verdachte daarbij strafrechtelijk laakbaar betrokken is geweest.
Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
2.3.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat zowel in het restaurant aan het [adres 2] als in het restaurant in het [adres 3] omzet is afgeroomd door middel van het in de restaurants gebruikte kassasysteem van het bedrijf [(maker) kasprogramma] Het restaurant aan het [adres 2] maakte, vermoedelijk al vanaf eind 2005, gebruik van versie 1 van dit kassasysteem en deze is, vermoedelijk in augustus 2011, vervangen door versie 2. In het restaurant in het [adres 3] is het kassasysteem in 2007 geïnstalleerd. Tijdens de doorzoekingen op 29 september 2011 is de software op de kassasystemen van beide restaurants gekopieerd en is vastgesteld dat de software van [(maker) kasprogramma] werd gebruikt. De FIOD en het NFI hebben deze software geanalyseerd en beschreven. De FIOD heeft vastgesteld dat beide kassasystemen over de mogelijkheid beschikten om omzet af te romen door deze uit het kassasysteem te verwijderen. Voor beide systemen was deze mogelijkheid goed verstopt. Voor versie 1 was het noodzakelijk een programma te starten dat op een usb-stick stond en de verhullende naam "Tetris.exe" droeg. Dit programma is weliswaar niet in het restaurant aan het [adres 2] of bij één van de medeverdachten aangetroffen, maar toen de bij verdachte aangetroffen versie van "Tetris.exe" werd ingevoerd in de in het restaurant aan het [adres 2] aangetroffen versie 1 van [(maker) kasprogramma] , functioneerde deze. In het geval van het restaurant in het [adres 3] was het nodig een programma te starten met de verhullende naam "Backup.exe".
Hoewel de echte omzet door de kassasystemen is verwijderd, zijn in de systemen sporen achtergebleven waaruit blijkt dat de afroomtools zijn gebruikt. Uit deze sporen blijkt dat de tool in het restaurant in het [adres 3] werd gebruikt vanaf 17 juli 2007. Op de kassa in het restaurant aan het [adres 2] zijn de sporen pas vanaf augustus 2011 zichtbaar. Dit kan worden verklaard, doordat versie 2 van het systeem daar toen in gebruik is genomen. Daarnaast zijn ook sporen aangetroffen van het gebruik van "Tertris.exe". De afroomsoftware werd dagelijks gebruikt, voordat de dagafsluitingen werden opgemaakt.
2.4.
Naast dit technische bewijs zijn er bevindingen van de Belastingdienst en de FIOD dat bonnen van de maaltijden van medewerkers en andere in de restaurants aangetroffen bonnen van maaltijden niet in de kassa terug te vinden zijn. Daarnaast is er bewijs in de vorm van de door medewerkers van de Belastingdienst verrichte tellingen, welke zijn vergeleken met de gegevens in de kassasystemen van de restaurants. Verder zijn een aantal afslagen in tweevoud aangetroffen en blijkt de gang van zaken uit de in beslag genomen camerabeelden.
2.5.
De door het kassasysteem gegenereerde informatie is cruciaal voor de administratie van de ondernemingen en heeft zelf ook als onderdeel van de administratie te gelden. Door wijzigingen in de informatie in deze kassasystemen aan te brengen door omzet af te romen is een cruciaal onderdeel van de administratie gewijzigd, waardoor deze administratie geen waarheidsgetrouw beeld meer geeft van de gemaakte omzet en correcte heffing van belasting onmogelijk wordt gemaakt. Dit maakt reeds dat niet is voldaan aan de boekhoudverplichtingen. Ook de afslagen die het kassasysteem heeft geproduceerd, nadat de omzet was afgeroomd, en die zijn gebruikt voor het opstellen van de aangiften omzet- en vennootschapsbelasting, zijn in strijd met de boekhoudverplichtingen opgemaakt, nu zij geen waarheidsgetrouw beeld geven van de daadwerkelijk gemaakte omzet. Nu andere delen van de administratie, zoals de kasboeken, zijn opgesteld op basis van de gecorrumpeerde informatie uit de kassasystemen zijn ook die delen van de administratie onjuist en in strijd met de boekhoudverplichtingen opgesteld. Dit leidt tot de conclusie dat vanaf juli 2007 tot en met (in ieder geval) de actiedag 29 september 2011 niet is voldaan aan de boekhoudverplichtingen van de ondernemingen.
2.6.
De gegevens op basis waarvan de aangiften omzet- en vennootschapsbelasting zijn gedaan, zijn gegenereerd met behulp van de gemanipuleerde kassa's. Nu opzettelijk met de kassa's is gemanipuleerd, juist ook met het doel om omzet af te romen, is het logische gevolg daarvan dat de gegevens die in de aangiften zijn verwerkt, onjuist zijn en uitgaan van een te lage omzet en een te lage winst. Hieruit volgt dat deze aangiften opzettelijk onjuist zijn gedaan.
2.7.
Voorts bevat het dossier de belastingaangiften en de uitspraken van de belastingkamer van de rechtbank. Uit deze uitspraken blijkt dat er door het niet voldoen aan de boekhoudverplichtingen over de periode van juli 2007 tot en met 29 september 2011 een fiscaal nadeel is geleden. Hieruit volgt dat kan worden bewezen dat de feiten ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven.
2.8.
Ten aanzien van de rol van verdachte bij deze feiten heeft de officier van justitie het volgende aangevoerd. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte één van de twee vennoten van [(maker) kasprogramma] was, dat hij namens dat bedrijf de commerciële contacten onderhield en dat hij betrokken is geweest bij de levering van de kassasystemen aan de [moederbedrijf] . Ook blijkt dat de afroomsoftware is gestart op de kassasystemen van de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] en dat het programma "Backup.exe" in die restaurants is aangetroffen. Ook beschikte verdachte zelf over zowel "Backup.exe" als over "Tetris.exe". Medevennoot [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij deze "tooltjes" op verzoek van verdachte heeft ontwikkeld, dat verdachte de commerciële contacten onderhield en de kassasoftware installeerde en dat verdachte dit ook in het geval van de [moederbedrijf] heeft gedaan. De alternatieve verklaring van verdachte is strijdig met de verklaring van [medeverdachte 1] en is niet overtuigend. In verschillende tapgesprekken waaraan verdachte heeft deelgenomen, zijn sterke aanwijzingen te lezen omtrent zijn wetenschap van de afroommogelijkheid. Uit de verklaring van getuige [koper] blijkt dat verdachte wetenschap had van de afroommogelijkheid en dit ook als verkoopargument gebruikte. Bovendien heeft verdachte op 9 april 2014 verklaard dat het wel eens voorkwam dat mensen hem vroegen om het programma "Backup.exe", dat hij dit nooit gaf, maar dat het wel eens voorkwam dat hij de andere kant opkeek als zij het kopieerden of de usb-stick met "Backup.exe" achterhielden in het restaurant. Verder blijkt uit verdachtes verklaring dat hij de werking van het programma "Backup.exe" kende en dat hij ondernemers die dit programma gebruikten om omzet af te romen, wees op hun eigen verantwoordelijkheid.
Standpunt van de verdediging
3.1.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1. primair, 1. subsidiair, 1. meer subsidiair, 2. primair, 2. subsidiair, 2. meer subsidiair, 3. primair, 3. subsidiair en 3. meer subsidiair ten laste gelegde.
3.2.
Voorts heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat verdachte eveneens moet worden vrijgesproken van het onder 1. meest subsidiair, 2. meest subsidiair en 3. meest subsidiair ten laste gelegde.
3.3.
Daartoe heeft de raadsman in de eerste plaats aangevoerd dat verdachte zich aan het einde van de ten laste gelegde periode niet bewust was van de ten laste gelegde strafbare feiten. Het [(maker) kasprogramma] kassasysteem had "kinderziekten". Verdachte was zich bewust van de gebreken van het kassasysteem en hij en [medeverdachte 1] hebben daarover meerdere gesprekken gevoerd met de Belastingdienst. Tijdens een gesprek op 3 november 2009 heeft de Belastingdienst voor het eerst aangegeven aan welke eisen het systeem moest voldoen. In de daaraan voorafgaande periode van 2006 tot november 2009 heeft de Belastingdienst hierover geen informatie verstrekt. Per brief van 30 november 2009 heeft de Belastingdienst verdachte en [medeverdachte 1] in de gelegenheid gesteld aan te geven welke probleempunten zij zouden oppakken en binnen welke termijn. De Belastingdienst was dus van mening dat de verkoop van het kassasysteem niet (onmiddellijk) gestopt hoefde te worden, maar dat het kassasysteem slechts verbeterd moest worden.
3.4.
In de tweede plaats heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte het kassasysteem heeft aangepast. Voor het kunnen aanpassen van het systeem is specifieke kennis nodig, waarover verdachte niet beschikt. [medeverdachte 1] beschikt wel over deze kennis en de rolverdeling binnen de vennootschap was dat [medeverdachte 1] de programma's maakte en verdachte de vertegenwoordiging en de verkoop op zich nam. Verdachte heeft [medeverdachte 1] niet gevraagd, laat staan opgedragen, om een beheerstooltje te maken voor het verwijderen van omzet. Verdachte verwijderde de testomzet simpelweg door de map met de testomzet te verwijderen. De verklaring die [medeverdachte 1] hierover heeft afgelegd, is dan ook in strijd met de waarheid. In dit kader acht de verdediging van belang dat op enig moment een conflict is ontstaan tussen verdachte en [medeverdachte 1] en dat in het voorjaar/medio 2010 duidelijk werd dat er een einde zou komen aan hun samenwerking.
3.5.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat evenmin kan worden bewezen dat verdachte (een kassasysteem met) verborgen opties in de bestanden "Backup.exe" en/of "Tetris.exe" aan [moederbedrijf] heeft geleverd of beschikbaar heeft gesteld, laat staan dat hij [moederbedrijf] mededeling heeft gedaan omtrent deze opties. Uit geen enkele verklaring, noch uit enig ander bewijsmiddel blijkt dat verdachte deze bestanden aan [moederbedrijf] heeft geleverd. Uit het dossier blijkt bovendien niet dat verdachte eerder dan in 2010 wist van het bestaan van een programma om omzet mee te verwijderen. Verdachte heeft pas in het voorjaar/medio 2010 het door [medeverdachte 1] gemaakte programma "Backup.exe" ontdekt. Toen hij [medeverdachte 1] met deze ontdekking confronteerde, heeft [medeverdachte 1] hem uitgelegd dat daarmee testomzet kon worden verwijderd en dat dit programma niet voor de klanten bedoeld was. Ook heeft [medeverdachte 1] verdachte toen de code voor dit programma verstrekt. Hieruit volgt dat het programma "Backup.exe" niet door verdachte aan [moederbedrijf] kan zijn geleverd. Het programma "Tetris.exe" kende verdachte al eerder, maar hij wist niet dat daar verborgen opties in zaten. Dit programma heeft [medeverdachte 1] al in 2002 gemaakt en werd gebruikt voor versie 1 van [(maker) kasprogramma] . Verdachte heeft het programma "Tetris.exe" nooit gebruikt en hij heeft versie 1 van [(maker) kasprogramma] nooit verkocht, geleverd of geïnstalleerd. Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt niet op welk moment verdachte op de hoogte is geraakt van de verborgen opties. Ook blijkt uit die verklaring niet dat verdachte de verborgen opties aan [moederbedrijf] heeft geleverd. Verdachte heeft aan klanten nooit iets anders geleverd dan het kassasysteem, hij heeft bij de levering van een kassasysteem nooit gewezen op de mogelijkheid om omzet te verwijderen en de verborgen opties zijn dus kennelijk op een andere wijze tot de beschikking van [moederbedrijf] gekomen.
3.6.
Verder heeft de raadsman aangevoerd dat uit de aanwezigheid van verdachte bij de levering en installatie van de kassasystemen niet mag worden afgeleid dat verdachte de verborgen opties heeft geleverd. Uit het dossier blijkt niet dat de verborgen opties zijn geleverd bij de levering van de kassasystemen, noch dat verdachte deze opties op een later moment heeft geleverd. Ook blijkt uit het dossier niet welke informatie over de werking van de systemen bij de verkoop of op enig ander moment is verstrekt.
Verdachte heeft het kassasysteem [(maker) kasprogramma] niet geleverd aan het restaurant aan het [adres 2] . De factuur betreffende de levering van het kassasysteem aan het restaurant aan het [adres 2] is gedateerd op 15 november 2005. Daaruit blijkt dat een "versie 1 kassasysteem" werd geleverd. Deze versie werd alleen door [medeverdachte 1] geleverd. De samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 1] is begonnen in 2005 en verdachte beschikte op dat moment nog niet over enige kennis met betrekking tot de kassasystemen. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij samen met verdachte bij dat restaurant is geweest en dat hij "wel eens" bij dat restaurant is geweest. Volgens de raadsman moet het er daarom voor worden gehouden dat hij vaker bij Ni Hao is geweest, mogelijk ook zonder dat verdachte daarbij aanwezig was. Verdachte heeft verklaard dat hij en [medeverdachte 1] in ieder geval tot 2008 altijd samen naar klanten gingen om het kassasysteem te installeren. Verdachte heeft bij de installatie van het kassasysteem in het restaurant aan het [adres 2] alleen geholpen met het aansluiten van de computers.
Ook bij de installatie van versie 2 van het kassasysteem in het restaurant in het [adres 3] waren verdachte en [medeverdachte 1] samen aanwezig. Verdachte heeft dit kassasysteem niet geïnstalleerd en zijn werk bestond vooral uit het aansluiten van de computers.
Uit de enkele aanwezigheid van de verborgen opties op gegevensdragers van verdachte kan niet worden afgeleid dat hij deze heeft geleverd aan [moederbedrijf]
Indien al bewezen wordt geacht dat usb-sticks met de afroomprogramma's zijn overhandigd, kan dit net zo goed door [medeverdachte 1] zijn gedaan als door verdachte. Indien [medeverdachte 1] de verborgen opties heeft geleverd aan de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] , is hij daarmee zijn boekje te buiten gegaan en kan dit verdachte niet worden aangerekend. Verdachte heeft daarbij geen enkele rol gespeeld.
3.7.
Volgens de raadsman kan ook niet worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het leveren van de verborgen opties aan [moederbedrijf] Verdachte heeft deze opties niet gemaakt, hij heeft deze opties pas in het voorjaar/medio 2010 ontdekt en hij had geen enkele reden om te vermoeden dat achter het spelletje Tetris andere opties verborgen zaten. Verdachte had al helemaal geen opzet op het overtreden van de wetgeving met betrekking tot het doen van belastingaangifte.
3.8.
Verder heeft de raadsman aangevoerd dat de afgeluisterde telefoongesprekken niet kunnen bijdragen aan het bewijs voor het ten laste gelegde. Deze telefoongesprekken hebben betrekking op de periode van 28 tot en met 30 september 2011, terwijl de ten laste gelegde feiten betrekking hebben op de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 januari 2010. Bovendien betreft het geen telefoongesprekken met de restaurants van [moederbedrijf] Voorts geldt dat de vertaalde telefoongesprekken slecht te volgen zijn en de betekenis daarvan erg afhankelijk is van de interpretatie. Uit het telefoongesprek van 28 september 2011 om 20:24 uur blijkt dat de beller enkele maanden eerder een restaurant heeft overgenomen en contact opneemt met verdachte omdat zij is overrompeld door een onaangekondigd bezoek van de Belastingdienst. Uit het gesprek blijkt dat de beller weinig verstand heeft van het kassasysteem. Zij vraagt niet naar de programma's "Tetris.exe" of "Backup.exe" en zij richt haar vragen ook niet op het afromen van omzet of de usb-stick. Verdachte heeft in het gesprek aangegeven dat zij niet elke dag een back-up hoeft te maken en dat zij dit al helemaal niet aan de Belastingdienst moet laten zien, omdat dit onnodige problemen kan opleveren. Het telefoongesprek van 28 september 2011 om 22:20 uur gaat over het doorvoeren van een correctie in het kassasysteem. Het lijkt erom te gaan dat de gebruiker van het kassasysteem de werking daarvan nog niet helemaal begrijpt. In het gesprek wordt niet gesproken over de programma's "Tetris.exe" of "Backup.exe", noch over een usb-stick. Uit deze beide gesprekken blijkt dan ook op geen enkele manier dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
3.9.
Volgens de raadsman kan de verklaring van [koper] evenmin bijdragen aan het bewijs van het ten laste gelegde. [koper] is zijn restaurant begonnen op 4 mei 2010 en dus na de ten laste gelegde periode en nadat verdachte kennis heeft genomen van de beheerstooltjes. Bovendien is de verklaring van [koper] dat verdachte hem een usb-stick heeft geleverd en hem heeft gewezen op de afroommodule in strijd met de waarheid. De verdediging heeft erop gewezen dat de door [koper] genoemde data niet juist zijn. Op de vraag van [koper] of afromen mogelijk was, heeft verdachte mogelijk gezegd dat dit het geval was, maar dat dit niet de bedoeling is, dat het niet is toegestaan en dat de klant zich van de consequenties bewust moet zijn. Verdachte heeft [koper] de afroommodule niet verschaft. Als klanten vroegen om de afroommodule gaf verdachte deze nooit. De opmerking van verdachte dat klanten het gingen kopiëren of de usb-stick achterhielden in het restaurant is onjuist in het proces-verbaal opgenomen. Bij het verhoor was geen tolk aanwezig. Verdachte heeft niet gezegd, en zeker niet bedoeld, dat hij een andere kant op keek als klanten het programma bemachtigden. Hij heeft gezegd dat klanten mogelijk het programma hebben gekopieerd of gestolen als hij een andere kant op keek. Gelet op de verklaringen van verdachte als geheel, is niet aannemelijk dat verdachte heeft bedoeld te zeggen dat hij bewust de andere kant op keek. Hij heeft immers steeds verklaard dat hij de afroommodule niet verschafte, geen usb-stick leverde en klanten op hun verantwoordelijkheid wees.
Oordeel van de rechtbank
Overwegingen betreffende de gang van zaken in het restaurant in het [adres 3]
4.1.
Uit die hiervoor samengevat weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat in het door [verdachte B.V. 3] gedreven restaurant in het [adres 3] in de periode van 18 juli 2007 tot en met 29 september 2011 gebruik werd gemaakt van versie 2 van het kassasysteem/-programma [(maker) kasprogramma] . Ook blijkt daaruit dat in het restaurant in het [adres 3] in een lade aan de balie waar (de computer met) het kassasysteem stond, een usb-stick is aangetroffen waarop het programma "Backup.exe" stond.
4.2.
Onder meer uit het onderzoek van de FIOD en de verklaringen van [medeverdachte 1] en verdachte leidt de rechtbank af dat het mogelijk was om middels de aangetroffen usb-stick met het programma “Backup.exe” een deel van de dagomzet van het restaurant uit versie 2 van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] te verwijderen. Wanneer deze usb-stick in (de computer met) het kassasysteem werd gestoken, werd automatisch het programma “Backup.exe” opgestart. Wanneer vervolgens een korte code werd ingetoetst, werd het back-upprogramma opgestart. Wanneer echter een langere code werd ingetoetst, werd een programma opgestart waarmee omzet kon worden verwijderd (hierna: de afroommodule). De afroommodule gaf de mogelijkheid om contant betaalde bestellingen uit het kassasysteem en dus uit de dagomzet en de administratie te verwijderen. De op deze wijze uit het kassasysteem verwijderde omzet was niet meer terug te halen.
4.3.
Uit de beschrijving van de in beslag genomen videobeelden van de bewakingscamera’s van het restaurant leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 6] onder meer op 24 september 2011 tussen 22:13 uur en 22:30 uur gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om door middel van de usb-stick met het programma "Backup.exe" omzet af te romen. Deze conclusie baseert de rechtbank onder meer op de omstandigheid dat de opsporingsambtenaar van de FIOD die de beelden heeft bekeken, heeft vastgesteld dat op die beelden te zien is dat [medeverdachte 6] de code "20209727" heeft ingetoetst, terwijl uit het onderzoek van de FIOD en het NFI blijkt dat dit de lange code is waarmee de afroommodule van het programma "Backup.exe" wordt opgestart. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat de opsporingsambtenaar op de beelden heeft waargenomen dat [medeverdachte 6] geldbedragen van € 1.320 (26 x € 50 en 1 x € 20) en € 1.240 (24 x € 50 en 2 x € 20) heeft geteld en in twee enveloppen heeft gedaan en dat deze geldbedragen en coupures overeenkomen met de geld in de enveloppen met de opschriften "24/9 bank" en "24/9 X" die zijn aangetroffen in de woning van [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] .
4.4.
In de woning van [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] zijn naast deze twee enveloppen nog acht andere enveloppen aangetroffen met de opschriften "25-9 bank", "25-9 X", "26-9 bank", "26-9 X", "27-9 bank", "27-9 X", "28-9" en "28-9 X". De FIOD heeft de inhoud van deze enveloppen onderzocht en vergeleken met de omzetbedragen van de desbetreffende data die zijn vastgelegd in het kassasysteem van het restaurant in het [adres 3] . De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven onder 1.36. Uit de resultaten van dit onderzoek, in combinatie met hetgeen op de camerabeelden is waargenomen en de constatering van de FIOD dat in de kasadministratie over de jaren 2006 tot en met 2010 geen dubbele kassa-afslagbonnen van dezelfde dag met verschillende contante omzetbedragen zijn aangetroffen, leidt de rechtbank af dat in de enveloppen met een datum gevolgd door een "X" de kassa-afslagbonnen zaten met daarop de contante omzet die op de desbetreffende dagen daadwerkelijk is behaald, alsmede (een deel van) de contante geldbedragen die op de desbetreffende dagen zijn afgeroomd. Voorts leidt de rechtbank daaruit af dat in de enveloppen met alleen een datum of een datum gevolgd door het opschrift "bank" de kassa-afslagbonnen zaten met daarop de (resterende) bedragen aan contante omzet die op de desbetreffende dagen in het kassasysteem en de administratie zijn verantwoord, alsmede de bedragen aan contante omzet die op die dagen in het kassasysteem en de administratie zijn verantwoord (op kleingeld na). Aan de hand van die verantwoorde omzet is vervolgens de maandelijks omzetbelasting afgedragen en is de jaarlijks in de aangifte verantwoorde winst bepaald.
4.5.
Uit de beschrijving van de videobeelden blijkt verder dat de opsporingsambtenaar van de FIOD daarop heeft gezien dat [medeverdachte 6] in de periode van 9 tot en met 28 september 2011 iedere dag tijdens de dagafsluiting vermoedelijk een usb-stick in de computer plaatste. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de videobeelden van 24 september 2011 en de enveloppen betreffende de data 24 tot en met 28 september 2011, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het voorwerp dat [medeverdachte 6] op deze dagen in de computer heeft geplaatst inderdaad de in beslag genomen usb-stick betrof.
4.6.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat de aantallen klanten van het restaurant in het [adres 3] die zijn geteld op 9 november 2008, 12 november 2008, 19 november 2008 en 3 december 2008 aanzienlijk groter zijn dan de aantallen maaltijden die op die dagen zijn verantwoord in de elektronische kasbestanden van het restaurant. Ook blijkt uit de bewijsmiddelen dat bonnen van maaltijden die in het restaurant in het [adres 3] zijn gegeten op 9 november 2008, 3 december 2008, 23 december 2008, 10 januari 2011, 13 februari 2011, 25 september 2011, 27 september 2011 en 28 september 2011 niet aanwezig waren in de elektronische kasbestanden van het restaurant. De rechtbank leidt hieruit af dat op al die dagen een deel van de omzet is verwijderd uit het kassasysteem. Daarbij heeft de rechtbank mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot het aantreffen en gebruiken van de afroommodule, de omstandigheid dat tussen de aantallen getelde klanten en de aantallen verantwoorde maaltijden aanzienlijke verschillen bestaan en de omstandigheid dat het gaat om een groot aantal ontbrekende kassabonnen (en niet slechts enkele).
4.7.
Uit het rapport van het NFI en de verklaring van de deskundige van het NFI blijkt dat in de computer, waarop het kassasysteem stond, sporen zijn aangetroffen die erop duiden dat het programma "Backup.exe" in de periode van 18 juli 2007 tot en met 28 september 2011 bijna dagelijks is gebruikt. Ook blijkt daaruit dat deze sporen in het overgrote deel van de gevallen tijdstempels hebben in het tijdvak van 21.00 uur tot en met 24.30 uur. Ten aanzien van de periode van 18 juli 2007 tot en met 20 augustus 2007 heeft de deskundige van het NFI geconcludeerd dat de aangetroffen sporen veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de aangetroffen usb-stick is gebruikt in de computer met het kassasysteem dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen veel waarschijnlijker onder de hypothese dat de langere code is ingetoetst en dus de afroommodule is benaderd dan onder de hypothese dat de korte code is ingetoetst en dus het back-upprogramma is opgestart. Ten aanzien van de periode van 20 augustus 2007 tot 28 september 2011 heeft de deskundige geconcludeerd dat de aangetroffen sporen waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de aangetroffen usb-stick is gebruikt dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt, waarbij onbekend is of het back-upprogramma of de afroommodule is gebruikt. Ten aanzien van 28 september 2011 heeft de deskundige van het NFI geconcludeerd dat de aangetroffen sporen zeer veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de aangetroffen usb-stick is gebruikt in de computer met het kassasysteem dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen zeer veel waarschijnlijker onder de hypothese dat de langere code is ingetoetst en dus de afroommodule is benaderd dan onder de hypothese dat de korte code is ingetoetst en dus het back-upprogramma is opgestart.
4.8.
Uit de ordegrootte van de bewijskracht van de verschillende maten van waarschijnlijkheid, genoemd in de vakbijlage van het NFI, volgt dat de bewijskracht van de conclusie ten aanzien van de periode van 20 augustus 2007 tot 28 september 2011 (hierna ook: de tussenliggende periode) (aanzienlijk) kleiner is dan de bewijskracht van de conclusies ten aanzien van de periode vóór 20 augustus 2007 en ten aanzien van 28 september 2011. Desalniettemin acht de rechtbank de conclusie ten aanzien van de tussenliggende periode (mede) redengevend voor het bewijs dat de usb-stick ook in de tussenliggende periode vaak (bijna dagelijks) is gebruikt en dat toen ook de afroommodule vaak (bijna dagelijks) is benaderd. Daartoe overweegt de rechtbank dat de conclusies van het NFI niet op zich staan. Daarbij neemt zij in de eerste plaats in aanmerking dat er zowel ten aanzien van de dagen vóór deze periode als ten aanzien van de dag na deze periode sterke aanwijzingen zijn aangetroffen dat de usb-stick en de afroommodule zijn gebruikt. Voorts acht de rechtbank in dit kader van belang dat de sporen die tot de conclusie met betrekking tot de tussenliggende periode hebben geleid voor het overgrote deel tijdstempels hebben die liggen tussen 21.00 uur en 24.30 uur. Uit de beschrijving van de videobeelden van 24 september 2011 leidt de rechtbank af dat dit de tijd rond en direct na de sluiting van het restaurant betreft. Bovendien sluit deze tijdsruimte aan bij de tijdsruimte, waarin [medeverdachte 6] blijkens de videobeelden in de periode van 9 tot en met 28 september 2011 dagelijks de usb-stick in de computer stak. Daar komt bij dat uit de overige (hiervoor besproken) bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat in de tussenliggende periode daadwerkelijk meermalen gebruik is gemaakt van de usb-stick en de afroommodule. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, leidt zij uit (de beschrijving van) de videobeelden af dat in de periode van 9 tot en met 28 september 2011 dagelijks gebruik is gemaakt van de usb-stick. Bovendien leidt de rechtbank uit de videobeelden van 24 september 2011 en de enveloppen met de opschriften "bank" en "X" af dat op de data 24 tot en met 28 september 2011 niet alleen gebruik is gemaakt van de usb-stick, maar ook telkens de afroommodule is gebruikt. Voorts leidt de rechtbank uit de hiervoor genoemde verschillen tussen de elektronische kasbestanden van het restaurant in het [adres 3] en de aantallen getelde gasten en de kassabonnen af dat op alle dagen waarop die tellingen en kassabonnen betrekking hebben omzet is afgeroomd. Daaruit leidt de rechtbank vervolgens af dat op al die dagen - die verspreid liggen over 2008 en 2011 - gebruik is gemaakt van de usb-stick en de afroommodule. Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat het niet noodzakelijk en ook niet zonder meer logisch is om dagelijks een back-up van het kassasysteem te maken. Bovendien blijkt uit de bewijsmiddelen dat in versie 2 van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] een back-upfunctionaliteit is opgenomen, zodat het onlogisch is om voor het maken van een back-up gebruik te maken van een back-upprogramma op een usb-stick.
4.9.
Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat de medeverdachten geen enkele verklaring hebben gegeven voor alle hiervoor genoemde omstandigheden, terwijl deze omstandigheden schreeuwen om uitleg, de medeverdachten hiermee zijn geconfronteerd en zij in de positie verkeren dat zij daarvoor een verklaring kunnen geven. De omstandigheid dat de medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] familie van elkaar zijn en hen in dat kader een verschoningsrecht toekomt, staat er niet aan in de weg dat de rechtbank de omstandigheid dat zij geen verklaring hebben gegeven in haar bewijsoverwegingen betrekt. De rechtbank verwijst in dit kader naar een arrest van de Hoge Raad van 25 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1767).
4.10.
Op grond van alle bovenstaande bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen, in onderling verband bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat in de periode van 18 juli 2007 tot en met 28 september 2011 in het restaurant in het [adres 3] opzettelijk, structureel en met grote regelmaat (bijna dagelijks) met gebruikmaking van het programma "Backup.exe" bonnen uit het kassasysteem en daarmee uit de administratie zijn verwijderd, waardoor opzettelijk omzet is afgeroomd. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat dit in ieder geval is gedaan door [medeverdachte 6] .
4.11.
Uit de samengevat weergegeven bewijsmiddelen blijkt verder dat de aangiften omzetbelasting van [verdachte B.V. 3] zijn gedaan door administratief medewerkster [getuige 2] op basis van de vanuit het restaurant in het [adres 3] aangeleverde administratieve gegevens. Ook blijkt daaruit dat de aangiften vennootschapsbelasting van [verdachte B.V. 3] zijn gedaan door [vennootschap 3] op basis van de (via [getuige 2] ) vanuit het restaurant in het [adres 3] aangeleverde administratieve gegevens. Ten gevolge van het opzettelijk verwijderen van een deel van de omzet van het restaurant uit het kassasysteem ontbrak dit deel van de omzet eveneens in de aangeleverde administratieve gegevens. Daardoor is in de aangiften omzetbelasting telkens een te laag bedrag aan omzet en verschuldigde omzetbelasting opgegeven en afgedragen. Tevens is daardoor in de aangiften vennootschapsbelasting telkens een te laag belastbaar bedrag opgegeven. Uit de omstandigheid dat opzettelijk een deel van de omzet is verwijderd uit het kassasysteem en daarmee ook uit de administratieve gegevens op basis waarvan de aangiften werden gedaan, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat deze aangiften opzettelijk onjuist en onvolledig zijn gedaan. Voorts geldt dat door het buiten de administratie houden van een deel van de omzet, opzettelijk niet is voldaan aan de verplichting tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen.
4.12.
Naar het oordeel van de rechtbank strekten deze feiten er telkens toe dat te weinig belasting werd afgedragen (omzetbelasting) en geheven (vennootschapsbelasting). Daartoe overweegt zij dat, naar de ervaring leert, met een grote mate van zekerheid kan worden gesteld dat het verwijderen van omzet uit het kassasysteem en daarmee uit de administratie, tot gevolg zal hebben dat te weinig omzet- en vennootschapsbelasting wordt geheven.
4.13.
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen deze gedragingen in redelijkheid worden toegerekend aan [verdachte B.V. 3] , nu deze zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Daartoe overweegt de rechtbank dat de afroomhandelingen plaatsvonden in het kader van de dagafsluiting van het kassasysteem en in het kader van de administratie van het door [verdachte B.V. 3] gedreven restaurant en werden verricht door één of meer personen die (als leidinggevende) werkzaam waren in dat restaurant. Deze handelingen hadden dan ook betrekking op de normale bedrijfsvoering van [verdachte B.V. 3] Hetzelfde geldt voor het (laten) doen van de aangiften omzet- en vennootschapsbelasting. Voorts geldt dat deze gedragingen de rechtspersoon dienstig zijn geweest in het door haar uitgeoefende bedrijf en dat de rechtspersoon erover vermocht te beschikken of al dan niet een deel van de omzet van het door haar gedreven restaurant bij de administratie en de belastingaangiften werd gehouden.
4.14.
Dat [verdachte B.V. 3] deel uitmaakte van een fiscale eenheid en dat de belastingaangiften door deze fiscale eenheid zijn gedaan, doet hier niet aan af. Niet de fiscale eenheid maar [verdachte B.V. 3] en de andere (rechts)personen die gezamenlijk de fiscale eenheid vormden, dienen gezamenlijk te worden aangemerkt als belastingplichtige en dader van de ten laste gelegde feiten. De rechtbank verwijst in dit kader naar een arrest van de Hoge Raad van 26 juni 1999 (NJ 1999, 719).
4.15.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte B.V. 3] de feiten opzettelijk heeft begaan. Daartoe overweegt zij dat de afroomhandelingen opzettelijk zijn verricht door [medeverdachte 6] en mogelijk ook door andere in het restaurant werkzame personen. Het niet voldoen aan de administratieplicht en het indienen van onjuiste en onvolledige belastingaangiften is een rechtstreeks gevolg van deze handelingen, waartoe het opzet van degene(n) die de afroomhandelingen heeft/hebben verricht zich naar het oordeel van de rechtbank uitstrekte. De rechtbank is van oordeel dat het opzet van de natuurlijke perso(o)n(en) die de afroomhandelingen heeft/hebben verricht, kan worden toegerekend aan de rechtspersoon.
Overwegingen betreffende de gang van zaken in het restaurant aan het [adres 2]
4.16.
Uit die hiervoor samengevat weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat in het door [verdachte B.V. 2] gedreven restaurant aan het [adres 2] in de periode van 2007 tot september 2011 gebruik werd gemaakt van versie 1 van het kassasysteem/-programma [(maker) kasprogramma] .
4.17.
Uit het onderzoek van de FIOD en de verklaringen van [medeverdachte 1] en verdachte leidt de rechtbank af dat het mogelijk was om met het programma "Tetris.exe" een deel van de omzet van het restaurant uit versie 1 van het kassaprogramma [(maker) kasprogramma] te verwijderen. Wanneer een usb-stick met dit programma in (de computer met) het kassasysteem werd gestoken en een korte code werd ingetoetst, werd het spelletje "Tetris" opgestart. Wanneer echter een langere code werd ingetoetst, werd het programma "Tertris2.exe" opgestart waarmee omzet kon worden verwijderd (hierna: de afroommodule). De afroommodule gaf de mogelijkheid om contant betaalde bestellingen uit het kassasysteem en dus uit de dagomzet te verwijderen. De op deze wijze uit het kassasysteem verwijderde omzet was niet meer terug te halen. In het restaurant aan het [adres 2] is geen usb-stick (of andere gegevensdrager) aangetroffen met het programma "Tetris.exe". Het NFI heeft onderzoek gedaan naar sporen die zijn aangetroffen op de in het restaurant aangetroffen computer met versie 1 van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] . De conclusie van het NFI is dat deze sporen veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat een externe schijf of usb-stick met het programma "Tetris.exe" in deze computer heeft gezeten en het programma "Tetris2.exe" minimaal eenmaal is gestart, dan onder de hypothese dat dit nooit is gebeurd.
4.18.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat de aantallen klanten van het restaurant aan het [adres 2] die zijn geteld op 31 oktober 2007, 9 december 2007, 21 september 2008, 10 oktober 2008, 26 november 2008 en 16 december 2008 aanzienlijk groter zijn dan de aantallen maaltijden die op die dagen zijn verantwoord in de elektronische kasbestanden van het restaurant. Ook blijkt uit de bewijsmiddelen dat bonnen van maaltijden die op deze data in het restaurant aan het [adres 2] zijn gegeten niet aanwezig waren in de elektronische kasbestanden van het restaurant. De rechtbank leidt hieruit af dat op al die dagen een deel van de omzet is verwijderd uit het kassasysteem. Daarbij heeft de rechtbank mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot het aantreffen en gebruiken van de afroommodule, de omstandigheid dat tussen de aantallen getelde klanten en de aantallen verantwoorde maaltijden aanzienlijke verschillen bestaan en de omstandigheid dat het niet slechts om enkele ontbrekende kassabonnen gaat
4.19.
Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen dat in het restaurant aan het [adres 2] in de periode van 23 augustus 2011 tot en met 29 september 2011 gebruik werd gemaakt van versie 2 van het kassasysteem/-programma [(maker) kasprogramma] . Ook blijkt daaruit dat in het restaurant aan het [adres 2] in de computer, waarop het kassasysteem stond, een usb-stick met het opschrift "afhaal" is aangetroffen waarop het programma "Backup.exe" stond.
4.20.
Uit het onderzoek van de FIOD, het onderzoek van het NFI en de verklaringen van [medeverdachte 1] en verdachte leidt de rechtbank af dat het mogelijk was om middels dit programma “Backup.exe" een deel van de dagomzet van het restaurant uit versie 2 van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] te verwijderen. Wanneer deze usb-stick in (de computer met) het kassasysteem werd gestoken en een korte code werd ingetoetst, werd het back-upprogramma opgestart. Wanneer echter een langere code werd ingetoetst, werd een afroommodule opgestart. De afroommodule gaf de mogelijkheid om contant betaalde bestellingen uit het kassasysteem en dus uit de dagomzet te verwijderen. De op deze wijze uit het kassasysteem verwijderde omzet was niet meer terug te halen.
4.21.
Uit het rapport van het NFI blijkt dat in de computer, waarop versie 2 van het kassasysteem stond, sporen zijn aangetroffen die erop duiden dat het programma "Backup.exe" in de periode van 23 augustus 2011 tot en met 28 september 2011 meerdere malen is gebruikt. Ten aanzien van de periode van 23 augustus 2011 tot 26 augustus 2011 heeft de deskundige van het NFI geconcludeerd dat de aangetroffen sporen veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de usb-stick met het opschrift "afhaal" is gebruikt in de computer met het kassasysteem dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen veel waarschijnlijker onder de hypothese dat de langere code is ingetoetst en dus de afroommodule is benaderd dan onder de hypothese dat de korte code is ingetoetst en dus het back-upprogramma is opgestart. Ten aanzien van 28 september 2011 heeft de deskundige van het NFI geconcludeerd dat de aangetroffen sporen zeer veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de usb-stick met het opschrift "afhaal" is gebruikt in de computer met het kassasysteem dan onder de hypothese dat deze usb-stick niet is gebruikt. Ook zijn die sporen zeer veel waarschijnlijker onder de hypothese dat de langere code is ingetoetst en dus de afroommodule is benaderd dan onder de hypothese dat de korte code is ingetoetst en dus het back-upprogramma is opgestart.
4.22.
In de woning van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn twee enveloppen aangetroffen met de opschriften "26-09-2011 Bank" en "26-09-11" gevolgd door een "X". De FIOD heeft de inhoud van deze enveloppen onderzocht en vergeleken met de omzetbedragen van de desbetreffende dag die zijn vastgelegd in het kassasysteem van het restaurant aan het [adres 2] . De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven onder 1.35. Uit de resultaten van dit onderzoek, in combinatie met de constatering van de FIOD dat in de kasadministratie over de jaren 2006 tot en met 2010 geen dubbele kassa-afslagbonnen van dezelfde dag met verschillende contante omzetbedragen zijn aangetroffen, leidt de rechtbank af dat in de envelop met een datum gevolgd door een "X" de kassa-afslagbonnen zaten met daarop de contante omzet die op de desbetreffende dag daadwerkelijk is behaald. Voorts leidt de rechtbank daaruit af dat in de envelop met een datum gevolgd door het opschrift "bank" de kassa-afslagbonnen zaten met daarop het (resterende) bedrag aan contante omzet dat op die dag in het kassasysteem en de administratie is verantwoord.
4.23.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat bonnen van maaltijden die in het restaurant aan het [adres 2] zijn gegeten op 25 september 2011 en 28 september 2011 niet aanwezig waren in de elektronische kasbestanden van het restaurant. De rechtbank leidt hieruit af dat op die dagen een deel van de omzet is verwijderd uit het kassasysteem.
4.24.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op de hiervoor besproken bewijsmiddelen betreffende het restaurant in het [adres 3] , waaruit zij afleidt dat in dat restaurant in de periode van 18 juli 2007 tot en met 28 september 2011 bijna dagelijks kassabonnen uit het kassasysteem zijn verwijderd. De rechtbank acht daarbij van belang dat in het restaurant in het [adres 3] gebruik werd gemaakt van hetzelfde kassasysteem en dezelfde afroommodule en dat dit restaurant werd gerund door [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] , zijnde de dochter en schoonzoon van [medeverdachte 2] en de zus en zwager van [medeverdachte 4] . Dit terwijl [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] in de relevante periode feitelijk de leiding hadden in het restaurant aan het [adres 2] .
4.25.
Bij dit alles neemt de rechtbank in aanmerking dat de medeverdachten geen enkele verklaring hebben gegeven voor alle hiervoor genoemde omstandigheden, terwijl deze omstandigheden schreeuwen om uitleg, de medeverdachten hiermee zijn geconfronteerd en zij in de positie verkeren dat zij daarvoor een verklaring kunnen geven.
4.26.
Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen, in onderling verband bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat in de periode van 1 oktober 2007 tot en met 28 september 2011 in het restaurant aan het [adres 2] opzettelijk, structureel en met grote regelmaat met gebruikmaking van de programma's "Tetris2.exe" en "Backup.exe" bonnen uit het kassasysteem en daarmee uit de administratie zijn verwijderd, waardoor opzettelijk omzet is afgeroomd.
4.27.
Uit de samengevat weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat de aangiften omzetbelasting van [verdachte B.V. 2] zijn gedaan door administratief medewerkster [getuige 2] op basis van de vanuit het restaurant aan het [adres 2] aangeleverde administratieve gegevens. Ook blijkt daaruit dat de aangiften vennootschapsbelasting van [verdachte B.V. 2] zijn gedaan door [vennootschap 3] op basis van de (via [getuige 2] ) vanuit het restaurant aan het [adres 2] aangeleverde administratieve gegevens. Ten gevolge van het opzettelijk verwijderen van een deel van de omzet van het restaurant uit het kassasysteem ontbrak dit deel van de omzet eveneens in de aangeleverde administratieve gegevens. Daardoor is in de aangiften omzetbelasting telkens een te laag bedrag aan omzet en verschuldigde omzetbelasting opgegeven. Tevens is daardoor in de aangiften vennootschapsbelasting telkens een te laag belastbaar bedrag opgegeven. Uit de omstandigheid dat opzettelijk een deel van de omzet is verwijderd uit het kassasysteem en daarmee ook uit de administratieve gegevens op basis waarvan de aangiften werden gedaan, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat deze aangiften opzettelijk onjuist en onvolledig zijn gedaan. Voorts geldt dat door het buiten de administratie houden van een deel van de omzet, opzettelijk niet is voldaan aan de verplichting tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen.
4.28.
Naar het oordeel van de rechtbank strekten deze feiten er telkens toe dat te weinig belasting werd afgedragen (omzetbelasting) en geheven (vennootschapsbelasting). Daartoe overweegt zij dat, naar de ervaring leert, met een grote mate van zekerheid kan worden gesteld dat het verwijderen van omzet uit het kassasysteem en daarmee uit de administratie, tot gevolg zal hebben dat te weinig omzet- en vennootschapsbelasting wordt geheven.
4.29.
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen deze gedragingen in redelijkheid worden toegerekend aan [verdachte B.V. 2] , nu deze zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Daartoe overweegt de rechtbank dat de afroomhandelingen plaatsvonden in het kader van de dagafsluiting van het kassasysteem en in het kader van de administratie van het door [verdachte B.V. 2] gedreven restaurant en werden verricht door één of meer personen die (als leidinggevende) werkzaam waren in dat restaurant. Deze handelingen hadden dan ook betrekking op de normale bedrijfsvoering van [verdachte B.V. 2] Hetzelfde geldt voor het (laten) doen van de aangiften omzet- en vennootschapsbelasting. Voorts geldt dat deze gedragingen de rechtspersoon dienstig zijn geweest in het door haar uitgeoefende bedrijf en dat de rechtspersoon erover vermocht te beschikken of al dan niet een deel van de omzet van het door haar gedreven restaurant bij de administratie en de belastingaangiften werd gehouden.
4.30.
Dat [verdachte B.V. 2] deel uitmaakte van een fiscale eenheid en dat de belastingaangiften door deze fiscale eenheid zijn gedaan, doet hier niet aan af. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, dienen [verdachte B.V. 2] en de andere (rechts)personen die gezamenlijk de fiscale eenheid vormden, gezamenlijk te worden aangemerkt als belastingplichtige en dader van de ten laste gelegde feiten.
4.31.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte B.V. 2] de feiten opzettelijk heeft begaan. Daartoe overweegt zij dat de afroomhandelingen opzettelijk zijn verricht door één of meer in het restaurant werkzame personen. Het niet voldoen aan de administratieplicht en het indienen van onjuiste en onvolledige belastingaangiften is een rechtstreeks gevolg van deze handelingen, waartoe het opzet van degene(n) die de afroomhandelingen heeft/hebben verricht zich naar het oordeel van de rechtbank uitstrekte. De rechtbank is van oordeel dat het opzet van de natuurlijke perso(o)n(en) die de afroomhandelingen heeft/hebben verricht, kan worden toegerekend aan de rechtspersoon.
Overwegingen betreffende het medeplegen door (de bestuurders en/of leidinggevenden van) de restaurants
4.32.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat (de bestuurders en/of leidinggevenden van) [verdachte B.V. 2] strafrechtelijk verwijtbaar betrokken is/zijn geweest bij het niet voldoen aan de administratieverplichting en het plegen van belastingfraude door (de bestuurders en/of leidinggevenden van) [verdachte B.V. 3] en vice versa. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit het dossier niet worden afgeleid dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking van (de leidinggevenden van) [verdachte B.V. 2] met (de leidinggevenden van) [verdachte B.V. 3] gericht op het afromen van een deel van de omzet van het restaurant aan het [adres 2] . Omgekeerd kan naar het oordeel van de rechtbank uit het dossier ook niet worden afgeleid dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking van (de leidinggevenden van) [verdachte B.V. 3] met (de leidinggevenden van) [verdachte B.V. 2] gericht op het afromen van een deel van de omzet van het restaurant in het [adres 3] . Daartoe overweegt zij het volgende.
4.33.
De door [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] gedreven restaurants maken deel uit van dezelfde groep van vennootschappen en dezelfde fiscale eenheid. De feitelijke leiding in beide restaurants was echter in handen van verschillende personen. Bovendien blijkt uit het dossier niet dat de leidinggevenden van het restaurant aan het [adres 2] ook betrokken waren bij de gang van zaken in het restaurant in het [adres 3] en vice versa. Uit de enkele omstandigheid dat de leidinggevenden van beide restaurants familie van elkaar zijn, kan geen nauwe en bewuste samenwerking worden afgeleid. Daarbij is van belang dat uit de enkele omstandigheid dat de leidinggevenden van het ene restaurant op de hoogte waren van de gang van zaken in het andere restaurant - voor zover dit al kan worden bewezen - niet kan worden afgeleid dat deze leidinggevenden een wezenlijke intellectuele en/of materiële bijdrage hebben geleverd aan het afromen van omzet in het andere restaurant. Ook de omstandigheid dat in beide restaurants gebruik werd gemaakt van hetzelfde kassasysteem en dezelfde wijze om omzet af te romen, acht de rechtbank daartoe onvoldoende. Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat in de ten laste gelegde periode in het restaurant aan het [adres 2] een andere versie van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] in werking was dan in het restaurant in het [adres 3] en dat de programma's waarmee een deel van de omzet uit deze beide versies konden worden verwijderd verschillend waren.
Overwegingen ten aanzien van de rol van verdachte
4.34.
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het onder 1. primair, 1. subsidiair, 1. meer subsidiair, 2. primair, 2. subsidiair, 2. meer subsidiair, 3. primair, 3. subsidiair en 3. meer subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Daarom zal zij verdachte hiervan vrijspreken.
4.35.
Op grond van de hiervoor samengevat weergegeven bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1. meest subsidiair en 2. meest subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan belastingfraude en de onder 3. meest subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan het handelen in strijd met de administratieplicht van artikel 52 AWR. Daartoe overweegt zij het volgende.
4.36.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat men in het restaurant aan het [adres 2] in ieder geval vanaf oktober 2007 de beschikking had over het programma "Tertris.exe" en de daarin verborgen afroommodule en dat men daar vanaf dat moment ook gebruik van heeft gemaakt door dagomzet te verwijderen uit (versie 1 van) het kassasysteem [(maker) kasprogramma] . Ook leidt de rechtbank uit de bewijsmiddelen af dat men in het restaurant in het [adres 3] vanaf juli 2007 de beschikking had over het programma "Backup.exe" en de daarin verborgen afroommodule en dat men daar vanaf dat moment ook gebruik van heeft gemaakt door dagomzet te verwijderen uit (versie 2 van) het kassasysteem [(maker) kasprogramma] .
4.37.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte degene is geweest die in 2005 versie 1 van het [(maker) kasprogramma] kassasysteem heeft verkocht en geleverd aan het door [verdachte B.V. 2] geëxploiteerde restaurant aan het [adres 2] . Ook blijkt daaruit dat hij het kassasysteem heeft geplaatst en geïnstalleerd en dat hij de klant uitleg heeft gegeven over het kassasysteem. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de bewijsmiddelen eveneens dat verdachte degene is geweest die in 2007 versie 2 van het [(maker) kasprogramma] kassasysteem heeft verkocht en geleverd aan het door [verdachte B.V. 3] geëxploiteerde restaurant in het [adres 3] . Ook blijkt daaruit dat hij in dat kader heeft gesproken met de leidinggevende van het restaurant, [medeverdachte 6] , en dat hij het kassasysteem daar heeft getest. De rechtbank heeft deze conclusies vooral gebaseerd op hetgeen verdachte en [medeverdachte 1] in oktober 2011 hebben verklaard over de concrete gang van zaken bij de restaurants. Daarbij heeft zij in aanmerking genomen dat dit in overeenstemming is met hetgeen verdachte en [medeverdachte 1] in oktober 2011 hebben verklaard over de algemene taakverdeling binnen de vennootschap. Deze taakverdeling hield in dat [medeverdachte 1] het kassasysteem ontwikkelde en op computers voor-installeerde en dat verdachte het kassasysteem verkocht, leverde, ter plekke installeerde, demonstreerde en testte en daarover uitleg gaf.
4.38.
De verdediging heeft betoogd dat versie 1 alleen door [medeverdachte 1] werd geleverd, dat verdachte in 2005 nog niet over enige kennis met betrekking tot de kassasystemen beschikte en dat verdachte bij de installatie van het kassasysteem in het restaurant aan het [adres 2] alleen heeft geholpen met het aansluiten van de computers. Voorts heeft de verdediging betoogd dat verdachte versie 2 van het kassasysteem niet aan het restaurant in het [adres 3] heeft geleverd en dat zijn werk vooral bestond uit het aansluiten van de computers. Verdachte heeft op 9 april 2014 verklaard dat hij en [medeverdachte 1] vóór 2008 bijna altijd samen naar klanten gingen om het systeem te installeren en dat [medeverdachte 1] dan meestal degene was die uitleg gaf aan de klanten. De rechtbank acht deze weergave van de gang van zaken niet geloofwaardig, omdat deze in strijd is met hetgeen verdachte en [medeverdachte 1] in oktober 2011 hebben verklaard. De rechtbank houdt verdachte aan de verklaring die hij in oktober 2011 heeft afgelegd, nu deze verklaring het kortst na de gebeurtenissen is afgelegd en deze verklaring bovendien in overeenstemming is met de verklaring van [medeverdachte 1] . De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van [medeverdachte 1] dat hij in het restaurant aan het [adres 2] slechts heeft geholpen met het aansluiten van de kabels. Naar het oordeel van de rechtbank sluit deze verklaring aan bij verdachtes verklaring dat hij en [medeverdachte 1] soms met zijn tweeën gingen als sprake was van veel spullen die verdachte niet in zijn eentje in de auto mee kon krijgen. Hieruit leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 1] in die gevallen meeging uit praktische overwegingen in verband met het transport. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er geen aanleiding om aan te nemen dat in die gevallen sprake was van een andere rolverdeling tussen verdachte en [medeverdachte 1] voor wat betreft de levering, de installatie en het geven van uitleg. Uit de verklaring van [medeverdachte 1] kan niet worden afgeleid dat hij vaker dan één keer in het restaurant aan het [adres 2] is geweest. Verdachte en [medeverdachte 1] hebben in oktober 2011 niet verklaard dat [medeverdachte 1] betrokken is geweest bij de levering van het kassasysteem aan het restaurant in het [adres 3] , noch bij het ter plekke installeren van dat kassasysteem.
4.39.
De rechtbank acht op grond van de hierboven samengevat weergegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ten tijde van het leveren van de kassasystemen aan de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] op de hoogte was van de mogelijkheid om door middel van een usb-stick met het programma "Tertris.exe" of het programma "Backup.exe" dagomzet uit de kassasystemen te verwijderen. De rechtbank baseert deze conclusie op de verklaring van [medeverdachte 1] dat verdachte hem heeft gevraagd hoe hij test-omzetgegevens bij klanten kon verwijderen, dat hij ( [medeverdachte 1] ) toen een extern beheerstooltje heeft gemaakt voor het verwijderen van omzet, dat hij dit tooltje eerst heeft verstopt in het computerspelletje Tetris en later voor versie 2 in het programma "Backup.exe" en dat verdachte wist hoe dit tooltje werkte en over het wachtwoord beschikte. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan deze verklaring van [medeverdachte 1] . Uit deze verklaring kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid dat verdachte vanaf het begin op de hoogte was van het creëren van de programma's voor het verwijderen van omzet. De rechtbank hecht in dit kader tevens belang aan de omstandigheid dat op de computer van verdachte in meerdere mappen het programma "Tetris.exe" is aangetroffen, dat verdachte op 26 januari 2012 heeft verklaard dat dit programma op de cd-rom stond, samen met het kassaprogramma dat verdachte gebruikte, en dat verdachte heeft erkend dat hij bekend was met de aanwezigheid van dit programma. Mede in het licht van de verklaring van [medeverdachte 1] , acht de rechtbank niet geloofwaardig dat verdachte dacht dat dit enkel een spelletje betrof.
4.40.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte ten aanzien van het moment waarop hij op de hoogte is geraakt van de mogelijkheid om middels een programma op een usb-stick een deel van de dagomzet uit de beide versies van het kassasysteem te verwijderen niet geloofwaardig, nu deze verklaring in strijd is met de verklaring van [medeverdachte 1] . Daarbij neemt de rechtbank tevens het volgende in aanmerking. Verdachte heeft tijdens meerdere verhoren door de FIOD verklaard dat het alleen mogelijk was om via Windows een volledige map uit het kassasysteem te verwijderen. Ook heeft hij in zijn laatste verhoor door de FIOD op 9 april 2014 nog verklaard dat alleen [medeverdachte 1] wist hoe iets binnen een map kon worden verwijderd en dat [medeverdachte 1] hem nooit heeft laten zien hoe dat moest. Pas nadat de FIOD verdachte had geconfronteerd met de verklaring van getuige [koper] , heeft hij toegegeven dat hij wist dat middels een usb-stick met het programma "Backup.exe" omzet kon worden verwijderd en dat het mogelijk was om met dat programma tafels te verwijderen.
4.41.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verborgen afroommodule alleen kan worden benaderd door middel van een wachtwoord en dat dit wachtwoord alleen bekend was aan verdachte en [medeverdachte 1] .
4.42.
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de verklaringen van [medeverdachte 1] worden afgeleid dat hij niet degene is geweest die de usb-sticks met de programma's "Tetris.exe" en "Backup.exe" heeft geleverd aan de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] .
4.43.
Uit de verklaring van [koper] blijkt dat verdachte in 2010 een [(maker) kasprogramma] kassasysteem aan hem heeft verkocht en dit in zijn restaurant heeft ingesteld. Ook blijkt daaruit dat verdachte hem toen een usb-stick heeft gegeven, waarmee contante betalingen uit het kassasysteem konden worden afgeroomd. Blijkens de verklaring van [koper] heeft verdachte deze usb-stick geïnstalleerd, heeft verdachte hem een pincode gegeven en deze geprogrammeerd en heeft verdachte hem uitgelegd hoe hij omzet buiten de boeken kon houden. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaring. Daarbij neemt zij in aanmerking dat [koper] met deze verklaring ook zichzelf heeft belast. De enkele omstandigheid dat de door [koper] genoemde data mogelijk niet geheel juist zijn - zoals de verdediging heeft gesteld - doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de geloofwaardigheid van de door [koper] beschreven gang van zaken. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de verklaring meer dan drie jaar na de beschreven gebeurtenissen is afgelegd en het daarom begrijpelijk is dat [koper] zich de precieze data mogelijk niet meer goed kon herinneren. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [koper] aansluit bij de overige bewijsmiddelen, waaronder met name de hierna te bespreken telefoongesprekken en verklaring van verdachte.
4.44.
De rechtbank is van oordeel dat - mede in het licht van de overige bewijsmiddelen - uit de twee door verdachte op 28 september 2011 gevoerde telefoongesprekken kan worden afgeleid dat deze betrekking hebben op het verwijderen van dagomzet uit het kassasysteem. Daartoe overweegt zij dat in het gesprek van 20:24 uur kennelijk wordt gesproken over de mogelijkheden om met en zonder een usb-stick de dagafsluiting van het kassasysteem te verrichten. Uit de overige bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat dagomzet uit het kassasysteem kan worden verwijderd indien de dagafsluiting met de usb-stick wordt verricht. Dit sluit aan bij de opmerking van verdachte dat zijn gesprekspartner "er is geweest" als zij "dit ding" laat zien. Verdachte heeft verklaard dat met "dit ding" de back-upstick wordt bedoeld. Gelet op de overige bewijsmiddelen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte daarmee de usb-stick met daarop het programma "Backup.exe" heeft bedoeld. In het gesprek van 22:20 uur wordt gesproken over het verwijderen van bonnen uit het kassasysteem. Uit de antwoorden van verdachte kan worden afgeleid dat het kassasysteem waarschuwt als men een bon wil verwijderen die is afgedrukt en aan de klant is meegegeven, omdat dit een risico met zich meebrengt. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt hieruit dat het niet gaat om het herstellen van fouten, maar om het verwijderen van gemaakte omzet.
4.45.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit deze telefoongesprekken niet alleen dat verdachte op de hoogte was van het bestaan van (de usb-sticks met) een programma waarmee dagomzet uit het kassasysteem kon worden verwijderd, maar ook dat hij wist dat klanten beschikten over (een usb-stick met) dit programma en daar gebruik van maakten. Voorts blijkt uit de telefoongesprekken dat verdachte met klanten over deze mogelijkheid heeft gesproken en daar vragen over heeft beantwoord. Naar het oordeel van de rechtbank sluit dit aan bij de verklaring van [koper] dat verdachte hem een usb-stick met een afroomprogramma heeft gegeven en hem daar uitleg over heeft gegeven.
4.46.
Uit de door verdachte op 9 april 2014 afgelegde verklaring blijkt dat hij (desgevraagd) aan klanten heeft uitgelegd hoe zij (test)omzet uit het kassasysteem konden verwijderen en dat dit moest met het programma "Backup.exe". Uit de verklaring van verdachte kan worden afgeleid dat hij zich er van bewust was dat deze klanten op die manier ook echte omzet uit het kassasysteem konden verwijderen. Hij heeft immers verklaard dat hij hen er altijd bij vertelde dat als ze het met echte omzet wilden doen, dit hun eigen verantwoordelijkheid was. Ook blijkt uit deze verklaring dat de klanten over het programma "Backup.exe" moesten beschikken, indien zij gebruik wilden maken van de mogelijkheid om omzet uit het kassasysteem te verwijderen. Dit sluit aan bij de verklaring van verdachte dat het wel voorkwam dat hij de andere kant op keek als klanten het programma kopieerden of wanneer zij de usb-stick met het programma in hun restaurant achterhielden. Indien de klanten niet over (de usb-stick met) dit programma beschikten, konden zij geen omzet verwijderen en bestond er dus geen aanleiding om hen op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen. De rechtbank hecht dan ook geen geloof aan het betoog van de verdediging dat de verklaring niet juist in het proces-verbaal is weergegeven en verdachte alleen heeft bedoeld te zeggen dat klanten mogelijk het programma hebben gekopieerd of gestolen als hij een andere kant op keek. Daarbij neemt de rechtbank tevens in aanmerking dat verdachte weliswaar is gehoord zonder bijstand van een tolk, maar dat hij aan het begin van het verhoor heeft verklaard dat hij de Nederlandse taal redelijk verstaat en begrijpt en dat hij moeilijke woorden begrijpt als deze aan hem worden uitgelegd.
4.47.
Uit de verklaring van [koper] , de telefoongesprekken van 28 september 2011 en de verklaring van verdachte van 9 april 2014 leidt de rechtbank af dat verdachte meerdere malen aan gebruikers van een [(maker) kasprogramma] kassasysteem ofwel actief een usb-stick met een afroommodule heeft verstrekt ofwel deze (passief) ter beschikking heeft gesteld door oogluikend toe te staan dat deze gebruikers de usb-stick met de afroommodule kopieerden of achterhielden in hun restaurant. Uit de verklaring van verdachte van 9 april 2014 dat hij weet dat [medeverdachte 6] de usb-stick met het programma "Backup.exe" heeft gekopieerd, aangezien hij heeft gezien dat [medeverdachte 6] dit programma had, leidt de rechtbank af dat verdachte ook in het geval van het restaurant in het [adres 3] de usb-stick met de afroommodule ter beschikking heeft gesteld.
4.48.
Gelet op de hiervoor samengevat weergegeven bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte usb-sticks met de programma's "Tetris.exe" en "Backup.exe" aan (medewerkers van) de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] ter beschikking heeft gesteld - al dan niet door de andere kant op te kijken op het moment dat die usb-sticks werden gekopieerd of in het restaurant achter werden gehouden - en dat hij de verborgen mogelijkheid in de programma's "Tetris.exe" en "Backup.exe" om dagomzet uit de kassasystemen te verwijderen aan (medewerkers van) die restaurants kenbaar heeft gemaakt.
4.49.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte door het ter beschikking stellen van de usb-sticks met de programma's "Tetris.exe" en "Backup.exe" aan (medewerkers van) de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] en door het kenbaar maken van de verborgen mogelijkheid om met deze programma's omzet uit het kassasysteem te verwijderen, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat (medewerkers van) de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] deze programma's zouden gebruiken om een deel van de dagomzet uit het kassasysteem en daarmee uit de administratie te verwijderen. Daardoor heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank tevens bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [verdachte B.V. 2] en [verdachte B.V. 3] onjuiste en onvolledige aangiften omzet- en vennootschapsbelasting zouden doen en niet zouden voldoen aan de administratieplicht. Hierdoor heeft verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan deze strafbare feiten.
4.50.
Ten aanzien van de periode waarin verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan de door [verdachte B.V. 2] gepleegde belastingfraude en schending van de administratieplicht, overweegt de rechtbank het volgende. Ten laste is gelegd dat verdachte de medeplichtigheidshandelingen heeft verricht in of omstreeks een periode van ruim vier jaren beginnende op 1 januari 2006. Uit de omstandigheid dat de verkoop van versie 1 van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] op 15 november 2005 is gefactureerd aan [verdachte B.V. 2] leidt de rechtbank af dat dit kassasysteem in of kort voor november 2005 is geleverd aan [verdachte B.V. 2] Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen dat in het restaurant aan het [adres 2] (in ieder geval) vanaf oktober 2007 gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om een deel van de dagomzet uit het kassasysteem te verwijderen. Hieruit leidt de rechtbank af dat het ter beschikking stellen van het programma "Tertris.exe" en het kenbaar maken van de mogelijkheid om daarmee omzet uit het kassasysteem te verwijderen, heeft plaatsgevonden in de periode van omstreeks november 2005 tot medio oktober 2007. De rechtbank is van oordeel dat het voor alle betrokkenen duidelijk en kenbaar is dat het aan verdachte gemaakte verwijt mede betrekking heeft op de periode van enkele maanden vóór 1 januari 2006, aangezien het kassasysteem toen is geleverd. Op die manier is het verwijt ook ter terechtzitting besproken. De rechtbank is - mede om die reden - van oordeel dat deze periode valt binnen de ten laste gelegde periode. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank bewezen verklaren dat de medeplichtigheidshandelingen, voor zover deze het restaurant aan het [adres 2] betreffen, zijn verricht omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 oktober 2007.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1. meest subsidiair, 2. meest subsidiair en 3. meest subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. meest subsidiair
[verdachte B.V. 2] op meer tijdstippen in de periode van 1 oktober 2007 tot en met 29 januari 2010 in Nederland telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (elektronische) aangiften voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de tijdvakken
- oktober, november en december 2007 en
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december 2008 en
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december 2009,
onjuist en onvolledig heeft gedaan bij de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid en onvolledigheid hierin bestaan dat op de aangiften telkens een te laag en onjuist bedrag aan omzet en telkens een te laag en onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting werd opgegeven,
tot en bij het plegen van welke misdrijven verdachte omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 oktober 2007 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest, door het beschikbaar stellen en kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het kassasysteem om, middels een verborgen optie in tetris.exe, gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen, de omzet af te romen en kassabestanden te manipuleren,
en
[verdachte B.V. 3] op meer tijdstippen in de periode van 1 juli 2007 tot en met 29 januari 2010 in Nederland telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (elektronische) aangiften voor de omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] , over de tijdvakken
- juli, augustus, september, oktober, november en december 2007 en
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december 2008 en
- januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december 2009,
onjuist en onvolledig heeft gedaan bij de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid en onvolledigheid hierin bestaan dat op de aangiften telkens een te laag en onjuist bedrag aan omzet en telkens een te laag en onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting werd opgegeven,
tot en bij het plegen van welke misdrijven verdachte in het jaar 2007 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het beschikbaar stellen en kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het kassasysteem om, middels een verborgen optie in backup.exe, gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen, de omzet af te romen en kassabestanden te manipuleren;
2. meest subsidiair
[verdachte B.V. 2] op meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 17 mei 2011 in Nederland telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (elektronische) aangiften voor de vennootschapsbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] over de jaren 2007, 2008 en 2009, onjuist en onvolledig heeft gedaan bij de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid en onvolledigheid hierin bestaan dat op de aangiften telkens een te laag belastbaar bedrag werd opgegeven,
tot en bij het plegen van welke misdrijven verdachte omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 oktober 2007 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest, door het beschikbaar stellen en kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het kassasysteem om, middels een verborgen optie in tetris.exe, gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen, de omzet af te romen en kassabestanden te manipuleren,
en
[verdachte B.V. 3] op meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 17 mei 2011 in Nederland telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (elektronische) aangiften voor de vennootschapsbelasting ten name van de fiscale eenheid [verdachte B.V. 1] over de jaren 2007, 2008 en 2009, onjuist en onvolledig heeft gedaan bij de Belastingdienst in Nederland,
terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid en onvolledigheid hierin bestaan dat op de aangiften telkens een te laag belastbaar bedrag werd opgegeven,
tot en bij het plegen van welke misdrijven verdachte in het jaar 2007 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het beschikbaar stellen en kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het kassasysteem om, middels een verborgen optie in backup.exe, gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen, de omzet af te romen en kassabestanden te manipuleren;
3. meest subsidiair
[verdachte B.V. 2] in de periode van 1 oktober 2007 tot en met 29 september 2011 in Nederland, als administratieplichtige die ingevolge de belastingwet, te weten artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen,
opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd of heeft doen voeren,
immers heeft [verdachte B.V. 2] toen en daar opzettelijk onjuiste en onvolledige (te lage) (afgeroomde) omzetgegevens in de administratie doen boeken en doen opnemen en omzetgegevens, contante betalingen, leveranties aan klanten/gasten en (digitale) gegevens van kassabonnen uit het [(maker) kasprogramma] kassasysteem verwijderd en (andere) administratie bescheiden (waaronder (kassa)bonnen) en gegevens niet bewaard en geen controle uitgevoerd op het boekhoudkundig kassaldo,
terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
tot en bij het plegen van welk misdrijf verdachte omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 oktober 2007 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest, door het beschikbaar stellen en kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het kassasysteem om, middels een verborgen optie in tetris.exe, gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen, de omzet af te romen en kassabestanden te manipuleren,
en
[verdachte B.V. 3] in de periode van 1 juli 2007 tot en met 29 september 2011 in Nederland, als administratieplichtige die ingevolge de belastingwet, te weten artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen,
opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd of heeft doen voeren,
immers heeft [verdachte B.V. 3] toen en daar opzettelijk onjuiste en onvolledige (te lage) (afgeroomde) omzetgegevens in de administratie doen boeken en doen opnemen en omzetgegevens, contante betalingen, leveranties aan klanten/gasten en (digitale) gegevens van kassabonnen uit het [(maker) kasprogramma] kassasysteem verwijderd en (andere) administratie bescheiden (waaronder (kassa)bonnen) en gegevens niet bewaard en geen controle uitgevoerd op het boekhoudkundig kassaldo,
terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
tot en bij het plegen van welk misdrijf verdachte in het jaar 2007 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest,
door het beschikbaar stellen en kenbaar maken van de mogelijkheid binnen het kassasysteem om, middels een verborgen optie in backup.exe, gegevens van (volledige) kassabonnen uit de kassabestanden te verwijderen, de omzet af te romen en kassabestanden te manipuleren.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. medeplichtigheid aan het door een rechtspersoon opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
2. medeplichtigheid aan het door een rechtspersoon opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
3. medeplichtigheid aan het door een rechtspersoon, ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen, een zodanige administratie opzettelijk niet voeren, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte strafbaar is.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat sprake is van afwezigheid van alle schuld. Daartoe is aangevoerd dat verdachte niet strafbaar heeft gehandeld, nu iedere vorm van schuld ontbreekt. Als het al zo is dat op enig goed dat door verdachte aan [moederbedrijf] is geleverd een programma stond ("Backup.exe" en/of "Tetris.exe") dat aan [moederbedrijf] de mogelijkheid bood om afzet af te romen, geldt dat verdachte als willoos werktuig is gebruikt door [medeverdachte 1] . Verdachte heeft de verborgen opties niet gecreëerd, hij was niet aanwezig bij het creëren van die opties en hij kende deze niet. Verdachte heeft nooit verborgen opties aan [moederbedrijf] willen leveren en hij is zich er ook niet van bewust dat hij dit heeft gedaan, aldus de verdediging.
Oordeel van de rechtbank
Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen acht zij bewezen dat verdachte ten tijde van het leveren van de kassasystemen aan de restaurants aan het [adres 2] en in het [adres 3] op de hoogte was van de mogelijkheid om door middel van een usb-stick met het programma "Tertris.exe" of "Backup.exe" dagomzet uit de kassasystemen te verwijderen. Voorts is zij van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte usb-sticks met deze programma's aan (medewerkers van) de restaurants ter beschikking heeft gesteld en dat hij de verborgen afroommodules aan (medewerkers van) de restaurants kenbaar heeft gemaakt. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat verdachte door zijn handelen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat (medewerkers van) de restaurants deze programma's zouden gebruiken om een deel van de dagomzet uit het kassasysteem en daarmee uit de administratie te verwijderen en dat de rechtspersonen die de restaurants exploiteerden onjuiste en onvolledige belastingaangiften zouden doen en niet zouden voldoen aan de administratieplicht.
Hieruit volgt dat geen sprake is van afwezigheid van alle schuld. Daarom verwerpt de rechtbank het verweer.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu ook niet van enige andere strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. meest subsidiair, 2. meest subsidiair en 3. meest subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, en een geldboete van € 12.500.
Daarbij heeft de officier van justitie rekening gehouden met een zeer substantiële overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat de vertraging in de afdoening van de zaak verdachte op geen enkele manier kan worden tegengeworpen. Voorts heeft de officier van justitie er rekening mee gehouden dat de zaak tegen verdachtes voormalige medevennoot eerder is afgedaan met het opleggen van een strafbeschikking, bestaande uit een werkstraf van 170 uren en het betalen van een ontnemingsbedrag van € 12.500. Daarbij heeft de officier van justitie opgemerkt dat de rol van de medevennoot beduidend anders was dan de rol van verdachte en dat de medeverdachte zich schuldbewuster heeft opgesteld.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Subsidiair heeft hij zich op het standpunt gesteld dat aan verdachte geen straf dient te worden opgelegd en toepassing dient te worden gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Daartoe heeft hij in de eerste plaats aangevoerd dat sprake is van een zeer ernstige overschrijding van de redelijke termijn met een periode van ten minste vijf en een half jaar. Verdachte heeft hierdoor jarenlang in onzekerheid geleefd. Dat is zeer ingrijpend en stressvol geweest voor verdachte en zijn gezin en heeft ertoe geleid dat verdachtes leven jarenlang stil heeft gelegen. Verdachte is hier onevenredig hard door geraakt. Deze overschrijding is niet te wijten aan verdachte, aangezien hij vanaf het begin zijn medewerking heeft verleend.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en dat rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat de ten laste gelegde feiten zich negen tot dertien jaar geleden hebben voorgedaan. Daarbij komt dat [(maker) kasprogramma] inmiddels is gestopt, zodat er geen gevaar op herhaling bestaat.
Ook heeft de raadsman aangevoerd dat het Openbaar Ministerie aan [medeverdachte 1] , de andere vennoot van [(maker) kasprogramma] , op 2 februari 2015 al een strafbeschikking heeft opgelegd, bestaande uit een taakstraf van 170 uren en een ontnemingsmaatregel van € 12.500. Verdachte heeft vier jaar langer moeten wachten op een eventuele straf. Daarbij komt dat deze strafzaak heeft geleid tot (advocaat)kosten die uitgaan boven de aan [medeverdachte 1] opgelegde ontnemingsmaatregel. Hieruit volgt volgens de raadsman dat verdachte zonder strafoplegging al (veel) harder is gestraft dan [medeverdachte 1] in 2015, terwijl de rol van [medeverdachte 1] veel groter was, aangezien hij het afroomprogramma heeft bedacht. Verdachte had daarentegen een zeer beperkte, ondergeschikte rol. Hij was niet meer dan een verkoper die producten kwam afleveren.
Verder dient er volgens de raadsman rekening mee te worden gehouden dat verdachte onevenredig hard is geraakt door deze strafzaak en de negatieve berichtgeving in de media. Er dient ernstig rekening mee te worden gehouden dat verdachte in het geval van een veroordeling zijn baan zal verliezen. Ook zal het voor hem zeer moeilijk zijn om zijn leven weer op te pakken, aangezien hij voor zijn werk erg afhankelijk is van personen en bedrijven met een Chinese achtergrond. Ook de huidige leeftijd van verdachte speelt daarbij een belangrijke rol.
Meer subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat al deze omstandigheden dienen te leiden tot een aanzienlijke strafvermindering. Volgens de raadsman is er geen plek om naast een taakstraf ook nog een geldboete op te leggen en is de hoogte van de door de officier van justitie gevorderde afroomboete disproportioneel. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat [(maker) kasprogramma] weinig heeft verdiend aan het leveren van het kassasysteem aan [moederbedrijf] [(maker) kasprogramma] heeft voor deze levering ongeveer € 2.400 ontvangen en daar moeten de kosten nog van worden afgetrokken. Daarbij komt dat verdachte weinig verdient en geen financiële draagkracht heeft.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is als leverancier van kassasystemen behulpzaam geweest bij het niet voldoen aan de administratieplicht en het plegen van belastingfraude door twee Chinese restaurants. Verdachte heeft aan (medewerkers van) de restaurants usb-sticks ter beschikking gesteld waarop verborgen programma's stonden, waarmee een deel van de dagomzet uit de kassasystemen konden worden verwijderd, en hij heeft deze verborgen afroommodules kenbaar gemaakt aan (medewerkers van) de restaurants. In de restaurants zijn de afroommodules gedurende meerdere jaren gebruikt om op geraffineerde wijze een deel van de dagomzet uit de kassasystemen en daarmee uit de administratie te verwijderen. Daardoor is een groot bedrag aan omzet buiten de administratie gehouden. Vervolgens zijn op basis van deze onjuiste administratie opzettelijk onjuiste aangiften omzet- en vennootschapsbelasting gedaan.
Door zijn handelwijze heeft verdachte eraan bijgedragen dat de overheid veel te weinig belastinginkomsten heeft ontvangen. Hierdoor zijn het algemeen belang en het vertrouwen in het belastingsysteem geschaad.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard en ernst van de strafbare feiten, het opleggen van een taakstraf van aanmerkelijke duur op zijn plaats is.
De rechtbank houdt in het voordeel van verdachte rekening met de forse overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van strafzaken als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. De rechtbank acht aannemelijk dat de negatieve publiciteit, de langdurige dreiging van een strafprocedure en de onzekerheid die daaruit voortvloeit zwaar op verdachte en zijn gezin hebben gedrukt en een negatieve invloed hebben gehad op zijn financiële situatie en zijn kansen op de arbeidsmarkt.
Verder houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte vóór het plegen van de bewezenverklaarde feiten nooit eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en dat hij ook in de periode van zeven en een half jaar sinds 29 september 2011 niet opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank acht niet aannemelijk dat de rol van verdachte kleiner is geweest dan de rol van zijn medevennoot [medeverdachte 1] . Toch zal zij verdachte een lagere straf opleggen. De reden daarvoor is dat meer dan vier jaren zijn verstreken sinds de strafbeschikking aan [medeverdachte 1] is opgelegd.
Alles overwegende acht de rechtbank een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, passend en zij zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om naast deze taakstraf ook nog een geldboete op te leggen, zoals door de officier van justitie is geëist. Daarbij heeft zij - naast het aanzienlijke tijdsverloop sinds de bewezenverklaarde feiten - in aanmerking genomen dat verdachte inmiddels is gestopt met het verkopen van het kassasysteem [(maker) kasprogramma] , dat aannemelijk is dat zijn financiële draagkracht gering is en dat uit het dossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken niet is gebleken dat verdachte een groot financieel voordeel heeft behaald uit de bewezenverklaarde feiten.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 48, 49, 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68 en 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair, 1. subsidiair, 1. meer subsidiair, 2. primair, 2. subsidiair, 2. meer subsidiair, 3. primair, 3. subsidiair en 3. meer subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. meest subsidiair, 2. meest subsidiair en 3. meest subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Een taakstraf, voor de duur van 100 uren.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 50 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, bijgestaan door mr. F.F. van Emst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 maart 2019.
Mr. Sikkema en mr. Van Capelle zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde mappen en pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met dossiernummer 46676, gesloten op 20 juli 2012.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 348).
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 oktober 2011 (V09-01, map 3, p. 341-343).
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 348, 349).
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 352).
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 oktober 2011 (V09-01, map 3, p. 341-343).
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 349).
8.Proces-verbaal van verhoor [verdachte 2] als getuige door rechter-commissaris d.d. 14 maart 2013 (map rechter-commissaris).
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 352).
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 26 januari 2012 (V10-02, map 3, p. 362).
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 oktober 2011 (V09-01, map 3, p. 342, 343 en 345).
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 352) en proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 26 januari 2012 (V10-02, map 3, p. 364).
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 26 januari 2012 (V10-02, map 3, p. 364).
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 oktober 2011 (V09-01, map 3, p. 343).
15.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 9 april 2014 (V10-03, p. 6, aanvullend dossier), proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 oktober 2011 (V09-01, map 3, p. 343).
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 oktober 2011 (V09-01, map 3, p. 343).
17.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 30 januari 2012 (AH-035, map 6, p. 1486) en rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (D-156, map 9, p. 2636) en proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 26 januari 2012 (V10-02, map 3, p. 362).
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 9 april 2014 (V10-03, p. 6-7, aanvullend dossier).
19.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 9 april 2014 (V10-03, p. 8, aanvullend dossier).
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 9 april 2014 (V10-03, p. 6, aanvullend dossier), proces-verbaal van verhoor [koper] d.d. 28 maart 2014 (G04-01, p. 2, aanvullend dossier).
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 9 april 2014 (V10-03, p. 7, aanvullend dossier).
22.Proces-verbaal van verhoor [koper] d.d. 28 maart 2014 (G04-01, p. 2, aanvullend dossier).
23.Tapverslag van telefoongesprek op 28 september 2011 om 20:24:40 uur (map 4, p. 733, 734).
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 351).
25.Tapverslag van telefoongesprek op 28 september 2011 om 22:20:57 uur (map 4, p. 729, 730).
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 26 januari 2012 (V10-02, map 3, p. 363, 364).
27.Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 4 oktober 2011 (AH-14a, map 5, p. 1058, 1059) en lijst van in beslag genomen voorwerpen (map 5, p. 1062).
28.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 29 juni 2012 (AH-40, map 6, p. 1519).
29.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 26 juni 2012 (AH-45, map 6, p. 1563).
30.Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: KvK) betreffende [verdachte B.V. 2] d.d. 21 februari 2018 (persoonsdossier [verdachte B.V. 2] ) en handelsregisterhistorie d.d. 28 september 2010 (D-03, map 7, p. 1638).
31.Uittreksel uit het handelsregister van de KvK betreffende [verdachte B.V. 1] d.d. 21 februari 2018 (persoonsdossier [verdachte B.V. 2] ) en handelsregisterhistorie d.d. 28 september 2010 (D-02, map 7, p. 1636).
32.Uittreksel uit het handelsregister van de KvK betreffende [verdachte B.V. 3] d.d. 15 januari 2019 (persoonsdossier [verdachte B.V. 3] ) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 380).
33.Uittreksel uit het handelsregister van de KvK betreffende [verdachte B.V. 3] d.d. 15 januari 2019 (persoonsdossier [verdachte B.V. 3] ).
34.Uittreksel uit het handelsregister van de KvK betreffende [vennootschap 1] d.d. 15 januari 2019 (persoonsdossier [verdachte B.V. 3] ).
35.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 8 mei 2012 (V04-01A, map 3, p. 288).
36.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G-01-01, map 3, p. 379, 380)
37.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G-01-01, map 3, p. 379), proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 9 mei 2012 (V04-03, map 3, p. 300).
38.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 8 mei 2012 (V04-01A, map 3, p. 288).
39.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G-01-01, map 3, p. 379).
40.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4] d.d. 8 mei 2012 (V07-01a, map 3, p. 334).
41.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 380).
42.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 379, 380).
43.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 389).
44.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 379).
45.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 389) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 381). Opmerking rechtbank: Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [getuige 2] en mevrouw Venema dezelfde persoon zijn. In het vervolg van dit vonnis wordt de naam [getuige 2] gebruikt, ook wanneer in een verklaring de naam Venema wordt genoemd.
46.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 9 mei 2012 (V03-03, map 3, p. 275) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 379).
47.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 8 mei 2012 (V03-02b, map 3, p. 271).
48.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 350).
49.Factuur met nummer 200511003 d.d. 15 november 2005 (bijlage Z3-D-01, map 3, p. 354).
50.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 350).
51.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 348).
52.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 oktober 2011 (V09-01, map 3, p. 344).
53.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 350).
54.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 350) en proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 14 maart 2013 (map rechter-commissaris).
55.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 350).
56.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 384).
57.Factuur met nummer 80305 d.d. 23 maart 2008 (bijlage Z3-D-02, map 3, p. 355) en proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 350).
58.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 24 oktober 2011 (V10-01, map 3, p. 350).
59.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] d.d. 9 april 2014 (V10-03, p. 8, aanvullend dossier).
60.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 27 juni 2012 (AH-16, map 5, p. 1110, 1111) en proces-verbaal van digitale ondersteuning d.d. 24 april 2012 (AH-16f, map 5, p. 1128).
61.Proces-verbaal van digitale ondersteuning d.d. 24 april 2012 (AH-16f, map 5, p. 1128, 1130).
62.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 30 januari 2012 (AH-035, map 6, p. 1485, 1486).
63.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 27 februari 2012 (AH-41, map 6, p. 1551-1555).
64.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 30 januari 2012 (AH-035, map 6, p. 1486).
65.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 30 januari 2012 (AH-035, map 6, p. 1485, 1486).
66.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 9 mei 2012 (V03-03, map 3, p. 274).
67.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 4 februari 2019.
68.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 30 januari 2012 (AH-035, map 6, p. 1485, 1486).
69.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 29 juni 2012 (AH-40, map 6, p. 1518-1520).
70.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 27 juni 2012 (AH-16, map 5, p. 1110) en proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 14 maart 2012 (AH-44, map 6, p. 1558, 1559).
71.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 14 maart 2012 (AH-44, map 6, p. 1558, 1559).
72.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 27 juni 2012 (AH-15, map 5, p. 1080, 1081) en proces-verbaal ambtshandeling d.d. 18 januari 2012 (AH-15d, map 5, p. 1092, 1093).
73.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 18 januari 2012 (AH-15d, map 5, p. 1092, 1093).
74.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 7 maart 2012 (AH-15f, map 5, p. 1104).
75.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 10 april 2012 (AH-40a, map 6, p. 1549, 1550) en proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 29 juni 2012 (AH-40, map 6, p. 1518).
76.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 26 juni 2012 (AH-45, map 6, p. 1561-1563).
77.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 27 juni 2012 (AH-15, map 5, p. 1080, 1081) en proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 14 maart 2012 (AH-44, map 6, p. 1558, 1559).
78.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 14 maart 2012 (AH-44, map 6, p. 1558, 1559).
79.Het rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (bijlage D-156, map 9, p. 2622, 2625, 2626).
80.Het rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (bijlage D-156, map 9, p. 2631, 2658, 2659).
81.Het rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (bijlage D-156, map 9, p. 2644, 2659).
82.Het proces-verbaal van verhoor getuige [onderzoeker] , ongedateerd (map rechter-commissaris).
83.Het rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (bijlage D-156, map 9, p. 2661).
84.Het rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (bijlage D-156, map 9, p. 2644, 2660).
85.Het rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (bijlage D-156, map 9, p. 2659, 2660).
86.Het rapport van het NFI d.d. 13 juli 2012 (bijlage D-156, map 9, p. 2659-2661).
87.De vakbijlage "De reeks waarschijnlijkheidstermen van het NFI en de Bayesiaanse model voor interpretatie van bewijs", versie 2, d.d. mei 2017 (hierna: de vakbijlage van het NFI) (gevoegd bij het rapport van het NFI d.d. 27 januari 2014 dat op 21 januari 2019 op verzoek van de rechtbank aan het dossier is toegevoegd).
88.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juni 2012 (AH-10, map 5, p. 863, 865), proces-verbaal doorzoeking d.d. 14 oktober 2011 (AH-10a, map 5, p. 866, 867), foto's documenten (D-48, D-48a, D-49, D-49b, D-49f, map 7, p. 1941-1943, 1945, 1947, 1948, 1952) en lijst in beslag genomen voorwerpen (map 5, p. 872, 874, 877).
89.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 14 februari 2012 (AH-37, map 6, p. 1489-1491).
90.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 10 april 2012 (AH-39, map 6, p. 1513, 1515).
91.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 3 juli 2012 (AH-11, map 5, p. 974 en 975), proces-verbaal van doorzoeking d.d. 14 oktober 2011 (AH-11a, map 5, p. 977, 978), lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (AH-11b, map 5, p. 982) en proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 20 februari 2012 (AH-38, map 6, p. 1495).
92.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 3 juli 2012 (AH-11, map 5, p. 974 en 975).
93.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 29 september 2011 (AH-11d, map 5, p. 985, 986).
94.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 3 juli 2012 (AH-11, map 5, p. 974 en 975).
95.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 29 september 2011 (AH-11d, map 5, p. 985, 986).
96.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 20 februari 2012 (AH-38, map 6, p. 1495, 1497-1499).
97.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 10 april 2012 (AH-39, map 6, p. 1513, 1515).
98.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 27 februari 2012 (AH-41, map 6, p. 1551, 1552, 1555).
99.Proces-verbaal van ambtshandeling d.d. 5 oktober 2011 (AH-21f, map 6, p. 1249-1252) en foto's van deze enveloppen (D-133, D-134 en D-135, map 9, p. 2585-2587).
100.Huurcontract safeloket d.d. 22 maart 2010 (D-119, map 9, p. 2480) en administratiekaart safeloket betreffende loketnummer 00844 (D-64, map 8, p. 2241).
101.Het rapport van de Belastingdienst inzake een ingesteld boekenonderzoek bij [verdachte B.V. 2] d.d. 11 juni 2012 (D-130, map 9, p. 2505-2508, en de verslagen en tellijsten betreffende de heimelijke waarnemingen en aankopen (bijlagen 1, 1A, 2, 6, 7, 9, 9a, 10, 10a, 10B, 11, 11A, 11B, 12, 12A, 13 en 14 bij de brief van de Belastingdienst d.d. 7 december 2012, map rechter-commissaris).
102.Het rapport van de Belastingdienst inzake een ingesteld boekenonderzoek bij [verdachte B.V. 2] d.d. 11 juni 2012 (D-130, map 9, p. 2503, 2504).
103.Het rapport van de Belastingdienst inzake een ingesteld boekenonderzoek bij [verdachte B.V. 2] d.d. 11 juni 2012 (D-130, map 9, p. 2504, 2506, 2508).
104.Het rapport van de Belastingdienst inzake een ingesteld boekenonderzoek bij [verdachte B.V. 3] d.d. 11 juni 2012 (D-131, map 9, p. 2556-2558, en de verslagen en tellijsten betreffende de heimelijke waarnemingen en aankopen (bijlagen 1, 1A, 1B, 1C, 2, 2A, 3, 3A, 4 en 4A bij de brief van de Belastingdienst d.d. 7 december 2012, map rechter-commissaris).
105.Opmerkingen rechtbank: In de kassabestanden is op de datum 10 december 2008 een aanzienlijk groter aantal maaltijden verantwoord dan het aantal gasten dat door de medewerkers van de Belastingdienst is geteld. Blijkens het verslag van de heimelijke waarneming op 10 december 2008 kan dit worden verklaard, doordat er al ongeveer 40 auto's op het parkeerterrein stonden op het moment dat de medewerkers aankwamen. In de kassabestanden zijn op de datum 23 december 2008 enkele maaltijden minder verantwoord dan het aantal gasten dat door de medewerkers is geteld.
106.Het rapport van de Belastingdienst inzake een ingesteld boekenonderzoek bij [verdachte B.V. 3] d.d. 11 juni 2012 (D-131, map 9, p. 2553-2555).
107.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 382, 384).
108.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 7 mei 2012 (V03-02, map 3, p. 264).
109.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 8 mei 2012 (V04-03, map 3, p. 298) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 382).
110.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 382, 384).
111.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 7 mei 2012 (V03-02, map 3, p. 264).
112.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 382, 384) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 393, 394).
113.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 7 mei 2012 (V03-02, map 3, p. 264).
114.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 7 mei 2012 (V03-02, map 3, p. 264).
115.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 8 mei 2012 (V03-02b, map 3, p. 271).
116.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G-01-01, map 3, p. 382) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 390).
117.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 7 mei 2012 (V03-02, map 3, p. 264), proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 383) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 390).
118.Overzichtsproces-verbaal d.d. 19 juli 2012 (map 1, p. 12, 13) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 390).
119.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 380, 381, 385) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 390, 391).
120.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 380, 381, 385).
121.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 392).
122.Ambtsedige verklaring omzet d.d. 2 november 2011 (D-60, map 8, p. 1993-1995).
123.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 381, 382) en proces-verbaal van verhoor getuige F. Blaauw d.d. 9 mei 2012 (G03-01, map 3, p. 401).
124.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 381, 382), proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 mei 2012 (G2-01, map 3, p. 392) en proces-verbaal van verhoor getuige F. Blaauw d.d. 9 mei 2012 (G03-01, map 3, p. 401).
125.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 8 mei 2012 (G01-01, map 3, p. 381, 382).
126.Ambtsedige verklaring vennootschapsbelasting d.d. 21 oktober 2011 (D-61, map 8, p. 2097, 2098).