Uitspraak
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: [vergunninghouder], te Makkinga, derde-belanghebbende.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 7 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf. Verzoekers hadden een handhavingsverzoek ingediend tegen een pluimveebedrijf van derde-belanghebbende, dat was afgewezen door verweerder. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waarbij onder andere de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn betrokken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een overtreding van het bestemmingsplan en dat verweerder terecht had geoordeeld dat de handhavingsverzoeken ongegrond waren. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verzoekers om aannemelijk te maken dat de handhaving noodzakelijk was, wat in dit geval niet is gelukt. De voorzieningenrechter heeft de zaak afgesloten met de conclusie dat het beroep ongegrond is verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen.