In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Zwolle. De rechtbank heeft de vraag beantwoord of de brief van 7 maart 2017, waarin aan eiseres werd meegedeeld dat zij vanaf 1 juli 2017 geen ondersteuning en zorg meer kan inkopen bij zorgaanbieder Meesterwerk, kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de brief wel degelijk een besluit is, omdat deze een wezenlijke wijziging teweegbrengt in de rechtspositie van eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief eiseres verplicht om op zoek te gaan naar een andere zorgaanbieder, wat haar keuzevrijheid beperkt. De rechtbank heeft het bestreden besluit van verweerder vernietigd, omdat het bezwaar van eiseres ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard. Tevens heeft de rechtbank een voorlopige voorziening getroffen, zodat eiseres in afwachting van een nieuw besluit op bezwaar haar ondersteuning en hulp kan blijven inkopen bij Meesterwerk tot zes weken na de uitspraak. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres.