ECLI:NL:RBNNE:2016:3317
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift van minderjarige tegen het bepalen en verwerken van DNA-profiel gegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 juli 2016 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een minderjarige tegen het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel. Het bezwaarschrift, ingediend op 8 juni 2016, richtte zich tegen de afname van celmateriaal, welke was bevolen na een veroordeling voor mishandeling door de kinderrechter op 23 oktober 2014. De minderjarige, destijds 12 jaar oud, had een voorwaardelijke taakstraf opgelegd gekregen. De rechtbank oordeelde dat de minderjarige ontvankelijk was in zijn bezwaarschrift, omdat dit binnen de wettelijke termijn was ingediend.
De rechtbank overwoog dat er geen generieke uitzondering voor minderjarigen bestaat, maar dat in bijzondere gevallen een belangenafweging kan worden gemaakt. In dit geval was er een tijdsverloop van 18 maanden tussen de veroordeling en het bevel tot afname van DNA, en de minderjarige had sindsdien geen nieuwe strafbare feiten gepleegd. De rechtbank nam ook in overweging dat de proeftijd van de voorwaardelijke straf al was verstreken en dat de aard van het misdrijf van geringe ernst was.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het belang van de minderjarige prevaleerde boven het algemeen belang van opsporing en vervolging. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en beval de officier van justitie om het afgenomen celmateriaal onmiddellijk te vernietigen. Deze beslissing werd genomen door mr. A.F. Gerding, rechter, bijgestaan door J.H. van Scharrenburg, griffier.