ECLI:NL:RBNNE:2018:4641
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing door kinderrechter in jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een moeder en een vader over een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Noord. De moeder en de vader, beiden vertegenwoordigd door mr. M.S. Scheffers, hebben verzocht om de schriftelijke aanwijzing, gedateerd op 24 september 2018, vervallen te verklaren. De kinderrechter heeft de verzoeken van de ouders ontvankelijk verklaard en beoordeeld of de schriftelijke aanwijzing tijdig was aangevochten. De kinderrechter oordeelde dat de GI niet voldoende rekening had gehouden met de zienswijze van de ouders bij het opstellen van de aanwijzing, wat leidde tot de conclusie dat de aanwijzing niet deugdelijke motivering had en daarmee in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De kinderrechter verklaarde de schriftelijke aanwijzing vervallen, maar verving deze door een regeling die in het belang van de minderjarigen wenselijk werd geacht. De ouders werden verplicht om samen te werken met de hulpverlening en afspraken na te komen. De kinderrechter benadrukte dat de GI verantwoordelijk is voor het bieden van hulp aan de kinderen en dat de ouders zich moeten houden aan de bodemeisen die aan de vervallen aanwijzing waren verbonden.