Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
mr. M.J. Dijkstra(hierna te noemen: mr. Dijkstra), rechter van deze rechtbank (locatie Leeuwarden, afdeling privaatrecht, onderdeel familie- en jeugdrecht)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 maart 2017 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [verzoeker] tegen rechter mr. M.J. Dijkstra. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat mr. Dijkstra de verzoeken van [verzoeker] niet had gehonoreerd en daardoor vooringenomen zou zijn. De achtergrond van de zaak betreft de ondertoezichtstelling van [minderjarige], de zoon van [verzoeker], die door het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid was aangevraagd. Op 1 februari 2017 vroeg het Regiecentrum om verlenging van de ondertoezichtstelling, wat leidde tot een zitting op 10 maart 2017. Tijdens deze zitting heeft [verzoeker] mr. Dijkstra gewraakt, wat resulteerde in de afgelasting van de behandeling van het verzoek tot verlenging.
De wrakingskamer, bestaande uit mr. M. Brinksma, mr. E.Th.M. Zwart-Sneek en mr. W.S. Sikkema, heeft de gronden van het wrakingsverzoek beoordeeld. De wrakingskamer oordeelde dat de processuele beslissingen van mr. Dijkstra niet onbegrijpelijk waren en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat de wettelijke mogelijkheid van wraking niet bedoeld is als een middel tegen onwelgevallige beslissingen van de rechter. Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, omdat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de onpartijdigheid van mr. Dijkstra in twijfel trokken.