1.5Eiser en verweerder hebben met betrekking tot de bij 1.1. vermelde inkomens- en vermogensbestanddelen een ‘vaststellingsovereenkomst vrijwillige verbetering’ gesloten. Deze overeenkomst, waarin eiser en zijn echtgenote gezamenlijk worden aangeduid als Partij A en verweerder als Partij B, is door verweerder ondertekend op 26 april 2017 en door eiser en zijn echtgenote op 4 mei 2017. In deze overeenkomst staat – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
“Onderwerp van deze vaststellingsovereenkomst is de van Partij A na te vorderen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2007 tot en met 2014.
(…)
Uitgangspunt van deze vaststellingsovereenkomst is het feit dat Partij A opzettelijk onjuist aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen heeft gedaan over de jaren 2007 tot en met 2014. Gelet op de heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting 2007 tot en met 2009 leidt dit tot navordering/correctie van de reeds ingediende aangifte(n) van een totaalbedrag van € 115.065
(…)
De fiscale gevolgen voor Partij A (enkelvoudige belasting, boete en heffingsrente/belastingrente) van deze vaststellingsovereenkomst worden als volgt verwerkt:
- de jaren 2007 tot en met 2009 worden (onder verwijzing naar art. 64 AWR) volledig verwerkt in één op te leggen (navorderings)aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2009 (in casu een navorderingsaanslag ten name van [eiser] ).
- de aanslagen met betrekking tot de jaren 2010 tot en met 2014 worden per jaar apart opgelegd.
(…)
6. Boete
(…)
Naast de gevolgen voor de belastingheffing wordt over het bedrag van de (navorderings)aanslag(en) een vergrijpboete opgelegd ingevolge art. 67d, eerste en/of vijfde lid, AWR en/of art 67 e, eerste en/of zesde lid, AWR.
(…)
Uitgangspunt is dat sprake is van (voorwaardelijke) opzet van Partij A wegens het opzettelijk onjuist doen van de aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en/of erfbelasting over de jaren 2007 tot en met 2014.
(…)
Voor de berekening van de verschuldigde boete (per belastingjaar) wordt verwezen naar de bijlage (Excel-berekening).
(…)
8. Afstand van rechtsmiddelen
Partij A doet ter zake van de in deze overeenkomst geregelde onderwerpen uitdrukkelijk afstand van het recht op bezwaar en het recht op beroep bij de rechter.
(…)
Voorbehoud legaliteitsbeginsel boete
Partij A heeft zich hierbij niettemin het recht voorbehouden om uitsluitend bezwaar en beroep in te stellen tegen de in de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2009 opgenomen boetebeschikkingen over de jaren 2007 t/m 2008. Partij A stelt zich op het standpunt dat het legaliteitsbeginsel van art. 7 EVRM c.q. art. 15 IVBPR verhindert dat een vergrijpboete wordt opgelegd voor zover de aangiften zijn ingediend vóór 2 juli 2009 en nadien wordt ingekeerd.
Tussen partijen is niet in geschil dat, mocht komen vast te staan dat het legaliteitsbeginsel niet is geschonden, de navorderingsaanslag en de boetebeschikkingen inhoudelijk juist zijn. Tussen partijen is evenmin in geschil dat, mocht komen vast te staan dat het legaliteitsbeginsel verhindert dat een vergrijpboete kan worden opgelegd voor zover de aangiften zijn ingediend vóór 2 juli 2009, de navorderingsaanslag 2009 dient te worden verminderd met een bedrag van € 19.007, zijnde het bedrag dat betrekking heeft op de vergrijpboeten over voornoemde jaren.
9. Afwezigheid van wilsgebreken/onrechtmatigheid en afzien van schadeclaims
Partijen erkennen en bevestigen door ondertekening van deze vaststellingsovereenkomst dat deze overeenkomst op geen enkele wijze door dwang, dwaling, bedrog of door misbruik van omstandigheden, dan wel door onrechtmatig handelen van partijen tot stand is gekomen. Partij A erkent en bevestigt dat aan haar een redelijke termijn is geboden voor beraad over deze overeenkomst.
Partij A doet, voor het geval al sprake zou kunnen zijn van enige aansprakelijkheid van de Staat der Nederlanden en/of de Belastingdienst en/of de inspecteur en/of de ontvanger en/of de betrokken ambtena(a)r(en) in privé, hierbij uitdrukkelijk en zonder enig voorbehoud afstand van het recht om in of buiten rechte een vergoeding van schade, rente, kosten en dergelijke te vorderen.
(…)
12. Ondertekening
Partij A verklaart, alvorens te hebben ondertekend, voldoende tijd te hebben gehad om zich te beraden en in het besluit te zijn bijgestaan door hun gemachtigde.”.