Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 augustus 2017 in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. M.M. Pasman)
Procesverloop
Overwegingen
1.1. In de sportzaal die door de openbare basisschool [naam basisschool] wordt gebruikt voor het bewegingsonderwijs, heeft op 30 januari 2014 een derdejaars student van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) in het kader van zijn stage aan de groep van verzoekster een les ringzwaaien, balanceren en tikspelen gegeven. Die les was gebaseerd op de methode voor bewegingsonderwijs “Basislessen Bewegingsonderwijs”, deel 1 2009, van Van Gelder, Stroes & Goedhart. De stagiair heeft de leerlingen onder meer laten balanceren op twee slacklines (een slackline is een gespannen band op enkelhoogte tussen twee obstakels).
29 december 2015 heeft de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen haar met ingang van 28 januari 2016 een IVA-uitkering toegekend. Bij besluit van 15 maart 2016 heeft verweerder verzoekster met ingang van
1 februari 2016 eervol ontslag verleend.
29 december 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:5106) heeft het bestuursorgaan tegenover de ambtenaar een zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat het bestuursorgaan de werkzaamheden van de ambtenaar zodanig moet inrichten en voor het verrichten daarvan zodanige maatregelen moet treffen en aanwijzingen moet geven als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de ambtenaar in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. De ambtenaar heeft recht op vergoeding van deze schade, ook voor zover rechtspositionele regelingen daarin niet voorzien. Geen recht op vergoeding bestaat indien het bestuursorgaan aantoont dat het zijn zorgplicht is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de ambtenaar. De zorgplicht van het bestuursorgaan strekt niet zover dat elk denkbaar risico op voorhand moet worden uitgebannen, maar tot het treffen van alle maatregelen die in de gegeven situatie redelijkerwijs van het bestuursorgaan kunnen worden gevergd om de veiligheid van het personeel te waarborgen. Het enkele feit dat een ongeval of een ander incident heeft plaatsgevonden betekent niet dat het bestuursorgaan zijn zorgplicht heeft geschonden.
-evaluatie (RI&E) en anderzijds onderhoudsbeurten en daarom heeft verweerder niet voldaan aan de zorgplicht.
Beslissing
mr. P.P.D. Mathey-Bal, leden, in aanwezigheid van H.M. Eleveld, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2017.