Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 oktober 2016 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem tegen diens enkel en/of diens knie te schoppen en/of op hem te gaan zitten en/of (terwijl hij op de grond lag) (met kracht) een knie in diens nek/hals althans tegen diens hoofd te plaatsen;
2.
hij op of omstreeks 16 december 2016 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem (hardhandig) op de grond te gooien en/of op hem te gaan zitten en/of (terwijl hij op de grond lag) een klap/stomp in het gezicht te geven en/of (met kracht) een knie in diens nek/hals althans tegen diens hoofd te plaatsen en/of een schop / trap tegen diens rug te geven;
3.
hij op of omstreeks 16 december 2016 te Leeuwarden [slachtoffer 3] heeft mishandeld
door hem tegen de grond te werken en/of door op hem te gaan zitten en/of (terwijl hij op de grond lag) (met kracht) een knie in diens nek/hals althans tegen diens hoofd te plaatsen;
4.
hij op of omstreeks 24 februari 2017 te Leeuwarden [slachtoffer 4] heeft mishandeld door
hem (met kracht) een voorwaartse trap te geven in de maagstreek;
5.
hij op of omstreeks 12 maart 2017 te Leeuwarden [slachtoffer 5] heeft mishandeld door
bij hem bij de keel te grijpen en/of een nekklem aan te leggen en/of (vervolgens) aan diens nek (hardhandig) van de trap af te sleuren.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting veroordeling gevorderd voor het onder 1., 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
De onder 1. ten laste gelegde mishandeling van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) bestaande uit het op [slachtoffer 1] gaan zitten en een knie in zijn hals te plaatsen, kan worden bewezen op grond van de verklaringen van [slachtoffer 1] en van getuigen [getuige 1] en [getuige 2]. Van medeplegen is geen sprake; de handelingen van verdachte en zijn collega, medeverdachte [medeverdachte 1], stonden los van elkaar.
Het onder 2. ten laste gelegde medeplegen van mishandeling van [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]) kan - met uitzondering van het stompen in het gezicht en trappen in de rug – worden bewezen op grond van de verklaringen van [slachtoffer 2], de medische verklaring met betrekking tot [slachtoffer 2] en de verklaringen van getuigen [getuige 3] en [getuige 4].
De onder 3. ten laste gelegde mishandeling van [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3]) kan worden bewezen op grond van de verklaringen van [slachtoffer 3], de medische verklaring met betrekking tot [slachtoffer 3] en de verklaringen van [slachtoffer 2], [getuige 3] en [getuige 4].
De onder 4. ten laste gelegde mishandeling van [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4]) kan worden bewezen op grond van de verklaringen van [slachtoffer 4] en getuigen [getuige 5] en [getuige 6], alsmede gelet op het proces-verbaal van bevindingen omtrent de camerabeelden van het voorval.
De onder 5. ten laste gelegde mishandeling van [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5]) kan worden bewezen op grond van de verklaringen van [slachtoffer 5] en het proces-verbaal van bevindingen omtrent de camerabeelden van het voorval.
De onder 1. tot en met 5. ten laste gelegde gedragingen kunnen niet worden gerechtvaardigd door de taak die verdachte als portier had. Een portier mag binnen de grenzen van de redelijkheid optreden, maar voornoemde gedragingen zijn disproportioneel en onrechtmatig.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Alle aangevers en de met hen bevriende getuigen waren onder invloed van (veel) alcohol en mogelijk drugs. Voor zover de ten laste gelegde handelingen bewezen kunnen worden, geldt dat verdachte telkens zijn werk als portier deed, waarbij hij zoveel mogelijk heeft voorkomen dat de situatie zou escaleren. Verdachte is als portier bevoegd om iemand uit een horecagelegenheid te verwijderen en daarbij aan te raken. Indien hij hierbij binnen de grenzen van de redelijkheid blijft, kan mishandeling niet worden bewezen. Verdachte is bij alle feiten telkens binnen de grenzen van de redelijkheid gebleven.
Met betrekking tot het onder 4. ten laste gelegde trappen in de maagstreek van [slachtoffer 4] is nog van belang dat verdachte handelde ter bescherming van zijn collega, medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]). [slachtoffer 4] kwam op [medeverdachte 2] af en vanuit de positie van verdachte leek het alsof hij, [slachtoffer 4], [medeverdachte 2] wilde aanvallen. Onder deze omstandigheden was het redelijk dat verdachte een "duwtrap" aan [slachtoffer 4] gaf.
Met betrekking tot de onder 5. ten laste gelegde mishandeling door [slachtoffer 5] onder andere in een nekklem vast te pakken, is nog van belang dat gelet op het feit dat verdachte en [slachtoffer 5] in een kleine ruimte bovenaan een steile trap stonden, verdachte geen redelijk alternatief voor zijn handelen had.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 15 mei 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik was op 23 oktober 2016, 16 december 2016, 24 februari 2017 en 12 maart 2017 werkzaam als portier bij [café] in Leeuwarden.
Op 23 oktober 2016 heb ik een jongen naar de grond gebracht. Ik ben daarna op hem gaan zitten ter hoogte van zijn schouder.
Op 16 december 2016 heb ik een jongen naar de grond gebracht en op de grond gehouden. Toen een andere jongen mij van die jongen aftrok, heb ik die andere jongen op de grond gedrukt.
Op 24 februari 2017 heb ik een jongen een duwtrap gegeven.
Op 12 maart 2017 heb ik een nekklem aangelegd bij een jongen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 28 oktober 2016, opgenomen op pagina 38 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2017172767 d.d. 18 juli 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1]:
Op zondag 23 oktober 2016 was ik bij [café] in Leeuwarden. Ik heb een beveiliger aangesproken. Ook heb ik die beveiliger een tikje op zijn bovenarm gegeven. Plotseling lag ik op de grond. Ik zag dat de beveiliger die ik een tikje had gegeven dit deed. Ik lang languit op mijn buik op de grond buiten op straat. Mijn handen werden achter op mijn rug vastgehouden. Mijn hoofd werd naar de grond gedrukt, eigenlijk naar de grond geslagen vind ik. Ik voelde dat er meerdere mensen bovenop mij zaten. Ik voelde dat mijn keel ook werd dichtgeknepen.
3. Een schriftelijk stuk, te weten een journaal van huisarts P.A. Buytendijk d.d. 3 november 2016, inhoudende:
[slachtoffer 1]
28-10-2016 S wordt niet beter, meer hoofdpijn, hoesten + hoofdpijn achter hoofd
O grote opgezette tonsillen, palp hals klieren
25-10-2016 S last van het hoofd. pijn op slaap bij oogkas.
zaterdag bij stappen probleem met beveiligers, zaterdagnacht op grond steeds, met knie op hoofd, even uit de tijd, stukje kwijt.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 23 november 2016, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 7]:
Op 23 oktober 2016 zag ik dat [slachtoffer 1] op de grond lag. Ik zag dat een portier bovenop [slachtoffer 1] ging zitten. Ik zag dat een tweede portier ook bovenop [slachtoffer 1] ging zitten. Ik zag dat één van de portiers zijn knie op [slachtoffer 1] plaatste. Ik zag dat deze knie op [slachtoffer 1] zat ter hoogte van zijn hals en hoofd. Een andere portier zat op [slachtoffer 1] zijn kuiten. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] schreeuwde: laat me los, het doet me zeer, of woorden van gelijke strekking.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 december 2016, opgenomen op pagina 85 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2]:
Op vrijdag 16 december 2016 was ik in [café]. Ik zag dat in de ruimte bij de uitgang [slachtoffer 3] op de grond lag en dat een portier zijn knie op zijn keel had. Ik zei tegen de portier die naast mij stond dat ik zag dat [slachtoffer 3] geen adem kreeg en dat hij moest stoppen. Ik werd vervolgens door de portier naar buiten gezet. Ik heb daar ongeveer 20-30 seconden staan wachten en toen werd ik naar binnen geroepen door een portier. Ik zag [slachtoffer 3] nog steeds op de grond liggen met de knie van de portier op zijn keel. Ik hoorde [slachtoffer 3] krijsen en ik zag dat hij volledig in paniek raakte omdat hij geen adem kreeg, waarop ik tegen de portier die op hem zat heb gezegd dat hij moest stoppen. Ik heb vervolgens genoemde portier bij zijn jas gepakt omdat ik [slachtoffer 3] wilde bevrijden. Ik zag dat de portier [slachtoffer 3] los liet en opstond en naar mij toe kwam. Ik voelde dat de portier mij vastpakte bij mijn poloshirt en ik voelde dat de andere portier mij tevens op deze plek vastpakte. Ik werd naar de grond gewerkt en ik zag dat de portier welke eerder bij [slachtoffer 3] zijn keel dicht had gedrukt met zijn knie, dit nu bij mij deed. Ik deed meteen mijn handen in de lucht en heb gezegd dat ik niets had gedaan en niets zou doen en ik voelde de druk groter worden op mijn keel en gaf aan dat ik stikte. Ik voelde de knie van de portier voortdurend op mijn keel en op mijn gezicht. Ik bleef steeds aangeven dat ik stikte en ik werd bang, raakte in paniek. Ik bleef mijn handen in de lucht houden om aan te geven dat ik niets zou doen. Ik voelde terwijl ik op de grond lag dat mijn keel werd dichtgedrukt.
Bij de Febo zag ik mijn verwondingen met name aan mijn gezicht, nek en keel. Ook zag ik het letsel van [slachtoffer 3]. Hij had tevens verwondingen aan het hoofd en de keel. Ik voelde toen een enorme pijn in mijn gezicht, aan de linkerzijde, mijn hele lichaam deed pijn, ik zag dat ik veel striemen en schaafplekken had met name mijn gezicht, schouders, onderzijde linkerarm en aan mijn rug.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 8 maart 2017, opgenomen op pagina 105 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2]:
V: Welke portiers kwamen er toen bij en wie moesten er met hun mee, hoe ging dit?
A: Later hoorde ik van mensen dat de portiers genaamd waren [naam 1] en [verdachte]. Naast mij zag ik dat [slachtoffer 3] door de klapdeur werd gegooid van het rokershok. Dit werd gedaan door [verdachte]. [verdachte] hield [slachtoffer 3] op de grond. [verdachte] zat met een knie op z'n keel en met de andere knie op z'n borst. Met z'n armen hield hij [slachtoffer 3] in bedwang. [slachtoffer 3] zei verschillende malen dat hij niets deed en wel mee wilde werken, maar [verdachte] bleef toch doorgaan.
Ik werd naar buiten geduwd en kort daarop weer naar binnengeroepen. Ik zag [slachtoffer 3] nog steeds op de grond liggen met de knie op z'n keel. Hij was helemaal in paniek. Ik trok aan de portier omdat [slachtoffer 3] bijna stikte. [verdachte] zei toen tegen mij dat ik niet aan hem moest zitten. Ik werd toen door [verdachte] en de portier met de baard op de grond gegooid. [verdachte] zette toen z'n knie op mijn keel. Ik kreeg van hem toen met z’n hand een klap in mijn gezicht en de man met de baard trapte mij in mijn rug. Ik lag dus weerloos op de grond. Ik deed verder niks en had mijn handen in de lucht.
7. Een geneeskundige verklaring, op 30 december 2016 opgemaakt en ondertekend door E.I. Hofstra, forensisch arts FMG, opgenomen op pagina 133 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende, als verklaring:
Naam: [slachtoffer 2]
Datum onderzoek: 23-12-2016
Subjectieve klachten: Aanvankelijk pijn in de keel, die nu verdwenen is. Sinds het incident heeft betrokkene pijnklachten in de onderrug met name bij bewegen.
Letselbeschrijving
Gelaat: Achter het linker oor: in een gebied van 3x5cm meerdere oppervlakkige ontvellingen, vrijwel genezen. Passend bij vrijwel genezen lokale huidirritatie. Onderkaak links: aan de onderzijde van de kaakrand onder de wang een lichte rode verkleuring van 4x1 cm doorsnede, met lichte witte korstvorming ter plaatse. Passend bij een genezende oppervlakkige schaafwond.
Nek: Een horizontaal verlopende onderbroken rode streep van 0,5 mm breed en 10cm lengte, passend bij een oppervlakkige kraswond. Ong. 1 cm daaronder een gebogen, vrijwel horizontaal verlopende streep van 1mm breed en ong. 10 cm lang, passend bij een onderhuidse bloeduitstorting.
Conclusie
Ontstaan: De aangetroffen letsels passen goed bij de opgegeven toedracht. De ouderdom van de letsels passen bij het huidige tijdsinterval.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 december 2016, opgenomen op pagina 146 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3]:
In de nacht van donderdag 15 december 2016 op vrijdag 16 december 2016 was ik in [café] in Leeuwarden. [slachtoffer 2] en ik zijn meegelopen met de bewaker. [slachtoffer 2] liep voorop en ik ben er achteraan gelopen. Ik voelde ineens dat ik bij mijn linker bovenarm werd vastgepakt. Ik werd door de bewaker meegesleurd richting het rookhok. Ik voelde dat ik door de deur van het rookhok werd geduwd. Ik voelde ook dat de bewaker me door de tweede deur van het rookhok duwde die grenzend aan het halletje bij de uitgang zit. De bewaker hield nog steeds mijn arm vast. Ik voelde dat ik naar de grond werd gewerkt. Ik weet zeker dat het de bewaker was die me naar de grond heeft gewerkt. Ik lag op mijn rug in het halletje en ik zag dat deze bewaker op me zat met de knie in mijn hals. Ik voelde een hevige pijn in mijn hals. Ik voelde dat ik geen adem kon halen. Ik strekte mijn beide armen uit. Ik had beide armen naast mijn hoofd liggen. Dit deed ik om aan te geven dat ik mezelf overgaf en niets kon doen. Ik kon mezelf niet verweren. Ik kon geen kant op. Ik werd benauwd. Ik wilde happen naar zuurstof, maar dit lukte me niet. Ik voelde dat de bewaker nog steeds op me zat met de knie in mijn hals ter hoogte van mijn adamsappel. Ik heb niet geprobeerd me te verweren omdat ik het zo benauwd had. Ik voelde zelfs dat de bewaker nog steviger met zijn knie in mijn hals duwde. Ik raakte in paniek en wilde hoe dan ook weg zien te komen. Ik voelde dat toen ik mijn hals draaide het nog meer pijn deed door de druk van de knie van de bewaker in mijn hals. Ik zag toen dat [slachtoffer 2] de bewaker bij zijn jas pakte. Ik hoorde dat [slachtoffer 2] zei: "Hij krijgt geen adem je maakt hem dood". De bewaker ging staan. Ik zag kans om ook op te staan. Ik zag op dat moment dat dezelfde bewaker [slachtoffer 2] op de grond had gekregen en op [slachtoffer 2] zat.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 9 januari 2017, opgenomen op pagina 110 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 8]:
Op vrijdag 16 december 2016 in de [café] te Leeuwarden zag ik dat [slachtoffer 3] op de grond werd gedrukt. Ik zag dat de portier hem met kracht bij zijn kleding vastpakte en vervolgens op de grond drukte en ik zag dat [slachtoffer 3] met zijn rug op de grond terechtkwam. Toen [slachtoffer 3] eenmaal op de grond lag, zag ik dat de portier een knie op zijn keel plaatste. Als gevolg hiervan kon [slachtoffer 3] helemaal niets meer. Ik zag dat [slachtoffer 3] lijkbleek wegtrok.
Even later zag ik [slachtoffer 3] nog steeds op de grond liggen. Hij was aan het snakken naar adem.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 14 januari 2017, opgenomen op pagina 112 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3]:
Op vrijdag 16 december 2016 was ik in de [café] te Leeuwarden. Ik zag dat bewaker 1 [slachtoffer 3] naar voren duwde richting de rokersruimte. Vervolgens zag ik dat [slachtoffer 3] door de rokersruimte heen werd geslingerd. Vervolgens zag ik dat [slachtoffer 3] op de grond lag, naast de uitgang en ik zag dat bewaker 1 een knie op zijn nek plaatste. Ik zag dat [slachtoffer 3] zichtbaar moeite had met ademhalen. Ik zei tegen bewaker 1: "Moet je kijken, hij stikt." Ik zag dat [slachtoffer 2] bewaker 1 bij zijn jas vastpakte. Ik zag dat [slachtoffer 2] in de hoek werd gegooid door bewaker 1. Dit betrof de hoek tegenover de trappen. Ik zag dat [slachtoffer 2] op de grond lag en dat er ook een knie op zijn keel werd geplaatst door bewaker 1.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 maart 2017, opgenomen op pagina 174 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4]:
Ik ging op vrijdag 24 februari 2017 naar [café] in Leeuwarden gegaan. Er ontstond een discussie tussen ons en de portier waarbij de portier mij op een gegeven moment een duw gaf. Vrijwel direct daarna kwam er een collega portier vanuit [café] aan welke mij direct vanuit het niets en zonder reden een harde voorwaartse trap in mijn buikstreek gaf. Direct na de trap voelde een hevige pijnschuit in mijn buik.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 juli 2017, opgenomen op pagina 169 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
In het onderzoek naar de aangiftes tegen verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] bekeek ik de
camerabeelden van het incident.
00:00:05 Ik zie dat verdachten [medeverdachte 2] en [verdachte] op straat staan, op het trottoir naast de hekken voor [café]. Ik zie dat er drie jongens tegenover hen staan en dat twee van die jongens door verdachten [medeverdachte 2] en [verdachte] weggeduwd worden. Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] op 00:00:08 uur een van de jongens tegen de andere jongen aanduwt. Ik zie dat een van de jongens, die net een duw van verdachte [medeverdachte 2] heeft gekregen, een voorwaartse trap van verdachte [verdachte] in zijn maagstreek krijgt.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 maart 2017, opgenomen op pagina 174 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 5]:
Op zaterdag 11 maart 2017 ging ik uit in Leeuwarden. Uiteindelijk belandde ik bij [café]. Toen het sluitingstijd was, wilde ik mijn jas op halen bij de garderobe.
Ik werd door een beveiliger vanachter bij mijn keel gegrepen en middels een nekklem vastgehouden. Ik schrok echt heel erg en was helemaal verbijsterd. Ik probeerde om mij zelf los te trekken maar dit lukte mij niet. Ik wilde iets zeggen of roepen maar ook dit lukte niet omdat mijn keel zo hard werd dichtgeknepen dat ik gewoon geen lucht meer kreeg.
14. Een geneeskundige verklaring, op 13 maart 2017 opgemaakt en ondertekend door B. Roescher, forensisch arts FMG, opgenomen op pagina 198 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende, als verklaring:
Naam: [slachtoffer 5]
Datum onderzoek: 13 maart 2017
Letselbeschrijving:
Aan de voorkant van de linker schouder is een oppervlakkige lichte roodheid waarneembaar met daarin wat oppervlakkige kleine lichte schaafplekjes en enkele kleine oppervlakkige krasspoortjes. Links voor op de hals is een kleine paarsrode verkleuring zichtbaar van een oppervlakkige kleine en lichte bloeduitstorting.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 mei 2017, opgenomen op pagina 208 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Camerabeelden van horecagelegenheid [café] te Leeuwarden van zondag 12 maart 2017. Te 04.55.55 uur zie ik dat de aangever door portier [naam 2] tegen de muur bij de trap wordt aangedrukt. Ik zie dat er heen- en weer getrek is tussen de aangever en de portier [naam 2]. Aangever staat op dat moment nog steeds tegen de muur met de achterkant van zijn lichaam. Zodra de vrouwelijke portier en portier [verdachte] boven aan de trap zijn aangekomen, zie ik dat portier [verdachte] aangever een klein stukje van de muur wegduwt. Vervolgens zie ik dat [verdachte] met zijn rechterhand, de nek van de aangever vastpakt. Ik zie dat [verdachte] zijn linkeronderarm geheel om de aangever zijn keel heen sluit. Ik zie dat zijn rechterhand nog steeds op de nek van aangever ligt. Ik zie dat hij de zogenoemde nekklem heeft aangelegd. Ik zie aan de gelaatsuitdrukking van de aangever dat hij vermoedelijk ergens last van heeft. Ik zie namelijk dat de aangever zijn mond open heeft en hierdoor zie ik dat hij zijn tanden op elkaar heeft. Tevens zie ik dat hij zijn ogen dichtknijpt. Gedurende bovengenoemde handelingen staan de vier portiers en de aangever nog steeds bovenaan de trap.
Om 04.56 uur is zichtbaar dat [verdachte] aangever nog steeds in de zogenoemde nekklem vast heeft. Ik zie dat de aangever geen handelingen verricht.