Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[klager] ,
[vertegenwoordiger] ,
Procesverloop
Motivering
nietbuiten redelijke twijfel is dat klager als eigenaar van het inbeslaggenomen geld moet worden aangemerkt. De rechtbank hecht daarbij waarde aan de inhoud van de diverse tapgesprekken alsmede de verklaring van verdachte [verdachte] en de (bevestigende) verklaring van klager zelf waaruit kan worden afgeleid dat [verdachte] een leidende rol heeft gehad in de verkoop en levering van de partij schroot/metaal/ijzer aan Inter Alloys, waardoor sterk getwijfeld kan worden aan het eigenaarschap van de vordering op Inter Alloys en het in verband daarmee inbeslaggenomen geld. [verdachte] wekt door zijn leidende rol, uitlatingen en feitelijk handelen de indruk eigenaar te zijn van het inbeslaggenomen geld, althans daar zijn op dit moment voldoende aanwijzingen voor te vinden. Nu klager niet buiten redelijke twijfel als eigenaar van de vordering op Inter Alloys en daarmee van het inbeslaggenomen geld kan worden aangemerkt, zal de rechtbank het beklag ongegrond verklaren.