In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 december 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de afwijzing van een aanvraag om een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose (TNS) en de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 (TAS). De aanvraag was ingediend door de erven van de moeder van eiseressen, die kort voor de aanvraag was overleden aan maligne mesothelioom. De centrale vraag was of eiseres 1 als nabestaande in de zin van de TNS/TAS kon worden aangemerkt, wat afhankelijk was van de vraag of zij ten tijde van het overlijden in gezinsverband met haar moeder leefde.
De rechtbank oordeelde dat eiseres 1 niet in gezinsverband met haar moeder leefde, aangezien zij op verschillende adressen woonden. Eiseres 1 had weliswaar regelmatig bij haar moeder verbleven, maar dit voldeed niet aan de criteria voor gezinsverband zoals gedefinieerd in de TNS en TAS. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) terecht was, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke woonsituatie en de juridische definitie van gezinsverband in het kader van de TNS en TAS.