Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
€ 500,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 28 februari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) over een ontslag op staande voet. [verzoeker], die sinds 1985 werkzaam was bij NAM, werd op 18 oktober 2016 op staande voet ontslagen. NAM voerde als redenen voor het ontslag aan dat [verzoeker] vertrouwelijke informatie had gedeeld met de vakbond FNV en dat hij een conflict van belangen had laten ontstaan. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat NAM niet had voldaan aan het onverwijldheidsvereiste. Het ontslag was niet onverwijld gegeven, aangezien er een maand verstreek tussen de melding van de onregelmatigheden en het ontslag. De kantonrechter vernietigde het ontslag en oordeelde dat NAM verplicht was om de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst na te komen, inclusief de betaling van het salaris van [verzoeker] en een schadevergoeding naar billijkheid. De rechter wees ook de tegenverzoeken van NAM af, die zich beriepen op bedrog en dwaling bij de vaststellingsovereenkomst. De proceskosten werden toegewezen aan [verzoeker].