In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 mei 2018 uitspraak gedaan over de beëindiging van het gezag van de draagmoeder en de adoptie van de minderjarige door de wensouders. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om het gezag van de draagmoeder te beëindigen, omdat de minderjarige sinds haar geboorte feitelijk door de wensouders werd verzorgd en opgevoed. De rechtbank oordeelde dat de draagmoeder, gezien haar intenties en de omstandigheden, niet in staat was om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige op zich te nemen. De rechtbank heeft het verzoek tot beëindiging van het gezag van de draagmoeder toegewezen en de wensouders benoemd tot voogden over de minderjarige tot het moment dat de adoptie in kracht van gewijsde gaat.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek tot adoptie van de minderjarige door de wensouders toegewezen. De wensouders voldeden aan de voorwaarden voor adoptie, met uitzondering van de termijn van een jaar verzorging, die in deze bijzondere situatie niet van toepassing werd geacht. De rechtbank oordeelde dat de adoptie in het belang van de minderjarige was, aangezien zij vanaf haar geboorte door de wensouders werd verzorgd en opgevoed. De rechtbank heeft ook bepaald dat de geslachtsnaam van de minderjarige na adoptie ongewijzigd blijft. De beschikking is uitgesproken door een meervoudige kamer van kinderrechters en is openbaar gemaakt.