ECLI:NL:RBNNE:2016:632
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst met beëindigingsvergoeding en transitievergoeding
In deze zaak heeft de werkgever, Storteboom Kornhorn B.V., een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden. Dit verzoek is op 13 januari 2016 ingekomen bij de griffie. De werknemer heeft op 1 februari 2016 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 11 februari 2016 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De werkgever heeft aangevoerd dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van de werknemer niet meer mogelijk is. De werknemer heeft deze stelling erkend en aangegeven dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord is dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer redelijk is.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek. De ontbinding gaat in per 1 mei 2016, waarbij de opzegtermijn in acht wordt genomen. Daarnaast zijn partijen overeengekomen dat de werknemer recht heeft op een beëindigingsvergoeding van € 12.500,00 bruto, waarin de transitievergoeding is inbegrepen. De werkgever is veroordeeld tot betaling van deze vergoeding. De proceskosten worden door beide partijen gedragen, met uitzondering van de eigen bijdrage van de werknemer, die door de werkgever wordt vergoed.
De beschikking is uitgesproken door mr. E.J. Oostdijk, kantonrechter, op 18 februari 2016, en is uitvoerbaar bij voorraad.