Op 13 november 2018 heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 43-jarige man uit Groningen, die werd beschuldigd van het medeplegen van of medeplichtig zijn aan een gewapende overval op een snackbar in Leeuwarden. De overval vond plaats op 30 augustus 2016, waarbij een 21-jarige vrouw een wapen op de eigenaren richtte en contant geld afhandig maakte. De vrouw verklaarde dat de verdachte betrokken was bij het plannen van de overval en dat zij het buitgemaakte geld samen zouden verdelen. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaring van de vrouw onvoldoende werd ondersteund door ander bewijs. Een getuige die ook had verklaard, werd door de rechtbank niet als ondersteunend bewijs beschouwd, omdat zijn verklaring te vaag en onbepaald was en bovendien beïnvloed kon zijn door sturende vragen van de verbalisanten. De rechtbank benadrukte dat een veroordeling niet kan steunen op de verklaring van één getuige zonder voldoende aanvullend bewijs. Gezien het gebrek aan ondersteunend bewijs heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde. Daarnaast hebben verschillende benadeelde partijen schadevergoeding gevorderd, maar de rechtbank verklaarde hen niet ontvankelijk in hun vorderingen, aangezien het feit niet bewezen was.