Op 18 mei 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de burgemeester van de gemeente Schiermonnikoog en een verzoekster die bezwaar had gemaakt tegen de verleende evenementenvergunning voor de Pinksteractiviteiten 2018. De vergunning was verleend voor het organiseren van diverse activiteiten, waaronder het plaatsen van een mast en het houden van kinderspelen. Verzoekster betoogde dat de evenementen schadelijk waren voor het welzijn van een haan die tijdens het festival in een mand zou worden gehouden, en dat dit in strijd was met de Wet Dieren.
De voorzieningenrechter overwoog dat de vergunninghoudster op korte termijn gebruik kon maken van de evenementenvergunning en dat er spoedeisend belang was aan de zijde van de vergunninghoudster. De rechter stelde vast dat de activiteiten grotendeels betrekking hadden op de 'Kallemooise' haan, die een centrale rol speelde in het evenement. De voorzieningenrechter concludeerde dat de weigeringsgronden in de APV, met name die met betrekking tot milieu en dierenwelzijn, niet voldoende waren om de vergunning te weigeren. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat de inperking van de vrijheid van de haan zodanig nadelig was dat de vergunning niet verleend kon worden.
Uiteindelijk werd het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen reden was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 mei 2018.