Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het onder 1 primair, 2, en 3 ten laste gelegde kan worden bewezen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat vaststaat dat verdachte en het slachtoffer een relatie hadden. Het slachtoffer was op dat moment 13-14 jaar en verdachte was toen 29-30 jaar. Verdachte heeft misbruik gemaakt van een jong meisje dat door haar moeilijke achtergrond kwetsbaar was.
Op grond van de aangifte, de foto’s van de telefoon van verdachte, de getuigenverklaring van [getuige 1] en de WhatsApp berichten tussen verdachte en het slachtoffer kan het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte heeft erkend dat hij [slachtoffer] niet binnen mocht laten en dat hij daarover een brief had ontvangen. Toch heeft hij haar binnen gelaten en er zat voldoende tijd tussen haar komst en die van de politie zodat hij tijd genoeg had om de situatie uit te leggen en haar weg te sturen. Daarmee heeft verdachte [slachtoffer] onttrokken aan het ouderlijk gezag.
De onder 3 ten laste gelegde huisvredebreuk kan worden bewezen op grond van de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte. Bovendien is bij de fouillering bij verdachte een sleutel aangetroffen die past op de achterdeur van de woning van het slachtoffer. Verdachte woonde daar niet meer en had daarom geen recht meer op deze sleutel. Het gebruik van een valse sleutel levert per definitie binnendringen op.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat bij feit 1 de enkele aangifte onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen. De overige verklaringen zijn allemaal de auditu verklaringen, afkomstig uit de zelfde bron. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman gesteld dat niet wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor een bewezenverklaring van het onttrekken aan het gezag. Verdachte heeft ten aanzien van feit 3 verklaard dat hij in de woning van aangeefster is geweest, maar vervolgens ook dat hij zich welkom voelde en dat zeker niet is gezegd dat hij de woning moest verlaten. Ook hier blijft voor het bewijs alleen de aangifte over.
Het oordeel van de rechtbank
vrijspraak ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierbij het volgende.
In het onderhavige geval is er door de politie een brief verzonden aan verdachte met de mededeling dat haar vader niet wil dat [slachtoffer] bij verdachte wordt aangetroffen. [slachtoffer] is na een vakantie niet direct naar huis gegaan, maar naar de woning van verdachte toe. Verdachte heeft haar binnen gelaten. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of het verblijven van [slachtoffer] bij verdachte, totdat zij door de politie uit de woning van verdachte is weggehaald, aan te merken is als onttrekken aan het gezag als bedoeld in artikel 279 Sr.
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad ten aanzien van het onttrekken aan het gezag als bedoeld in artikel 279 Sr, kan worden afgeleid dat bepalend is of de verdachte daartoe in beslissende mate heeft bijgedragen aan de scheiding tussen de minderjarige en de ouders. In het arrest van de Hoge Raad d.d. 14 september 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BM3959) is in dat geval bepalend geacht dat de verdachte wist dat de ouders van de minderjarige (15 jaar) niet wilden dat zij bij hem verbleef, dat de verdachte de minderjarige, nadat zij was weggelopen van huis, op haar verzoek bij het station heeft opgehaald en mee naar zijn huis heeft genomen en de minderjarige twee nachten bij hem en een partner heeft laten verblijven. De rechtbank stelt enerzijds vast dat verdachte wist dat [slachtoffer] niet bij hem mocht worden aangetroffen, maar anderzijds dat verdachte [slachtoffer] hooguit enkele uren heeft laten verblijven in zijn woning. Gelet op deze dusdanige korte tijdspanne en het feit dat ook geen andere omstandigheden zijn gebleken, waarmee verdachte een beslissende invloed heeft gehad op een scheiding tussen [slachtoffer] en haar vader is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is geweest van een onttrekking aan het ouderlijk gezag in strafrechtelijke zin. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1.De door verdachte op de terechtzitting van 13 februari 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] en ik hebben gezoend. Ik begrijp wel dat [slachtoffer] onze relatie verkering heeft genoemd.
U houdt mij voor dat het er niet om gaat dat ik haar tot een relatie gedwongen heb, maar dat de wetgeving bepaalt dat ontuchtige handelingen met minderjarige meisjes niet is toegestaan. Ik begrijp dat niet.
U houdt mij voor dat in het proces-verbaal van bevindingen (p. 272 e.v. van het dossier) wordt beschreven dat een video op de IPhone van [slachtoffer] wordt afgespeeld. Het klopt dat ik daarop te zien ben, samen met [slachtoffer] .
De in de WhatsApp gesprekken genoemde ‘ [pseudoniem 1] ’ ben ik en ‘ [pseudoniem 2] ’ is [slachtoffer] .
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van de politie Noord-Nederland d.d. 12 april 2016, opgenomen op pagina 63 e.v. van het dossier met nummer PL0100-2016351858 d.d. 14 december 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
V: Na een informatief gesprek heb jij na bedenktijd besloten om aangifte te doen. Klopt dat?
A: Ja
V: Waar wil jij aangifte van doen?
A: Omdat hij seks wilde en ik dat niet wilde.
V: Wat is de reden dat jij aangifte doet?
A: Weet ik niet. Hij is geen crimineel. Maar hij heeft seks met mij gehad, terwijl ik dat niet wilde, dus daar moet hij wel straf voor krijgen. Ik ben [slachtoffer] , geboren op
[geboortedatum] 2002 . Ik heb bij de geboorte de naam van mijn moeder gekregen. Ik kom uit [land] en ben sinds 9 september 2013 in Nederland.
V: Wat is seks voor jou?
A: Vrijen en zoenen. Vrijen is voor mij seks. Seks is voor mij man en vrouw samen op bed. Ze gaan dan neuken. Neuken is man en vrouw gaan naar bed, ze zijn helemaal naakt, ze gaan zoenen, die man gaat zijn piemel in de kut van de vrouw stoppen.
V: Hoe oud was je ten je hem leerde kennen?
A: 12 jaar
V: Wist hij hoe oud jij was?
A; Ja, dat had ik toen wel verteld.
V: Je bent van school naar [verdachte] gegaan en was alleen met hem thuis. Je zei dat het seksuele contact toen begon. Vertel eens. Hoe ging dat die dag?
A: Hij gooide mij op zijn bed en begon mij te zoenen. [verdachte] heeft mij uitgekleed. Toen zat hij aan mijn tieten. Hij ging zoenen aan mijn linkertepel. Hij begon mij te zoenen op mijn mond. Hij ging toen beneden naar mijn buik.
V: Wat versta je onder zoenen?
A: Ik zoen met lippen en hij zoende met tong. Ik had nog niet eerder gezoend. Ik schaamde mij daarvoor.
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van informatief gesprek zeden van de politie Noord-Nederland, d.d. 3 maart 2016, opgenomen op pagina 59 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
[verdachte] wilde mij wel eens zoenen en hij zat wel eens aan mijn kont. Ik was zelf toen 13 jaar oud. Ik kreeg 20 februari 2015 een relatie met hem. In maart 2015 heb ik seks met [verdachte] gehad. Het begon eerst met zoenen, aanraken bij de tieten en de kont. Hij ging mij beffen, ik bedoel hiermee met zijn tong in mijn kut. Het gebeurde wel 3 a 4 keer per week dat hij zijn piemel in mijn kut stopte. Ergens in januari 2016 ging de relatie niet meer zo goed tussen ons. Eigenlijk wilde ik geen seks met hem, maar ik deed het toch.
Waar is het gebeurd: [adres] te [pleegplaats 2] .
Wanneer is het gebeurd: maart 2015 tot januari 2016.
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van de politie Noord-Nederland, d.d. 3 augustus 2016, opgenomen op pagina 39 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
V: In het intake gesprek met [naam] en [naam] heb je verteld dat je seks met hem hebt gehad, klopt dat nog steeds?
O: [slachtoffer] knikt ja.
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van de politie Noord-Nederland, d.d. 8 september 2016, opgenomen op pagina 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] , zakelijk weergegeven:
[getuige 2] , [slachtoffer] en ik gingen vaak naar [verdachte] , omdat we het daar gezellig vonden. [verdachte] zei dat als je verliefd bent, leeftijd niet uitmaakt. Het is een pedofiel. Hij heeft seks met minderjarigen.
V: Als je daar in huis was en [slachtoffer] was er ook. En [verdachte] was er. Hoe gingen zij dan lichamelijk met elkaar om?
A: [verdachte] zat altijd aan haar borsten. Soms gingen ze naar de slaapkamer en deden ze deur op slot. Hij deed soms zijn hand aan de voorkant onder haar broek.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte bijlage (nummer 10) bij een proces-verbaal van bevindingen van de politie Noord-Nederland d.d. 11 augustus 2016, opgenomen op pagina 329 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende een WhatsApp gesprek tussen [pseudoniem 1] en [pseudoniem 2] op 26 juli 2016 , zakelijk weergegeven:
[pseudoniem 1] : Envoi moi foto pour moi chaque fois nuit ou bien pas is toujour super
[pseudoniem 1] : Maar ik wacht op foto
[pseudoniem 2] : Vvanavond voor dat ik gaat slapen
[pseudoniem 1] : Stuur Dan
[pseudoniem 2] : Oooohh sorry mag ook niet voor mijn mama
[pseudoniem 1] : Je had belooft
[pseudoniem 1] : Voor vandaag mag
[pseudoniem 2] : Tet fruits geven groetjes (bijlage IMG-20160726-WA0001.jpg)
[pseudoniem 1] : Maar popje doe Ht ik wacht
[pseudoniem 2] : Waarom moet je dat hebben eigenlijk anders woord je nog gek??
[pseudoniem 2] :
stuurt IMG-20160726.WA0001-.jpg t/m IMG-20160726.WA00010.jpg
[pseudoniem 1] : Sexy baby van me ik nog mijn paradise
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte bijlage (nummer 6) bij een proces-verbaal van bevindingen van de politie Noord-Nederland d.d. 11 augustus 2016, opgenomen op pagina 316 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende een extraction rapport van foto's van de Iphone van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Op de foto's opgeslagen onder de namen IMG-20160726.WA0003-.jpg,
IMG-20160726.WA0004-.jpg, IMG-20160726.WA0005-.jpg,
IMG-20160726.WA0006-.jpg, IMG-20160726.WA0007-.jpg en
IMG-20160726.WA00010-.jpg is de eigenaresse van de telefoon (naakt) te zien.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegd kan worden bewezen. De aangifte vindt op onderdelen ondersteuning in andere bewijsmiddelen, zoals hieronder nader aangegeven. In het bijzonder verwijst de rechtbank naar de verklaring van de getuige [getuige 1] . Zij heeft verklaard hoe verdachte en aangeefster met elkaar omgingen, dat ze heeft gezien dat hij haar borsten betastte, met zijn handen onder haar shirt ging en zijn hand in de broek van aangeefster deed. Deze seksueel getinte omgang wordt bevestigd door de inhoud van de WhatsApp-berichten tussen verdachte en aangeefster en de door haar – op zijn verzoek – aan hem toegezonden (naakt)foto’s. De geloofwaardigheid van de verklaring van aangeefster wordt versterkt door het feit dat aangeefster uit zichzelf een verklaring heeft afgelegd bij haar mentor op school die vergelijkbaar is met de verklaringen die zij later tegenover de politie heeft afgelegd. Op grond van dit samenstel van feiten en omstandig-heden verwerpt de rechtbank de stelling van de verdediging dat slechts sprake zou zijn van een onschuldige, vriendschappelijke relatie, die niet als ontuchtig kan worden aangemerkt en waarbinnen geen seksuele handelingen werden verricht.
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
8. De door verdachte op de terechtzitting van 13 februari 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben in die woning aangetroffen door de politie.
9. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van de politie Noord-Nederland d.d. 11 februari 2016, opgenomen op pagina 16 e.v. van het dossier met nummer PLO0100-2016041207 d.d. 3 augustus 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van huisvredebreuk tegen [verdachte] . [verdachte] is mijn huis, ik woon aan de [adres] in [pleegplaats 2] , binnen gegaan. Ik heb hem meerdere keren gezegd weg te gaan, maar dat deed hij niet.
10. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanhouding van de politie Noord-Nederland d.d. 11 februari 2016, opgenomen op pagina 9 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Wij liepen met de melder mee de woning in via de achterdeur. Toen wij in de woonkamer kwamen zagen wij daar een man staan die door de melder verdachte aangewezen.
11. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van de politie Noord-Nederland, d.d. 11 februari 2016, opgenomen op pagina 16 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
V: Zou je ons willen vertellen wat er gisteren in [pleegplaats 2] omstreeks 23.00 uur heeft
afgespeeld?
A: Ik was bij hen binnen en toen kwam de politie. Ik ben door de achterdeur binnengekomen. Deze was niet dicht.
12. Een schriftelijk stuk van de wijkagent J.J. Blokstra aan verdachte d.d. 14 juli 2016, opgenomen op pagina 48 van voornoemd dossier, onder meer inhoudende:
Bij deze wil ik u laten weten, dat de vader van [slachtoffer] en de moeder van [getuige 2] een verklaring hebben afgelegd bij de politie te [pleegplaats 2] , waarin zij aangeven, dat zij niet willen dat hun minderjarige dochters met u omgaan of bij u in de woning verblijven.
Door verdachte is gesteld dat hij de woning mocht betreden, omdat de deur open stond. De rechtbank is van oordeel dat het feit dat een deur open staat nog niet betekent dat hij toestemming had om binnen te komen. Veeleer blijkt uit het dossier van het tegendeel. Nu verdachte door de politie in de betreffende woning is aangetroffen is dit naast de aangifte naar het oordeel van de rechtbank voldoende om tot een bewezenverklaring te komen van huisvredebreuk.