Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 februari 2017, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie;
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 24 mei 2017;
- de conclusie van repliek in conventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in voorwaardelijke reconventie;
- de akte overlegging productie van de zijde van SSK;
- de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie.
2.De feiten in conventie en in voorwaardelijke reconventie
BELANG
lees: 1995, aanvulling rechtbank) 508.000 gulden van de gemeente Opsterland gekregen voor de privatisering van een perceel grond en de daarop aanwezige opstallen. Dit bedrag was bedoeld voor de kosten voor toekomstig groot onderhoud, verzekeringen, belastingen en indien noodzakelijk renovatie. Het geld is door de verenigingen uitgeleend aan stichting Sportgebouw Kortezwaag, die dit grotendeels heeft gebruikt voor nieuwbouw van de opstallen. De bedoeling was dat de stichting de lening per 1 januari 2016, wanneer de afspraak over de lening afloopt, aan de verenigingen zou hebben terug betaald. Dit is niet geheel gelukt; er blijft een restschuld over. De verenigingen en de stichting willen dat de gemeente tenminste de restschuld overneemt.
2.3 Vastgestelde waarde
3.De vorderingen
in conventie
primair, voor recht verklaart dat het door de gemeente ten behoeve van SSK gevestigde erfpachtrecht per 1 januari 2016 is geëindigd door het verstrijken van de duur van 20 jaren, dan wel
primair, voor recht verklaart dat de gemeente per het eindigen van de erfpacht de vergoeding ex artikel 5:99 lid 1 BW verschuldigd is, dan wel
primair, de gemeente veroordeelt tot betaling aan SSK van het bedrag van