ECLI:NL:RBNNE:2018:269
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een voorlopige voorziening voor maatwerkvoorziening begeleiding individueel en respijtzorg op basis van de Wmo 2015
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 29 januari 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die begeleiding individueel en respijtzorg aanvroeg. Verzoeker, geboren op 29 juli 1947, heeft een ontwikkelingsstoornis (ASS) en ondervindt ernstige beperkingen in zijn zelfredzaamheid en participatie. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela had verzoeker voor het jaar 2018 onder voorwaarden een maatwerkvoorziening van 15 uur begeleiding individueel per week toegekend, maar verzoeker vond deze indicatie onvoldoende. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker, gezien zijn beperkingen, begeleiding nodig heeft. De huidige begeleiding door zijn echtgenote en een vaste vervangster, mevrouw Bloem, blijkt onvoldoende om de zelfredzaamheid van verzoeker op peil te houden. De medisch adviseur heeft geadviseerd dat verzoeker in aanmerking moet komen voor 28 uur begeleiding individueel per week, wat door de voorzieningenrechter als medisch geïndiceerd wordt beschouwd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het college niet voldoende heeft onderbouwd waarom is afgeweken van dit advies en heeft het primaire besluit geschorst. Verzoeker is nu tijdelijk toegewezen tot 28 uur begeleiding individueel per week en 1 dag respijtzorg per maand, met een vergoeding van het griffierecht en proceskosten aan verzoeker.
De uitspraak benadrukt het belang van passende zorg en begeleiding voor mensen met een ontwikkelingsstoornis en de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van medische adviezen in het besluitvormingsproces.