Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.de heer A.
mevrouw A.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 februari 2017,
- de akte na tussenvonnis van 8 maart 2017 van A c.s.,
- de akte na (tussen)vonnis van 8 maart 2017 van NAM.
2.De feiten
Namens cliënten sommeer ik de NAM dan ook om mij binnenacht dagen na hedenschriftelijk en onvoorwaardelijk te bevestigen dat zij aansprakelijkheid voor de door cliënten geleden schade (bestaande uit de waardevermindering van hun woning) erkent, bij gebreke waarvan…"
NAM beschikt over een waarderegeling. Deze regeling waardedaling (hierna: de "Regeling") is van kracht ten aanzien van na de datum van 25 januari 2013 verkochte en vervolgens geleverde woningen binnen de volgende gemeenten: Appingedam, Bedum, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Slochteren, Ten Boer en Winsum. De woning van uw cliënt is gelegen in Slochteren, wat betekent dat zodra de woning verkocht en geleverd is, een aanvraag bij NAM ingediend kan worden onder de Waarderegeling. Indien vervolgens met toepassing van de Regeling waardedaling ten gevolge van het risico op aardbevingen wordt vastgesteld, zal NAM de waardedaling compenseren. Op dit moment is de woning niet verkocht, wat betekent dat de woning van uw cliënt niet in aanmerking komt voor compensatie van waardedaling middels de Regeling en NAM hierdoor niet op het verzoek tot compensatie in kan gaan.
Verhuizingen en woningtransacties in het bevingsgebied rondom Huizinge, 2005-2015" (hierna: het rapport van ABF Research).
Woningtransacties
5.8. Aardbevingen en bevolkingskrimp
Risico's en verkoopbaarheid van woningen (Een internationale verkenning naar ervaringen met het bepalen van het effect van risico's op prijsvorming op de woningmarkt)" en daarover op 15 januari 2016 gerapporteerd (hierna: het rapport Risico's en verkoopbaarheid van woningen van OTB van TU Delft). Het betreft een literatuuronderzoek waarin conclusies die relevant zijn voor de aardbevingsproblematiek in Groningen zijn opgenomen. Het rapport luidt, voor zover van belang:
3.4. Verhoogd risico door cyclonen en stormen.
De ontwikkelingen van huizenprijzen onder invloed van aardbevingsrisico's in de regio rond het Groningenveld".
3.3. Prijsbeïnvloedende factoren in het risicogebied
is de gemiddelde krimp sterk: 0,4% krimp per jaar in 2009-2012 en 0,65 krimp per jaar in 2013-2015. Deze krimp staat in schril contrast met het landelijk gemiddelde van respectievelijk 0,5% en 0,3% per jaar bevolkingsgroei in die periodes. Het risicogebied doet het derhalve zowel in 2009-2012 (voor Huizinge) en van 2013-2015 (na Huizinge) gemiddeld 0,9 procentpunt slechter dan het landelijk gemiddelde. (…)
Met angst en beven, verklaringen voor dalende huizenprijzen in het Groningse aardbevingsgebied" door Atlas voor gemeenten (Bosker, Garretsen en anderen) opgesteld. Het rapport van Atlas voor gemeenten luidt, voorzover van belang:
De resultaten uit dit onderzoek betekenen dat woningen in het risicogebied(toevoeging rechtbank: in het rapport gedefinieerd als de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Slochteren, Ten Boer en Winsum)
tussen 16 augustus 2012 en eind september 2015 gemiddeld voor bijna twee procent minder zijn verkocht dan het geval was geweest als er geen aardbevingen en aardbevingsrisico zouden zijn geweest"
Internationale literatuurstudie en woningprijzen". Het rapport van SEO luidt, voor zover van belang:
Samenvatting en conclusies
Woningprijzen in aardbevingsgebieden worden sterk beïnvloed door (subjectieve) percepties van aardbevingsrisico's. Deze percepties worden niet alleen bepaald door de feitelijke (objectieve) risico's, maar ook door bijvoorbeeld informatievoorziening en door opgetreden aardbevingen.
Zowel de risicoperceptie van aardbevingen als het effect daarvan op de ontwikkeling van grond- of woningprijzen schommelt over de tijd.
Media-aandacht kan invloed hebben op de risicoperceptie van aardbevingen, en daardoor ook op woningprijzen.
Risicoreducerende maatregelen en financiële compensatie leiden tot hogere woningprijzen. Ook extra werkgelegenheid in de omgeving kan de woningprijzen positief beïnvloeden.
Relatief grote effecten van aardbevingsrisico's op woningprijzen komen uit studies die gebruik maken van enquêtegegevens of andere geschatte woningwaardes. Als gebruik wordt gemaakt van gerealiseerde verkoopprijzen blijkt het effect meestal kleiner.
De aardbevingen in Noord-Nederland zijn licht vergeleken met de aardbevingen in andere landen in de beschreven internationale literatuur. De gemeten prijseffecten zijn logischerwijs in Nederland kleiner (ca. 2 procent) of statisch niet significant. De prijseffecten van het risico op aardbevingen lijken kleiner te zijn dan die van het risico op overstromingen."
3.De vordering
4.De beoordeling
begroting op het moment van verkoopin veel gevallen gemakkelijker uit te voeren zal zijn omdat dan ten minste één van de factoren die van belang is voor het bepalen van de maximale schade van de betreffende eigenaar vaststaat. Maar in die systematiek ligt eveneens besloten dat een woningeigenaar geen aanspraak zou kunnen maken op schadevergoeding wegens waardevermindering als/zolang zijn woning onverkoopbaar is of wanneer hij daarover op andere wijze wil beschikken. Die uitkomst acht de rechtbank niet redelijk. Mevrouw A heeft dan ook belang bij haar vordering. De rechtbank verwerpt de op dat punt door NAM gevoerde verweren.