ECLI:NL:RBNNE:2019:1237
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H.H.A. Fransen
- W.S. Sikkema
- M.A.A. van Capelle
- Rechtspraak.nl
Witwassen van geldbedragen en sieraden door verdachte in samenwerking met anderen
Op 28 maart 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van gewoontewitwassen van geldbedragen en sieraden. De tenlastelegging betrof het witwassen van een totaalbedrag van ongeveer EUR 568.920 en sieraden ter waarde van ongeveer EUR 32.531, gepleegd in de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2011. De verdachte was in deze periode betrokken bij verschillende restaurants en er werd gesteld dat zij samen met anderen een gewoonte had gemaakt van het witwassen van deze bedragen.
Tijdens de zittingen op 20 maart 2018 en op 4, 5, 12 en 13 februari 2019 werd de verdachte bijgestaan door haar advocaten, terwijl het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. E.L. Edens. De verdediging voerde aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er ernstige vormverzuimen zouden zijn gepleegd tijdens het voorbereidend onderzoek. De rechtbank oordeelde echter dat de door de verdediging aangevoerde verzuimen niet van toepassing waren op het voorbereidend onderzoek tegen de verdachte en dat er geen sprake was van een schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de criminele herkomst van de in beslag genomen geldbedragen en sieraden. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Tevens werd besloten dat de in beslag genomen sieraden aan de verdachte en haar echtgenoot moesten worden teruggegeven, aangezien er geen bewijs was dat deze sieraden van criminele herkomst waren. De rechtbank verklaarde het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de vervolging, maar sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.