ECLI:NL:RBNNE:2017:2415
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de geldigheid van het rijbewijs wegens twijfel over de identiteit van de bestuurder
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 19 juni 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.T. Willemsen, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de algemeen directeur van het CBR, dat de geldigheid van zijn rijbewijs had geschorst. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een vermoeden dat verzoeker niet over de vereiste rijvaardigheid of geschiktheid beschikte, zoals gemeld door de politie. Verzoeker betwistte de schorsing en stelde dat zijn identiteit niet onomstotelijk was vastgesteld, wat volgens hem noodzakelijk was voor het opleggen van de maatregel.
Tijdens de zitting op 8 juni 2017 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij foto’s overhandigde van mensen die op hem leken en die regelmatig gebruik maakten van zijn voertuig. De voorzieningenrechter overwoog dat de politieambtenaar verzoeker had geïdentificeerd aan de hand van foto’s in de politiesystemen, maar dat er twijfels bestonden over de onomstotelijkheid van deze identificatie. De voorzieningenrechter concludeerde dat de identiteit van de bestuurder niet onomstotelijk was vastgesteld, wat leidde tot de schorsing van het primaire besluit van het CBR.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat het primaire besluit geschorst wordt tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.