ECLI:NL:RBNNE:2017:1981

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 juni 2017
Publicatiedatum
2 juni 2017
Zaaknummer
C?17/154259 / KG ZA 17/73
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldig gunningscriterium bij Europese aanbesteding voor doelgroepenvervoer leidt tot heraanbesteding

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 juni 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap TAXICENTRALE [Taxicentrale] B.V. en verschillende gemeenten en de provincie Fryslân, die samen Netwerk Noordoost vormen. De zaak betreft een Europese openbare aanbesteding voor doelgroepenvervoer, waarbij [Taxicentrale] zich beklaagde over de gunningscriteria die door Netwerk Noordoost waren vastgesteld. [Taxicentrale] stelde dat de eis van kostendekkende beschikbaarheidstarieven ongeldig was, omdat deze niet verifieerbaar was voor de aanbestedende dienst. De rechtbank oordeelde dat de eis inderdaad ongeldig was, wat leidde tot een gebod tot heraanbesteding van de opdracht. De rechtbank concludeerde dat de aanbestedende dienst niet in staat was om de kostendekkendheid van de ingediende tarieven te verifiëren, wat in strijd was met de beginselen van transparantie en gelijke behandeling in het aanbestedingsrecht. De voorzieningenrechter heeft de voorlopige gunningsbeslissing van Netwerk Noordoost ingetrokken en hen opgedragen om de opdracht opnieuw in de markt te zetten, waarbij de proceskosten voor Netwerk Noordoost en de interveniërende partij VMNN Friesland B.V. zijn toegewezen aan [Taxicentrale].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/154259 / KG ZA 17-73
Vonnis in kort geding van 2 juni 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TAXICENTRALE [Taxicentrale] B.V.,
gevestigd te Kootstertille,
eiseres,
advocaten mr. H.P. de Lange en mr. E. Bosscher, kantoorhoudende te Heerenveen,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ACHTKARSPELEN,
zetelend te Buitenpost,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DANTUMADIEL,
zetelend te Damwoude,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DONGERADEEL,
zetelend te Dokkum,
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE FERWERADIEL,
zetelend te Ferwert,
5. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A.,
zetelend te Kollum,
6. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL,
zetelend te Burgum,
7. de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE FRYSLÂN,
zetelend te Leeuwarden
gedaagden,
advocaten mr. G. Verberne en mr. drs. M.J. de Meij, kantoorhoudende te Amsterdam,
in welke procedure als gevoegde partij aan de zijde van de gemeente optreedt:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VMNN FRIESLAND B.V.,
gevestigd te Assen,
advocaten mr. T.E. Heslinga en mr. M.D. Kalmijn, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Eiseres zal hierna [Taxicentrale] genoemd worden. Gedaagden sub 1 t/m 6 zullen hierna gezamenlijk als de gemeentes worden aangeduid, gedaagde sub 7 zal hierna de provincie worden genoemd en alle gedaagden tezamen zullen worden aangeduid als Netwerk Noordoost. De gevoegde partij zal worden aangeduid als VMNN Friesland B.V. dan wel VMNN.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de mondelinge behandeling en de daartoe op voorhand overgelegde stukken;
  • de incidentele conclusie tot voeging van de zijde van VMNN;
  • het mondeling vonnis in het incident, waarin de voorzieningenrechter VMNN heeft toegelaten als voegende partij;
  • de pleitnota van de zijde [Taxicentrale];
  • de pleitnota van de zijde Netwerk Noordoost;
  • de pleitnota van de zijde van VMNN.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[Taxicentrale] en VMNN zijn beide taxibedrijven in Noord-Nederland. [Taxicentrale] verzorgt thans onder meer het zogenoemde leerlingenvervoer in de gemeentes en daarnaast het Wmo-vervoer in de gemeentes Tytsjerksteradiel en Ferwerderadiel.
2.2.
Netwerk Noordoost is een samenwerkingsverband tussen de gemeentes en de provincie. Netwerk Noordoost is bezig met het opzetten van een geheel nieuw vervoerssysteem voor de regio Noordoost Fryslân, waarbij het aannemen, plannen en toedelen van de ritten in deze regio verzorgd wordt door een ander bedrijf dan de bedrijven die de ritten daadwerkelijk rijden. Deze zogenaamde 'operationele regie' op het vervoer wordt vanaf 1 augustus 2017 uitgevoerd door een mobiliteitscentrale. Door middel van een reeds afgeronde aanbestedingsprocedure heeft Netwerk Noordoost de opdracht ter zake de operationele regie gegund aan Connexxion Taxiservices.
2.3.
Op 10 januari 2017 heeft Netwerk Noordoost de Europese openbare aanbesteding aangekondigd van de opdracht 'Vervoersysteem Noordoost Fryslân, deel 2: vervoerscapaciteit', met TenderNed kenmerk 125768 (hierna: de aanbesteding). Deze aanbesteding ziet op de levering van de vervoercapaciteit voor de uitvoering van het vraagafhankelijk vervoer en routegebonden vervoer voor meerdere reizigersgroepen, onder regie van de mobiliteitscentrale (hierna: de opdracht). Hierbij gaat het om vervoer in, naar en vanuit het vervoersgebied van de gemeentes.
2.4.
In de door Netwerk Noordoost in het kader van voormelde aanbesteding opgestelde Aanbestedingsleidraad (hierna: de Leidraad) is - voor zover van belang - het volgende bepaald:
3.3
De 4 perceeltypen
De opdracht is onderverdeeld in 4 perceeltypen:
• Perceeltype 1 — Basisvervoercapaciteit
• Perceeltype 2 — Piekvervoercapaciteit
• Perceeltype 3 — Vervoercapaciteit Ameland
• Perceeltype 4 — Flexibele schil
Perceeltype 1: Basisvervoercapaciteit
Dit perceeltype betreft vervoercapaciteit met lange diensten zoals bedoeld in het Programma van Eisen. (…)
Perceeltype 2: Piekvervoercapaciteit
Dit perceeltype betreft vervoercapaciteit met korte diensten zoals bedoeld in het Programma van Eisen. De piekvervoercapaciteit verzorgt met korte diensten enkel het routevervoer. (…)
(…)
Perceeltype 4: Flexibele schil
Dit perceeltype betreft vervoercapaciteit op ad-hocbasis. De vervoercapaciteit in de flexibele schil geldt als 1 perceel over de gehele regio. Deze vervoercapaciteit werkt in beginsel op basis van afroep door de mobiliteitscentrale.
(…)
3.5
Perceeloverzicht
De totaal benodigde vervoercapaciteit is verdeeld over 24 percelen, bestaande uit meerdere
percelen voor de basisvervoercapaciteit en piekvervoercapaciteit en 1 perceel als flexibele schil.
(…)
3.6
Aantal vervoerders per perceel
Voor het aantal te contracteren vervoerders per perceel gelden de volgende uitgangspunten.
Perceeltypen, 1, 2 en 3
1.
1. Het doel is om per perceel 1 vervoerder te contracteren.
2.
2. Een vervoerder kan op meer percelen inschrijven dan hij daadwerkelijk kan uitvoeren. In dat geval moet een vervoerder aangeven hoeveel percelen hij maximaal gegund wil krijgen. Voor dit aantal dient de vervoerder aan de eisen te voldoen zoals beschreven in hoofdstukken 5 en 6.
3.
3. Een vervoerder kan voor maximaal 8 percelen worden gecontracteerd:
• maximaal 3 percelen van perceeltype 1;
• maximaal 3 percelen van perceeltype 2;
• het perceel van perceeltype 3;
• het perceel van perceeltype 4.
(...)
4.3
Communicatie en inlichtingen
(…) De contactpersoon voor deze aanbesteding is de heer [contactpersoon]:
(…)
Tijdens de aanbestedingsprocedure is het niet toegestaan contact op te nemen met andere
medewerkers van de deelnemende gemeentes of provincie of externe adviseurs (die namens hen betrokken zijn bij deze aanbesteding) met betrekking tot deze aanbesteding. Als een inschrijver zich niet houdt aan het contactverbod met de medewerkers en de adviseurs van de opdrachtgever, kan dat leiden tot uitsluiting van verdere deelname aan de aanbesteding.
(…)
4.7
Ongeldige inschrijvingen
Een inschrijving die niet voldoet aan wat is gesteld in het aanbestedingsdocument en bijlagen is ongeldig, tenzij de vermeende ongeldigheid door middel van een toelichting of verduidelijking conform artikel 2.102 Aanbestedingswet 2012 verholpen kan worden.
(…)
7.1
Vergoeding
Beschikbaarheidstarief
De vergoeding aan de opdrachtnemer bestaat uit het vaste beschikbaarheidstarief per uur per perceel (inschrijfprijs) maal de inzettijd, inclusief pauzetijd die primair voortkomt uit de inzettijd voor vervoer in opdracht voor de mobiliteitscentrale en op aanwijzing van de mobiliteitscentrale en conform het rij- en rusttijdenbesluit wordt genoten. (…)
Vergoeding per inzetkilometer
Naast het beschikbaarheidstarief per uur ontvangt de opdrachtnemer een vastgesteld tarief van € 0,15 (excl. btw) voor iedere door de mobiliteitscentrale voorgeplande inzetkilometer gerekend vanaf het basispunt.
(…)
7.2
Beste prijs-kwaliteitverhouding
Gunning van de opdracht vindt per perceel plaats aan de inschrijver die de inschrijving met de beste prijs-kwaliteitverhouding (beste PKV) heeft ingediend over het totaal van de percelen heen, rekening houdend met de gestelde randvoorwaarden door de opdrachtgever en de gestelde randvoorwaarden door de inschrijvers, mits dit leidt tot de Optimale Toegelaten Oplossing.
(…)
De gehanteerde gunningcriteria en subgunningcriteria en bijbehorende weging zijn in de
onderstaande tabellen per perceeltype weergegeven.(…)
Perceeltype 1: Basisvervoercapaciteit (lange diensten)
(Sub)gunningcriteria
Omschrijving
Weging
(…)
G1
Prijs
40%
G2
Kwaliteit
60%
G2 Kwaliteit bestaat uit de volgende subgunningcriteria
Sg2.1
Uitvoeringskwaliteit
80%
Sg2.2
Mate van flexibiliteit
20%
Perceeltype 2: Piekvervoercapaciteit (korte diensten)
(Sub)gunningcriteria
Omschrijving
Weging
(…)
G1
Prijs
40%
G2
Kwaliteit
60%
G2 Kwaliteit bestaat uit de volgende subgunningcriteria
Sg2.1
Uitvoeringskwaliteit
60%
Sg2.3
Duurzaamheid
40%
(…)
7.4.1
Prijs perceeltype 1, 2 en 3 - beschikbaarheidstarieven
Voor deze perceeltypen vergoedt de opdrachtgever de volgende kostenposten, zoals beschreven in het Programma van Eisen:
1. Kosten voor Beschikbaarheid - in te dienen als onderdeel van de inschrijving
2. Kilometervergoeding - vast bedrag per kilometer conform Programma van Eisen
Inschrijver moet daarom als onderdeel van zijn inschrijving per perceel waarop hij inschrijft een beschikbaarheidstarief indienen. (…)
De geoffreerde beschikbaarheidstarieven dienen all-in-tarieven te zijn waarin alle kosten zijn verwerkt voor het beschikbaar stellen van de voertuigen en chauffeurs conform het Programma van Eisen en conform de bij het gunningscriterium kwaliteit door de inschrijver beschreven werkwijze. Alleen de kilometervergoeding dient hierbij niet meegerekend te worden. De vergoeding er inzetkilometer is vastgesteld op € 0,15 door de opdrachtgever (zie hiervoor het Programma van Eisen). Naast de geoffreerde all-in-tarieven kan de inschrijver geen aanvullende kosten voor beschikbaarheid in rekening brengen. Geoffreerde tarieven zijn exclusief btw. De prijzen mogen per 1 januari 2018 jaarlijks geïndexeerd worden conform Programma van Eisen.
Bandbreedte prijs perceeltype 1, 2 en 3
De opdrachtgever stelt per perceeltype eisen ten aanzien van de geoffreerde beschikbaarheidstarieven. Indien de door de inschrijver geoffreerde tarieven voor een perceel niet voldoen aan het gestelde minimum-of maximumbedrag wordt de inschrijver voor het desbetreffende perceel uitgesloten van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure. Voor de beide perceeltypen (dus voor zowel de basisvervoercapaciteit als de piekvervoercapaciteit) geldt:
• Het beschikbaarheidstarief moet minimaal 22,50 euro (excl. btw) bedragen.
• Het beschikbaarheidstarief mag niet hoger zijn dan 30 euro (excl. btw).
(…)
7.4.2
Prijs perceeltype 4 - flexibele schil (ad hoc)
(…)
Het geoffreerde beschikbaarheidstarief dient een all-in-tarief te zijn waarin alle kosten zijn verwerkt voor het beschikbaar stellen van het voertuigen en de chauffeur conform het Programma van Eisen.
(…)
Bandbreedte prijs perceeltype 4
Voor perceeltype 4 geldt:
• Het beschikbaarheidstarief moet minimaal 22,50 euro (excl. btw) bedragen.
2.5.
In bijlage D bij de Leidraad, het Programma van Eisen, staat - voor zover van belang - het volgende vermeld:
4.9
Inzet en overname personeel
De opdrachtnemer dient alle chauffeurs die worden ingezet voor deze opdracht te verlonen conform CAO Taxivervoer
Voor het verkrijgen van voldoende personeel gelden de volgende voorwaarden en prioritering:
Stap 1: OPOV-regeling[regeling overgang personeel bij overgang vervoerscontracten; toevoeging voorzieningenrechter]
De opdrachtnemer past de OPOV-regeling uit de CAO Taxivervoer toe. De opdrachtnemer treedt daartoe in overleg met de huidige opdrachtnemer(s) van het Wmo- en leerlingenvervoer in de gemeenten van het samenwerkingsverband Netwerk Noordoost over de overname van de betrokken chauffeurs en begeleiders.
Stap 2: aanvulling op de OPOV-regeling
Aanvullend op de OPOV-regeling biedt de opdrachtnemer, indien een werknemer die onder de 75% valt de aangeboden arbeidsovereenkomst niet accepteert, de eerstvolgende werknemer die onder de resterende 25% valt een arbeidsovereenkomst aan, conform de OPOV-regeling. SFT houdt hierop toezicht en rapport aan het mobiliteitsbureau.
2.6.
Op grond van voormelde OPOV-regeling, opgenomen in Bijlage 3 bij de CAO Taxivervoer, geldt als hoofdregel dat de winnende inschrijver aan 75% van de zogenoemde 'betrokken' werknemers van de huidige vervoerder een schriftelijk baanaanbod dient te doen. Bij een baanaanbod is de CAO Taxivervoer van toepassing. In het baanaanbod dienen op grond van artikel 2.1.7 van de OPOV-regeling onderstaande vier kenmerken van de schriftelijke arbeidsovereenkomst gelijk te blijven, welke de werknemer heeft bij de overdragende vervoerder:
• aantal contracturen;
• contractduur, bepaalde of onbepaalde tijd;
• datum in dienst ten behoeve van vakantiedagenberekening;
• de inhoud van de functie.
In hoofstuk 3.1 van de OPOV-regeling zijn onder meer de volgende uitzonderingen op deze hoofdregel geformuleerd:
- indien de verkrijgende vervoerder aan het Sociaal Fonds Taxi (hierna: SFT), de instantie die toezicht houdt op de juiste uitvoering van de regeling, kan aantonen dat hij het nieuw verworven vervoerscontract geheel met eigen personeel kan opvangen is deze hoofdregel niet van toepassing.
- indien de verkrijgende contractspartij aan SFT kan aantonen dat hij het nieuw verworven vervoerscontract gedeeltelijk met eigen personeel kan opvangen geldt deze hoofdregel voor het deel van het vervoer dat niet met eigen personeel kan worden opgevangen.
2.7.
In de Nota van Inlichtingen die Netwerk Noordoost heeft uitgebracht staat - voor zover van belang - het volgende vermeld:
Nr.
Betreft document
Art./par./
(…)
(…)
Vraag/opmerking
Antwoord/definitief
(...)
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
96
Leidraad
6.3.2
Realiseert u zich dat Eur 22,50 onder kostprijs van de markt is
Opdrachtgever wijst erop dat het tarief van € 22,50 een ondergrens betreft in de bandbreedtes
waarbinnen Opdrachtnemer dient te offreren, en handhaaft deze eis.
97
Leidraad
6.3.3
Inschrijver ziet bij andere aanbestedingen een minimum tarief van Eur 24,- bent u bereid deze over te nemen.
Opdrachtgever is niet bereid het voorstel van Deelnemer over te nemen. Zie voorts het antwoord op vraag 96.
2.8.
Op de aanbesteding hebben diverse bedrijven ingeschreven, waaronder [Taxicentrale].
2.9.
Bij brief van 14 maart 2017 heeft Netwerk Noordoost - voor zover van belang - het volgende aan [Taxicentrale] bericht:
Uw bedrijf heeft tijdig een geldige inschrijving ingediend voor de Europese aanbesteding Vervoersysteem Noordoost Fryslân, deel 2: vervoercapaciteit, met TenderNed kenmerk 125768. Er zijn in totaal acht (8) geldige inschrijvingen ontvangen.
Voorlopige gunning
Op basis van de beoordeling van de ingediende inschrijvingen, zijn wij van plan om u de volgende percelen te gunnen.
Perceeltype 4: flexibele schil
Alle inschrijvers op perceel 24, die voldoen aan de eisen, worden onderdeel van de flexibele schil. Perceel 24 is ook aan u gegund.
De andere percelen van perceeltype 1 en 2 zijn wij van plan te gunnen aan:
• Taxi- en Touringcarcentrale Noord Oost Friesland B.V.
• Vervoermanagement Noord Nederland B.V.
• Taxi- en bergingsbedrijf Dorenbos B.V.
• Taxicentrale Witteveen B.V.
Als bijlage bij deze brief is een nadere toelichting op het resultaat van de beoordeling opgenomen.
2.10.
In reactie op deze brief heeft [Taxicentrale] bij brief van 22 maart 2017 Netwerk Noordoost verzocht om aan haar, per perceel waarop zij had ingeschreven, de volgende gegevens te verstrekken:
- de naam van het bedrijf aan wie het perceel gegund is;
- de kenmerken en relatieve voordelen van dit bedrijf, die hebben geleid tot het voornemen om aan dit bedrijf te gunnen;
- de scores van dit bedrijf per gunningscriterium per perceel.
Voorts heeft zij Netwerk Noordoost onder meer verzocht erop toe te zien dat de bestekseisen en de OPOV-regeling door de winnende inschrijvers worden nageleefd.
2.11.
Bij brief van 27 maart 2017 heeft Netwerk Noordoost aan [Taxicentrale] per perceel waarop zij had ingeschreven een overzicht verstrekt met de naam van het bedrijf aan wie het perceel is gegund en de scores van dat bedrijf per gunningscriterium. Voorts heeft zij summierlijk toegelicht waarom de inschrijvingen van de betreffende bedrijven hogere scores hadden gekregen dan de inschrijving van [Taxicentrale]. Tot slot heeft zij aangegeven dat zij net als [Taxicentrale] waarde hecht aan een zorgvuldig proces rond de overname van het personeel van [Taxicentrale] zoals beschreven in de bestekseisen.

3.Het geschil

3.1.
[Taxicentrale] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. primair:
- Netwerk Noordoost zal gebieden om binnen 48 uur na datum van dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing van Netwerk Noordoost in te trekken;
- Netwerk Noordoost zal verbieden de opdracht te gunnen aan Taxi- en Bergingsbedrijf Dorenbos B.V. (hierna: Taxi Dorenbos), Taxi- en Touringcarcentrale Noord Oost Fryslân B.V. (hierna: Taxi NOF) en VMNN en Netwerk Noordoost zal gebieden de opdracht te gunnen aan [Taxicentrale] indien en voor zover zij nog tot gunning wenst over te gaan;
subsidiair:
- Netwerk Noordoost zal gebieden om binnen 48 uur na datum van dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing van Netwerk Noordoost in te trekken;
- Netwerk Noordoost zal gebieden om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de inschrijvingen aangaande de (kost)prijs voor het beschikbaarheidstarief te laten (her) beoordelen door een nieuw van Netwerk Noordoost onafhankelijk beoordelingsteam;
meer subsidiair:
- Netwerk Noordoost zal gebieden om binnen 48 uur na datum van dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing van Netwerk Noordoost in te trekken;
- Netwerk Noordoost zal verbieden de opdracht op basis van onderhavige aanbesteding te gunnen en te gebieden over te gaan tot een heraanbesteding, voor zover zij deze opdracht nog altijd in de markt wil zetten.
II. Netwerk Noordoost zal veroordelen in de proceskosten alsmede de nakosten, dit tot een bedrag van € 131,- zonder betekening, te verhogen met € 68,- ingeval van betekening.
3.2.
[Taxicentrale] heeft - zakelijk weergegeven - het volgende aan haar vordering ten grondslag gelegd. In § 7.4.1 van de Leidraad wordt als eis gesteld dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven all-in tarieven dienen te zijn, waarin alle kosten zijn verwerkt voor het beschikbaar stellen van de voertuigen en chauffeurs. Dit betekent dat het te offreren beschikbaarheidstarief te allen tijde minimaal kostendekkend dient te zijn, wil er sprake zijn van een geldige inschrijving. Voorts kan uit deze bewoordingen geconcludeerd worden dat door inschrijvers voor reële en daarmee marktconforme prijzen moet worden ingeschreven, te meer nu het met ingang van 1 juni 2017 in werking tredende uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dit van gemeentes verlangt. Het is [Taxicentrale] gebleken dat Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN in strijd met deze eis een beschikbaarheidstarief hebben opgegeven, waarin niet alle kosten zijn verwerkt voor het beschikbaar stellen van de voertuigen en chauffeurs. De door hen opgegeven beschikbaarheidstarieven zijn daarom niet kostendekkend, irreëel, niet-marktconform en abnormaal laag in de zin van artikel 2:116 van de Aanbestedingswet (Aw). Ook is gebleken dat het door Netwerk Noordoost gehanteerde minimale beschikbaarheidstarief van € 22,50 voor alle type voertuigen geen all-in kostendekkend tarief is. Op grond van het voorgaande is [Taxicentrale] primair van mening dat Netwerk Noordoost de inschrijving van Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN als ongeldig ter zijde had moeten leggen, omdat deze niet voldoen aan de in de Leidraad gestelde eis. Subsidiair stelt [Taxicentrale] zich op het standpunt dat de inschrijvingen terzake de kostprijs voor het beschikbaarheidstarief door een onafhankelijk beoordelingsteam (her)beoordeeld dienen te worden, dit met inachtneming van de loonkostencomponent die voortvloeit uit correcte naleving van de OPOV-regeling. Meer subsidiair is [Taxicentrale] van mening dat er dient te worden heraanbesteed, omdat de aanbesteding niet voldoet aan de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht, meer specifiek het beginsel van level playing field en het transparantiebeginsel.
3.3.
Netwerk Noordoost voert verweer met conclusie tot niet-ontvankelijkverklaring van [Taxicentrale] in haar vorderingen althans afwijzing van deze vorderingen, met veroordeling van [Taxicentrale] in de proceskosten, alsook in de nakosten.
3.4.
VMNN voert verweer met conclusie tot niet-ontvankelijkverklaring van [Taxicentrale] in haar vorderingen althans afwijzing van deze vorderingen, met veroordeling van [Taxicentrale] in de proceskosten.
3.5.
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter stelt vast dat in de brief van 14 maart 2017 van Netwerk Noordoost aan [Taxicentrale], geciteerd in r.o. 2.9., VMNN Friesland B.V. niet wordt genoemd in de opsomming van de winnende inschrijvers maar wel het bedrijf Vervoermanagement Noord Nederland B.V. Nu VMNN heeft aangevoerd één van de winnende inschrijvers te zijn en door de overige partijen op dit punt geen verweer is gevoerd, gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat VMNN Friesland B.V. het bedrijf is dat in de brief van 14 maart 2017 wordt aangeduid met Vervoermanagement Noord Nederland B.V.
in het incident
4.2.
Het verzoek van VMNN om zich te mogen voegen aan de zijde van Netwerk Noordoost - waartegen Netwerk Noordoost en [Taxicentrale] geen bezwaar hebben gemaakt - is ter zitting toegewezen. Tijdens de mondelinge behandeling is nog geen beslissing genomen over de proceskosten in het incident. Nu Netwerk Noordoost en [Taxicentrale] geen bezwaar hebben gemaakt tegen het verzoek tot voeging ziet de voorzieningenrechter aanleiding om deze kosten te compenseren in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten in het incident draagt.
in de hoofdzaak
4.3.
De voorzieningenrechter stelt vast dat in de pleitnota van [Taxicentrale] staat vermeld dat [Taxicentrale] subsidiair herbeoordeling vordert van de inschrijving per perceel ten aanzien van de kostprijsberekening door een onafhankelijk beoordelingsteam, waarbij alsnog op basis van de uitgangspunten, zoals verwoord in de rapportage van Panteia en CROW, vastgesteld dient te worden voor welk minimaal all-in beschikbaarheidstarief nog kostendekkend gewerkt kan worden. VMNN heeft er ter zitting op gewezen dat deze weergave van de subsidiaire vordering afwijkt van de formulering van de subsidiaire vordering in het petitum van de dagvaarding en heeft bezwaar gemaakt tegen deze vermeende eiswijziging. De voorzieningenrechter overweegt dat zij deze passage in de pleitnota niet als eiswijziging beschouwd, nu [Taxicentrale] dit niet als zodanig heeft bestempeld. De voorzieningenrechter zal daarom recht doen op de vorderingen, zoals deze in het petitum van de dagvaarding zijn geformuleerd.
4.4.
De voorzieningenrechter stelt vast dat in het petitum van de dagvaarding zowel primair, subsidiair als meer subsidiair mede wordt gevorderd Netwerk Noordoost te gebieden om binnen 48 uur na datum van het vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing van Netwerk Noordoost in te trekken. Nu het primair, subsidiair en meer subsidiair instellen van eenzelfde vordering weinig zinvol is, gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat deze vordering primair, subsidiair en meer subsidiair gekoppeld is aan hetgeen overigens primair, subsidiair respectievelijk meer subsidiair wordt gevorderd en het lot van die andere vordering volgt.
4.5.
Voorts stelt de voorzieningenrechter vast dat de in r.o. 4.4. bedoelde vordering spreekt van "
de gunningsbeslissing", terwijl deze aanbesteding, zoals Netwerk Noordoost terecht heeft aangevoerd, vele gunningsbeslissingen kent. Nu de bezwaren van [Taxicentrale] zich enkel richten tegen de voorlopige beslissing van Netwerk Noordoost om de percelen van perceeltype 1 en 2 waar [Taxicentrale] op heeft ingeschreven niet aan [Taxicentrale] te gunnen maar aan andere inschrijvers, welke beslissing aan [Taxicentrale] bekend is gemaakt bij brief van 14 maart 2017, begrijpt de voorzieningenrechter de vordering aldus dat wordt gevorderd om die beslissing in te trekken.
4.6.
Als meest verstrekkende verweer hebben Netwerk Noordoost en VMNN aangevoerd dat [Taxicentrale] niet-ontvankelijk is in haar vordering wegens een gebrek aan belang, omdat zij van deelname aan de aanbesteding dient te worden uitgesloten. Hiertoe hebben zij aangevoerd dat [Taxicentrale] op 27 maart 2017 een brief heeft gestuurd aan de leden van de gemeenteraden van alle gemeentes en aan de colleges van B en W van alle gemeentes om haar beklag te doen over de gang van zaken rond de aanbesteding. Nu deze brief nog binnen de zogenoemde Alcateltermijn is verstuurd, is dit handelen van [Taxicentrale] volgens hen in strijd met § 4.3 van de Leidraad, waarin een contactverbod is opgenomen. Aan overtreding van dit contactverbod is in de Leidraad de sanctie van uitsluiting van verdere deelname verbonden.
4.7.
De voorzieningenrechter overweegt ter zake als volgt. VMNN, die zich in de procedure aan de zijde van Netwerk Noordoost heeft gevoegd, heeft enkele dagen voor de zitting haar incidentele conclusie tot voeging aan de voorzieningenrechter en [Taxicentrale] doen toekomen. In die conclusie, waarin zij onder meer kort heeft weergegeven welk verweer zij ter zitting zou gaan voeren, heeft zij niet aangegeven dat zij zich op niet-ontvankelijkheid wegens overtreding van het contactverbod zou gaan beroepen. Ook heeft zij noch bij deze conclusie noch ter zitting de gewraakte brief van [Taxicentrale] van 27 maart 2017 overgelegd. Niet gebleken is dat VMNN haar beroep op niet-ontvankelijkheid wegens overtreding van het contactverbod niet reeds in de incidentele conclusie aan de orde had kunnen stellen. Voor Netwerk Noordoost geldt dat zij dit verweer ter zitting eerst in de tweede termijn, in navolging van VMNN, heeft gevoerd. Nog daargelaten de vraag of aan Netwerk Noordoost een beroep op niet-ontvankelijkheid toekomt, nu zij heeft nagelaten om tot aan het moment van de zitting gebruik te maken van haar discretionaire bevoegdheid tot uitsluiting, heeft Netwerk Noordoost dit verweer te laat gevoerd. Bovendien heeft ook zij nagelaten voormelde brief van [Taxicentrale] ter zitting of voorgaand aan de zitting tezamen met haar andere producties in het geding te brengen, terwijl niet gebleken is dat dat niet mogelijk was. Onder deze omstandigheden acht de voorzieningenrechter het voeren van dit verweer in strijd met de goede procesorde. [Taxicentrale] heeft zich onvoldoende op dit verweer kunnen voorbereiden en zich hiertegen niet goed kunnen verweren. Daarom wordt aan dit verweer voorbijgegaan.
4.8.
Het spoedeisend belang van [Taxicentrale] bij de gevraagde voorzieningen volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit de aard van de vorderingen.
4.9.
Het geschil tussen partijen spitst zich toe op een bepaling omtrent het gunningscriterium Prijs in § 7.4.1 van de Leidraad. De betreffende bepaling luidt - voor zover van belang - als volgt:
"De geoffreerde beschikbaarheidstarieven dienen all-in-tarieven te zijn waarin alle kosten zijn verwerkt voor het beschikbaar stellen van de voertuigen en chauffeurs (…)."
4.10.
Ten aanzien van de uitleg van deze bepaling stelt de voorzieningenrechter voorop dat aanbestedingsstukken, zoals de Leidraad, dienen te worden uitgelegd naar hun objectieve betekenis, zoals een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver deze, binnen de context van het totaal van de aanbestedingsstukken, redelijkerwijs heeft moeten begrijpen. Bij de uitleg van de aanbestedingsstukken dient de niet in die stukken tot uitdrukking gebrachte opvatting van de opstellers van de aanbestedingsstukken over de uitleg daarvan buiten beschouwing te worden gelaten, omdat die tot ongelijke behandeling zou kunnen leiden (zie HvJEU 29 april 2004, C-496/99, Succhi di Frutta).
4.11.
Niet in geschil is dat de bepaling in § 7.4.1 van de Leidraad zo uitgelegd dient te worden dat daarin de eis wordt gesteld dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn. Netwerk Noordoost heeft verklaringen in het geding gebracht van Taxi NOF, Taxi Dorenbos en VMNN van 10 mei 2017 respectievelijk 16 mei 2017, waarin deze bedrijven op verzoek van Netwerk Noordoost - kort gezegd - verklaren dat zij hebben ingeschreven met kostendekkende beschikbaarheidstarieven. Hieruit kan worden afgeleid dat naast Netwerk Noordoost en VMNN ook Taxi NOF, Taxi Dorenbos, twee winnende inschrijvers, voormelde bepaling in de Leidraad zo hebben uitgelegd dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn. Gelet hierop en gegeven het hierboven weergegeven toetsingskader, volgt de voorzieningenrechter partijen in deze uitleg van de bepaling, en gaat er derhalve vanuit dat als onderdeel van het gunningscriterium Prijs de eis wordt gesteld dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn.
4.12.
[Taxicentrale] kan niet gevolgd worden in haar stelling dat daarnaast in voormelde bepaling de eis besloten ligt dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven marktconform dienen te zijn. Blijkens de bewoordingen van de bepaling wordt namelijk enkel vereist dat in de geoffreerde beschikbaarheidstarieven alle kosten zijn verwerkt voor het beschikbaar stellen van de voertuigen en chauffeurs, terwijl voor marktconformiteit meer is vereist dan dat de beschikbaarheidstarieven kostendekkend zijn. De stelling van [Taxicentrale] dat het besluit van 10 februari 2017 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, dat per 1 juni 2017 in werking is getreden, gemeentes verplicht bij de inkoop van Wmo-diensten regels te stellen ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van die voorziening, leidt niet tot een ander oordeel. De verplichting van de gemeentes tot naleving van dit besluit brengt niet mee dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver de bepaling in de Leidraad, in weerwil van de taalkundige betekenis van haar bewoordingen, redelijkerwijs zo had moeten begrijpen dat daarin (ook) is bepaald dat de geoffreerde prijzen marktconform moeten zijn.
4.13.
Partijen verschillen voorts van mening over de vraag of Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN hebben voldaan aan het vereiste dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn. Ter onderbouwing van haar stelling dat deze bedrijven dat niet hebben gedaan, heeft [Taxicentrale] een berekening overgelegd waarin voor perceeltypen 1 en 2 per perceel is becijferd wat het maximum bedrag is dat de winnende inschrijver als beschikbaarheidstarief kan hebben geoffreerd. Deze berekening is gebaseerd op de cijfermatige informatie over de winnende inschrijvers in de brief van Netwerk Noordoost van 27 maart 2017 en de bijlage bij de brief van Netwerk Noordoost van 14 maart 2017. Voorts heeft [Taxicentrale] een kostprijsberekening overgelegd van onderzoeksbureau Panteia (hierna: Panteia), welk onderzoeksbureau volgens haar beschikt over marktspecifieke expertise. Door Panteia is becijferd dat de marginale kostprijs per inzetuur van een taxipersonenauto € 24,09 bedraagt, van een standaard taxibus € 27,21, van de toegankelijke taxibus € 27,04 en de 8-persoons rolstoelbus € 29,71. In deze berekening heeft Panteia tot uitgangspunt genomen dat op grond van de OPOV-regeling 75% van het personeel van [Taxicentrale] door de winnende inschrijver dient te worden overgenomen met behoud van het huidige salaris en dat de overige 25% van de werknemers van de inschrijver de laagst mogelijke uurlonen betaald krijgen conform de CAO Taxivervoer. Voorts heeft Panteia in de berekening een overheadpercentage van 10% gehanteerd en is zij ervan uitgegaan dat voor het uitvoeren van de opdracht nieuwe voertuigen worden aangeschaft en dat deze, afhankelijk van het voertuigtype, in zes dan wel acht jaar worden afgeschreven. [Taxicentrale] heeft op basis van deze berekening voor perceeltype 1 en 2 per perceel becijferd wat de kostprijs van de uitvoering van het vervoer is. Op grond van een vergelijking van de uitkomsten van deze berekening en de berekening van het maximale bedrag dat de winnende inschrijvers als beschikbaarheidstarief kunnen hebben geoffreerd, concludeert [Taxicentrale] dat Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN op diverse percelen van perceeltypen 1 en 2 onder de kostprijs hebben ingeschreven.
4.14.
VMNN en Netwerk Noordoost hebben hiertegen - onder meer en zakelijk weergegeven - het volgende ten verwere aangevoerd. Zonder de daadwerkelijke kosten van Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN te kennen, kan [Taxicentrale] niet aantonen dat deze bedrijven onder hun eigen kostprijs van de uitvoering van het vervoer hebben ingeschreven. Panteia heeft in haar berekening van de marginale kostprijs per inzetuur van de verschillende types voertuigen onjuiste uitgangspunten gehanteerd, waardoor zij op een te hoge marginale kostprijs is uitgekomen. Zo brengt de OPOV-regeling niet per definitie mee dat de winnende inschrijver 75% van het personeel van [Taxicentrale] dient over te nemen. In de OPOV-regeling zijn namelijk uitzonderingen op deze hoofdregel geformuleerd, onder meer voor het geval de winnende inschrijver de opdracht geheel of gedeeltelijk met eigen personeel kan opvangen. Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN zijn gevestigde taxi-ondernemingen die al personeel in dienst hebben en met dat personeel in ieder geval een deel van het vervoer kunnen uitvoeren. Ook verplicht de OPOV-regeling de winnende inschrijver niet om het personeel van [Taxicentrale] over te nemen met behoud van het huidige salaris. Uit de OPOV-regeling volgt enkel dat minimaal het loon betaald dient te worden waartoe de CAO Taxivervoer verplicht. Het gemiddelde uurloon waar Panteia in haar berekening vanuit is gegaan, ligt hoger dan de hoogste loonschaal in deze CAO. Ook gaat Panteia er in haar berekening ten onrechte vanuit dat voor de uitvoering van de opdracht nieuwe voertuigen dienen te worden aangeschaft. De aanbestedingsstukken verplichten hier niet toe. Zeer waarschijnlijk zullen de inschrijvers al meerdere voertuigen in hun bezit hebben en die kunnen in beginsel worden ingezet. Ook kunnen zij tweedehands voertuigen aanschaffen of voertuigen leasen. Voorts miskent Panteia dat de taxiauto's en taxibussen van de vervoerders niet louter behoeven te worden ingezet voor de opdracht van Netwerk Noordoost. Buiten de ingeroosterde inzeturen van deze opdracht kan de vervoerder vrij beschikken over de voertuigen en kunnen deze ingezet worden voor ander werk. Ook is niet onderbouwd waar het overheadpercentage van 10% waar Panteia mee rekent op is gebaseerd. Duidelijk is wel dat in dat percentage een winstopslag zit. Echter de aanbestedingsstukken verplichten de inschrijvers niet om op de opdracht of onderdelen daarvan winst te maken.
4.15.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [Taxicentrale] gelet op dit gemotiveerde verweer onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN op diverse percelen van perceeltypen 1 en 2 onder hun kostprijs hebben ingeschreven. Zij heeft dit verweer namelijk onvoldoende weerlegd. Zo heeft zij onder meer niet weersproken dat Panteia onjuiste uitgangspunten voor haar berekening heeft gedestilleerd uit de toepasselijke OPOV-regeling en dat Panteia bij haar berekening ten onrechte tot uitgangspunt heeft genomen dat nieuwe voertuigen dienen te worden aangeschaft voor de uitvoering van de opdracht.
4.16.
Nu de stelling van [Taxicentrale] dat Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN voor irreële en abnormaal lage prijzen hebben ingeschreven voortborduurt op voormelde niet aannemelijk geworden stelling dat Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN op diverse percelen onder hun kostprijs hebben ingeschreven, kan evenmin van de juistheid van deze stelling worden uitgegaan.
4.17.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de primaire vordering om Netwerk Noordoost te verbieden de opdracht te gunnen aan Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN en Netwerk Noordoost te gebieden de opdracht te gunnen aan [Taxicentrale], indien en voor zover zij nog tot gunning wenst over te gaan, niet toewijsbaar is. Gelet op hetgeen in r.o. 4.4. is overwogen, treft de primaire vordering om Netwerk Noordoost te gebieden om binnen 48 uur na datum van het vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing van Netwerk Noordoost in te trekken, hetzelfde lot.
4.18.
Ter zake van haar subsidiaire en meer subsidiaire vordering heeft [Taxicentrale] betoogd dat, indien geoordeeld zou moeten worden dat in de aanbestedingsstukken niet is vereist dat inschrijvers 75% van het personeel van [Taxicentrale] dienen over te nemen met behoud van het huidige salaris, het level playing field (een gelijk speelveld) onvoldoende is gewaarborgd, omdat zij niet de mogelijkheid heeft om goedkopere arbeidskrachten in te schakelen. De voorzieningenrechter volgt haar ook hierin niet. Hiertoe is het volgende redengevend.
4.19.
Het vereiste dat een aanbestedende dienst een gelijk speelveld dient te creëren voor de potentiële inschrijvers houdt in dat zij ervoor dient te zorgen dat alle inschrijvers bij het opstellen van het in hun offertes gedane voorstel dezelfde kansen krijgen: voor alle mededingers moeten dezelfde voorwaarden gelden (zie HR 4 november 2005; ECLI:NL:HR:2005:AU2806). Indien sprake is van objectieve gunningscriteria die zonder onderscheid gelden voor alle aanbiedingen, zoals in casu het geval is, levert de omstandigheid dat op één van de door de aanbestedende dienst gekozen gunningscriteria ter bepaling van de inschrijving met de beste prijs-kwaliteitverhouding slechts door een klein aantal ondernemingen hoog kan worden gescoord op zich niet een schending van het beginsel van gelijke behandeling op (vergelijk HvJ EG 17 september 2002, C-513/99 (Finse Bussen), r.o. 85). Van een dergelijke schending zou wel sprake zijn wanneer het gunningscriterium zou zijn toegeschreven naar één of meerdere specifieke inschrijvers. Dit is echter in het onderhavige geval gesteld noch gebleken.
4.20.
[Taxicentrale] heeft voorts gesteld dat Netwerk Noordoost in strijd heeft gehandeld met het transparantiebeginsel, nu zij geen specificatie van de opgegeven beschikbaarheidstarieven heeft verlangd, waardoor voor [Taxicentrale] niet objectief is vast te stellen of de inschrijvers hebben voldaan aan de eis dat de beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn. Deze stelling treft geen doel, nu zij miskent dat [Taxicentrale] niet het recht toekomt om zelf te verifiëren of de winnende inschrijvers hebben voldaan aan de eis dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn. De geoffreerde beschikbaarheidstarieven en een eventuele specificatie en onderbouwing daarvan betreffen namelijk aan de aanbestedende dienst verstrekte informatie met een vertrouwelijk karakter en op grond van artikel 2.57 lid 1 Aw mag de aanbestedende dienst dergelijke informatie niet openbaar maken.
4.21.
De voorzieningenrechter ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of [Taxicentrale] zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat Netwerk Noordoost in strijd heeft gehandeld met het transparantiebeginsel door geen specificatie van de opgegeven beschikbaarheidstarieven van de inschrijvers te verlangen, waardoor Netwerk Noordoost onvoldoende heeft kunnen toetsen of de inschrijvingen voldoen aan de eis dat de beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn. De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
4.22.
Netwerk Noordoost heeft aangegeven dat zij mede naar aanleiding van het onderzoeksrapport 'De vloek van de winnende taxi' van september 2016 van onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek besloten heeft om een minimum te stellen aan het door de inschrijvers te hanteren beschikbaarheidstarief. Eén van de belangrijkste conclusies in dit onderzoeksrapport is dat er een breed gedragen beeld onder betrokkenen in het doelgroepenvervoer is dat er sprake is van te lage prijzen, veroorzaakt door te lage biedingen bij aanbestedingen, dat wil zeggen biedingen onder de kostprijs, resulterend in teruglopende kwaliteit en financiële problemen bij vervoerders. Het is volgens Netwerk Noordoost uitdrukkelijk een uitgangspunt van haar geweest om rekening te houden met deze signalen en hierop te anticiperen. De voorzieningenrechter concludeert hieruit dat het vereiste dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn ook in de visie van Netwerk Noordoost een wezenlijk vereiste is.
4.23.
Netwerk Noordoost heeft aangevoerd dat alle inschrijvers in de Eigen Verklairng die onderdeel uitmaakt van hun inschrijving hebben verklaard dat zij aan alle gestelde eisen voldoen en dat Taxi NOF, Taxi Dorenbos en VMNN daarnaast op verzoek van Netwerk Noordoost in hun in r.o. 4.11. vermelde verklaringen van 10 mei 2017 respectievelijk 16 mei 2017 desgevraagd nog hebben bevestigd dat zij voldoen aan het vereiste dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend zijn.
4.24.
Volgens Netwerk Noordoost mocht zij op grond van vaste jurisprudentie bij de verificatie van de inschrijvingen afgaan op hetgeen door de inschrijvers schriftelijk is ingediend, zoals de Eigen Verklaring. De voorzieningenrechter overweegt in navolging van het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 9 juli 2013 (ECLI:NL:GHAMS:2013:3398) dat Netwerk Noordoost in beginsel van de juistheid van een Eigen Verklaring uit mag gaan, maar ook, dat de aanwezigheid van een Eigen Verklaring Netwerk Noordoost niet ontslaat van de verplichting om de naleving van wezenlijke eisen die zich naar hun aard lenen voor een eigen toetsing door Netwerk Noordoost, zoals de eis dat de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend dienen te zijn, ook op enigerlei wijze zelf te verifiëren. Volgens vaste jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie is voor een objectieve en transparante beoordeling van de verschillende aanbiedingen immers vereist dat de aanbestedende dienst op basis van de door de inschrijvers verstrekte inlichtingen en bewijsstukken daadwerkelijk kan nagaan of de aanbiedingen van deze laatste voldoen aan de gunningscriteria (HvJEG 4 december 2003, C-448/01, Wienstrom). Uit voormeld arrest van het gerechtshof Amsterdam volgt dat het transparantiebeginsel vergt dat de aanbestedende dienst in staat is om daadwerkelijk na te gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria die op de betrokken opdracht van toepassing zijn en daarvan blijk kan geven en duidelijkheid kan scheppen in een situatie als de onderhavige waarin [Taxicentrale] als inschrijver, nadat Netwerk Noordoost een voorlopige gunningsbeslissing bekend heeft gemaakt, twijfel zaait over de geldigheid van de winnende inschrijvingen op het onderdeel van de kostendekkendheid van de geoffreerde beschikbaarheidstarieven.
4.25.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [Taxicentrale] de door haar geuite twijfel voldoende onderbouwd om nader onderzoek te rechtvaardigen. Weliswaar is, zoals hiervoor in r.o. 4.15. is overwogen, voorshands niet komen vast te staan dat Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN op diverse percelen van perceeltypen 1 en 2 onder hun kostprijs hebben ingeschreven, maar gelet op de door [Taxicentrale] in het geding gebrachte berekeningen, als bedoeld in r.o. 4.13. en de verklaring van de heer [consultant] (hierna: [consultant]) ter zitting, als hierna vermeld in r.o. 4.29., kan dit vooralsnog ook niet worden uitgesloten. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat Netwerk Noordoost ook zelf heeft aangevoerd dat de kostprijs per bedrijf verschilt en afhangt van onder andere de opbouw van het personeelsbestand, de huisvesting, de samenstelling van het wagenpark, etc.
4.26.
De voorzieningenrechter acht in dit verband nog van belang dat [Taxicentrale] zeer beperkte mogelijkheden heeft om haar stelling op dit punt nog nader te onderbouwen, nu de inschrijvingen van Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN vertrouwelijk zijn en dienen te blijven. VMNN heeft op haar beurt zeer beperkte mogelijkheden om zich te verweren tegen de stelling van [Taxicentrale], nu vanwege de vertrouwelijkheid van haar inschrijving niet van haar gevergd kan worden te onderbouwen hoe de door haar geoffreerde beschikbaarheidstarieven zijn opgebouwd en waarom dit kostendekkend is. Onder deze omstandigheden is het van wezenlijk belang dat Netwerk Noordoost zelf objectief kan verifiëren of de inschrijvers hebben voldaan aan het vereiste van kostendekkendheid. Dit geldt temeer, nu zij naar eigen zeggen het probleem heeft onderkend dat bij aanbestedingen nog wel eens te lage biedingen plaatsvinden met alle negatieve gevolgen van dien en daar in deze aanbestedingsprocedure voor heeft willen waken.
4.27.
Vast staat dat Netwerk Noordoost in de aanbestedingsstukken noch om een specificatie van de geoffreerde beschikbaarheidstarieven noch om overlegging van (financiële) stukken ter onderbouwing van de geoffreerde beschikbaarheidstarieven heeft gevraagd. Wel heeft Netwerk Noordoost een minimum gesteld aan de te offreren beschikbaarheidstarieven. Dit minimum vormt echter naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter een onvoldoende maatstaf voor de beoordeling van de kostendekkendheid. Hiertoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.28.
Zoals in r.o. 4. 22. is overwogen, heeft Netwerk Noordoost naar eigen zeggen bij de aanbesteding als uitgangspunt gehanteerd dat zij rekening wilde houden met en wilde anticiperen op de signalen uit de taxibranche dat er bij aanbestedingen nog wel eens te lage biedingen, dat wil zeggen biedingen onder de kostprijs, plaatsvinden met alle negatieve gevolgen van dien. Gelet op dit uitgangspunt alsmede op het feit dat Netwerk Noordoost voor alle percelen en perceeltypen hetzelfde minimale beschikbaarheidstarief heeft vastgesteld, gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat het gestelde minimum gezien moet worden als het laagst mogelijke beschikbaarheidstarief dat volgens Netwerk Noordoost nog kostendekkend is voor alle inschrijvers en voor alle perceeltypen. Netwerk Noordoost heeft aangevoerd dat aan de hoogte van het gestelde minimumtarief van € 22,50 het rapport 'Inzicht in de kosten van kleinschalig vraagafhankelijk vervoer' van december 2016 van CROW, het kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur, ten grondslag ligt. De bevindingen zijn door Netwerk Noordoost op enkele punten geactualiseerd en aangepast aan de lokale omstandigheden. Zo is gerekend met een hogere gemiddelde rijsnelheid, vanwege het feit dat de opdracht ziet op vervoer in landelijk gebied waar hogere gemiddelden worden gereden dan in stedelijk gebied. Ook wordt er in het rapport van CROW van uitgegaan dat de regiefunctie en het vervoer bij dezelfde partij liggen, terwijl dat bij de opdracht niet het geval is. Daarom zijn de kosten van de regiefunctie uit de berekening gehaald. Een en ander heeft geleid tot een ondergrens van € 22,50, aldus nog steeds Netwerk Noordoost.
4.29.
[Taxicentrale] heeft [consultant], werkzaam als consultant bij Panteia, meegenomen naar de zitting als informant. [consultant] heeft ter zitting verklaard dat hij heeft bijgedragen aan het rapport van CROW en dat hij van mening is dat uit dit rapport niet een minimaal kostendekkend tarief voor deze opdracht kan worden gedestilleerd. Hij heeft hiertoe betoogd dat het rapport van CROW enkel ziet op het vraagafhankelijk basisvervoer en niet op het piekvervoer, waar de opdracht eveneens op ziet, en dat de kostprijs van het piekvervoer duurder is dan van het basisvervoer. Voorts heeft hij als argument aangedragen dat het onderzoek van CROW in andere regio's is uitgevoerd dan Friesland en dat de conclusies in het onderzoek omtrent de kostprijs van het vervoer daarom niet representatief zijn voor de kostprijs van het vervoer in de regio Noordoost-Friesland, waar de opdracht op ziet. Netwerk Noordoost heeft deze argumenten onvoldoende bestreden. Daarom is voorshands niet aannemelijk geworden dat het CROW-rapport een juist uitgangspunt vormt voor het vaststellen van een minimaal kostendekkend tarief voor alle perceeltypen in de regio Noordoost-Friesland. Nu het door Netwerk Noordoost gestelde minimumtarief van € 22,50 op dit rapport is gebaseerd, vormt dit minimum een onvoldoende maatstaf voor de beoordeling van de vraag of de geoffreerde beschikbaarheidstarieven kostendekkend zijn.
4.30.
Uit de hiervoor in r.o. 4.25. vermelde arresten volgt dat de aanbestedende dienst het beginsel van gelijke behandeling en het transparantiebeginsel schendt, indien hij een gunningscriterium vaststelt en niet in staat is na te gaan of de door de inschrijvers verstrekte inlichtingen juist zijn, aangezien dat criterium de transparantie en de objectiviteit van de aanbestedingsprocedure in dat geval niet waarborgt. De voorzieningenrechter is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel dat Netwerk Noordoost dat beginsel in de onderhavige aanbesteding heeft geschonden. Zij hebben wel de eis van kostendekkende beschikbaarheidstarieven gesteld, maar de inschrijvers - behoudens de Eigen Verklaring - niet gevraagd om enigerlei vorm van onderbouwing, terwijl het door haar gestelde minimumtarief een onvoldoende maatstaf vormt voor de beoordeling van de kostendekkendheid. Netwerk Noordoost heeft dan ook niet kunnen nagaan of de door de inschrijvers verstrekte inlichting dat hun prijzen kostendekkend zijn, juist is. De eis van kostendekkende prijzen is daarom in het licht van (onder meer) het eerdervermelde Wienstrom-arrest een ongeldig (onderdeel van een) gunningscriterium. Nu sprake is van een ongeldig gunningscriterium zal Netwerk Noordoost de onderhavige aanbesteding op basis van vaste rechtspraak van het Europese Hof van Justitie niet kunnen voortzetten. Dit brengt mee dat de subsidiaire vordering om de inschrijvingen aangaande de (kost)prijs voor het beschikbaarheidstarief te laten (her) beoordelen door een nieuw van Netwerk Noordoost onafhankelijk beoordelingsteam niet kan worden toegewezen. Gelet op hetgeen in r.o. 4.4. is overwogen, treft de subsidiaire vordering om Netwerk Noordoost te gebieden om binnen 48 uur na datum van het vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing van Netwerk Noordoost in te trekken, ditzelfde lot.
4.31.
De meer subsidiaire vordering om Netwerk Noordoost te verbieden de opdracht op basis van onderhavige aanbesteding te gunnen en te gebieden over te gaan tot een heraanbesteding, voor zover zij deze opdracht nog altijd in de markt wil zetten, is gelet op het vorenstaande wel toewijsbaar. Hieraan doet niet af dat deze vordering ziet op een verbod op gunning van de gehele opdracht en een gebod tot heraanbesteding van de gehele opdracht terwijl de bezwaren van [Taxicentrale] enkel betrekking op de percelen waar zij op ingeschreven heeft en die niet aan haar zijn gegund. Het ongeldige (onderdeel van het) gunningscriterium geldt namelijk voor alle percelen en de aanbesteding van het deel van de opdracht waar de bezwaren van [Taxicentrale] op zien, is zo nauw verweven met de aanbesteding van de rest van de opdracht dat heraanbesteding van dat deel van de opdracht ook tot heraanbesteding van de rest van de opdracht moet leiden. De nauwe verwevenheid blijkt onder meer uit het feit dat de gunning van de opdracht per perceel plaatsvindt aan de inschrijver die de inschrijving met de beste prijs-kwaliteitverhouding heeft ingediend
over het totaal van de percelen heenen dat een inschrijver voor maximaal acht percelen kan worden gecontracteerd
.
4.32.
Het eveneens meer subsidiair gevorderde gebod tot intrekking van de voorlopige gunningsbeslissing is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, ook toewijsbaar. De voorzieningenrechter acht termen aanwezig om aan deze veroordeling een termijn van een week na betekening van het vonnis te verbinden in plaats van de primair gevorderde 48 uur na de datum van het vonnis.
4.33.
Netwerk Noordoost zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Hoewel niet in het petitum gevorderd, zal ook VMNN als de in het ongelijk te stellen interveniënt – op grond van artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering – worden veroordeeld in de kosten van deze procedure (vergelijk
HR 28 november 1986, ECLI:NL:HR:1986:AC9604). In de omstandigheid dat VMNN zich aan de zijde van Netwerk Noordoost heeft gevoegd en volwaardig verweer tegen de vorderingen van [Taxicentrale] heeft gevoerd, ziet de voorzieningenrechter aanleiding Netwerk Noordoost en VMNN elk voor de helft in de proceskosten aan de zijde van [Taxicentrale] te veroordelen. De proceskosten aan de zijde van [Taxicentrale] worden vastgesteld op:
dagvaarding: € 85,21
griffierecht € 618,00
salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.519,21
4.34.
De voorzieningenrechter zal tot slot de gevorderde nakosten toewijzen op de wijze als in het dictum omschreven. Nu deze vordering niet tegen VMNN is ingesteld zal enkel Netwerk Noordoost in deze kosten worden veroordeeld.
4.35.
Tot slot zal het vonnis, zoals gevorderd, wat betreft de veroordelingen van Netwerk Noordoost uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in het incident:
5.1.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak:
5.2.
verbiedt Netwerk Noordoost de opdracht op basis van de onderhavige aanbesteding te gunnen;
5.3.
gebiedt Netwerk Noordoost om binnen een week na betekening van dit vonnis haar voorlopige beslissing om de percelen van perceeltype 1 en 2 waar [Taxicentrale] op heeft ingeschreven niet aan [Taxicentrale] te gunnen maar aan andere inschrijvers, in te trekken, welke beslissing aan [Taxicentrale] bekend is gemaakt bij brief van 14 maart 2017;
5.4.
gebiedt Netwerk Noordoost over te gaan tot heraanbesteding van de opdracht, voor zover zij deze opdracht nog altijd in de markt wil zetten;
5.5.
veroordeelt Netwerk Noordoost tot betaling aan [Taxicentrale] van € 759,61 ter zake van proceskosten;
5.6.
veroordeelt Netwerk Noordoost in de na dit vonnis ontstane kosten van [Taxicentrale], begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Netwerk Noordoost niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat;
5.7.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
veroordeelt VMNN tot betaling aan [Taxicentrale] van € 759,61 ter zake van proceskosten;
5.9.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Werkema en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.
fn: 445