Op 24 juli 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot moord en poging tot doodslag. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 9 november 2016 in Groningen, waar de verdachte, na een escalatie met het slachtoffer, met een mes in de hals van het slachtoffer heeft gesneden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet met voorbedachte rade heeft gehandeld, maar wel (voorwaardelijk) opzet had op de dood van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor het steken in de rug van het slachtoffer, aangezien dit door een medeverdachte was gedaan. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot moord, maar de poging tot doodslag wel bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en moet een schadevergoeding van € 9.294,50 aan het slachtoffer betalen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een autismespectrumstoornis, en heeft besloten dat behandeling en begeleiding noodzakelijk zijn.