Adres: [straatnaam] . Postcode plaats: [plaats] .
Op vrijdag 28 april 2017 omstreeks 17.38 uur is [verdachte] bij mijn woning geweest. Ik zag [verdachte] staan in de tuin van mijn woning. Hij had door de ramen naar binnen gekeken en zag dat zijn kamer was opgeruimd. [verdachte] wilde niet weggaan en ging op het stoepje zitten.
Op dinsdag 6 juni 2017 heb ik de politie gebeld, omdat [verdachte] mij had gebeld. [verdachte] gaf mij aan dat per direct het contactverbod was opgeheven.
Hij belde mij en maakte mij allerlei verwijten. Hij wilde ook contact met mij via de whatsapp en dat ik hem moest deblokkeren. Ik heb hem aangegeven dat ik dit niet wilde. Ik wilde hem evt. wel via de telefoon een update geven over [slachtoffer 3] . Hij werd hier heel boos om, omdat hij wilde dat ik deed wat hij eiste.
[verdachte] had mij meerdere keren gebeld en zei/schreeuwde in een van de gesprekken dat hij nu naar mijn woning zou komen. Dat ik nooit van hem af zou komen al zou het 20 jaar duren. [verdachte] schreeuwde ook dat het voor hem geen probleem was dat er iets zou gaan gebeuren, want als je niets hebt, heb je ook niets te verliezen.
Begin juni 2017 ging [verdachte] ook mijn familie lastig vallen met telefoontjes, app berichten en mail berichten. [verdachte] was altijd zeer kwaad en onredelijk tijdens deze contacten. Mijn zus ( [naam] ) werd ook benaderd via de telefoon en app. Mijn zus nam nooit op. Hij sprak voice mail berichten in. Zij blokkeerde hem wel, maar [verdachte] belt met steeds met andere nummers.
Op maandag 5 juni 2017 was ik met mijn vader in gesprek op mijn mobiele telefoon. Ik werd tegelijk ook gebeld op mijn vaste lijn. Terwijl ik mijn vader nog aan de lijn had nam ik de vaste lijn op. Ik hoorde dat [verdachte] mij opbelde op de vaste lijn. Ik hoorde dat hij zei:" Ik maak je kapot. Ik zorg ervoor dat jij het kind kwijtraakt. Ik sla je het ziekenhuis in".
Op dinsdag 20 juni 2017 omstreeks 19.26 uur belde [verdachte] mij. Dit is één van de vele gesprekken die ik heb opgenomen van [verdachte] .
gesprek 20 juni 2017:
Ik hoor dat hij zei; "kom naar je toe en weet wat jou zal leren hoe je op straat slaapt. Ik sla je naar buiten en dan ga jij maar op straat slapen. Dan weet jij hoe het is om een paar maanden op straat te slapen. Vuile Teringhoer.
Dan sla ik je echt de ROT-kanker.
Op 23 juni 2017 omstreeks 17.30 uur heb ik de politie gebeld.
[verdachte] had mijn zusje meerdere whats app berichten gezonden.
In de dagen hierna ontvangt mijn zusje nog meerdere app berichten van [verdachte] .
Op zaterdag 24 juni 2017 omstreeks 17.00 uur heeft [verdachte] ongeveer 20 keer naar de kapsalon gebeld. Ook heeft hij teksten geplaatst op de Facebook pagina van de kapsalon. Ik heb deze teksten op Facebook verwijderd, maar ze zijn wel zichtbaar geweest voor de klanten van de kapsalon. Deze teksten waren beledigend over mij als persoon en hij schold mij uit voor "Rat". Ik heb screenshots gemaakt van deze berichten.
30 juni 2017 15.40 uur was ik aan het werk in de kapsalon. Toen ik opnam hoorde ik de stem van [verdachte] . Hij zei: "hey kuthoertje, ben je daar? ik zie je dadelijk wel. en ik ben er, geloof me".
Hij heeft op vrijdag 30 juni 2017 meerdere malen gebeld met de kapsalon. Door dat [verdachte] meer dan 100 keer in een uur belde konden klanten geen afspraken maken en werd ik afgeleid van mijn werk. [verdachte] begon rond 11.15 uur en is tot 16.35 uur doorgegaan.
Ik heb hem ook wel van de 100 keer per uur, 90 keer weggedrukt.
Na mijn werkdag kreeg mijn zus [getuige] een whats app bericht met de tekst; "Dit eindigt niet totdat ik [slachtoffer 3] heb gezien zeg dat maar tegen [slachtoffer 1] ". Weet waar ze is zeg dat ik de hele tijd in de buurt ben dit houdt niet op totdat ik [slachtoffer 3] mag zien.
Opmerking verbalisant: Terwijl wij in verhoor zitten, wordt [slachtoffer 1] gebeld door de hulpverleenster van FIER. Zij heeft opgenomen en is op luidspreker gezet. Zij gaf aan dat zij via de reclassering heeft gehoord dat [verdachte] op de hoogte is van alle mailverkeer welke [slachtoffer 1] deelt met de hulpverlening en die wij doorsturen naar elkaar. Hij heeft aangegeven dat hij veel van ICT weet en ook alle gegevens van [slachtoffer 1] heeft betreffende haar computer thuis. Hij heeft zijn mailaccount dusdanig bewerkt dat hij kan zien naar wie [slachtoffer 1] zijn berichten doorstuurt.
Ik ben op dinsdag 11 juli 2017 nog naar mijn werk gegaan.
Dit is precies wat [verdachte] heeft gezegd tegen mij: "Ik ga je kapot maken". Ik ben daarom die dag in de ziektewet gegaan.
Ik was die dinsdag nog niet thuis en ik had alweer een mailbericht van [verdachte] ontvangen.
Hij zag dat op de site bij mijn naam stond dat ik tijdelijk niet aanwezig was. Hij wilde mij laten weten dat hij dit wist. Ik moet steeds over mijn schouder kijken. Hij volgt alles wat ik doe.