Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het in de zaak met parketnummer 18/920025-16 onder 1, 2, 3, 4 en 5 primair en onder 6 ten laste gelegde gevorderd, alsmede voor het in de zaak met parketnummer 18/820215-16 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat voor de in de zaak met parketnummer 18/920025-16 onder
1. tot en met 5 subsidiair ten laste gelegde gekwalificeerde diefstallen niet voldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig is. Ten aanzien van de onder 1 primair ten laste gelegde opzetheling heeft de raadsvrouw gepleit voor vrijspraak, omdat verdachte niet wist dat het een door een misdrijf verkregen goed betrof. Ten aanzien van het onder 2 primair tot en met 5 primair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw eveneens voor vrijspraak gepleit, nu niet vastgesteld kan worden dat verdachte de goederen voorhanden heeft gehad noch dat verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Daarnaast heeft de raadsvrouw voor vrijspraak gepleit ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde, omdat ook van het wapen niet vastgesteld kan worden dat verdachte het voorhanden had.
parketnummer 18/920025-16
De rechtbank past ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 198 van het dossier met nummer 2014074327 d.d. 4 april 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik ben woonachtig in de woning gevestigd aan de [straatnaam] te Roden. Op vrijdag
05 februari 2016 omstreeks 12:30 uur heb ik samen met mijn echtgenote onze woning verlaten voor een weekendje weg en de woning goed afgesloten. Toen wij zondagavond 07 februari 2016 omstreeks 18:40 uur terugkwamen en onze woning via de voordeur binnen gingen zagen we dat in de woonkamer en keuken alle kastjes openstonden. We hadden toen al gelijk het idee dat er ingebroken was. Hierop zagen we dat vanuit het tv kastje in de voorkamer in ieder geval de dolby surroundset met bijbehorende geluidsboxen was weggenomen. Deze is van het merk Harman Kardon type BDS 470 en had 2 boxen en 1 subwoofer. Ook hebben ze de afstandsbediening en de handleiding meegenomen. Van achter een luik onder het schuine dak op zolder is de doos van de surroundset weggenomen.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 210 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisanten:
Op donderdag 11 februari 2016 werd een pseudokoop gerealiseerd. Hierbij werden, na overdracht van de homecinemaset, twee verdachten aangehouden, te weten: [medeverdachte 1] en [verdachte] .
3.
Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 215 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisanten:
Naar aanleiding van het onderzoek naar gestolen goederen, heb ik, verbalisant,
samen met een collega onderzoek ingesteld in de auto, welke verdachte [verdachte] bestuurde, kort voor zijn aanhouding. In de kofferbak troffen wij een geluidsinstallatie aan in de bijhorende doos: een homecinemaset Harman Kardon Bds 470 3.0, kleur zwart, 2 boxen, 1 subwoofer, inclusief afstandsbediening.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 237 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op vrijdag 12 februari 2016, ontving ik, verbalisant, de heer [slachtoffer 1] en zijn vrouw, op het politiebureau. Ik toonde hen de goederen die inbeslaggenomen waren. Van de goederen die er lagen herkende aangever Bosch het volgende goed; Homecinemaset, merk Harman Kardon Bds 470 3.0, kleur zwart. Tevens zaten daarbij 2 boxen, 1 subwoofer en een afstandsbediening.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Vastgesteld kan worden dat de inbraak in de woning aan de [straatnaam] te Roden heeft plaatsgevonden tussen 5 februari 2017 en 7 februari 2016. Na het plaatsen door de medeverdachte van de advertentie op Marktplaats op 7 februari 2016, waarbij de home-cinema-set te koop is aangeboden, heeft korte tijd later, op 11 februari 2016, een pseudokoop plaatsgevonden. Terwijl de set een diefstalgevoelig goed betreft, heeft verdachte de auto bestuurd waarin de set werd vervoerd naar de plaats van de verkoop en heeft hij samen met de medeverdachte de set verkocht bij de pseudokoop en overgedragen. In het licht van de ten aanzien van verdachte en de medeverdachte bewezenverklaarde reeks strafbare feiten, mede gelet op het dossier, leidt de rechtbank af dat verdachte wel degelijk moet hebben geweten dat de set een van diefstal afkomstig goed betrof. Immers, een grote hoeveelheid goederen die bij verschillende inbraken in de periode voorafgaand aan de onderhavige diefstal zijn weggenomen, zijn bij huiszoekingen deels bij verdachte en deels bij zijn medeverdachte thuis aangetroffen. Zowel verdachte als de medeverdachte hebben daarover geen, of een niet verifieerbare, en door de rechtbank niet betrouwbaar geachte verklaring gegeven. In dat licht bezien komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte wist dat ook de onderhavige home-cinema-set van diefstal afkomstig was.
De rechtbank acht het onder 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank past ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 3 februari 2016, opgenomen op pagina 305 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik ben samen met mijn partner en onze dochter woonachtig in de vrijstaande woning
gelegen aan de [straatnaam] te Roden. Op 16 januari 2016 hebben wij om 03.30 uur onze woning verlaten voor een korte vakantie. Wij hebben voor vertrek alle deuren van onze woning afgesloten. Op 23 januari 2016 toen we reeds onderweg waren naar huis werden we gebeld door de overbuurman. Hij deelde ons mede dat er in onze woning ingebroken was. We waren om 15.45 uur weer thuis.
Ik heb samen met twee compagnons een bedrijf voor horloges en sieraden. Ik heb af en toe bedrijfscollecties in huis maar ook privécollecties van horloges en sieraden. Dit was ook het geval de afgelopen weken. Ik had een deel van de bedrijfscollectie in twee zwarte hardplastic koffers, een zwarte Samsonite aktetas met een collectie horloges en een horloge collectie in 3 plastic tasjes. Ik zag gelijk dat deze koffers, aktetas en de 3 plastic tasjes niet meer in het kantoor aanwezig waren. Vanuit een kast zijn een reservesleutel van mijn leaseauto en een Iphone 5S met opladers weggenomen. Verder zag ik dat er een Ipad Mini (A1489) en een gewone Ipad (A1219) met opladers waren weggenomen. Uit een slaapkamer is een Dell laptop (Latitude E6440) met dockingstation en muis weggenomen en van de zolder een zwarte Samsonite reiskoffer.
De volgende goederen zijn ook weggenomen: Apple Macbook Pro, meerdere jassen van het merk Hugo Boss, een jas van het merk Marc Cain, een jas van het merk Airfield Blazer, twee blouses van het merk Hugo Boss, een paar damesschoenen van het merk Santoni, een Apple mediaspeler (A1496), een fotocamera van het merk Canon en diverse cosmetica en parfumerieën.
De aangerichte schade aan het huis betreft het geforceerde slot van de toegangsdeur en de sensor van de buitenlamp is vernield.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 14 maart 2016, opgenomen op pagina 260 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
De historische gegevens zijn gevorderd van een aanbieder die diverse goederen te koop aanbood op Marktplaats. Uit onderzoek is gebleken dat de volgende aangeboden goederen qua model en type overeen kwamen met de goederen die bij de inbraak aan de [straatnaam] te Roden zijn weggenomen: een Dell Latitude, datum plaatsing advertentie: 31-01-2016, 17:26:05 uur en een Apple Ipad, datum plaatsing advertentie: 31-01-2016, 11:20:08 uur. De advertenties werden op Marktplaats geplaatst met gebruik van meerdere accounts / emailadressen. De gebruikte emailadressen betroffen:
Uit de gegevens van Marktplaats bleek dat de bovenstaande 4 gebruikersaccounts allemaal waren aangemaakt met gebruik van het IP-adres [nummer] . Uit de gegevens bleek tevens dat met het genoemde IP-adres een account was aangemaakt dat gekoppeld was aan het e-mailadres [email] @hotmail.com.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal binnentreden woning van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 161 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op donderdag 11 februari 2016 omstreeks 22:43 trad de hulpofficier binnen in de woning [straatnaam] , [woonplaats] , bewoond door [medeverdachte 1] . Hij betrad de woning ter doorzoeking ter inbeslagneming.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te [woonplaats] werden de volgende goederen in beslag genomen: een zwarte koffer met horloges, een koffer met 31 horloges, 2 plastic tassen met horloges en horloges in plastic verpakt.
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te [woonplaats] betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te [woonplaats] werden de volgende goederen in beslag genomen: 10 horloges in een zwarte doos.
7.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 317 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op vrijdag 12 februari 2016, ontving ik, verbalisant, de heer [slachtoffer 2] en zijn vrouw, op het politiebureau. Ik toonde hen de goederen die inbeslaggenomen waren. Hij herkende de volgende goederen: een zwarte kunststof koffer met daarin 11 horloges, een zwarte kunststof koffer met horloges, een zwarte doos met horloges, een plastic tas met horloges en een kartonnen doos met horloges.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Vastgesteld kan worden dat de inbraak in de woning aan de [straatnaam] te Roden heeft plaatsgevonden tussen 16 januari 2016, 03:30 uur en 23 januari 2016, 15:45 uur. Daarnaast kan vastgesteld worden dat op 31 januari 2016 om 11:20:08 uur de bij de inbraak weggenomen Apple Ipad en om 17:26:05 uur de bij de inbraak weggenomen Dell Latitude door de medeverdachte op Marktplaats zijn geplaatst. Daarnaast zijn bij de doorzoeking op
11 februari 2016 van de zolderkamer van verdachte en de woning van de medeverdachte nagenoeg alle bij de inbraak weggenomen horloges teruggevonden.
Aan het enkele voorhanden hebben van de gestolen goederen kan niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat verdachte het goed ook heeft gestolen, daarvoor dienen de feiten en omstandigheden beoordeeld te worden (ECLI:NL:HR:2010:BK2880). Daarbij kan een rol spelen of verdachte een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het voorhanden hebben van de goederen. De Apple Ipad en de Dell laptop zijn heel kort na de inbraak door de medeverdachte op Marktplaats gezet. Daarnaast zijn korte tijd later in de woning van de medeverdachte en op de zolderkamer van verdachte nagenoeg alle in de tenlastelegging genoemde horloges aangetroffen. Daarbij is opvallend dat de grote hoeveelheid horloges in de originele verpakking is aangetroffen. Gelet op het korte tijdverloop tussen de inbraak, het plaatsen van de advertenties op Marktplaats en het aantreffen van de horloges wordt het ervoor gehouden dat verdachte samen met de medeverdachte de goederen zelf heeft gestolen, tenzij verdachte voor het voorhanden hebben een aannemelijke verklaring heeft gegeven. Verdachte heeft echter geen enkele verklaring gegeven. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte de inbraak samen met de medeverdachte heeft gepleegd.
De rechtbank past met betrekking tot het onder 3 primair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 21 juli 2014, opgenomen op pagina 322 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik woon aan de [straatnaam] te Tolbert. Op 4 juli 2014 ben ik samen met de kinderen op vakantie gegaan. Toen wij op vakantie zijn gegaan heb ik de deuren en ramen van mijn woning allemaal afgesloten. Op vrijdag 11 juli 2014 kreeg ik een telefoontje van mijn buurvrouw. Ze vertelde mij dat er was ingebroken in mijn woning. De volgende goederen zijn weggenomen: een horloge van het merk Ice Watch, een fototoestel van het merk Canon met bijbehorende fototas en lenzen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te [woonplaats] betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te Roden werden de volgende goederen in beslag genomen: een horloge Ice Watch, camera Canon Eos, lens Canon 18-55 cm, lens Canon 75-300 en een tamrac rugzak.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 16 februari 2016, opgenomen op pagina 330 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
U toont mij een fotocamera Canon Eos met 18-55 lens, een lens Canon en een rugzak. Ik herken deze goederen als mijn eigendom waarvan ik aangifte heb gedaan bij de politie. Specifiek herken ik het witte horloge merk Ice. Dit was een cadeautje voor mijn zoon.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Bij de doorzoeking in de zolderkamer van verdachte op 11 februari 2016 zijn het horloge, de fotocamera, de lenzen en de rugzak aangetroffen die zijn weggenomen bij de inbraak in de woning van aangever in de periode van 4 tot 11 juli 2014. Op basis van de beschikbare gegevens in het dossier en het tijdsverloop tussen de inbraak en het aantreffen van de goederen kan niet worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de inbraak. Vast staat daarentegen wel dat verdachte de goederen voorhanden had. Nu verdachte geen verklaring heeft afgelegd hoe hij aan de inbeslaggenomen goederen komt, kan niet worden vastgesteld dat verdachte wist dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Aangenomen kan echter wel worden dat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren, nu het diefstalgevoelige goederen betreft welke verdachte, samen met een grote hoeveelheid andere van misdrijf afkomstig goederen, zonder aannemelijke verklaring, voorhanden had.
De rechtbank past met betrekking tot het onder 4 primair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 28 december 2015, opgenomen op pagina 376 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik ben woonachtig aan het [straatnaam] te Roden. Op 19 december 2015 zijn wij vertrokken voor een vakantie. Wij hebben de woning afgesloten en in goede, onbeschadigde conditie achtergelaten. Op 24 december 2015 werd ik gebeld door onze buurvrouw. Zij vertelde dat er was ingebroken in onze woning. Op 27 december 2015 kwamen wij thuis. Mijn zoon had zijn laptop van het merk Asus, R3011a-Fn063h liggen, deze is weggenomen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te [woonplaats] betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te [woonplaats] werd het volgende goed in beslag genomen: een laptop Asus R3011a-Fn063h.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Bij de doorzoeking in de zolderkamer van verdachte op 11 februari 2016 is de laptop aangetroffen die is weggenomen bij de inbraak in de woning van aangever in de periode
19 december 2015 tot en met 24 december 2015. Op basis van de beschikbare gegevens in het dossier en het tijdsverloop tussen de inbraak en het aantreffen van de laptop kan niet worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de inbraak. Vast staat daarentegen wel dat verdachte de laptop voorhanden had. Nu verdachte geen verklaring heeft afgelegd hoe hij aan de inbeslaggenomen goederen komt kan niet worden vastgesteld dat verdachte wist dat de laptop van diefstal afkomstig was. Aangenomen kan echter wel worden dat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de laptop van misdrijf afkomstig was, nu het een diefstalgevoelig goed betreft welke verdachte, samen met een grote hoeveelheid andere van misdrijf afkomstige goederen, zonder aannemelijke verklaring, voorhanden had.
De rechtbank acht het onder 5 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt hierbij dat te onduidelijk is of de op de zolderkamer van verdachte gevonden SD-kaart de SD-kaart is die hoorde in de camera van aangever Dijkman. Dit kan niet worden vastgesteld. Nu van de inbraak in deze woning de betrokkenheid van verdachte evenmin kan worden vastgesteld, zal verdachte hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank past met betrekking tot het onder 6 ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te Roden betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
2.
Een naar wettelijke voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 230 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op vrijdag 12 februari 2016, deed ik, verbalisant, onderzoek naar een aangetroffen stroomstootwapen op de slaaplocatie van verdachte [verdachte] . Ik zag dat het stroomstootwapen zwart van kleur was en aan de onderzijde een draagkoordje zat zodat het stroomstootwapen kennelijk om de pols gedragen kan worden. Ik zag dat aan de bovenzijde van het stroomstootwapen drie koperkleurige punten zaten. Na het stroomstootwapen op 'On' te hebben gezet en de schakelaar te hebben aangedrukt zag ik dat er een blauwkleurige stroom geleiding ontstond tussen de eerder genoemde koperen puntjes. Ik hoorde hierbij een hard knetterend geluid. Na het invoeren van alle gegevens zag ik dat het stroomstootwapen als volgt werd gecategoriseerd: categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Bij de doorzoeking in de zolderkamer van verdachte op 11 februari 2016 is het stroomstootwapen aangetroffen. Op basis van het proces-verbaal van bevindingen kan wettig en overtuigend worden bewezen dat dit een verboden wapen betreft, welke op de slaaplocatie van verdachte is aangetroffen.
parketnummer 18/820215-16
De rechtbank past met betrekking tot het ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 31 juli 2015, opgenomen op pagina 44 van het dossier met nummer 2015221753 d.d. 15 april 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 6] :
Op donderdag 30 juni 2015 ben ik omstreeks 09:00 uur van huis gegaan. Ik heb de woning, [straatnaam] te Groningen, afgesloten en onbeschadigd achtergelaten. Op genoemde dag, omstreeks 24:00 uur, kwam ik weer bij de woning. Ik zag dat er twee agenten voor de deur van de woning stonden. Zij vertelden mij dat er in de woning was ingebroken. De plaat aan de onderkant van de achterdeur bleek eruit getrapt of geslagen. De plaat lag in stukken in de keuken. Ik zag ook sporen van een schroevendraaier of breekijzer in het deurkozijn, ter hoogte van het slot. Ik zag dat de cilinder van het slot eruit was gehaald. Ik zag dat alle kasten in alle vertrekken waren doorzocht. Even later kwamen de agenten met spullen aan die zij in de brandgang en de tuin hadden gevonden. Die tassen kwamen uit mijn gangkast.
De goederen die erin zaten zijn mijn eigendom. Dit waren onder meer: flessen whisky, geld, doosje met sierraden, doosje aftershave, scheermesjes en slippers. Ik mis nu nog enkele goederen, te weten: een halskettinkje met kruisje, een halsketting met letter J, een Armani bi-color armband in de kleur goud, een horloge van het merk Casio, een horloge van het merk Rolex en een horloge van het merk Ozon.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgenomen proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 11 augustus 2015, opgenomen op pagina 79 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Op donderdagavond 30 juli 2015 omstreeks 23.00 uur bevond ik mij in mijn woning aan
de [straatnaam] te Groningen. Ik woon in een bovenwoning. Op een gegeven moment, het was tussen 23.00 uur en 23.30 uur hoorde ik lawaai komen afkomstig van de woning onder mij. Ik zag dat er twee mannen bij de achterdeur van mijn onderbuurman stonden. Ik zag dat ze voorovergebogen stonden. Ik zag dat de man, die het dichtst bij de deur zat gehurkt, een opvallend witte riem om had. Ik zag dat de man die schuin achter de andere man zat, zich omdraaide, iets uit het gras pakte en zich weer terug draaide in de richting van de deur. Ik realiseerde me dat de twee mannen de woning probeerden binnen te komen. Ik zag dat ze de deur aan het openbreken waren. Ik heb vervolgens de vriend van mijn dochter gebeld, hij zit bij de politie. Op het moment dat ik de politie de straat in zag rijden hoorde ik dat de personen de woning weer via de achterdeur verlieten. De woningen zijn aan de achterzijde alleen te bereiken via de toegangsdeur van de brandgang aan de zijde van de [straatnaam] en via de toegangsdeur van de brandgang aan de zijde van de [straatnaam] . Ik gaf het signalement van de beide mannen door aan de vriend van mijn dochter en liep weer mijn woning in. Ik keek naar buiten en zag dat dezelfde mannen die ik even hiervoor zag bij de achterdeur van mijn onderbuurman, door de brandgang liepen.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 8 augustus 2015, opgenomen op pagina 49 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 30 juli 2015 omstreeks 23:20 uur was ik belast met een toezicht dienst binnen de
gemeente Groningen. Op genoemde datum en tijd werd ik gebeld door mijn schoonmoeder, [getuige] . Zij vertelde mij dat er op dat moment werd ingebroken in de woning van de benedenbuurman. Twee personen zouden de achterdeur geforceerd hebben en waren nu in de woning. Bij mij is bekend dat zij woont aan de [straatnaam] te Groningen. De woning waar werd ingebroken heeft huisnummer [nummer] . Ik ben hierop direct ter plaatse gegaan. Ik belde bij [getuige] aan en vroeg om een sleutel van het hek naar de achterzijde van de woning. Bij mij is bekend dat men via een brandgang bij de achterzijde van de woning kan komen. Ik hoorde [getuige] zeggen dat zij had gezien dat het jongens waren van ongeveer 20 jaar oud, met een Turks of Marokkaans uiterlijk, 1 persoon met haargroei, beide kort donker haar, 1 persoon droeg een witte riem of wit shirt. Ik ben naar de brandgang gelopen en heb het hek geopend met de sleutel. Ik heb vanaf die positie zicht gehouden op de voor en achterzijde van de woning. Kort hierna zag ik dat er twee personen uit de brandgang kwamen lopen in mijn richting. De personen kwamen dus vanaf de achterzijde van de woningen aan de [straatnaam] . Op het moment dat de personen vlakbij mij waren heb ik mij kenbaar gemaakt als politie en gelegitimeerd. Ik zag dat de personen aan het volgende signalement voldeden:
- manspersoon, ongeveer 20 tot 25 jaar oud, Noord Afrikaans uiterlijk en ongeveer 1.70 meter groot, haargroei in het gezicht, kort donker haar
- manspersoon, ongeveer 20 tot 25 jaar oud, Noord Afrikaans uiterlijk en ongeveer 1.70 meter groot, geen gezichtsbeharing, kort donker haar, wit T-shirt onder een donker vest/jasje.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 7 augustus 2015, opgenomen op pagina 53 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisanten:
Aan beide jongemannen hebben wij, verbalisanten, gevraagd zich te legitimeren.
Beiden konden geen legitimatiebewijs tonen en gaven desgevraagd op te zijn genaamd: [medeverdachte 2] en [verdachte] . Ze gaven aan dat ze de brandgang waren ingegaan.
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 6 augustus 2015, opgenomen op pagina 56 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Via de brandgang aan de achterzijde van de [straatnaam] zijn wij vervolgens aan de achterzijde van de woning aan de [straatnaam] gekomen. Daar zagen wij dat de achterdeur van de woning aan de [straatnaam] was geforceerd. Ik verbalisant zag dat het cilinderslot van de achterdeur was verwijderd. In de tuin zag ik een grote schroevendraaier met het schroefdeel in de grond rechtop in het gras staan. Ik verbalisant heb deze schroevendraaier veiliggesteld en in beslag genomen.
Nadat wij in de woning aan de [straatnaam] hadden gekeken heb ik verbalisant een onderzoek ingesteld in de tuinen en in de brandgang achter de woningen aan de [straatnaam] . In de tuin van de woning aan de [straatnaam] trof ik een zwarte Nike tas aan. In deze tas trof ik inbrekerswerktuigen aan. In deze tas zaten naast inbrekerswerktuigen 1 (één) witte stoffen handschoen en 1 cilinderslot met daarin een schroef in het sleutelgat. In de tuin van de woning aan de achterzijde van de [straatnaam] nummer [nummer] trof ik verbalisant een grote boodschappentas, een zogenaamde shopper aan. In deze tas zaten goederen waarvan later bleek dat deze afkomstig waren uit de woning aan de [straatnaam] .
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 6 augustus 2015, opgenomen op pagina 82 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Ik heb een sporttas onderzocht welke de collega's buiten, nabij de PD woninginbraak hebben aangetroffen en veiliggesteld voor nader onderzoek. Ik zag een zwarte sporttas met daarin verschillende werktuigen. Ook zag ik dat er een crème kleurige, stoffen handschoen in de sporttas zat. Door mij werd de handschoen veiliggesteld voor nader onderzoek en voorzien van SIN:AAII2145NL. Tijdens mijn onderzoek bleek dat de collega's die de aangifte inbraak hadden opgenomen, buiten en nabij de PD tassen met goederen, afkomstig uit de woning hadden aangetroffen. In een van de tassen zag ik in de woonkamer eenzelfde crème kleurige, stoffen handschoen, eerder aangetroffen in een sporttas.
7.
Een forensisch DNA-rapport, opgemaakt door dr. M. Hidding d.d. 4 december 2015:
Van het celmateriaal AAII145NL is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal twee personen, waaronder minimaal één man. Door herhaling is de betrouwbaarheid van de DNA-kenmerken getest. Daarna is van dit DNA-mengprofiel een onvolledig DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. Dit afgeleide DNA- hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van
[medeverdachte 2] .