In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 7 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en Gedeputeerde Staten van Fryslân over de afwijzing van een aanvraag voor monumentensubsidie. Eiseres had een subsidie aangevraagd voor de restauratie van de kerktoren in [plaats], maar Gedeputeerde Staten (GS) weigerden de aanvraag op basis van de schijn van belangenverstrengeling. GS oordeelde dat de Monumentenwacht, die door eiseres was ingeschakeld voor een inspectierapport, niet als onafhankelijk deskundige kon worden beschouwd, omdat zowel Monumentenwacht als Monumentenadvies onder dezelfde bestuurder vallen. De rechtbank oordeelde dat GS ten onrechte geen onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheid van beïnvloeding en dat er geen opdracht aan Monumentenadvies was gegeven. De rechtbank concludeerde dat de inspecteurs van de Monumentenwacht als onafhankelijk deskundige konden worden aangemerkt en droeg GS op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, waarbij de onafhankelijkheid van de Monumentenwacht als uitgangspunt moet worden genomen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en veroordeelde GS tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.