ECLI:NL:RBNNE:2018:1228

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 april 2018
Publicatiedatum
6 april 2018
Zaaknummer
17/160142
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator voor minderjarige in erkenningskwestie

Op 4 april 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak waarbij een minderjarige een verzoek indiende tot benoeming van een bijzondere curator. De minderjarige, die zelf geen advocaat had, verzocht de rechtbank om mr. P. Rijnsburger als bijzondere curator aan te wijzen. De rechtbank overwoog dat de minderjarige in zaken betreffende de vernietiging van de erkenning zelfstandig een verzoek kan indienen, zonder tussenkomst van de wettelijk vertegenwoordiger. Dit is in lijn met artikel 1:205 lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek, dat de zelfstandige bevoegdheid van het kind in dergelijke zaken bevestigt. De rechtbank oordeelde dat het feit dat de minderjarige geen advocaat had ingeschakeld geen beletsel vormde voor de benoeming van een bijzondere curator. De rechtbank wees het verzoek om mr. Rijnsburger aan te wijzen af, om belangenverstrengeling te voorkomen, en benoemde in plaats daarvan mr. H.T. Gerbrandy als bijzondere curator. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de zaak werd verwezen naar een terechtzitting op een nader te bepalen datum. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/160142 / FA RK 18-367
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 4 april 2018
inzake
[naam],
domicilie kiezende te Leeuwarden,
hierna ook te noemen de minderjarige,
geen advocaat.
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[naam],
wonende te [woonplaats],
hierna ook te noemen de vader,
en
[naam],
wonende op een geheim adres,
hierna ook te noemen de moeder.

1.Procesverloop

De minderjarige heeft op 13 maart 2018 een verzoekschrift ingediend dat ertoe strekt dat de rechtbank een bijzondere curator benoemt om haar te vertegenwoordigen.

2.Motivering

2.1.
De minderjarige stelt het volgende. De minderjarige wenst dat mr. P. Rijnsburger, advocaat te Leeuwarden, als haar bijzondere curator wordt benoemd. De minderjarige wenst een verzoek in te dienen dat strekt tot vernietiging van de erkenning door de niet-biologische vader, de heer [naam]. De minderjarige dient in die procedure te worden vertegenwoordigd door een bijzondere curator.
2.2.
De minderjarige kiest domicilie op het kantooradres van mr. Rijnsburger. Mr. Rijnsburger heeft zich overigens niet gesteld als advocaat in deze procedure.
2.3.
De rechtbank overweegt als volgt. In zaken betreffende vernietiging van de erkenning heeft "het kind" een zelfstandige bevoegdheid - zonder tussenkomst van de gebruikelijke wettelijk vertegenwoordiger - om een verzoek in te dienen, zie artikel 1:205 lid 1 onder aanhef en onder a Burgerlijk Wetboek (BW). In dergelijke zaken wordt het minderjarige kind door een bijzondere curator vertegenwoordigd, die door de rechtbank is benoemd (artikel 1:212 BW). Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat een minderjarige in kwesties betreffende de vernietiging van de erkenning zelf een verzoek kan indienen dat strekt tot benoeming van een bijzondere curator, die hem of haar kan vertegenwoordigen. Een andere uitleg zou meebrengen dat een minderjarig kind voor de indiening van een verzoek tot vernietiging van de erkenning afhankelijk is van de medewerking van degene die het gezag over hem of haar uitoefent, meestal de gezaghebbende ouder(s), als wettelijk vertegenwoordiger, waardoor het zelfstandig recht om de vernietiging van de erkenning te verzoeken zou worden uitgehold.
2.4.
De minderjarige kan dus in het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator worden ontvangen. De rechtbank merkt daarbij nog op dat het feit dat de minderjarige zich niet heeft laten vertegenwoordigen door een advocaat in dit geval geen beletsel dient te vormen. Het gaat immers om de benoeming van een bijzondere curator (die een advocaat is), zodat het vereiste van ondertekening van het verzoekschrift door een advocaat in dit geval een nodeloze drempel opwerpt.
2.5.
De minderjarige verzoekt niet alleen dat door de rechtbank een bijzondere curator wordt benoemd, maar noemt mr. Rijnsburger met name als de te benoemen bijzondere curator. Volgens de minderjarige is mr. Rijnsburger bekend met de hele voorgeschiedenis. De rechtbank zal het verzoek in zoverre afwijzen en (conform de "Richtlijn benoeming bijzondere curator o.g.v. art. 1:212 BW", die te raadplegen is op www.rechtspraak.nl) zelf een bijzondere curator aanwijzen en benoemen, om iedere vorm van belangenverstrengeling en vooringenomenheid bij de bijzondere curator te voorkomen. De te benoemen bijzondere curator dient na benoeming immers zelfstandig te toetsen of het belang van de minderjarige gediend is met het indienen van een verzoek tot vernietiging van de erkenning (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 26 juni 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5295).

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
benoemt in deze zaak mr. H.T. Gerbrandy, advocaat te Leeuwarden, tot bijzondere curator over de minderjarige [naam], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [geboorteplaats], om in deze procedure de belangen van deze minderjarige te behartigen;
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de enkelvoudige kamer van deze rechtbank op een nog nader te bepalen datum en tijdstip;
3.4.
verzoekt de bijzondere curator om uiterlijk twee weken voor de nog te bepalen terechtzitting schriftelijk zijn standpunt aan de rechtbank en partijen kenbaar te maken, dan wel een verzoek namens de minderjarige in te dienen.
Deze beschikking is gegeven te Leeuwarden door mr. S.M. Barkhuijsen-Venselaar, lid van de kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op
woensdag 4 april 2018in tegenwoordigheid van de griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat. worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
fn: 646