ECLI:NL:RBNNE:2018:310
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- E. Hoekstra
- P.G. Wijtsma
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Uitleg van de Wet langdurige zorg en de interpretatie van zorgovereenkomsten binnen gezinnen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en Zorgkantoor Friesland B.V. over de afkeuring van een deel van de zorg die eiseres ontvangt in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres had een persoonsgebonden budget (pgb) aangevraagd en kreeg dit toegewezen, maar een deel van de zorgovereenkomst met haar partner werd door verweerder afgekeurd. Verweerder stelde dat de zorgkwaliteit niet gewaarborgd was, omdat haar partner ook zorg verleende aan andere budgethouders, wat zou leiden tot meer dan 40 uur zorg in één gezin.
De rechtbank oordeelde dat de interpretatie van verweerder van artikel 5:18 van de Regeling langdurige zorg niet juist was. De rechtbank stelde vast dat de tekst van de bepaling niet toelaat dat een zorgverlener niet meer dan 40 uur zorg aan verschillende verzekerden binnen één gezin kan verlenen. Eiseres voldeed aan de verplichting dat haar zorgverlener niet meer dan 40 uur in één week voor haar werkte. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van verweerder en verklaarde het beroep gegrond, waarbij verweerder werd opgedragen een nieuw besluit te nemen binnen zes weken.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 1.002,- werden vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat verweerder in deze zaak maatwerk had moeten leveren en dat het onderzoek niet zorgvuldig was geweest, omdat niet was nagegaan of de partner van eiseres in staat was om kwalitatief goede zorg te leveren, ondanks zijn andere zorgverplichtingen.