In verband met het terugdringen van de fosfaatproductie door de Nederlandse melkveehouderij is met ingang van 1 maart 2017 in werking getreden de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 februari 2017, nr. WJZ/17023701, houdende de invoering van de verplichting tot betaling van een geldsom (Regeling fosfaatreductieplan 2017), gepubliceerd in de Staatscourant van 17 februari 2017, nr. 9915 en nadien gewijzigd.
Artikel 1, lid 1 aanhef en onder a, c en d van deze regeling luidt:
"In deze regeling wordt verstaan onder:
a. houder: houder als bedoeld in artikel 1 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren van runderen, die producent is van koemelk bestemd voor consumptie of verwerking;
c. rund: vrouwelijk rund van 0 tot 1 jaar, vrouwelijk rund van 1 jaar of ouder dat niet heeft gekalfd of rund dat ten minste eenmaal heeft gekalfd, waarbij onder rund wordt verstaan een dier als bedoeld in (…), en dat is geregistreerd in het I&R-systeem;
d. referentieaantal: aantal runderen van de houder dat op 2 juli 2015 in het I&R-systeem is geregistreerd verminderd met 4%, (…)".
Artikel 2 luidt, voor zover van belang:
"Onder rund als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdelen d (…) wordt verstaan GVE overeenkomstig de volgende omrekeningsfactoren:
a. 0,23 GVE voor een rund van 0 tot 1 jaar;
b. 0,53 GVE voor een rund van 1 jaar of ouder dat niet heeft gekalfd;
c. 1 GVE voor een rund dat tenminste eenmaal heeft gekalfd."
Artikel 11 lid 1 luidt:
"Indien een houder aantoont dat hij op 2 juli 2015 runderen had uitgeschaard die tussen 1 januari 2015 en 2 juli 2015 naar een inschaarder zijn gegaan, op 2 juli 2015 door die inschaarder werden gehouden en die uiterlijk op 31 december 2015 zijn teruggekomen op het bedrijf van de houder, kan de minister wanneer hiervoor door de houder uiterlijk voor 15 april 2017 een verzoek is ingediend zijn referentieaantal verhogen in de periode 1 en 5 mits, in het geval de inschaarder producent is van koemelk bestemd voor consumptie of verwerking, deze aantoonbaar instemt met verlaging van zijn referentieaantal in die perioden."