ECLI:NL:RBNNE:2017:2182
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring bezwaarschrift DNA-afname ex artikel 7 Wet DNA bij veroordeelden
Op 12 juni 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een bezwaarschrift ongegrond verklaard dat was ingediend op basis van artikel 7 van de Wet DNA bij veroordeelden. Het bezwaarschrift was gericht tegen de afname en verwerking van het DNA-profiel van de klager, die eerder was veroordeeld voor brandstichting. De rechtbank oordeelde dat de argumenten van de raadsman niet voldoende waren om een uitzonderingsgrond toe te passen zoals vermeld in artikel 2 lid 1 sub b van de Wet DNA. De rechtbank concludeerde dat de afname van het DNA-profiel niet disproportioneel was en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een belangenafweging rechtvaardigden.
De klager, geboren in 1995, had op 1 mei 2017 het bezwaarschrift ingediend, dat betrekking had op een veroordeling van 5 september 2016 voor opzettelijk brand stichten. De rechtbank overwoog dat de klager ontvankelijk was in zijn bezwaarschrift, maar dat de door de raadsman aangevoerde bijzondere omstandigheden, zoals de jonge leeftijd van de klager en zijn verbeterde situatie, niet voldoende waren om de afname van het DNA-profiel te rechtvaardigen. De officier van justitie stelde dat de kans op recidive niet kon worden uitgesloten en dat de ernst van het feit een rol speelde in de beslissing.
De rechtbank baseerde haar oordeel op eerdere jurisprudentie en concludeerde dat er geen reden was om af te wijken van de wettelijke verplichting tot DNA-afname. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift ongegrond, waarmee de afname en verwerking van het DNA-profiel van de klager werd bevestigd.