ECLI:NL:RBNNE:2018:4438

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 oktober 2018
Publicatiedatum
2 november 2018
Zaaknummer
C18/187174/PR RK 18-322
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de gehele afdeling bestuursrecht door verzoekster

Op 18 oktober 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De verzoekster, wonende te [woonplaats], heeft op 3 september 2018 een verzoek tot wraking ingediend van de gehele Afdeling bestuursrechtspraak van de rechtbank. Dit verzoek is op 11 oktober 2018 ter zitting behandeld door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit mr. M.A.B. Faber-Siermann als voorzitter en mrs. J.E. Wichers en S. Zwarts als leden. Tijdens de zitting is de verzoekster verschenen en heeft zij haar standpunt toegelicht.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de relevante wetgeving, met name artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in acht genomen. Dit artikel stelt dat een partij elk van de rechters die een zaak behandelt kan wraken op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren.

In dit geval heeft de verzoekster de gehele Afdeling bestuursrecht gewraakt, maar de rechtbank oordeelt dat een wrakingsgrond moet liggen in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Een algemeen gebrek aan onafhankelijkheid van de gehele afdeling is geen grond voor wraking. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde dag door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Locatie Groningen
Meervoudige wrakingskamer
Zaaknummer / rekestnummer: C18/187174/PR RK 18-322
Datum beslissing: 18 oktober 2018
Beslissing op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van
[naam] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster, hierna [woonplaats] te noemen,
in persoon procederende.

1.Het procesverloop

1.1
Bij elektronisch ingediend bericht, ter griffie van deze rechtbank ontvangen op 3 september 2018, heeft [woonplaats] een verzoek tot wraking gedaan van de Afdeling bestuursrechtspraak van deze rechtbank. Door [woonplaats] zijn aanvullende stukken ingediend.
1.2
Het wrakingsverzoek is op 11 oktober 2018 ter zitting van de wrakingskamer behandeld door mr. M.A.B. Faber-Siermann, voorzitter, mrs. J.E. Wichers en S. Zwarts, leden.
1.3
[woonplaats] is ter zitting verschenen.
1.4
De rechtbank heeft bepaald dat deze beslissing vandaag wordt uitgesproken.

2.De beoordeling

2.1
Ingevolge artikel 8:15 e.v. Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2
Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter in de zin van artikel 6, eerste lid, van het EVRM geldt als uitgangspunt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing opleveren dat een rechter ten aanzien van een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij kan rekening worden gehouden met de uiterlijke schijn. Het enkele subjectieve oordeel van de verzoeker is niet doorslaggevend. Aan de hand van deze maatstaf zal de rechtbank het verzoek beoordelen.
2.3
[woonplaats] wraakt in haar wrakingsverzoek de gehele Afdeling bestuursrecht. Uit artikel 8:15 Awb blijkt dat een wrakingsgrond gelegen moet zijn in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Een beweerd gebrek aan onafhankelijkheid van de gehele Afdeling bestuursrecht levert derhalve geen grond voor wraking op. Dit volgt eveneens uit het bepaalde in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder d van het Wrakingsprotocol van de Rechtbank Noord-Nederland. Indien het wrakingsverzoek geen betrekking heeft op de met de behandeling van de zaak belaste rechter, raadsheer of kamer of is gericht tegen het gehele college, dan kan de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens (kennelijke) niet-ontvankelijkheid aanstonds afwijzen.
2.4
Tegen de achtergrond van het voorgaande zal het wrakingsverzoek daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart [woonplaats] niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.A.B. Faber-Siermann, voorzitter, mrs. J.E. Wichers en S. Zwarts, leden, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2018.
c402