Uitspraak
1. Wijze waarop de omvang van de schade wordt bepaald
2.Leidraad schadeberekening
3.Toelichting berekeningswijze schade
2. Projectovereenstemming
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Gasunie Transport Services B.V. en de minister van Infrastructuur en Milieu over een verzoek om nadeelcompensatie. Eiseres, Gasunie, had verzocht om vergoeding van kosten die zij had gemaakt voor de verlegging van een gastransportleiding in het kader van het project 'Drempelverwijdering vaarweg Boontjes (fase 2)'. De minister had echter een korting van 26% toegepast op de door eiseres gedeclareerde mensuurtarieven voor ontwerp en begeleiding, omdat eiseres niet voldoende inzicht had gegeven in de werkelijke kosten die zij had gemaakt.
De rechtbank overwoog dat de Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken 1999 (NKL 1999) van toepassing is. Volgens deze regeling komt alleen de werkelijke schade voor vergoeding in aanmerking. Eiseres was niet verplicht om de tarieven te hanteren die zij aan andere partijen in rekening brengt, maar moest wel overtuigend aantonen dat de door haar opgevoerde kosten daadwerkelijk voor vergoeding in aanmerking kwamen. De rechtbank concludeerde dat eiseres hierin niet was geslaagd, omdat zij weigerde de kosten die ten grondslag lagen aan haar tarieven nader te specificeren.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat de minister de korting op de tarieven terecht had toegepast. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en specificatie van kosten bij verzoeken om nadeelcompensatie, vooral in het kader van de NKL 1999. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.