9.2.Niet in geschil is in de omgevingsvergunning geen regels zijn opgenomen die ervoor zorgen dat de aanleg en instandhouding van de in het inrichtingsplan opgenomen beplanting wordt geborgd in de vorm van een voorwaardelijke verplichting. Het besluit is aldus in strijd met artikel 2.42.2 van de Omgevingsverordening genomen. De beroepsgronden slagen.
10. De conclusie moet zijn dat het bestreden besluit moet worden vernietigd. De rechtbank ziet geen aanleiding om gebruik te maken van haar bevoegdheid om een bestuurlijke lus toe te passen, gelet op de aard en omvang van de gebreken, die daartoe te veelomvattend zijn. Verweerder zal opnieuw op de aanvraag dienen te beslissen.
Proceskostenveroordeling en vergoeding griffierecht
11. Er bestaat aanleiding om verweerder te veroordelen in de door [eiseres 1], [eiser 1], [eiseres 2] en [eiseres 3] gemaakte proceskosten.
Deze kosten worden, onder toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor [eiseres 1] begroot op € 13,60 voor de door [eiseres 1] gemaakte reiskosten om de zitting bij te wonen, voor [eiser 1] begroot op € 13,60 voor de door [eiser 1] gemaakte reiskosten om de zitting bij te wonen, voor [eiseres 2] begroot op € 508,60 voor de door [eiseres 2] gemaakte reiskosten om de zitting bij te wonen en verleende rechtsbijstand (1 punt voor het bijwonen van de zitting, gemiddelde zaak, € 495,- per punt), en voor [eiseres 3] begroot op € 1.006,60 voor de door [eiseres 3] gemaakte reiskosten om de zitting bij te wonen en verleende rechtsbijstand (1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het bijwonen van de zitting, gemiddelde zaak, € 495,- per punt).
12. De rechtbank ziet verder aanleiding om te bepalen dat verweerder het door [eiseres 1], [eiser 1], [eiseres 2] en [eiseres 3] betaalde griffierecht ten bedrage van € 168,- aan hen dient te vergoeden.