In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 9 oktober 2018, is de Staat der Nederlanden, Ministerie van Justitie en Veiligheid, als eiseres betrokken in een geschil over de toekenning van een individuele inkomenstoeslag op basis van de Participatiewet (Pw). Eiseres, die sinds 2009 een Wajong-uitkering ontvangt, had bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de aan haar toegekende individuele inkomenstoeslag, die door verweerder was vastgesteld op € 265,-. De rechtbank oordeelt dat de kostendelersnorm terecht is toegepast en dat de uitleg van verweerder van het begrip 'nettobedrag van de bijstandsnorm' als exclusief vakantiegeld redelijk is. De rechtbank constateert echter dat de redelijke termijn voor het doen van uitspraak is overschreden, wat leidt tot een recht op schadevergoeding van € 500,- voor immateriële schade. De rechtbank verklaart het beroep gegrond voor zover het betreft de schadevergoeding, maar ongegrond voor het overige. De proceskosten worden begroot op € 375,75, en het griffierecht van € 46,- wordt vergoed.