Uitspraak
[verzoeker 1],
[verzoeker 2],
1.[de man],
de man,
de moeder,
[de pleegouders van verzoeker 1],
4. Bureau Jeugdzorg Groningen,
BJZ Groningen,
5. Bureau Jeugdzorg Overijssel,
BJZ Overijssel.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van twee kinderen, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], door hun juridisch vader, [de man]. De bijzondere curator, die de belangen van de kinderen behartigt, had in eerste aanleg verzocht om de erkenning te vernietigen, maar heeft haar verzoek in hoger beroep gewijzigd en verzocht om de erkenning in stand te laten. De zaak is ontstaan na een conflict tussen de moeder van de kinderen en de man, die de kinderen in 2008 heeft erkend. De moeder had eerder verzocht om de erkenning te vernietigen, maar het hof oordeelde dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat de familierechtelijke band met de man behouden moet blijven. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen sinds 23 februari 2012 onder toezicht staan en dat er twijfels zijn over de authenticiteit van de wens van de kinderen om de erkenning te laten vernietigen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland vernietigd en het verzoek van de bijzondere curator tot in stand lating van de erkenning gehonoreerd. De beslissing benadrukt het belang van de continuïteit van de familierechtelijke relatie tussen de kinderen en hun juridisch vader, ondanks de conflicten tussen de ouders.