6.4Schouw
Door de arts M. Landheer van de GGD Noord-Nederland, werd in ons bijzijn op 13 april 2016 om 23:30 uur de schouw verricht.
De schouwarts verklaarde dat het slachtoffer [slachtoffer 1] was overleden aan het volgende letsel: inwendige verbloeding.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 15 april 2016, proces-verbaalnummer PL0100-2016106024-17, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1]:
Ik ben op 13 april 2016 omstreeks 19:45 uur getuige geweest van een aanrijding op de Reinerswei te Jirnsum. Ik was ik op de Leppedyk. Omstreeks 19:45 uur hoorde ik een suizend geluid uit de richting van Grou komen. Ik herkende dit geluid als een snel rijdende auto. Dit geluid was veel luider dan dat ik gewend ben. Hieruit maakte ik op dat het voertuig heel snel reed. Hierop keek ik in de richting van Grou. Ik zag over de Reinerswei uit de richting van Grou rijdend in de richting van Jirnsum een witte auto aankomen. Ik zag dat dit voertuig opvallend snel reed. In ieder geval sneller dan de meeste overige voertuigen. Ik vind het moeilijk om een snelheid in te schatten maar ik denk dat het voertuig in ieder geval sneller reed dan 100 km/h. Ik zag dat het witte voertuig net voorbij een flauwe bocht naar links en voorbij een klein gemaal de macht over het stuur verloor. Op het moment dat het voertuig door de bocht reed zag ik dat het voertuig slipte/uitbrak. Ik zag dat het voertuig vrijwel meteen tegen een boom aan reed. Ik hoorde een doffe klap.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 14 april 2016, proces-verbaalnummer PL0100-2016106024-12, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2]:
Op 13 april 2016, omstreeks 19:30 uur liep ik op het schelpenpad van de Op é Syl te Jirnsum. Ik hoorde in de verte iets met hoge snelheid mijn richting aankomen rijden. Ik hoorde dit aan het hoge toerental van de motor. Ik bleef stil staan en heb in de richting van Grou gekeken. Ik bleef stil staan omdat ik het gevoel had dat het misschien niet goed zou komen. Hiermee bedoel ik dat de snelheid waarschijnlijk te hoog was voor de naderende bocht. Ik zag een kleine witte auto, vanuit de richting Grou, aankomen rijden.
Ik zag dat deze auto met hoge snelheid een bocht, na het rechte stuk weg, nam. Voor dat deze auto de bocht nam hoorde ik het geluid van de hoge toerental niet meer. Ik dacht dat hij het gaspedaal losgelaten had. Ik zag dat deze witte auto in de bocht of net na de bocht aan het slingeren was. Ik zag dat de auto over de weg schoot en tegen een boom tot stilstand kwam. Dit alles gebeurde op ongeveer 80 meter van mij af.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 26 april 2016, proces-verbaalnummer PL0100-2016106024-26, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2]:
Ik heb begrepen dat u mij wilt spreken naar aanleiding van het ernstige ongeval tussen Jirnsum en Grou op 13 april 2016. Ik was 1 van de inzittenden van de auto waar de aanrijding mee is gebeurd.
We zijn vanuit Grou richting Jirnsum gereden. We zaten in de auto van [verdachte].
[slachtoffer 1] zat in het midden achterin en ik zat achter [slachtoffer 3]. [slachtoffer 4] zat op dat moment achter [verdachte]. [verdachte] bestuurde de auto en [slachtoffer 3] zat voorin naast [verdachte]. Ik weet zeker dat [slachtoffer 1] de gordel niet droeg, simpelweg omdat er geen gordels meer waren.
Het eerste stukje reed [verdachte] rustig. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat [verdachte] 80 kilometer per uur reed, [slachtoffer 1] kon dat vanaf haar plaats goed zien. Toen we over het spoor reden heb ik niet meer op de snelheid gelet. Ik weet wel dat [verdachte] flink sneller ging rijden. Ik werd gewoon de stoel ingedrukt op de plek waar ik zat.
Ik kan me nog herinneren dat [verdachte] de eerste bocht op de Reinerswei nam. Ik weet dat dat hard ging, het ging heel ruig. Ik kan u geen snelheid noemen omdat ik daar toen niet naar heb gekeken. Ik kon vanaf mijn zitplaats ook niet op de kilometerteller kijken. Vanaf dat moment weet ik me eigenlijk niks meer te herinneren.
Ik ben vervolgens naar het ziekenhuis gebracht en daar ben ik de zaterdag erop, dus drie dagen later, weer bij kennis gekomen. Ik heb een week in het ziekenhuis in Sneek gelegen.
Ik mis dus een heel deel tussen de aanrijding en het moment dat ik weer bij kwam.
Ik heb een gebroken bovenbeen, gebroken neus en een scheurtje in de schedel opgelopen door de aanrijding. De verwachting is dat alles weer goed gaat komen met mij.
7. Een geneeskundige verklaring, op 1 augustus 2016 opgemaakt en ondertekend door F. Venema, huisarts voor zover inhoudende, als zijn/haar verklaring:
Betreft [slachtoffer 2]
Uitwendig waargenomen letsel. De Spoed Eisende Hulp te Sneek meldt: "bloeduitstorting borstbeen; re been in hoekstand; mogelijk aangezichtsletsel"; geen uitwendig bloedverlies wordt er beschreven.
Niet uitwendig letsel. Kneuzingshaard rechts voor in het brein zonder neurologische afwijkingen of uitval. Rechterbovenbeen. Breuk neusbot.
Datum waarop persoon werd onderzocht: 13-04-2016.
Wat betreft de breuk vindt er nog controle plaats door de chirurg.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 19 augustus 2016, proces-verbaalnummer PL0100-2016106024-28, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4]:
Ik begrijp dat u mij wilt horen over een aanrijding waar ik als passagier bij betrokken was op 13 april 2016 omstreeks 19:37 uur. Deze aanrijding heeft plaatsgevonden op de Reinerswei te Grou.
We reden van Grou terug richting Jirnsum. Ik weet dat de bestuurder en eigenaar van een witte Peugeot genaamd [verdachte] reed en naast de bestuurder zat een meisje genaamd [slachtoffer 3]. Ik zat achter [verdachte]. Achter [slachtoffer 3] zat [slachtoffer 2] en tussen [slachtoffer 2] en mij in zat [slachtoffer 1]. Ik kan verklaren dat [slachtoffer 1] geen gordel droeg omdat deze niet in de auto aanwezig was. Vanaf de rotonde gaf [verdachte] gas en hij remde iets snelheid voor de beide afritten van de A32. Vervolgens gaf [verdachte] gas bij en reden we over het spoor. Hier reden we met een snelheid van ongeveer 80 km/uur. Deze snelheid hielden we tot de bocht bij de stroommast net voor de afslag naar Sourein. Hier zag en voelde ik dat [verdachte] behoorlijk gas gaf. Ik heb niet op de snelheidsmeter gekeken maar ik schat in dat de snelheid ongeveer 120 km/uur was.
Deze snelheid hielden we tot net voor de volgende bocht. In dit stuk hoorde dat [slachtoffer 1] vroeg aan [verdachte] "Kan het iets rustiger we rijden al over de 100 km/uur". [verdachte] reageerde hier niet op. Ik zag en voelde dat [verdachte] iets naar links stuurde en vervolgens in de bocht weer gas bij gaf. Verder kan ik niks meer verklaren. Ik ben het kwijt.
9. Een geneeskundige verklaring, op 2 september 2016 opgemaakt en ondertekend door J.S. de Graaf, traumachirurg voor zover inhoudende, als zijn/haar verklaring:
Medische informatie betreffende [slachtoffer 4].
Uitwendig waargenomen letsel: Vinger uit kom, meerdere wonden, scheur in milt, bij kneuzing.
Datum waarop voornoemde persoon werd onderzocht: 13 april 2016.
Geschatte duur van de genezing: meer dan 6 maanden.
10. Een geneeskundige verklaring, op 9 augustus 2016 opgemaakt en ondertekend door
S. Kaptein, revalidatiearts voor zover inhoudende, als zijn/haar verklaring:
Medische informatie betreffende [slachtoffer 3].
Situatie ten tijde van opname revalidatiecentrum d.d. 6 juni 2016:
- ernstig inwendig buik- en borstletsel o.a. 8 buikoperaties, stoma;
- uitgebreide fracturen: v.a. heupkom, bekken, linkerbeen, rechter onderarm en hand, rechter enkel/voet;
- ernstig traumatisch hersenletsel met aanwijzingen voor cognitieve stoornissen.
Functionele prognose tot op heden nog niet duidelijk.
11. Een schouwverslag, op 13 april 2016 opgemaakt en ondertekend door M. Landheer, forensisch arts FMG voor zover inhoudende, als zijn/haar verklaring:
Cliënt: [slachtoffer 1].
Datum/tijd schouw: 13 april 2016 om 20:50 uur.
Plaats van overlijden: openbare weg te Jirnsum.
Slachtoffer als passagier bij eenzijdig ongeval uit voertuig geslingerd, waarbij meerdere letale letsels van borst, buik en bovenbeen opgetreden zijn. Sterk vermoeden van hoge breuk in nekwervel.
Conclusie: niet natuurlijk overlijden door auto-ongeval.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 10 mei 2016, proces-verbaalnummer PL0100-2016106024-30, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik kocht een Peugeot 206. Het was een GT, een 2 liter 16 klepper. Dit is wel een redelijk snelle auto, met 137 PK. Het trekt wel lekker snel op. De auto was verlaagd, als ik alleen was dan reed hij altijd wel goed. Met meerdere personen erin dan kon ik wel voelen dat er meer gewicht mee moest. Ik had altijd het gevoel dat de auto wat meer wilde uitbreken met meer personen erin.
U vraagt mij hoe ik dat weet. Ik voelde dat wel als ik een bocht nam. Als je dan een bocht instuurt dan voel je wel dat de auto strak lag. Ik heb dit niet in speciale bochten getest, maar gewoon als ik een bocht instuurde dan voelde ik wel dat de auto goed op de weg lag.
Met uitbreken bedoel ik dat als je te snel een bocht instuurt dat de achterkant of de voorkant van de auto weg glijdt. Ik heb dit soort filmpjes op YouTube bekeken.
Over 13 april 2016. Ik heb rond 19.00 uur mijn vriendin [slachtoffer 3] opgehaald. [slachtoffer 3] woont in [woonplaats]. We waren van plan naar [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] te gaan. We zijn dan meestal gewoon buiten bij het schoolplein in [plaats]. [slachtoffer 4] wilde een blikje drinken hebben. We halen dat dan meestal in Grou bij de [supermarkt]. Bij het schoolplein werd ik door [slachtoffer 2] voorgesteld aan [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] was de vriendin van [slachtoffer 2]. We besloten met zijn allen naar Grou te gaan.
We zijn toen van Grou naar Jirnsum gereden. Ik ben over de spoorwegovergang gegaan en kom je op de slingerweg van Grou naar Jirnsum. U verteld mij dat die weg dus de Reinerswei heet. U vraagt mij hoe ik die Reinerswei kan omschrijven. Het is een slingerweg. Volgens mij is er al wel 2 keer eerder een dodelijke aanrijding geweest.
We naderden op een gegeven moment bijna Jirnsum en daar ging het mis. Zo ineens gooide de auto de kont om. De achterkant van de auto begon te glijden. De auto brak uit naar rechts. Ik gooide het stuur helemaal naar rechts maar dat had geen zin. Ik kreeg geen grip meer op de auto. Ik weet niet of ik nog iets anders heb gedaan. Ik zag de boom aankomen. Ik heb daarna niks meer meegekregen.
U zegt dat de snelheidsmeter op 98 kilometer per uur is blijven stilstaan. Dat is dan te hard.
U vraagt me of het mogelijk is dat ik 98 kilometer per uur heb gereden. Tja, dat kan. Of ik heb het gaspedaal misschien wel ingetrapt tijdens het uitbreken van de auto. Ik weet het niet meer. Misschien heb ik versneld de bocht ingestuurd. Mij is geleerd om met trekkende motor de bocht uit te sturen.
U vraagt mij of het me wel eens vaker is overkomen dat de auto uitbrak. Ja, maar toen was ik alleen. Dat was een paar dagen eerder op dezelfde weg. Dat was een bocht voor de bocht waar de aanrijding was.
U zegt me dat u ook Whatsapp berichten hebt gelezen die betrekking hadden op het ongeval. U zegt dat er te lezen is dat ik zou hebben geappt dat ik tussen de 10 en de 20 kilometer te snel heb gereden. Dat klopt dan dus ook wel. Achteraf gezien denk ik dat ik iets te sportief aan het rijden ben geweest. Ik denk dat ik te hard door die bocht ben gegaan.
U vraagt me nog een keer de route in mijn gedachten te nemen en te zeggen. Ik reed vanaf Grou richting Jirnsum. Dan krijg je de bocht naar rechts. Ik voelde dat de achterkant van de auto als het ware wegsloeg. De auto brak als het ware een beetje uit maar ik kreeg de auto wel weer onder controle. Ik dacht dat ging maar net goed.
U vraagt me wat ik daarmee heb gedaan, met het feit dat de auto uitbrak. Niks.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 7 juli 2016, proces-verbaalnummer PL0100-2016106024-34, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 26 april 2016 stelde ik een onderzoek in naar de telefoon van [verdachte].
Tijdens het onderzoek kwam ik een aantal berichten tegen in het programma Whatsapp.
De aangetroffen berichten zijn hieronder uitgewerkt en letterlijk overgenomen uit het programma Whatsapp. Gesprekken uit programma Whatsapp:
[verdachte] 13-04-2016:
22:26 uur: Achterkant brak uit?
22:27 uur: 90 ofzo?
14-04-2016:
11:30 uur: Ik reed miss 10 a 20 te hard?
[contactpersoon 1] 13-04-2016:
23:54 uur: Auto brak uit, kon em niet meer corrigeren doordat er mensen achterin zaten en toen raakte we een boom?
[contactpersoon 2] 14-04-2016:
00:19 uur: Had net geregend, achterkant brak uit .. Zou bijsturen zoals ik normaal
doe want hij breekt fcking snel uit .. Maar toen drifte die door. Wss
doordat er mensen achterin zaten?