ECLI:NL:RBNNE:2017:4892

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
18/920025-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraken, opzet- en schuldheling en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen

Op 14 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1995, die werd beschuldigd van meerdere woninginbraken, opzetheling, schuldheling en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. De zaak werd behandeld in Assen onder parketnummer 18/920025-16. De verdachte was op de eerste zitting niet aanwezig, maar werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. N. El Farougui, op de tweede zitting. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Klooster.

De tenlastelegging omvatte onder andere het verwerven en voorhanden hebben van goederen die door misdrijf verkregen waren, waaronder een home-cinema-set en diverse horloges. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de meeste ten laste gelegde feiten, maar achtte de opzetheling en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen wel bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast werd de benadeelde partij in de zaak met parketnummer 18/920025-16 niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, terwijl de vordering van de benadeelde partij in de zaak met parketnummer 18/820215-16 gedeeltelijk werd toegewezen.

De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral de impact van de woninginbraken op de slachtoffers, en de noodzaak om de verdachte verantwoordelijk te houden voor zijn daden. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar vond de gepleegde feiten te ernstig om een lichtere straf op te leggen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/920025-16
ter berechting gevoegd parketnummer 18/820215-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 december 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 juli 2017 en 30 november 2017.
Verdachte is op de eerste zitting niet verschenen. Wel is verschenen mr. N. El Farougui, advocaat te Amsterdam, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd. Op de tweede zitting is verdachte wel verschenen, bijgestaan door zijn advocaat.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting van 30 november 2017 vertegenwoordigd door mr. T. Klooster.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
in de zaak met parketnummer 18/920025-16
1.
verdachte in of omstreeks de periode van 5 februari 2016 tot en met 11 februari 2016, in elk geval op of omstreeks 11 februari 2016, te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld en/of te Assen, (althans) in de gemeente Assen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een home-cinema-set (van het merk Harman Kardon, type-nummer Bds 470 3.0) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
verdachte in of omstreeks de periode van 5 februari 2016 tot en met 7 februari 2016, te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen, aldaar, aan de Dreesdestraat (nummer 4) heeft weggenomen een home-cinema-set (van het merk Harmon Kardon, type Bds 470 3.0) en/of één of meer (gouden) dasspeld(en) en/of één of meer horloges (van het merk Guess) en/of een horloge (van het merk Timberland), in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/ofverdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats
des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
verdachte in of omstreeks de periode van 16 januari 2016 tot en met 11 februari 2016, in elk geval op of omstreeks 11 februari 2016, te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, in elk geval in Nederland, een of meer goederen, te weten een tiental, in elk geval één of meer,
horloge(s) in een zwarte doos en/of een armband Buddha to Buddha en/of een ring Buddha to Buddha en/of een horloge Rodania 26222 heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
verdachte in of omstreeks de periode van 16 januari 2016 tot en met 23 januari 2016, te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen, aldaar, aan de [straatnaam] heeft weggenomen een groot aantal horloges (van diverse merken) en/of computerapparatuur (onder meer een Apple Ipad (A1219) en/of een Apple Ipad Mini (A1489) en/of een Apple Macbook Pro en/of een Dell, type Latitude E6440, inclusief dockingsation en muis) en/of kleding (onder meer (een) jas(sen) van het merk Hugo Boss, Mark Cain en/of Airfield Blazer en/of (een) blouse(s) van het merk Hugo Boss en/of een (paar) (dames)schoenen van het merk Santoni) en/of een autosleutel en/of beeld- en/of geluidapparatuur (onder meer een mediaspeler (van het merk
Apple,type A1496) en/of communicatieapparatuur (onder meer een Smartphone/Apple Iphone 5C en/of Iphone/Ipad oplader(s)) en/of één of meer fotocamera's (van het merk Canon) en/of koffer (van het merk Samsonite) en/of een hoeveelheid/hoeveelheden parfumerieën/cosmetica), in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats
des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
verdachte in of omstreeks de periode van 9 juli 2014 tot en met 11 februari 2016, in elk geval op of omstreeks 11 februari 2016, te Tolbert, (althans) in de gemeente Leek en/of te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, in elk geval in Nederland, een goed, te weten een horloge (van het merk Ice Watch) en/of een fotocamera (van het merk Canon, type EOS) en/of een lens (van het merk Canon, type EF-S 18 - 55 mm) en/of een lens (van het merk Canon, type EF 75 - 300 mm) en/of een rugzak (van het merk Tamrac) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
verdachte in of omstreeks de periode van 4 juli 2014 tot en met 11 juli 2014, te Tolbert, (althans) in de gemeente Leek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit woning, gelegen,
aldaar, aan de [straatnaam] , heeft weggenomen computerapparatuur (te weten (onder meer) een portable computer van het merk HP en/of een portable computer van het merk Sony en/of een Tablet van het merk Samsung Galaxy Tab2 en/of een Bose Sounddock dockingstation en/of een Nintendo DS X1 spelcomputer en/of een Playstation Psp Vita en/of een externa harde schijf) en/of kleding (te weten een Hermes sjaal) en/of sieraden (te weten een massief gouden armband met diamanten en/of een of meer horloge(s) van onder meer het merk Fossil, Tommy Hilfiger en/of Ice Watch) en/of een fotocamera (van het merk Canon, type EOS) met bijbehorende fototas, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
4.
verdachte in of omstreeks de periode van 19 december 2015 tot en met 11 februari 2016, in elk geval op of omstreeks 11 februari 2016, te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, in elk geval in Nederland, een goed, te weten een laptop/Notebook (van het merk Asus) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
verdachte in of omstreeks de periode van 19 december 2015 tot en met 24 december 2015, te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit woning, gelegen, aldaar, aan het Schoollaantje (nummer 20) heeft weggenomen computerapparatuur (te weten (onder meer) een of meer Notebook(s) en/of een TomTom One navigatiesysteem en/of een Notebook van het merk Asus R3011a-Fn063h) en/of Sony Playstation 3 en/of Nintendo Wii mediaspeler inclusief 2 controllers en stuur en/of een of meer spelcomputer(s)) en/of (een) sleutel(s) en/of een hoeveelheid of hoeveelheden (munt)geld en/of een of
meer spaarpot(ten) en/of (een) siera(a)d(en) (te weten (onder meer) een of meer (zilveren) ring(en) en/of een (zilveren) hanger met tekst "geluk, hoop, liefde" en/of een (goudkleurig) medaillon (met daarin een foto van (een) man en (een) vrouw) en/of een of meer horloges en/of een (zilveren) ring (voorzien van een ovaal blauwe steen) en/of een (gouden) oorknopje) en/of communicatieapparatuur (te weten (onder meer) een Samsung Galaxy txt en/of een Blackberry Bolt en/of een Nokia) en/of een (sport)tas (met logo en tekst
"sportscore"), in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
verdachte in of omstreeks de periode van 7 juli 2014 tot en met 11 februari 2016, in elk geval op of omstreeks 11 februari 2016, te Appingedam, (althans) in de gemeente Appingedam en/ of te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, in elk geval in Nederland, , een goed, te weten een SD-kaart (van het merk Sandisk) heeft verworden, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijshad moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
verdachte in of omstreeks de periode van 7 juli 2014 tot en met 8 juli 2014, te Appingedam, (althans) in de gemeente Appingedam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen, aldaar, aan de [straatnaam], heeft weggenomen een (digitale) (foto) camera (van het merk Nikon) en/of een (video)camera (van het merk Sony) en/of een bak(je) met een of meer sleutel(s) en/of een pot met muntgeld, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6.
verdachte in of omstreeks de maand februari 2016, in elk geval op of omstreeks 11 februari 2016, te Roden, (althans) in de gemeente Noordenveld, (een) wapen(s) van categorie II onder 5º, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad.
in de zaak met parketnummer 18/820215-16
hij op of omstreeks 30 juli 2015 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning heeft weggenomen een halsketting met kruisje en/of een halsketting met letter J en/of een armband Armani bi-color in de kleur goud/witgoud en/of een horloge van het merk Rolex en/of een horloge van het merk Casio en/of een horloge van het merk Ozon en/of flessen whiskey en/of geld en/of doosjes met sieraden en/of aftershave en/of scheermesjes en/of slippers, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of verdachtes mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het in de zaak met parketnummer 18/920025-16 onder 1, 2, 3, 4 en 5 primair en onder 6 ten laste gelegde gevorderd, alsmede voor het in de zaak met parketnummer 18/820215-16 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat voor de in de zaak met parketnummer 18/920025-16 onder
1. tot en met 5 subsidiair ten laste gelegde gekwalificeerde diefstallen niet voldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig is. Ten aanzien van de onder 1 primair ten laste gelegde opzetheling heeft de raadsvrouw gepleit voor vrijspraak, omdat verdachte niet wist dat het een door een misdrijf verkregen goed betrof. Ten aanzien van het onder 2 primair tot en met 5 primair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw eveneens voor vrijspraak gepleit, nu niet vastgesteld kan worden dat verdachte de goederen voorhanden heeft gehad noch dat verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Daarnaast heeft de raadsvrouw voor vrijspraak gepleit ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde, omdat ook van het wapen niet vastgesteld kan worden dat verdachte het voorhanden had.
Oordeel van de rechtbank
parketnummer 18/920025-16
Feit 1
De rechtbank past ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 198 van het dossier met nummer 2014074327 d.d. 4 april 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik ben woonachtig in de woning gevestigd aan de [straatnaam] te Roden. Op vrijdag
05 februari 2016 omstreeks 12:30 uur heb ik samen met mijn echtgenote onze woning verlaten voor een weekendje weg en de woning goed afgesloten. Toen wij zondagavond 07 februari 2016 omstreeks 18:40 uur terugkwamen en onze woning via de voordeur binnen gingen zagen we dat in de woonkamer en keuken alle kastjes openstonden. We hadden toen al gelijk het idee dat er ingebroken was. Hierop zagen we dat vanuit het tv kastje in de voorkamer in ieder geval de dolby surroundset met bijbehorende geluidsboxen was weggenomen. Deze is van het merk Harman Kardon type BDS 470 en had 2 boxen en 1 subwoofer. Ook hebben ze de afstandsbediening en de handleiding meegenomen. Van achter een luik onder het schuine dak op zolder is de doos van de surroundset weggenomen.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 210 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisanten:
Op donderdag 11 februari 2016 werd een pseudokoop gerealiseerd. Hierbij werden, na overdracht van de homecinemaset, twee verdachten aangehouden, te weten: [medeverdachte 1] en [verdachte] .
3.
Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 215 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisanten:
Naar aanleiding van het onderzoek naar gestolen goederen, heb ik, verbalisant,
samen met een collega onderzoek ingesteld in de auto, welke verdachte [verdachte] bestuurde, kort voor zijn aanhouding. In de kofferbak troffen wij een geluidsinstallatie aan in de bijhorende doos: een homecinemaset Harman Kardon Bds 470 3.0, kleur zwart, 2 boxen, 1 subwoofer, inclusief afstandsbediening.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 237 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op vrijdag 12 februari 2016, ontving ik, verbalisant, de heer [slachtoffer 1] en zijn vrouw, op het politiebureau. Ik toonde hen de goederen die inbeslaggenomen waren. Van de goederen die er lagen herkende aangever Bosch het volgende goed; Homecinemaset, merk Harman Kardon Bds 470 3.0, kleur zwart. Tevens zaten daarbij 2 boxen, 1 subwoofer en een afstandsbediening.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Vastgesteld kan worden dat de inbraak in de woning aan de [straatnaam] te Roden heeft plaatsgevonden tussen 5 februari 2017 en 7 februari 2016. Na het plaatsen door de medeverdachte van de advertentie op Marktplaats op 7 februari 2016, waarbij de home-cinema-set te koop is aangeboden, heeft korte tijd later, op 11 februari 2016, een pseudokoop plaatsgevonden. Terwijl de set een diefstalgevoelig goed betreft, heeft verdachte de auto bestuurd waarin de set werd vervoerd naar de plaats van de verkoop en heeft hij samen met de medeverdachte de set verkocht bij de pseudokoop en overgedragen. In het licht van de ten aanzien van verdachte en de medeverdachte bewezenverklaarde reeks strafbare feiten, mede gelet op het dossier, leidt de rechtbank af dat verdachte wel degelijk moet hebben geweten dat de set een van diefstal afkomstig goed betrof. Immers, een grote hoeveelheid goederen die bij verschillende inbraken in de periode voorafgaand aan de onderhavige diefstal zijn weggenomen, zijn bij huiszoekingen deels bij verdachte en deels bij zijn medeverdachte thuis aangetroffen. Zowel verdachte als de medeverdachte hebben daarover geen, of een niet verifieerbare, en door de rechtbank niet betrouwbaar geachte verklaring gegeven. In dat licht bezien komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte wist dat ook de onderhavige home-cinema-set van diefstal afkomstig was.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank past ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 3 februari 2016, opgenomen op pagina 305 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik ben samen met mijn partner en onze dochter woonachtig in de vrijstaande woning
gelegen aan de [straatnaam] te Roden. Op 16 januari 2016 hebben wij om 03.30 uur onze woning verlaten voor een korte vakantie. Wij hebben voor vertrek alle deuren van onze woning afgesloten. Op 23 januari 2016 toen we reeds onderweg waren naar huis werden we gebeld door de overbuurman. Hij deelde ons mede dat er in onze woning ingebroken was. We waren om 15.45 uur weer thuis.
Ik heb samen met twee compagnons een bedrijf voor horloges en sieraden. Ik heb af en toe bedrijfscollecties in huis maar ook privécollecties van horloges en sieraden. Dit was ook het geval de afgelopen weken. Ik had een deel van de bedrijfscollectie in twee zwarte hardplastic koffers, een zwarte Samsonite aktetas met een collectie horloges en een horloge collectie in 3 plastic tasjes. Ik zag gelijk dat deze koffers, aktetas en de 3 plastic tasjes niet meer in het kantoor aanwezig waren. Vanuit een kast zijn een reservesleutel van mijn leaseauto en een Iphone 5S met opladers weggenomen. Verder zag ik dat er een Ipad Mini (A1489) en een gewone Ipad (A1219) met opladers waren weggenomen. Uit een slaapkamer is een Dell laptop (Latitude E6440) met dockingstation en muis weggenomen en van de zolder een zwarte Samsonite reiskoffer.
De volgende goederen zijn ook weggenomen: Apple Macbook Pro, meerdere jassen van het merk Hugo Boss, een jas van het merk Marc Cain, een jas van het merk Airfield Blazer, twee blouses van het merk Hugo Boss, een paar damesschoenen van het merk Santoni, een Apple mediaspeler (A1496), een fotocamera van het merk Canon en diverse cosmetica en parfumerieën.
De aangerichte schade aan het huis betreft het geforceerde slot van de toegangsdeur en de sensor van de buitenlamp is vernield.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 14 maart 2016, opgenomen op pagina 260 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
De historische gegevens zijn gevorderd van een aanbieder die diverse goederen te koop aanbood op Marktplaats. Uit onderzoek is gebleken dat de volgende aangeboden goederen qua model en type overeen kwamen met de goederen die bij de inbraak aan de [straatnaam] te Roden zijn weggenomen: een Dell Latitude, datum plaatsing advertentie: 31-01-2016, 17:26:05 uur en een Apple Ipad, datum plaatsing advertentie: 31-01-2016, 11:20:08 uur. De advertenties werden op Marktplaats geplaatst met gebruik van meerdere accounts / emailadressen. De gebruikte emailadressen betroffen:
- [email] @gmail.com
- [email] @gmail.com
- [email] @gmail.com
- [email] @gmail.com.
Uit de gegevens van Marktplaats bleek dat de bovenstaande 4 gebruikersaccounts allemaal waren aangemaakt met gebruik van het IP-adres [nummer] . Uit de gegevens bleek tevens dat met het genoemde IP-adres een account was aangemaakt dat gekoppeld was aan het e-mailadres [email] @hotmail.com.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal binnentreden woning van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 161 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op donderdag 11 februari 2016 omstreeks 22:43 trad de hulpofficier binnen in de woning [straatnaam] , [woonplaats] , bewoond door [medeverdachte 1] . Hij betrad de woning ter doorzoeking ter inbeslagneming.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te [woonplaats] werden de volgende goederen in beslag genomen: een zwarte koffer met horloges, een koffer met 31 horloges, 2 plastic tassen met horloges en horloges in plastic verpakt.
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te [woonplaats] betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te [woonplaats] werden de volgende goederen in beslag genomen: 10 horloges in een zwarte doos.
7.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 317 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op vrijdag 12 februari 2016, ontving ik, verbalisant, de heer [slachtoffer 2] en zijn vrouw, op het politiebureau. Ik toonde hen de goederen die inbeslaggenomen waren. Hij herkende de volgende goederen: een zwarte kunststof koffer met daarin 11 horloges, een zwarte kunststof koffer met horloges, een zwarte doos met horloges, een plastic tas met horloges en een kartonnen doos met horloges.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Vastgesteld kan worden dat de inbraak in de woning aan de [straatnaam] te Roden heeft plaatsgevonden tussen 16 januari 2016, 03:30 uur en 23 januari 2016, 15:45 uur. Daarnaast kan vastgesteld worden dat op 31 januari 2016 om 11:20:08 uur de bij de inbraak weggenomen Apple Ipad en om 17:26:05 uur de bij de inbraak weggenomen Dell Latitude door de medeverdachte op Marktplaats zijn geplaatst. Daarnaast zijn bij de doorzoeking op
11 februari 2016 van de zolderkamer van verdachte en de woning van de medeverdachte nagenoeg alle bij de inbraak weggenomen horloges teruggevonden.
Aan het enkele voorhanden hebben van de gestolen goederen kan niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat verdachte het goed ook heeft gestolen, daarvoor dienen de feiten en omstandigheden beoordeeld te worden (ECLI:NL:HR:2010:BK2880). Daarbij kan een rol spelen of verdachte een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het voorhanden hebben van de goederen.
De Apple Ipad en de Dell laptop zijn heel kort na de inbraak door de medeverdachte op Marktplaats gezet. Daarnaast zijn korte tijd later in de woning van de medeverdachte en op de zolderkamer van verdachte nagenoeg alle in de tenlastelegging genoemde horloges aangetroffen. Daarbij is opvallend dat de grote hoeveelheid horloges in de originele verpakking is aangetroffen. Gelet op het korte tijdverloop tussen de inbraak, het plaatsen van de advertenties op Marktplaats en het aantreffen van de horloges wordt het ervoor gehouden dat verdachte samen met de medeverdachte de goederen zelf heeft gestolen, tenzij verdachte voor het voorhanden hebben een aannemelijke verklaring heeft gegeven. Verdachte heeft echter geen enkele verklaring gegeven. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte de inbraak samen met de medeverdachte heeft gepleegd.
Feit 3
De rechtbank past met betrekking tot het onder 3 primair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 21 juli 2014, opgenomen op pagina 322 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik woon aan de [straatnaam] te Tolbert. Op 4 juli 2014 ben ik samen met de kinderen op vakantie gegaan. Toen wij op vakantie zijn gegaan heb ik de deuren en ramen van mijn woning allemaal afgesloten. Op vrijdag 11 juli 2014 kreeg ik een telefoontje van mijn buurvrouw. Ze vertelde mij dat er was ingebroken in mijn woning. De volgende goederen zijn weggenomen: een horloge van het merk Ice Watch, een fototoestel van het merk Canon met bijbehorende fototas en lenzen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te [woonplaats] betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te Roden werden de volgende goederen in beslag genomen: een horloge Ice Watch, camera Canon Eos, lens Canon 18-55 cm, lens Canon 75-300 en een tamrac rugzak.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 16 februari 2016, opgenomen op pagina 330 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
U toont mij een fotocamera Canon Eos met 18-55 lens, een lens Canon en een rugzak. Ik herken deze goederen als mijn eigendom waarvan ik aangifte heb gedaan bij de politie. Specifiek herken ik het witte horloge merk Ice. Dit was een cadeautje voor mijn zoon.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Bij de doorzoeking in de zolderkamer van verdachte op 11 februari 2016 zijn het horloge, de fotocamera, de lenzen en de rugzak aangetroffen die zijn weggenomen bij de inbraak in de woning van aangever in de periode van 4 tot 11 juli 2014. Op basis van de beschikbare gegevens in het dossier en het tijdsverloop tussen de inbraak en het aantreffen van de goederen kan niet worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de inbraak. Vast staat daarentegen wel dat verdachte de goederen voorhanden had. Nu verdachte geen verklaring heeft afgelegd hoe hij aan de inbeslaggenomen goederen komt, kan niet worden vastgesteld dat verdachte wist dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Aangenomen kan echter wel worden dat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren, nu het diefstalgevoelige goederen betreft welke verdachte, samen met een grote hoeveelheid andere van misdrijf afkomstig goederen, zonder aannemelijke verklaring, voorhanden had.
Feit 4
De rechtbank past met betrekking tot het onder 4 primair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 28 december 2015, opgenomen op pagina 376 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik ben woonachtig aan het [straatnaam] te Roden. Op 19 december 2015 zijn wij vertrokken voor een vakantie. Wij hebben de woning afgesloten en in goede, onbeschadigde conditie achtergelaten. Op 24 december 2015 werd ik gebeld door onze buurvrouw. Zij vertelde dat er was ingebroken in onze woning. Op 27 december 2015 kwamen wij thuis. Mijn zoon had zijn laptop van het merk Asus, R3011a-Fn063h liggen, deze is weggenomen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te [woonplaats] betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 11 maart 2016, opgenomen op pagina 266 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam] te [woonplaats] werd het volgende goed in beslag genomen: een laptop Asus R3011a-Fn063h.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Bij de doorzoeking in de zolderkamer van verdachte op 11 februari 2016 is de laptop aangetroffen die is weggenomen bij de inbraak in de woning van aangever in de periode
19 december 2015 tot en met 24 december 2015. Op basis van de beschikbare gegevens in het dossier en het tijdsverloop tussen de inbraak en het aantreffen van de laptop kan niet worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de inbraak. Vast staat daarentegen wel dat verdachte de laptop voorhanden had. Nu verdachte geen verklaring heeft afgelegd hoe hij aan de inbeslaggenomen goederen komt kan niet worden vastgesteld dat verdachte wist dat de laptop van diefstal afkomstig was. Aangenomen kan echter wel worden dat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de laptop van misdrijf afkomstig was, nu het een diefstalgevoelig goed betreft welke verdachte, samen met een grote hoeveelheid andere van misdrijf afkomstige goederen, zonder aannemelijke verklaring, voorhanden had.
Feit 5
De rechtbank acht het onder 5 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt hierbij dat te onduidelijk is of de op de zolderkamer van verdachte gevonden SD-kaart de SD-kaart is die hoorde in de camera van aangever Dijkman. Dit kan niet worden vastgesteld. Nu van de inbraak in deze woning de betrokkenheid van verdachte evenmin kan worden vastgesteld, zal verdachte hiervan worden vrijgesproken.
Feit 6
De rechtbank past met betrekking tot het onder 6 ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verslag doorzoeking d.d. 12 februari 2016, opgenomen als aanvullend stuk bij voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 11 februari 2016 werd onder leiding van de rechter-commissaris de woning perceel [straatnaam] te Roden betreden. De rechter-commissaris deelde mede dat in de woning een doorzoeking zou gaan plaatsvinden in de slaapkamer van de zoon van de hoofdbewoner, verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] sliep volgens de hoofdbewoner af en toe op de zolderkamer.
2.
Een naar wettelijke voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 230 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op vrijdag 12 februari 2016, deed ik, verbalisant, onderzoek naar een aangetroffen stroomstootwapen op de slaaplocatie van verdachte [verdachte] . Ik zag dat het stroomstootwapen zwart van kleur was en aan de onderzijde een draagkoordje zat zodat het stroomstootwapen kennelijk om de pols gedragen kan worden. Ik zag dat aan de bovenzijde van het stroomstootwapen drie koperkleurige punten zaten. Na het stroomstootwapen op 'On' te hebben gezet en de schakelaar te hebben aangedrukt zag ik dat er een blauwkleurige stroom geleiding ontstond tussen de eerder genoemde koperen puntjes. Ik hoorde hierbij een hard knetterend geluid. Na het invoeren van alle gegevens zag ik dat het stroomstootwapen als volgt werd gecategoriseerd: categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Bij de doorzoeking in de zolderkamer van verdachte op 11 februari 2016 is het stroomstootwapen aangetroffen. Op basis van het proces-verbaal van bevindingen kan wettig en overtuigend worden bewezen dat dit een verboden wapen betreft, welke op de slaaplocatie van verdachte is aangetroffen.
parketnummer 18/820215-16
De rechtbank past met betrekking tot het ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 31 juli 2015, opgenomen op pagina 44 van het dossier met nummer 2015221753 d.d. 15 april 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 6] :
Op donderdag 30 juni 2015 ben ik omstreeks 09:00 uur van huis gegaan. Ik heb de woning, [straatnaam] te Groningen, afgesloten en onbeschadigd achtergelaten. Op genoemde dag, omstreeks 24:00 uur, kwam ik weer bij de woning. Ik zag dat er twee agenten voor de deur van de woning stonden. Zij vertelden mij dat er in de woning was ingebroken. De plaat aan de onderkant van de achterdeur bleek eruit getrapt of geslagen. De plaat lag in stukken in de keuken. Ik zag ook sporen van een schroevendraaier of breekijzer in het deurkozijn, ter hoogte van het slot. Ik zag dat de cilinder van het slot eruit was gehaald. Ik zag dat alle kasten in alle vertrekken waren doorzocht. Even later kwamen de agenten met spullen aan die zij in de brandgang en de tuin hadden gevonden. Die tassen kwamen uit mijn gangkast.
De goederen die erin zaten zijn mijn eigendom. Dit waren onder meer: flessen whisky, geld, doosje met sierraden, doosje aftershave, scheermesjes en slippers. Ik mis nu nog enkele goederen, te weten: een halskettinkje met kruisje, een halsketting met letter J, een Armani bi-color armband in de kleur goud, een horloge van het merk Casio, een horloge van het merk Rolex en een horloge van het merk Ozon.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgenomen proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 11 augustus 2015, opgenomen op pagina 79 van voormeld dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Op donderdagavond 30 juli 2015 omstreeks 23.00 uur bevond ik mij in mijn woning aan
de [straatnaam] te Groningen. Ik woon in een bovenwoning. Op een gegeven moment, het was tussen 23.00 uur en 23.30 uur hoorde ik lawaai komen afkomstig van de woning onder mij. Ik zag dat er twee mannen bij de achterdeur van mijn onderbuurman stonden. Ik zag dat ze voorovergebogen stonden. Ik zag dat de man, die het dichtst bij de deur zat gehurkt, een opvallend witte riem om had. Ik zag dat de man die schuin achter de andere man zat, zich omdraaide, iets uit het gras pakte en zich weer terug draaide in de richting van de deur. Ik realiseerde me dat de twee mannen de woning probeerden binnen te komen. Ik zag dat ze de deur aan het openbreken waren. Ik heb vervolgens de vriend van mijn dochter gebeld, hij zit bij de politie. Op het moment dat ik de politie de straat in zag rijden hoorde ik dat de personen de woning weer via de achterdeur verlieten. De woningen zijn aan de achterzijde alleen te bereiken via de toegangsdeur van de brandgang aan de zijde van de [straatnaam] en via de toegangsdeur van de brandgang aan de zijde van de [straatnaam] . Ik gaf het signalement van de beide mannen door aan de vriend van mijn dochter en liep weer mijn woning in. Ik keek naar buiten en zag dat dezelfde mannen die ik even hiervoor zag bij de achterdeur van mijn onderbuurman, door de brandgang liepen.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 8 augustus 2015, opgenomen op pagina 49 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Op 30 juli 2015 omstreeks 23:20 uur was ik belast met een toezicht dienst binnen de
gemeente Groningen. Op genoemde datum en tijd werd ik gebeld door mijn schoonmoeder, [getuige] . Zij vertelde mij dat er op dat moment werd ingebroken in de woning van de benedenbuurman. Twee personen zouden de achterdeur geforceerd hebben en waren nu in de woning. Bij mij is bekend dat zij woont aan de [straatnaam] te Groningen. De woning waar werd ingebroken heeft huisnummer [nummer] . Ik ben hierop direct ter plaatse gegaan. Ik belde bij [getuige] aan en vroeg om een sleutel van het hek naar de achterzijde van de woning. Bij mij is bekend dat men via een brandgang bij de achterzijde van de woning kan komen. Ik hoorde [getuige] zeggen dat zij had gezien dat het jongens waren van ongeveer 20 jaar oud, met een Turks of Marokkaans uiterlijk, 1 persoon met haargroei, beide kort donker haar, 1 persoon droeg een witte riem of wit shirt. Ik ben naar de brandgang gelopen en heb het hek geopend met de sleutel. Ik heb vanaf die positie zicht gehouden op de voor en achterzijde van de woning. Kort hierna zag ik dat er twee personen uit de brandgang kwamen lopen in mijn richting. De personen kwamen dus vanaf de achterzijde van de woningen aan de [straatnaam] . Op het moment dat de personen vlakbij mij waren heb ik mij kenbaar gemaakt als politie en gelegitimeerd. Ik zag dat de personen aan het volgende signalement voldeden:
  • manspersoon, ongeveer 20 tot 25 jaar oud, Noord Afrikaans uiterlijk en ongeveer 1.70 meter groot, haargroei in het gezicht, kort donker haar
  • manspersoon, ongeveer 20 tot 25 jaar oud, Noord Afrikaans uiterlijk en ongeveer 1.70 meter groot, geen gezichtsbeharing, kort donker haar, wit T-shirt onder een donker vest/jasje.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 7 augustus 2015, opgenomen op pagina 53 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisanten:
Aan beide jongemannen hebben wij, verbalisanten, gevraagd zich te legitimeren.
Beiden konden geen legitimatiebewijs tonen en gaven desgevraagd op te zijn genaamd: [medeverdachte 2] en [verdachte] . Ze gaven aan dat ze de brandgang waren ingegaan.
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 6 augustus 2015, opgenomen op pagina 56 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Via de brandgang aan de achterzijde van de [straatnaam] zijn wij vervolgens aan de achterzijde van de woning aan de [straatnaam] gekomen. Daar zagen wij dat de achterdeur van de woning aan de [straatnaam] was geforceerd. Ik verbalisant zag dat het cilinderslot van de achterdeur was verwijderd. In de tuin zag ik een grote schroevendraaier met het schroefdeel in de grond rechtop in het gras staan. Ik verbalisant heb deze schroevendraaier veiliggesteld en in beslag genomen.
Nadat wij in de woning aan de [straatnaam] hadden gekeken heb ik verbalisant een onderzoek ingesteld in de tuinen en in de brandgang achter de woningen aan de [straatnaam] . In de tuin van de woning aan de [straatnaam] trof ik een zwarte Nike tas aan. In deze tas trof ik inbrekerswerktuigen aan. In deze tas zaten naast inbrekerswerktuigen 1 (één) witte stoffen handschoen en 1 cilinderslot met daarin een schroef in het sleutelgat. In de tuin van de woning aan de achterzijde van de [straatnaam] nummer [nummer] trof ik verbalisant een grote boodschappentas, een zogenaamde shopper aan. In deze tas zaten goederen waarvan later bleek dat deze afkomstig waren uit de woning aan de [straatnaam] .
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 6 augustus 2015, opgenomen op pagina 82 van voormeld dossier, inhoudende als relatering van de verbalisant:
Ik heb een sporttas onderzocht welke de collega's buiten, nabij de PD woninginbraak hebben aangetroffen en veiliggesteld voor nader onderzoek. Ik zag een zwarte sporttas met daarin verschillende werktuigen. Ook zag ik dat er een crème kleurige, stoffen handschoen in de sporttas zat. Door mij werd de handschoen veiliggesteld voor nader onderzoek en voorzien van SIN:AAII2145NL. Tijdens mijn onderzoek bleek dat de collega's die de aangifte inbraak hadden opgenomen, buiten en nabij de PD tassen met goederen, afkomstig uit de woning hadden aangetroffen. In een van de tassen zag ik in de woonkamer eenzelfde crème kleurige, stoffen handschoen, eerder aangetroffen in een sporttas.
7.
Een forensisch DNA-rapport, opgemaakt door dr. M. Hidding d.d. 4 december 2015:
Van het celmateriaal AAII145NL is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal twee personen, waaronder minimaal één man. Door herhaling is de betrouwbaarheid van de DNA-kenmerken getest. Daarna is van dit DNA-mengprofiel een onvolledig DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. Dit afgeleide DNA- hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van
[medeverdachte 2] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummer 18/920025-16 1 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 4 primair en 6 en onder parketnummer 18/820215-16 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 18/920025-16
1. primair
verdachte op 11 februari 2016 te Assen, een goed, te weten een home-cinema-set (van het merk Harman Kardon, type-nummer Bds 470 3.0) heeft voorhanden gehad, terwijl verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
2 subsidiair
verdachte in de periode van 16 januari 2016 tot en met 23 januari 2016 te Roden, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen, aldaar, aan de [straatnaam] heeft weggenomen een groot aantal horloges (van diverse merken) en computerapparatuur (onder meer een Apple Ipad (A1219) en een Apple Ipad Mini (A1489) en een Apple Macbook Pro en een Dell, type Latitude E6440, inclusief dockingsation en muis en kleding (onder meer jassen van het merk Hugo Boss, Mark Cain en Airfield Blazer en blouses van het merk Hugo Boss) en damesschoenen van het merk Santoni en een autosleutel en geluidapparatuur (onder meer een mediaspeler van het merk Apple, type A1496) en communicatieapparatuur (onder meer een Smartphone/Apple Iphone 5C en Iphone/Ipad oplader(s)) en een fotocamera (van het merk Canon) en een koffer (Samsonite) en parfumerieën/cosmetica, toebehorende aan [slachtoffer 2] , waarbij verdachte en verdachtes mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
3 primair
verdachte op 11 februari 2016 in de gemeente Roden een goed, te weten een horloge (van het merk Ice Watch) en een fotocamera (van het merk Canon, type EOS) en een lens (van het merk Canon, type 18 - 55 mm) en een lens (van het merk Canon) en een rugzak (van het merk Tamrac) heeft voorhanden gehad, terwijl verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
4 primair
verdachte op 11 februari 2016 te Roden een goed, te weten een laptop/Notebook (van het merk Asus) heeft voorhanden gehad, terwijl verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
6
verdachte op 11 februari 2016 te Roden een wapen van categorie II onder 5º, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad.
parketnummer 18/820215-16
hij op 30 juli 2015 te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning heeft weggenomen een halsketting met kruisje en een halsketting met letter J en een armband Armani bi-color in de kleur goud en een horloge van het merk Rolex en een horloge van het merk Casio en een horloge van het merk Ozon en flessen whiskey en geld en doosjes met sieraden en aftershave en scheermesjes en slippers, toebehorende aan [slachtoffer 6] , waarbij verdachte en verdachtes mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 18/920025-16
1. opzetheling
2. diefstal door twee verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
3. schuldheling
4. schuldheling
6. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
parketnummer 18/820215-16
diefstal door twee verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 18/920025-16 onder 1, 2, 3, 4 en 5 primair en onder 6 ten laste gelegde, alsmede het in de zaak met parketnummer 18/820215-16 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor vrijspraak. Voor het geval dat de rechtbank tot een veroordeling mocht komen, heeft de raadsvrouw gepleit voor een werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een vijftal vermogensdelicten, te weten twee woninginbraken, een opzetheling en twee schuldhelingen, alsmede aan het voorhanden hebben van een stroomstootwapen.
Bij de woninginbraken zijn de woningen volledig doorzocht, terwijl de bewoners (een aantal dagen) weg waren. Bij thuiskomst troffen de bewoners totale chaos aan en waren veel (kostbare) goederen weggenomen.
Dergelijke ernstige, ergerlijke feiten leiden tot gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers. Een ieder moet zijn woning veilig kunnen verlaten zonder dat anderen voor eigen gewin in de woning inbreken en goederen wegnemen. Het kost veel moeite om de puinhoop op te ruimen en het is kostbaar om de schade te herstellen en de weggenomen goederen te vervangen.
Verdachte had bovendien de gestolen goederen van andere woninginbraken voorhanden en heeft daarmee nogmaals geprofiteerd van meerdere misdrijven. De door de woninginbraak gecreëerde onrechtmatige vermogensrechtelijke toestand is door het handelen van verdachte in die gevallen in stand gehouden.
Bovendien is op de zolderkamer van verdachte een stroomstootwapen aangetroffen.
Dit alles rekent de rechtbank verdachte ten zeerste aan.
In het voordeel van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De reclassering heeft in haar advies van 19 oktober 2017 geadviseerd een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met de bijzondere voorwaarden: melden bij Reclassering Nederland en een training Cognitieve Vaardigheden.
Gelet op de weigerachtige houding van verdachte zal de rechtbank het advies van de reclassering niet overnemen.
De rechtbank zal wel een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank minder bewezen heeft geacht.
Alles afwegende zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf.

Benadeelde partij

parketnummer 18/920025-16
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan, alsmede een bedrag van € 379,80 aan proceskosten, bestaande uit een bedrag van € 372,00 voor uren die de benadeelde partij niet heeft kunnen werken in verband met het politieonderzoek en het opruimen van het huis en een bedrag van € 7,80 aan kilometervergoeding voor bezoek aan het politiebureau.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien de schade is veroorzaakt door de woninginbraak en de officier van justitie veroordeling heeft gevorderd voor de primair ten laste gelegde opzetheling.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat zij gepleit heeft voor vrijspraak.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is aan de benadeelde partij door het onder 1 primair bewezenverklaarde geen rechtstreekse schade toegebracht. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in de vordering niet ontvankelijk is.
parketnummer 18/820215-16
[slachtoffer 6] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 25,00 ter vergoeding van materiële schade, bestaande uit taxikosten en een bedrag van € 300,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
standpunt van de officier van justitie
De vordering kan zowel voor het materiële deel als het immateriële deel worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij materiele schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De vordering zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 juli 2015.
De benadeelde partij heeft tevens een vergoeding van de immateriële schade gevorderd. In het geval geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals hier aan de orde, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van angst en schrik vallen niet onder het bereik van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. Gelet echter op het ongemak in verband met de puinhoop in huis zal de rechtbank billijkheidshalve een bedrag van € 150,00 aan immateriële schade toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 juli 2015.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedragen aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen goederen, die aantoonbaar afkomstig zijn van diefstal, moeten worden bewaard ten behoeve van de tot nu toe onbekend gebleven rechthebbende.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 311, 416 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 18/920025-16 onder 2 primair en 5 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder parketnummer 18/920025-16 onder 1 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 4 primair en 6 en onder parketnummer 18/820215-16 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 2 jaar, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de (eventuele) uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
Ten aanzien van 18/920025-16, feit 1:
Bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 1]in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Ten aanzien van 18/820215-16:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 6]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 175,00(zegge: honderdvijfenzeventig euro) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2015.
Bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 6]voor het overige deel niet-ontvankelijk is dat dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 6]te betalen een bedrag van € 175,00 (zegge: honderdvijfenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 25,00 aan materiële schade en € 150,00 aan immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 6]daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Gelast de bewaringvan de in beslag genomen goederen ten behoeve van de rechthebbende.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, mr. C.M.M. Oostdam en
mr. J.N.M. Blom, rechters, bijgestaan door mr. K. Offerein-Hulshoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 december 2017.
Mr. B.I. Klaassens en mr. J.N.M. Blom zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.