Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 juli 2017 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen, te Heerenveen (gemachtigde mr. J.F. de Groot).
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren en het college van gedeputeerde staten van Fryslân over de verrekening van de grenscorrectie Haskerdijken/Nieuwebrug. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente Heerenveen een bedrag van € 1.471.284,- verschuldigd is aan de gemeente De Fryske Marren, als gevolg van de herindeling en de bijbehorende financiële gevolgen. Eiseres, de gemeente De Fryske Marren, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail besproken, inclusief de adviezen van de Raad voor de Financiële Verhoudingen en de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de gemeente Heerenveen de gemeente De Fryske Marren moet compenseren voor het verlies aan onroerende zaakbelasting (ozb) opbrengsten. De rechtbank oordeelt dat de financiële gevolgen van de grenscorrectie inherent zijn aan de herindeling en dat de gemeente Skarsterlân, die ook betrokken is bij de grenscorrectie, niet onbillijk wordt behandeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.