Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 22 februari 2016, opgenomen op pagina 28 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Op 6 februari 2016, omstreeks 12.30 uur, was ik aan het werk in mijn zaak, [naam] , gelegen aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Op dit moment was [slachtoffer] in de winkel. Zij had een bestelling gedaan. Ik ken [slachtoffer] al jaren. Ik wist al ongeveer drie maanden af van het feit dat [slachtoffer] gestalkt wordt door [verdachte] . [slachtoffer] en ik hadden op dat moment toevallig een gesprek over de desbetreffende stalker. De klanten in de winkel zitten op stoelen met de rug naar het raam toe. [slachtoffer] zat op een van die stoelen en ik sprak met haar. Ik zag op dat moment [verdachte] voor het raam langs lopen. Ik zei tegen [slachtoffer] : "Daar zul je hem hebben." Ik zag dat [slachtoffer] schrok en rood werd. Ik hoorde haar zeggen: "Oh nee, weet je dat ik mijn hart in mijn keel zitten." Ik heb [slachtoffer] aangeboden om ergens anders te zitten. Ik zag dat [slachtoffer] verstijfd op haar stoel bleef zitten. Vervolgens deed [verdachte] de deur van de winkel open en bleef in de deuropening staan. Ik zag dat hij de winkel in keek en oogcontact zocht met [slachtoffer] . Ik hoorde hem zeggen: "Oh, contactverbod." Hierna ging hij direct de winkel uit en liep terug naar zijn auto. Ik zag dat hij zijn auto naast die van [slachtoffer] geparkeerd had. Ik zag dat [verdachte] in een groene combo auto zat. Volgens mij rijd hij in een [automerk] of [automerk] . [slachtoffer] heeft een grijze auto. Ik
hoorde [slachtoffer] zeggen dat [verdachte] naast haar auto geparkeerd stond.
Toen [slachtoffer] haar bestelling klaar was is zij naar haar auto gelopen. Ik zag dat zij in haar auto stapte en direct weg reed. [verdachte] is toen niet uit de auto gekomen. Twee á drie minuten later zag ik dat [verdachte] opnieuw in de winkel kwam lopen. Ik hoorde dat hij allemaal vragen begon te stellen. Voorheen kwam [verdachte] 1 keer in de maand. Nu hij [slachtoffer] heeft gezien komt hij vaker. Ik zie hem af en toe met de auto komen en dan parkeert hij voor de winkel. Dan wacht hij een tijd en komt zelfs niet altijd de winkel binnen. Soms rijdt hij ook weg en komt hij weer terug. Sinds zaterdag 6 februari 2016 komt hij dus vaker. Hij is een week later aangehouden geweest. Dat heb ik ook gezien.
De dinsdag of woensdag nadat [verdachte] weer vrij was zag ik hem weer in zijn auto posten voor mijn winkel.
Op 17 februari 2016 omstreeks 12.30 uur werd ik gebeld om een afspraak te maken om deze verklaring af te leggen. Op dat moment zag ik toevallig ook dat [verdachte] weer in zijn geparkeerde auto zat voor mijn winkel.
Op 19 februari 2016, na 13.00 uur, zag ik dat [verdachte] geparkeerd stond in de [straatnaam] te Leeuwarden.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 12 februari 2016, opgenomen op pagina 9 van het dossier met nummer 2016043191 d.d. 12 februari 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Vandaag, 12 februari 2016, omstreeks 15.20 uur zat ik achterin de auto bij mijn ouders genaamd [naam] en [naam] . Wij reden op de [straatnaam] te
Leeuwarden toen ik aan de rechterkant bij de kruising [straatnaam] een groene
[automerk] zag staan voorzien van kenteken [kenteken] . Het is mij bekend dat
dit de auto is van [verdachte] . Ik zag hem ook in de auto zitten op de bestuurdersstoel. Ik heb [verdachte] al vaker gezien in deze auto.
Wij reden verder in de richting van [straatnaam] . Ik weet dat [verdachte] ook weet welke auto van mijn ouders is. Ik zag dat [verdachte] direct na ons passeren rechtsaf de [straatnaam] op reed achter ons aan.
Wij reden verder via [straatnaam] , linksaf de [straatnaam] op, vervolgens rechtsaf de [straatnaam] op en rechtsaf de [straatnaam] op. Al die tijd zag ik dat [verdachte] achter ons aan bleef rijden. Af en toe zat er een auto tussen zijn auto en die van mijn ouders in, soms zat hij direct achter ons.
Wij stopten op de [straatnaam] ter hoogte van perceel 168, zeg maar tussen de afslag [straatnaam] en [straatnaam] in. Ik zag dat [verdachte] met zijn auto stil bleef staan op de hoek [straatnaam] / [straatnaam] . Ik stond hier ongeveer 2 a 3 minuten stil met mijn ouders. Ondertussen had ik telefonisch contact met de centralist van de Meldkamer van de Politie. Ik zag op een gegeven moment dat [verdachte] in zijn groene [automerk] de [straatnaam] overstak de [straatnaam] in. Even hierna zag ik dat hij vanuit de [straatnaam] de [straatnaam] weer overstak de [straatnaam] in. Ik zag toen een motorrijder van de politie aan komen rijden. Kennelijk was deze op zoek naar [verdachte] . Wij zijn toen verder gereden.
Even later reden wij weer richting [straatnaam] . Op de [straatnaam] zag ik tot mijn
verbazing dat vanaf de andere zijde [verdachte] weer aan kwam rijden vanuit de richting
[straatnaam] . Wij passeerden elkaar dus in tegengestelde richting. Ik zag in het
voorbijgaan dat [verdachte] achter het stuur zat en dus de auto bestuurde. Mijn vader keerde vervolgens de auto en reden terug. Ik zag dat de auto van [verdachte] geparkeerd stond op de [straatnaam] tegenover de " [naam] " Ik zag dat [verdachte] in zijn auto zat.
Mijn vader heeft vervolgens zijn auto voor de auto van [verdachte] geparkeerd. Ik ben toen uitgestapt. Ik zag dat [verdachte] aanstalten maakte om tegen de auto van mijn vader aan te rijden.
Ik ben toen voor de auto van [verdachte] gaan staan en zag dat er omstanders bij mij kwamen staan. Ik zag dat er inmiddels een motorrijder van de politie ter plaatse was gekomen. Uiteindelijk is [verdachte] toen aangehouden door de politie.
Tot op de dag van vandaag beheerst [verdachte] mijn leven. Ik ben doodsbang dat het vandaag of morgen escaleert en uit de hand loopt. Ik loop al maanden op mijn tenen.