Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 december 2016 met 13 producties,
- de mondelinge behandeling van 17 januari 2017,
- de pleitnota tevens akte wijziging eis van [eiseres] ,
- de pleitnota van de [gedaagden] .,
2.De feiten
Artikel 7 Afwikkeling Bestaande Uitleencontracten
1. gedaagde te veroordelen om na betekening van het in deze te wijzen vonnis eenmaal per
4.2. De overeenkomst gaat uit van de situatie dat de kunstwerken en de daarop betrekking hebbende administratie zich bij de [gedaagden] . in Hooghalen bevinden. Uit de e-mailcorrespondentie van 8 december 2014, 11 december 2014 en 15 december 2014 volgt evenwel dat partijen een van de overeenkomst afwijkende afspraak hebben gemaakt, in die zin dat de kunstwerken vanaf 16 december 2014 in beheer van ( [eiseres] , toevoeging vzr) Wildevuur zullen zijn en ( [eiseres] ) Wildevuur de administratie en de maandelijkse afrekeningen ter zake van de nog bestaande uitleencontracten zal voortzetten conform de overeenkomst van 9 maart 2005. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit deze tussen partijen gemaakte afspraak dat op 16 december 2014, de dag dat ( [eiseres] ) Wildevuur de kunstwerken heeft doen ophalen, de verplichtingen die eerst op de [gedaagden] . rustten wat betreft de administratie en de afrekeningen zijn overgegaan op ( [eiseres] ) Wildevuur en het inzagerecht dat aanvankelijk aan ( [eiseres] ) Wildevuur toekwam is overgegaan op de [gedaagden] .
Doordat de requiranten de eerste afrekening op 21 juni 2016 hebben ontvangen tot en met de maand mei. Op grond van de overeenkomst van 9 maart 2005 is dit te laat, omdat deze afrekening voor 25 mei 2016 toegezonden had moeten worden. De betaling die uit deze afrekening voortvloeit, is op 19 juli 2016 ontvangen, op grond waarvan gerequireerde een dwangsom is verschuldigd van € 2.500,00;
de maandelijkse bijdrage en of deze in overeenstemming was met hetgeen daarvoor in Hooghalen betaald werd. Dit sluit aan;
de kwartaalbijdrage en of deze in overeenstemming was met hetgeen daarvoor in Hooghalen betaald werd. Dit sluit aan;
de besteding van het spaartegoed en de desbetreffende afrekening daarvan. Afrekening aan klant gezien en vastgesteld dat het bestedingsbedrag aansluit met het bestede bedrag op de lijst en geconstateerd dat het saldo spaartegoed na besteding aansluit bij saldo zoals vermeld op de lijst;
of iemand nog wel "spaarder" was en geacht werd geen kunstwerk meer in huis te hebben. Dit sluit aan met gegevens Hooghalen-Midwolda;
of de maandelijkse bijdrage is stopgezet of aangepast na een mutatie. Dit sluit aan met gegevens Midwolda;
of het saldo spaartegoed 2014 aansluit tussen de overdrachtslijst Hooghalen met het starsaldo op de nu geziene lijst Midwolda. Dit sluit aan;
In geen van de door de gerequireerde aan requiranten toegezonden afrekeningen worden de 453 niet actieve contracten genoemd terwijl dit wel uitdrukkelijk in voormeld vonnis (van 13 juni 2016, voorzieningenrechter) staat en
3.Het geschil
primair[gedaagden] . te verbieden het vonnis d.d. 13 juni 2016 en de dwangsommen te executeren en het onderhavige executoriale beslag op te heffen;
subsidiair[gedaagden] . te verbieden het vonnis d.d. 13 juni 2016 en de dwangsommen te executeren en te veroordelen dit beslag met onmiddellijke ingang op te heffen op straffe van een dwangsom van € 2.500,- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 50.000,-;
59 actieve (…) uitleencontracten totdat deze zijn geëindigd". Dat betekent dat indien [eiseres] minder dan 59 actieve contracten in een afrekening vermeldt, vast moet staan dat een aantal voorheen actieve contracten is geëindigd. Zolang dat niet vaststaat, is [eiseres] niet gerechtigd het aantal te vermelden actieve contracten te wijzigen.
4.De beoordeling
Eisvermeerdering
die maand(onderstreping vzr.) genoten verhuuropbrengst is opgenomen, ligt het in de rede de veroordeling zo te uit te leggen dat [eiseres] dat ook had moeten doen.